Gemeente aart
doordrongen van het groote belang der naderende
stembus, hebben voorloopig het accord gesloten:
en er is geen reden om aan te nemen, dat deze
afspraak niet door de partij vergaderingen van
heden zos worden gehonoreerd.
Alles hangt natuurlijk af van de uitvoering van
de vraag of de leden der onderscheiden partijen
het wachtwoord zullen volgen en nu ontmoet ik
eenige grieven en bezwaren, die het toch goedis
onder de oogen te zien.
De eerste grief betreft de toekenning der zetels
er zijn er die meenen, dat de eene partij er te
veel bezet ten nadeele van de andere. Nu is het
wel merkwaardig, dat die partij, die het sterkst
in het nadeel is, dat is de Katholieke partij, die
grief in het algemeen niet uit. Indien het
toch waar was, dat die partij, die van de drie
partijen in een district de sterkste was, ook recht
zou moeten hebben op den zetel, dan zou ik u
dadelijk 't tiental districten kunnen noemen, waar
een Katholiek gekozen moest worden. Maar zoo
ver trekt men van de bezwaarde zijde de lijn
niet doorin den gedachtengang dier Staatslie
den stemmen de Katholieken, ook al maken ze
1/3 van het kiezerscorps uit, van zelf mede op
een A.-R. of C.-H. en gaat het slechts om, wie
van deze beiden den zetel moet bezetten. Werd
dit stelsel strikt doorgevoerd, dan zoude de Ka
tholieke partij in een onevenredig groot aantal
districten den candidaat moeten aanwijzen het
evenwicht zoude worden verbroken in lijnrechten
stryd met de aspiraties der Katholieke partij.
Reeds hieruit volgt, dat de verhouding in ieder
district niet maatgevend kan zynveeleer moet
hiernaar worden gestreefd, dat over het geheele
land de rechtsche zetels zoo billyk mogelijk wor
den verdeeld. Dit kan bereikt worden, wanneer
bij vacature in onderling overleg de zetel wordt
toegewezen de proef op de som hebben we vóór
eenige jaren gehad.
Zoo straks hoop ik aan uw goedkeuring te
onderwerpen een schema voor de toekomst. Maar
wat niet aangaat is, dat één rechtsche partij een
tegen-candidaat stelt, die met behulp van libera
len en socialisten gekozen wordt. Dat is onder
bondgenooten niet toelaatbaar.
Het tweede gevaar bij deze stembus bestaat in
de poging, om een zuiver Kerkelijke quaestie
die onze protestantsche landgenooten verdeeld
houdt over te brengen op politiek terrein, ten
einde scheiding te brengen ddar, waar eigenlijk
overstemming bestaat. Nieuwe brandstof, om dit
vuurtje gaande te houden, is aangebracht door het
voorstel der Staatscommissie, betreffende een
beginsel in art. 171 der Grondwet. Om deze
oopgraaf te stuiten, moest een sterk staketsel
worden opgerichtmoest worden uitgesproken en
vastgelegd het voornemen, om bij de komende
Grondswetsherziening niet aan hét eerste lid van
artikel 171 te raken.
Een derde struikelblok voor trouwe samenwer
king meent men anderzijds te kunnen aanrollen
door het aloude-anti-papisme aan te wakkeren.
jRome wordt door de coalitie te machtig, daar
om weg met de coalitie". Het schijnt wel, alsof
dit voor sommigen de hoogste politieke wijsheid
isminstens twee periodieken danken er hun be
staan aan.
Op dit speculeeren op Kerkelijke hartstochten
wensch ik slechts dit te antwoorden de Katho
lieken vorderen op hét hun toekomende deel in
het Bestuur van den Staat en van zijn onderdee-
len, niets meer, maar ook niet minder.
