Uit de Fers. Binnenland. EngelsehFrauschen (1859) en den Japanscheu oorlog (1894) tot na de vernedering van 1901 door de verbonden legers: steeds moest China betalen, vergoeden en panden stellen. Na zijn tolrechten verpand te hebben, was het gedwongen leeningen aan te gaan; dit vereischte nieuwe panden. Op het oogenblik gaat het om den alleen- verkoop van het zout. China zou willen weige ren, de mogendheden schijnen dwang uit te oefe nen. Buiten eenige punten op de kust hebben de verdedigingswerken niets te beteekenen, leger en zeemacht bestonden niet, men heeft er groote sommen voor uitgegeven en desondanks zijn zij nog maar amper in wording. De tegenwoordige regeering gaat uit van de noodwendigheid van een staand leger van een millioen koppen; volgens de militaire registers bestaat het staand leger thans uit 146.000 man, doch de werkelijkheid vond slechts 90.000 op de been gedurende de laatste omwenteling eri van die zijn nauwelijks ae helft op zijn Europeesch geoefend. De geldleening is nu het vraagstuk van den dag. Het is tot nog toe onbekend in welken zin het zal opgelost worden. Terwijl de vertegen woordigers der zes mogendheden om de groene tafel aan 't redekavelen zijn met uen minister van geldwezen en de vreemde banken in China zich vereenigen om hun voorwaarden te stellen, leent, men van België 7 millioen, daarna hij een Engelsch-Belgiseh consortium 25 millioen en ten slotte van België en Engeland elk afzonderlijk 125 millioen; Japan verschaft geld aan Mande- hoerye, Rusland aan Buiten-Mongolië en Engeland aan Thibet. Bij gebrek aan een groote leening is dit eene leening bij gedeelten; morgen vindt China wel gelegenheid om de provinciën leeningen te doen aangaan; men zal zien wat ae mogend heden er bij zullen winnen. De republikeinsche vlag verzinnebeeldt de vijf rassenhet Chineesche, het Mongoolsche, het Mandschoelfche, het Thibethaansche en het Ma- homedaansche, maar de hinderpalen tot versmel ting dezer rassen en tot eenmaking van de ge westen door hen bewoond, ontbreken niet. De gelijkheid der politieke rechten draagt niet een parig aller instemming weg, daar deze laatste dikwijls afhankelijk is van den meerderen of minderen invloed dien de naburen verkrijgen. Mandehoerije, op handelsgebied onzijdig, wordt door den Japaneeschen handel overmand, door Rusland van dichtbij beloerd en van verre door de Vereenigde Staten en door Engeland. Thibet heeft nog enkel in het centrum een onzijdige strook: het Noorden ligt binnen dien van Engeland. China, dat het eigenlijk onder zijn oppergezag heeft, heeft er een krijgsexpe- dirie naar toe gezonden met het doel den Dalaï- of opperlama eens tot rede te brengen, maar Engeland heeft er zich mee gemoeid, i_e krijgs verrichtingen doen staken en den Dalai-lama uit zijn ballingschap teruggeroepen en in zijne be diening hersteld. Builen-Mongolië heeft zijn onafhankelijkheid uit geroepen, verscheidene ministeriën ingesteld, een leger gevormd, dat door Rusland uitgerust is en door Russische officieren geoefend wordt. China heeft er afgevaardigden en een generaal heengezonden, doch Rusland heeft aan zijn ge- huur doen verstaan, dat een generaal te hoog is, daar 't slechts den inwendigen politiedienst '•eldt De levende Bouddha schijnt heel en al gewonnen te zijn voor Rusland, en vele Mon- gooLche prinsen hebben zin zich bij hen aan te sluiten. Binnen-Mongolië kan beschouwd wor den als aangesloten bij de Republiek, wellicht uit zwakheid en omdat het er vooraeel bij ziet. Turkestan is meer bij naam mahomedaansch aan melteradad, het grootste gedeelte der be volking is Chineesch en de grens wordt er se dert verscheidene jaren gewapenderhand bewaakt, om den Russen de moeite te sparen naar zelf de politie uit te oefenen. De