Dagblad voor Schiedam Omstreken. fton b\:r f on rr f ik Gratis Ongevallenverzekering f 1 fl f) (1 levenslange 0 fl TWEEDE BLAD. RIENZI. 3(Me jaargang Zaterdag 26 April 1913 No. 10608. Ia onze Yroedschap. FEUILLETON. BureauBoterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand °0 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. oyereenlwflg op ie polis vermelde voorwaarden. (JUU mvaimffitI ZUU De verzekering wordt gewaarborgd door de by verlies van een hand, voet of oog üollandsche Algemeene I IUU een duim; I (JU wijsvinger; I |J by verlies by dood een duim Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam. verlies van eiken ande ren vinger Ziekenhuiskwestie. Onafhanke lijkheidsfeesten. Schoonheidscom missie. De „eeuwige" Ziekenhuiskwestie is dan ein delijk in beginsel opgelost. Onze vroeden zijn bij het nemen van de' gewichtige beslissing in do vergadering van Dinsdag 11. werkelijk niet over éen nacht ijs gegaan. De zaak is van alle kanten gewikt en gewogende vroede vaderen bobben in een langwijlig debat hunne bekende welsprekendheid en breedsprakigheid bij dit dank baar onderwerp als 't ware uitgeput. Het aan bod van regenten van het Weeshuis aan den Langen Achterweg, dat zich Weeshuis der Her- x 0rmden heet, is bij deze langdurige bespreking na tuurlijk schering en inslag geweest. 'tVond een warm verdediger in den persoon van den heer Houtman, wiens schriftelijk en mondeling plei dooi voor dit veel besproken aanbod soms de gedachte wekte of wij hier met den advocaat van heeren regenten te doen hadden. Waar wij echter vertrouwen, dat dit Raadslid alleen bet belang der gemeente op 't oog had, weten wij t op prijs te stellen, dat hij een ernstige studie aan dit bijzonder aanbod heeft gewijd. De beschouwingen door de heeren Kavelaars en Wittkampf aan dit onderwerp gewijd, achten wij, hoe goed ook bedoeld, niet van eenig pessh inisme vrij te pleiten. Vooral verwonderde ons het gewicht dat de heer Wittkampf hechtte aan de nieuwe taxatie der gemeentegronden. Waar wij bem nog kort geleden toen de zaak van den grondverkoop aan de firma Smulders voorloopig afsprong zoo geestdriftig hoorden getuigen, dat wij niet een ton, maar veel meer terug had ben, omdat daar de gemeentegrond aldoor in Prijs stijgt, verbaasde 't ons nu met dit pessi misme omtrent de nieuwe taxatie kennis te ma ken. Gezien echter, dat de heer Wittkampf ook be Pensioenwet in debat bracht, heeft wellicht het een met het ander hem tot zijne zwaartil lende opvatting geleid. De lange rede door den voorzitter aan de be antwoording der verschillende sprékers 'gewijd, gaf zeker allerminst van pessimisme blijk. Er straalde integendeel uit dit wel doorwrocht plei dooi een optismisme dat weldadig1 aandeed, w;aar t zich van zoo bevoegde zyde deed kennen. Op werkelijk schitterende wijze heeft de voorzitter het College-voorstel verdedigd en die afdoende v 01'dediging heeft zeker alleszins geleid tot het resultaat dat nu verkregen werd. Stuk voor stuk nam de voorzitter het eigenaardig aanbod van regenten onderhanden, als doorkneed redenaar, eerst den nadruk leggend op de lichtzijde van dat aanbod om daarna den schaduwkant te meer te 12) „Diavolo 1" mompelde de jonker, en het rood bes toorns verwde zijne wangen; maar met de gewone zelfbeheersching der Italiaansche edel heden, versmoorde hij de rijzende drift, en zeide luide, met kalmte, maar waardigheid „Doe, zooals ik u verzoekstil dat oproer, 2org, dat wy de eer der bevrediging, wegdragen. Laat alles over een uur in rust zijn, en bezoek hhj morgen, om uwe belooning te ontvangen heze beurs zij het tegenwoordig onderpand my- uer toekomstige dankbaarheid. Wat. mijnen bloedverwant betreft, van wien ik u beveel met haeer eerbied te spreken, het is in zijnen naam bat ik spreek. Hoorhet gedruisch wordt hevi ger de strijd groeit aan ga verspil geen oogenblik meer 1 Eenigszins eerbiedig bevreesd geworden door be kalme vastheid van den patriciër, knikte Rudolf, zonder te antwoordenverborg het geld ln zijne borst en trad met snelle schreden in het woeligste der menigte. Maar eer hij tot deze wederkeerde, had eene snelle terugwerking plaats gegrepen. De jonge edelman, op die plek alleen gelaten, volgde met zijne blikken de verdwijnende ge stalte