De geheele geschiedenis der Katholieke Staats
partij strekt ten bewijze van deze stelling. De
Katholieken verlangen niet anders dan zich rustig
te kunnen ontwikkelen, maken op geen enkel voor
recht aanspraak, wenschen slechts als gelijkbe
rechtigd te worden behandeld. »Maar worden er
dan niet Katholieken benoemd zoo vraagt men.
alk merk er niets van", wil ik antwoorden, maar
gesteld, het ware zoo, zou het dan niet in den
aard der zaak liggen? Wanneer een gedeelte
der bewoners van Nederland jarenlang stelselma
tig naar beneden gehouden is en er komt een
Regeering aan het Roer, die erkent, dat het even
wicht, dat er zoude moeten zijn, verbroken is ten
voordeele der liberalen, dan ligt het voor de hand,
dat de schade moet worden ingehaald en dat er
meer Katholieken worden benoemd, dan waaraan
men gewend was. Erkent men hiervan niet de
rechtmatigheid, dan stelt men zich buiten de
grondbeginselen, waarvan ons Staatsrecht nu wel
haast gedurende een eeuw uitgaat
Waarom ik u dan deze sluipende vossen om
een geliefd beeld aan dr. Schaepman te ontleenen
toonde? Omdat mij hiermede de gelegenheid
werd geboden om eens rond en open te spreken
bestond er niet zooveel misverstand omtrent de
strevingen der katholieken, er zouden nog heel
wat meer stemmen vóór de coalitie worden uit
gebracht.
Toch geloof ik niet, dat het aantal van hen,
die principieel tot de coalitie behooren, maar om
allerlei bij redenen zich afzijdig houden, dit jaar
grooter zal zijn dan bij vorige verkiezingen ge
regeld ziet men. als Juni nadert, allerlei pogingen
tot het stichten van nieuwe partijen en partijtjes,
maar telkens blijkt, dat er wel leiders maar geen
volgelingen zijn. Het dringt tot de kiezers door,
dat men wel den ondergrond aan het Rechtsche
Kabinet kan ontgraven, door zijn stem aan de
Rechtsche candidaten te onthouden, maar dat er
toch geen winste zit voor het Christelijke begin
sel, in het aan het roer brengen van een Linksch
Kabinet.
Thans is de tijd genaderd, dat de vruchten
kunnen worden geplukt van jaren langen arbeid.
Bedriegen de voovteekenen niet, dan zal het
Staatsblad vóór Juli van dit jaar die belangrijke
trits wetten bevatten, die de arbeidersverzekering,
tot dusver beperkt tot de Ongevallenverzekering
in de industrieele bedryven, de hoogstnoodzakelijke
uitbreiding zullen geven.
Echter zal nog veel van de onvolprezen werk
kracht van Minister Talma gevergd worden. De
splitsing van de Rijksverzekeringsbank in een
Invaliditeitsfonds en een Ongevallenfonds moet
haar beslag krijgen: ontelbare algemeene maat
regelen zullen moeten worden genomen, alvorens
de wetten in het leven kunnen binnentreden.
Maar bovenal, moet dit Kabinet gehandhaafd
worden, omdat het de middelen heeft aangewezen,
waaruit de inkoop van het thans levend werklie
dengeslacht in het Invaliditeitsfonds zal worden
bekostigd.
Wat ons, katholieken, betreft, wij zullen met
warmte strijden voor dit Kabinet, door vriend en
vijand geprezen als samengesteld uit Staatslieden
van den eersten rangeen Kabinet, dat zijn be
loften ten volle is nagekomen en in soms moei
lijke omstandigheden met groot beleid het schip
van Staat heeft weten te stureneen Kabinet ten
slotte, dat helder en klaar het regeeringsprogram
voor de volgende periode heeft aangewezen, een
program, waarmede wij ons ten volle kunnen
vereenigen.
Zooals reeds gemeld, is het politiek accoord door
de vergadering aangenomen.
De voorzitter gaf bij de behandeling van dit
accoord nog een overzicht van den stand van
zaken. Er waren eenige stekelige kwesties in
verband met de Grondwetsvoorstellen, en wel
betredende het onderwijs en over de uitkeering
aan Kerkgenootschappen. De christ.-historischen
eischten, dat niet zou getoond worden aan het
eerste lid van art. 171 verder zijn zij wel vóór
bijzonder onderwijs, maar achten het plicht van
den Staat, te zorgen, dat de openbare school zoo
wordt, dat de kinderen een christelijke opvoeding
ontvangen in streken waar de ouders christelijk
zijn zij zijn dus tegen absolute neutraliteit van
't openbaar onderwys.