inwendige inrichting van China is nog maar even begonnen. In de Zuiderlijke provinciën be staat er niet het minste verlangen meer naar onafhankelijkheid. Het overbrengen van het voor- loopig Bewind van Shanghai naar Peking heeft een toenadering bewerkt van de Zuidelijken en Noordelijken; het leger is gedeeltelijk gezuiverd van zijne al te radikale bevelhebbers;- het aantal partijen in de voorloopige nationale vergadering wordt dag aan dag kleiner, dank zij de vertegen woordiging van alle politieke kleuren in ue mi nisteries; deze ministeries zijn zóó samengesteld, dat alle billijke eischcn, zoowel der vooruitstre- vers als der behoudsgezinden vervulbaar zijn: ae regeering heeft aan haar hoofd drie mannen, die haar ziel en haar werkkracht zijn: Yuen che kai, Sun-yat-sen en Li-yuen-houng, die alle drie eensgezind op hervormingen aansturen. In den loop van het jaar heeft de regeering haar macht getoond door de spoedige en krachtige onderdrukking van vier pogingen tot opstand: twee generaals werden, na korte rechtspleging in Hoe-pe, te Peking terechtgesteld. De voor zitter heeft zijn verblijf genomen in 't ministerie van oorlog, wat beteekenisvol is; in de pro vinciën heeft hij oppergeneraals aangesteld naast om niet te zeggen boven de gouverneurs, die tot hiertoe onafhankelijk waren van het opper gezag. Iets wat de regeering nog: het meeste last bezorgen zal, is het eenmaken van het munt stelsel. De aanmunting van geld zal natuurlijk voorbehouden zijn en zal de provinciën beroo- ven van een bron van inkomsten, terwijl het aan de handelaars een machtig middel zal ont nemen om hun klanten heet te nemen. Goud is bijna niet in omloop, zilver wordt aanzien als koopwaar, koper wordt zoowat overal aan- gemunt, haast zonder toezicht; de banken der groote firma's geveii zelf bankbiljetten uit. De Staat heeft, geen muntstandaard, het geld geen opschrift, elke provincie haar eigen balans en telling. Alles hangt af van de vastheid der staats macht; het voorloopig bewind legt cr zich op toe die te bekomen en schijnt vooruitgang te doen. Reeds is het zelfbeheer der provinciën door het aanstellen der generaals' lei verzwakt, en het zal nog verliezen door het verdoelen cfer militaire, burgerlijke en rechterlijke macht, insge lijks door de regeering beoogd; daarna zal deze een grondwettelijk bestuur inrichten, waarin de provinciën nog enkel een rol zullen spelen door hun afgevaardigden en leden der eerste kamer. Het uitbaten der mijnen en met het oog daar op, het aanleggen van spoorwegen zijn twee noo- dige voorwaarden tot oplossing der linanlieele crisis en daaraan wordt dan ook met kracht gewerkt. Maar de kwestie is van te beginnen en om te beginnen zijn er kapitalen noodig. De moei lijkheden om zich deze te verschaffen lijkt een krachtige prikkel te zijn voor het Chineesch pa triotisme en het uitgangspunt tot het vereenigen van al de krachten der natie. De kernspreuk „China aan de Chineezen" zal enkel verdedigers vinden in het Middenrijk. Buitenlandsche ieenin- gen zijn een noodzakelijkheid, maar men geelt, dan de voorkeur aan kleine landen, wier poli tieke invloed niet te vreezen is. Daarom juist heeft China met België een leening' aangegaan van 250 millioen, om een spoorweg aan te leg gen dwars door China van Oost naar West. Na den spoorweg van Noord naar Zuid, Peking- Hankow, mag dit de tweede overwinning; heeten van onze werkzame en vernuftige landgenooten. Schiedam centrum van groot Rotterdam. Onder dezen titel schrijft „Spectator'' in „Hol land Express" over het groote voordeel, dat Schie dam hebben zal bij een annexatie door Rotter dam. Wil Schiedam zijn vleugels uitslaan, het voelt zich geketend aan de rots zijner geldelijke on macht: het mist een rijke