des huut'lings, toen de ?on, thans onder doen uitkomen. Hij toonde op overtuigende wij ze aan, dat wij hier niet te doen hebben met een filantropisch voorstel, maar met een zuiver za kelijk aanbod, waarbij heeren regenten de be langen der hun toevertrouwde stichting behoorlijk hebben gewaarborgd. Voorz. deed daarbij zien, dat het aanvankelijk aanbod nog veel meer in het belang van regenten was en dat het schijn baar voordeel voor de gemeente eerst na her haalde bespreking verkregen werd. Het College treft dus geenzins het verwijt dat 't aan deze offerte niet al de aandacht heeft gewijd, die ze verdiende. In zijn overredend pleidooi heeft de voorzitter zoowel de overwegende bezwaren als het betrekkelijk voordeel voor de gemeente be hoorlijk in het licht gesteld en beslist aange toond, dat het verschil tusschen het voorstel van het College en het aanbod van regenten werke lijk niet zoo groot is. In de rede van 's Raads voorzitter heeft ook vooral gesproken de voorzitter van de Ziekenhuis commissie, die den ellendigen toestand van het tegenwoordige ziekenhuis van nabij ziet en leven dig beseft, dat die -om verbetering schreit. Daarin zijn ook de financieele bezwaren afdoende weerlegd en is alle nadruk gelegd op de hoop gevende lichtpunten: de meerdere inkomsten van het Ziekenhuis, de gunstige uitkomst van de ge meente-bedrijven. Ook het verwijt, dat B. en W. eerst Ged. Staten hebben geraadpleegd en hierin den Raad niet voldoende gekend hebben, heeft de voorzitter beslist afgewezen. Juist het advies van Ged. Staten, waarop het College-advies is gebouwd, heeft het aanbod van regenten in het ware licht gesteld. Nadat nog de wethouder, de heer Goslinga, voorzitter der commissie van grondbedrijf, een grondige uiteenzetting van den toestand van dat bedrijf met 't oog op de nieuwe taxatie der ge meentegronden had gegeven, en een afdoende ver klaring inzake de komende Pensioenwet had afge legd, bleef er van de financieele bezwaren al niet veel .over. Te minder konden zij zich nog doen gelden, waar ook de wethouder van ge meentewerken, de heer Van Westendorp, onder wiens beheer de gemeente-bedrijven behooren, eene alleszins gunstige verklaring van de uit komst. der gemeente-bedrijven kon geven. De re plieken van de vooraf gaande sprekers gaven dan ook over het geheel weinig zaaks. Ook de heer Houtman, pogende het uitnemend verweer van het College-voorstel te pare1 eren, verviel slechts in herhaling van hetgeen reeds in zijn vorig pleidooi met nadruk was gezegd. Onze roode vroede D'e Bruin, die zich als een beslist tegenstander van het regenten-aanbod deed ken nen, was ditmaal zeker niet bepaald mis, toen hij verklaarde, dat hij voor dien henen regent (commissielid) doodsbang was; immers zou, die zeker in vele beslissingen omtrent het Ziekenhuis den doorslag geven. De vrees voor eene onzuivere stemming door gaande, den blinkenden helm van dezen zijde lings bescheen. In droevige stemming sprak hij bitter tot zich zeiven „Onzalige stad, bron van alle grootsche herinneringen, gevallen konin gin van duizend volken, hoe zijt gij van kroon en luister beroofd, door uwe lafhartige en afvallige kinderen! Uwe edelen tegen zich zelve verdeeld uw volk uwe edelen vervloekende uwe priesters, die vrede moesten stichten, tweedracht zaaiende de vader uwer kerke uwe statige wallen ontvluchtende - zijn te huis eene schuilplaats, zijn mijter een leen, zijn hof een Gallisch dorp en wij 1 wij van Ro me's aanzienlijkst bloed, wij de zonen van Caesars en van het geslacht van halve goden, een onbeschaamden en verfoeiden rang bewa rende door de zwaarden van huurlingen, die onze lafhartigheid bespotten, terwijl zij onze soldij ontvangen, die onze burgerij in slaver nij houden en wederkeerig zelfs hunne meesters beheerschenAch, dat wij, de erfelijke hoofden van Rome, slechts ons lot konden gevoelen, dat wij onze eenige, wettige, veilige hoede in het dankbare hart onzer landgenooten mochten kunnen vinden!" Zoo diep gevoelde de ionge Adriano de folte rende waarheid dier woorden, dat tranen van verontwaardiging, terwijl hij sprak, langs zijne wangen rolden. Hij gevoelde geen schaamte, die wegstrijkende; want de zwakheid, welke om een gevallen geslacht weent, is geen vrouwelijke teederheid, maar