De katholieken en antirev. willen vóór alles
byzonder onderwijs regel en openbaar aanvulling,
doch zij zijn er niet tegen, dat de openbare
school wordt ingericht naar de gevoelens der
ouders, zoo dit mogelijk is. Resultaat der bespre
kingen is het eerste gedeelte van het accoord.
Het electoraal accoord, hetwelk na goedkeuring
van het politiek accoord, in behandeling kwam,
ontlokte eenige discussie, doch werd ten slotte
aangenomen.
Na deze besprekingen kwam in behandeling het
volgende door het bestuur voorgestelde »kort
program vau actie" voor de a.s. verkiezingen
»Ter uitvoering van artikel 2 sub. lo. b. der
Statuten, verklaart de Algemeene Bond van R. K.
kiesvereenigingen in Nederland onder hand
having van het kort program van actie van 1909,
voor zoover dit nog niet tot uitvoering kwam
steun te verleenen aan het zittend kabinet, ten
einde dit in staat te stellen zijn program af té
werken." -
Dit program werd zonder discussie goedgekeurd.
Van de verschillende voorstellen werden aan
genomen
Motie-Breukelen, de wenschelijkheid uitspre
kende, dat in gemengde distrikten ook R. K.
sprekers optreden ter gunste van A. R. en C. H.
candidaten en omgekeerd.
Van de Motie-Alkmaar het eerste gedeelte,
luidende als volgt:
»De Bond van R. K. Kiesvereenigingen in Ne
derland, overwegende, dat in den middenstand en
in den landbouwstand talrijke misstanden voor
komen, die ten deele door wettelijke regeling zijn
uit den weg te ruimen, spreekt de noodzakelijk
heid uit, dat, na afdoening der reeds ingediende
sociale wetsontwerpen, die misstanden zoo spoe
dig mogelijk uit den weg worden geruimd
In behandeling kwamen vervolgens de conclusies
van het lager-onderwijs-rapport der te dier zake
door het bestuur benoemde commissie. De con
clusies, met een geringe wijziging aangenomen,
luiden
»lo. Uit Grondwet en wet worde alles ver
wijderd, wat zou aanduiden, dat in beginsel
het geven van onderwijs is een deel der Staatszaak.
De ouders behoorende de kosten te dragen van'
het onderwys hunner kinderen. Teneinde onge-
wenschte toestanden te voorkomen heffe de Staat
een schoolgeld, in dier voege, dat bedeelden wor
den vrijgesteld, minvermogenden reeds een deel
opbrengen en voor meergegoeden het verschul
digde de kosten per leerling niet overschrijde.
3o. De Staat betale aan de bijzondere snhool-
besturen terug, wat deze aan de onderwijzers
betalen, vermeerd met een som per leerling voor
de algemeene exploitatiekosten eener gewone
lagere school.
4o. De Staat betale ditzelfde uit aan de ge
meentebesturen en verbiede gelden uit de ge
meentekas aan het openbaar onderwijs ten koste
te leggen.
5o. De wet treffe een reling, waarbij de ver
schillende schoolbesturen en gemeentbesturen
voor de door hen te maken kosten voor lokaliteit
schadeloos worden gesteld.
6o. De wet stelle de eischen vast waaraan de
verschillende soorten van het lager onderwijs
moeten voldoen en eische waarborgen, dat deug
delijk onderderwijs worden gegeven.
7o. De wet stelle de salarissen en verdere
tegemoetkomingen voor de onderwjjzirs vast.
8o. Er kome een regeling der wachtgelden,
die meer waarborg biedt voor de openbare onder
wijzers dan tegenwoordige."
De vergadering werd te 5 uur gesloten.
De christelijk-historischen.
Zooals men weet, werd het politiek accoord met
opneming van eenige niet principieele
amendementen aangenomen.
Bij de besprekingen over het accoord, betreffen
de de districtsverdeeling, werd hoofdzakelijk
gediscussieerd over de bezetting van Ede en
Ommen. De afgevaardigde van Ede verklaarde
dat, hoe ook. de beslissing der vergadering zou
zijn, het districtscomité niet zou afwijken van zijn
voornemen een eigen candidaat te stellen. (Naar
men weet jhr. Schimmelpenninck.)
Ook het electoraal accoord met de beide andere
coalitie-partijen werd aangenomen, en wel met
140 tegen 40 stemmen Met de aanneming van
dit accoord zijn de daarop ingediende amende
menten en de bekende motie-van Hoogenhuijzen
c.s. vervallen.
De Deputaten-vergadering.
Men meldt uit Utrecht:
De Deputaten-vergadering werd, na de pauze,
op de gebruikelijke wijze door dr. Kuyper her
opend.
De notulen werden ongewijzigd vastgesteld.
Medegedeeld werd de samenstelling van het
centraal comité.
Daarna kwam dr. Kuyper weer aan 't woord,
die in een uitvoerige beschouwing het politieke
accoord toelichtte, in den breede aantoonende»
dat vóór alles moet gaan de grondwetsrevisie om
te komen tot meerdere vrijheid voor het christe
lijk onderwijs. Na korte bespreking werd het
politieke accoord goedgekeurd.
Daarna werd het gepubliceerde electorale ac
coord door dr. Kuyper toegelicht. Een der Frie-
sche afgevaardigden wenschte een clausule opge
nomen te zien in het accoord, waar by bepaald
werd, dat de christelijk-historische candidaten zich
moesten uitspreken voor de tariefwet, willeh zij
op volledigen steun der anti-revolutionnairen kun
nen rekenen.
Hy herinnerde aan de uitspraak van minister
Kolkman, dat de Tariefwet er het volgende jaar
zou zijn, of het kabinet zou weg zijn. Waar nu
hóe langer hoe meer blijkt, dat verschillende
christelijk-historische Kamerleden een gereser
veerde houding aannemen tegenover de Tariefwet,
meende de afgevaardigde, dat, wanneer de wet
verworpen werd, het kabinet daardoor struikelen
zou. Dit gevaar wenschte hij te voorkomen door
inlassing van bedoelde clausule. Dr. Kuyper sneed
evenwel een discussie daarover af, door de op
merking, dat het accoord ongewijzigd moest wor
den aangenomen of verworpen, daar hen onmo
gelijk was, om nogmaals de drie partijen samen
te roepen. Overigens bleek uit de vergadering»
dat de stemming mild was tegenover de andere
partijen.
Onder luid applaus werd daarna, op voorste^
van dr. Kuyper, het electoraal accoord met alge
meene stemmen aangenomen.
Aan H. M. de Koningin en minister Heemskerk
werden huidetelegrammen gezonden.
Van minister Heemskerk kwam, staande de
vergadering, een telegrafische dankbetuiging in.
Door prof. Visscher werd aan dr. Kuyper, on
der donderend applaus, dank gebracht voor de
uitnemende leiding der vergadering, waarbij de
wensch werd uitgesproken, dat dr. Kuyper de
volgende Deputatenvergadering met dezelfde op
gewektheid zou kunnen presideeren, welken wensch
door dr. Kuyper beantwoord werd met de op
merking, dat hij zich daarbij kon aansluiten,
wanneer die eerstvolgende Deputatenvergadering
in den loop van het volgend jaar moest worden
samengeroepen, als gevolg van een Kamerontbin
ding door de Grondwetsrevisie.
H. M. de Koningin.
11. M. de Koningin is gisteravond ten 9,13
uit Ober-Ursel te 's-Gravenhage aangekomen. Zij
werd aan het staatsspoor-station ontvangen door
haar hofdame jonkvrouw Six en den opperstal
meester, baron Bentinck.
H. M. was vergezeld van den grootmeester
van Hr. Ms. huis, baron Sirtema van Grovestins
en mevrouw Sirtema van Grovestins.