die der engelen. Terwijl hij langzaam de plek wilde verlaten, werden zijne schreden eensklaps door een luiden kreet gestuit. „Rienzi! Rienziklonk het door meerdere leden geuit, is bezworen door een drie ledige stemming over de betrokken kwestie, waar bij eerst de kwestie van den bouw van een nieuw ziekenhuis in beginsel is uitgemaakt, daarna over het regenten-aanbod is beslist en ten slotte over het College-voorstel, beoogende den bouw van een nieuw ziekenhuis, met den bekenden uitslag is gestemd. Heeren regenten van het Weeshuis aan den Langen Achterweg hebben dus met de gemeente, die zij, naar hun schrijven, van dienst wilden zijn, geen zaken kunnen doen. JTet Zie kenhuis der Hervormden heeft niet zoo gemak kelijk het licht gezien als het Weeshuis der Her vormden er gekomen is. Wij krijgen dus nu een Stad s-Ziekenhuis, wat zeker, met 't oog op alle mogelijke complicaties, veel beter is te achten. Na afdoening van dit gewichtig onderwerp had den onze vroeden op het reeds gevorderd uur zich nog te wijden aan de behandeling van het College-voorstel om aan de Feestcommissie voor 1913 eene subsidie van ƒ3000.te verleenen. Dat er aan dit bescheiden voorstel nog zooveel woorden zijn gewijd, is wel hoofdzakelijk te wij ten aan het verzet der roode vroeden, wijl er althans voor den Hollandschen sociaal-demo craat blijkbaar niet het minste nationaliteitsgevoel bestaat. Waar de Duitsche socialisten indertijd verklaarden, dat zij met het geweer op den schou der naar de grenzen zouden snellen als de on afhankelijkheid des lands bedreigd werd, lapt, volgens De Bruins verklaring, de Hollandschc S. D. AP. de onafhankelijkheid der natie aan der laars. De groote meerderheid onzer vroeden is terecht met dit harteloos advies niet meegegaan; want ook de enkelen, die tegenstemden om het genoemde bedrag der subsidie, erkenden- toch dat er iets gedaan moest worden om het heuglijk eeuwfeest waardig te vieren. Moge de discussie in den Raad er toe leiden, dat vooral op dit adjectief bij het komende feest de nadruk wordt gelegd Er werden verder in deze zitting nog slechts eenige kleinere zaken behandeld, die slechts tot enkele opmerkingen, waarbij zoowel het belang der gemeente als dat harer ingezetenen in 't oog werd gehouden, aanleiding gaven. De Schoon heidscommissie, die men mede met de beide ver daagde agenda-punten had willen uitstellen, ging er zooals de wethouder Goslinga terecht op merkte „met een vloek en een zucht" door. De wethouder van gemeentewerken had daarbij haast immers, die commissie moet nog over zijne nieuwe school adviseeren. Hopen wij dan, dat haar advies een practischen raad zal geven, die ons niet brengt de hooge luxe die in het school paleis aan de Prins Mauritsstraat is uitgedrukt, maar een practisch en net gebouw, zich aanpas send bij de bescheiden wijk waarin 't geplaatst wordt. Wellicht lag die hartewensch ook bij: de voorstemmers op de lippen, toen zij ruim vijf uren dit voorstel er nog even doorhaalden. Gemengd Nieuws. De opgebrachte trawler. Die rechttbank te Cuxhaven heeft den kapitein van den in beslag genomen Nederlandschen stoomtrawler luit.-gene raal den Beer Porlugael schuldig verklaard aan het visschen in Duitsche wateren. De vangst, ae netten en het vischgerei zijn in beslag genoi- men; de boot, wegens beschadiging van de ha venwerken bij het binnenloopen, aan den ketting ee.egd, en de kapitein tegen borgstelling op vrije voeten gesteld. Vor schipbreukelingen. Op de Bosch- ^plaal (tusschen Rottum en Schiermonnikoog) en op de Engelsmanplaat (tusschen Schiermonnikoog1 en Ameland) zal een vluchtbuis voor schipbreu kelingen worden gebouwd. Deze gebouwtjes zullen ongeveer een 20-tal mannen kunnen herbergen, die daar dan'biji voorkomende gevallen van schip breuk een onderkomen kunnen vinden. Verschil- j lende behoeften zullen in deze huisjes aanwezig i zijn. Ook zal er een mast worden geplaatst, waaraan een bal, welke kan worden gehescben, ea dan een teeken zal zijn voor den na bijzij nden lichtwacht of voogd als bewijs dat er volk aan wezig is. Een brave zoon. Te Heemskerk (N.-H.) wordt, naar het „Vad." meldt, sinds eeaigen, tijd vermist de 23-jarige I. R., die voor zijn vader een belangrijk bedrag aan geldswaarde in I 't buitenland innen moest. Dezer dagen is nu bij een familielid bericht ingekomen, dat het jongémensch met een bedrag ad. f 4000 de wijk naar Amerika genomen, heeft. Baldadigheid. In het. gehucht Aijen (gom. Bergen L.) werd dezer dagen een gouden bruiloft j gevierd, waaraan, zooals in dorpen de gewoonte is, de geheele parochie deelnam. Fanfare, Schut- tersvereeniging, wielrijders, werkten mede om het fee'st op te luisteren. Toen 's nachts eenige feestelingen in zeer opgewekte stemming buis- i waarts keerden, zagen zij', dat de tusschen Aijen j en Bergen, aan den Rijksweg gelegen windmolen 1 nog draaide. Terwijl zij met den molenaar een i praatje maakten, zette een hunner, een gewezen molenaarsknecht, plotseling den molen stil, met het gevolg, dat door den hevigen schok, de as brak en alle vier de wieken met donderend ge kraak omlaag stortten, gelukkig, doch wonder bóven wonder, zonder iemand te treffen, daar zich verschillende personen "in de nabijheid be vonden. Behalve de aanzienlijke schade, die hem is toegebracht, is de molenaar door deze verregaande baldadigheid, geruimen tijd van zijn broodwinning leToofd Door de politie is proces-verbaal opge maakt. (Tel.) de lucht, en van de muren van het Kapitool tot het bed van den flikkerenden Tiber, vond die klank heinde en verre een weergalm. Toen hij eindelijk wegstierf, volgde eene stilte, zoo diep, zoo algemeen, zoo ademloos, dat ge ge meend hadt, dat de dood zelfs zijne vleugelen over de stad had uitgespreid. En nu aan het uiterste einde der menigte en boven hare vlakte verheven, op groote brokken steen, in een der laatste, alledaagsche twisten tusschen de vechtende partyen, van de bouwvallen van Rome afgesleept, om tot straatversperringen van burgers tegen burgers te dienen, op die zwij gende gedenkteekenen van Rome's verledene grootheid en Rome's tegenwoordige ellende, stond die buitengewone man, welke, boven al zijne tijdgenooten, het meeste doordrongen was van de glorie van het eene tijdvak en het ver val van het andere. Op den afstand, op welken hij van het too- neel stond, kon Adriano slechts den ruwen omtrek zijner gestalte onderscheiden en ternau wernood den zwakken nagalm zijner krachtige stem opvangen. Hij kon alleen in de gestilde, maar nog golvende zee van menschelijke we tens om hem heen, de onuitsprekelijke uitwer king opmerken, welke eene welsprekendheid, door de tijdgenooten als wonderbaarlijk beschre ven, maar inderdaad minder dien naam verdie nende door het genie van den man, dan dooi de overeenstemming van zijn gehoor. op allen had, wier hart en ziel den stroom zijner levens volle gedachten indronk. Slechts voor eenen korten tijd was die ge stalte zichtbaar voor het vurig oog, die stem bij wijle hoorbaar voor het luisterend oor van Adriano Di Gastellomaar die tijd was genoeg zaam, om geheel het verlangen van Adriano te vervullen. Een andere kreet, nog vuriger en langer aangehouden dan de eerste, een kreet, in welke zich kwellende en rijzende gedachte gedachten lucht gaven, en die van de bevrijding van in wendige aanhitsing getuigde, verkondigde het einde der aanspraak. Een oogenblik later hadt ge de menigte kunnen zien, in alle richtingen afbrekende en de langs de verschillendu uitgan gen, in verscheiden groepen en benden weg- stroomende, ieder getuigenis dragende van den sterken en duurzamen indruk, op de schaar, door die rede, gemaakt. Elke wang was hooger gekleurd, elke tong sprak, de aandrift des rede naars was als een levendige geest in den boezem des gehoors overgegaan Hij had tegen de onregeldheden der patriciërs gedonderd, en echter door één woord den toorn der plebejers ontwapend; hij had vrijheid gepredikt en ech ter losbandigheid wederstaanHij had het tegenwoordige bevredigd door ee'n belofte van het toekomende. Hij had hunne twisten ge wraakt, maar hunne zaak voorgestaan. Hij had de wraakzucht van het heden beheerscht door eene plechtige verzekering, dat het morgen gerechtigheid zoude aanbrengen. Zoo groot kan de macht, zoo vermogend de welsprekendheid, zoo ontzaggelijk het genie wezen van één man, zonder wapenen, zonder rang, zonder zwaard of hermelijn, die zich tot een volk wendt, dat verdrukt wordt 1 Wordt vervolgd "ij

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 5