De Koningin, die bij aankomst begroet werd
door een vrij talrijke menigte, zoowel op liet
perron als in de Rijnstraat, reed in een gesloten
rijtuig eerst naar het paleis van H. M. de Ivo-
ningin-Moeder, om deze een bezoek te brengen.
H. M. is voornemens hedenavond 7.28 per S.S.
naar den Taunus terug te keeren.
Koninklyk Bezoek.
Naar het „Huisgezin" verneemt, Ia H. M. de
Koningin van plan van 'tjaar Breda en 's-Herto-
genbosch te bezoeken.
C. van Gilse van der Pals Hzn. f
De heer C. van Gilse van der Pais Hzn., oud
lid van den raad van Rotterdam en dijkgraaf van
het hoogheemraadschap Schielaad, is gisteren in
den ouderdom van 62 jaar hier overleden.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer heeft gister de wetsontwerpen
betreffend© de 1 ad d weer en lands tor m aan
genomen. Verschillende kleine wetsontwerpen,
waaronder dat tot overname van netten van de
Net,. Bell Te lef. M ij. werden mede goedge
keurd.
De Kamer ging' tot 6 Mei uiteen.
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Dinsdag 22 April 1913,
des namiddags 2 ure
(Slot).
Or.afhankelij kheidsfeesten.
8bis Adres, van het Dagelijksch Bestuur dei-
Commissie voor de Onafhankelijksheidsfeesten 1913
om subsidie van de gemeente voor die feesten
met advies van B. en W.
In haar adres neemt het comité het door haar
ontworpen programma voor de feestelijkheden op,
en vermeldt daarvan de kosten, te zamen f9500.
bedragende, zoodat na aftrek van de netto-op
brengst der bij de ingezetenen ingezamelde giften,
ten bedrage van 2000. een bedrag van
f 7500.zou te kort komen.
Het comité voegt aan die opgave echter toe,
dat, waar haar door overleg met het College van
B. en W. is gebleken, dat zulk een subsidie be
zwaar zou ontmoeten met het oog op de gemeente-
'financiën het bereid is te trachten het programma
aan te passen aan het bedrag, dat de Raad even
tueel goed zal vinden te voteeren.
Waar het ook de wensch is van het College,
dat de herdenking, nu na honderd jaar, van dit
groote en heugelijke feit in onze geschiedenis hier,
evenals elders, passend zal worden gevierd, heb
ben zij het verzoek ernstig overwogen en met de
vertegenwoordigers van het comité gesproken.
Het komt B. en W. voor, dat, gelet op den stand
der financiën van de beschikbaarstelling van een
bedrag als bovengenoemd geen sprake kan zijn.
Een bedrag van f3000.— zouden zij voor de ge
meente verantwoord achten, terwijl naar hun
meening dit bedrag, gevoegd bij de gelden door
de burgerij opgebracht, nog wel voldoende ge
acht mag worden om behoorlijk feest te vieren.
Behalve deze subsidie zouden B. en W. dan
nog van het comité wenschen te zien afgestaan
de opbrengst der staangelden van poffertjeskra
men en dergelijke inrichtingen die bij de feeste
lijkheden zullen worden toegelaten.
B. en W. stellen dus voor, een subsidie van
f3000 te verleenen en te bepalen dat haar bo
vendien de opbrengst der bovenbedoelde plaats
gelden zal worden uitgekeerd.
De Voorzitter bevestigt nog, dat men wil
geven f3000 uit de gemeentekas en bovendien de
opbrengst van de staangelden der poffertjeskra
men enz. Daarover is uitvoerig gesproken de
feestcommissie wilde veel meer geld dan die
f3000; maar met die vreeselijk hooge subsidie
hebben B en W. niet bij den gemeenteraad dur
ven komen toen is het voorstel in dezen vorm
gegoten. Het geld moet strekken ter bestrijding
der kosten van een kinderfeest en eene uitdeeling
aan de armen.
De heer M e ij e r vindt de som van f 3000 wel
wat hoog, wjiar van particuliere zijde slechts
f'2)00 is bijeengebracht; daarom zou hij de sub
sidie der gemeente ook op f '2000 willen stellen,
te meer waar reeds f 1100 voor dit feest is ge
voteerd. Hij stelt dus voor, het bedrag der sub
sidie met f1000 te verminderen.
De heer Van der Hoek heeft in de bijge
voegde stukken gelezen, dat men alle moeite heeft
gehad om die f2000 bijeen te brengen, 't Blijkt
dus dat het volk dit feest niet wil. Spr. verwon
dert er zich over, dat de wethouder Lagerwey, voor
zitter der commissie, nu met het denkbeeld mee
gaat dit bedrag uit te geven en anders hooren
wij steeds van den wethouder van Financiën, dat
er geen geld is. Ook verbaast 't hem, dat de
wethouder Goslinga, die steeds gelegeheid wil
geven tot particulier initiatief nu in deze uitgave
bewilligt, waar er zelfs voor het ziekenhuis geen
geld is; 't komt er nu op neer, dat het bedrag
van f 1100 reeds gevoteerd met de bedoelde f 3000
en de opbrengst der poffertjeskramen een som
van ongeveer f5000 uitmaakt, en die uitgave
acht hij niet verantwoord.
De heer De Bruin zegt, dat de een meer voor
nationale feesten gevoelt dan de ander. Hij weet
niet of de groote massa wel het ware begrip heeft
van die onafhankelijkheid: de arbeiders verkeeren
in omstandigheden, die hen in geen enkel opzicht
onafhankelijk doen zijn en of de natie al onaf
hankelijk is, dat lappen ze aan der laars. In het
algemeen gevoelt men niets voor dit feest en
daarom moet spr. er bijzonder tegen opkomen,
dat aldus nutteloos zooveel geld wordt weggewor
pen zonder eenig motief. Het eenig nummer waar
aan bij het geld goed besteed achtte, is totaal in
het water gevallenhet tentoonstellingsplan is
door de commissie neergedrukt. Spr. deelt verder
mee, dat »Kunst aan het Volk" zich bereid had
verklaard met de commissie samen te werken en
vooral het tentoonstellingsplan had voorop gezet.
Zy kreeg een brief terug van het comité, dat ter
gelegener tijd op haar denkbeeld zou gelet wor
den; maar totnogtoe heeft zij er niets van ge
hoord. Nu is de geschikte tijd voorbijgegaan,
de tentoonstelling, die, vooral met 't op *et
electnciteitsbedrijf van actueel nut zou zijn ge
weest, is vervallen. Spr. zegt, dat er nu niets
anders overblijft dan de relletjes op straat,
's Avonds denkt hij dan met weemoed aan de
bermen der dijken, aan hen die buiten dwalen
't feest wordt dus een banaliteit. Spr., hierover
nog verder uitweidend en gewagend van het par
ticulier initiatief, vraagt' ten slutte: Waar zit de
liefde voor de onafhankelijkheid als er slechts
f 2000 door de burgerij wordt bijeengebracht om
feest te vieren? Hij zegt, dat zijn vertrouwen in
de commissie ten zeerste is geschokt wegens de
onverantwoordelijke wijze waarop zij de alge
meene belangen verwaarloost.
De Voorzitter wil de gemaakte opmer
kingen beantwoorden, voor zoover hij kan. Als
eere-voorzitter is hy toch niet bij de organisatie
geweest. Wat de bedoelde tentoonstelling betreft,
merkt hij op, dat de directeuren van de Ge
meentebedrijven en de Gemeentewerken in de
commissie zitting hebben en dus wel voor het
tentoonstellingsplan zouden geweest zijn als zij er
iets in zagen. Voorz. dacht dat sKunst aan het
Volk" nader antwoord op haar schrijven had
gehad, maar kan toch wel melden, dat de gas-
en electriciteitstentoonstelling om verschillende
redenen is uitgesteld, eerstens omdat men niet
kon klaar komen en verder, omdat verschillende
gemeenten dit jaar zoo'n tentoonstelling houden
en men vreesde dus niet genoeg inzendingen te
zullen krygen. Tot het afbreken der commissie