bron van inkomsten als R'dam b.v. in zijn havengelden, schrijft hij. Men tracht wel ik heb slechts te wijzen op liet Singelkwartier, de straten om de Plantage, de Gorzen, den bouw van twee scholen en den aanleg van enkele nieuwe' straten, maar om de financieele capaciteit kost dat allemaal veel, héél veel tijd. Straatje voor straatje moet de stad worden uitgelegd, de midden-bestrating soms ge- ruimen tijd na het leggen der trottoirs begonnen worden. En hoelang werd de behoefte al niet gevoeld aan een nieuwe school F eer tot den bouw kon worden overgegaan? Als een mislukte poging om de vleugels te ontplooien ligt daar het ruime, bekken van de Willemshaven, een begeerige hap in den grond, waarvan de ingang zóó kinderachtig doet, dat haar heele bestaan één lange roep is geweest naar de macht, die den fakkel der energie weer ovei haar zou doen lichten, eens opgelaaid als de vlasvlam, maar even snel gedooid, en haar rei langen naar vereeniging met den broeden stroom zou in vervulling brengen. Men heeft gedroomd van groote plannen, van een Oosterhaven en een Oosterspoor, men heeft gewild, maar nooit gekund, 'n Kleine gemeen schap met 'n financieele draagkracht als de en ze zal geen plannen hebben, zij is gedoemd de energie, die ze in haar polsen jagen voelt, met geweld te onderdrukken. Wat urgent is zelfs, moet om geldelijke redenen worden op de lange baan geschoven, of bei- keken met geloken oog. De bouw van een nieuw ziekenhuis heelt al evenveel woorden gekost, als hij steenen zal be hoeven. Er is een school bij waarvan de leer lingen nu reeds veel te lang zijin ondergebracht geweest in een localiteit, die zóó goed voldoet, dat men in 1907 al een nieuwe ervoor moest plaatsen. Heeft men niet, enkele jaren geleden in een ander orgaan gewezen op de onvoldoen de ruimte van het bureau van politie Heeft men de gemeente-administratie niet als in tweeën moe ten knippen, wijl ze het Oude Raadhuis was ontgroeid. Edoch geen nieuw politiebureau, geen nieuw stadhuis! Moest zoo eigenlijk ook niet worden uitgezien naar een andere begraaf plaats voor de huidige, eens buiten de kom, nu geheel ombouwd? En toch... belasting betalen we genoeg'. „We stellen ons voor" dus B. en W. van Rotterdam dat te Schiedam de wetenschap een rol zal spelen, dat de algemeene lasten de wet van heffing: van de inkomstenbelasting en het getal der opcenten op de personeele be lasting te Rotterdam lager zijn. Dat die wetenschap een rol spelen moet moge het volgende illustreeren Rotterdam veroorlooft een aftrek van ƒ500 en brengt dan voor de bepaling van het bedrag de ink. bel. van de volgende ƒ800 slechts de helft in rekening Schiedam, een „noodlgdende gemeente", daarom noodwendig aangewezen op 't hooge belastingheffing, kan slechts een aftrek veroorloven van ƒ400 en moet dan het overschot terstond gehéél in rekening brengen, wat voor een inkomen (andere factoren buiten rekening gelaten) van 1300 wordt in Rotterdam 4 <>/o van ƒ40, d. i. ƒ16; in Schiedam 1.4 »/o van ƒ900 d. i. ƒ39,60; een aanmerkelijk' verschil voor alle inkomens, voor de kleinere een bijzonder sprekend Naast dit argument, dat meer voor ieder geldt moet ik hier volledigheidshalve tegelijk wijzen op een argument, voor een bepaalde categorie der bevolking minstens oven gewichtig: de be langrijke salarisverbetering, die een vereeniging met Rotterdam voor een tamelijk uitgebreid corps van gemeente-ambtenaren hebben zal. Onvergefelijk zou de fout van het Schiedamsch gemeentebestuur zijn, aldus Spectator was het kortzichtig genoeg, den groei van den worden den metropool en bekrompen urbanisme te be lemmeren. De groei van Rotterdam is 'n nationaal be lang, een stuk van onze nationale aer. In Rot terdam herleeft het energieke Holland van de gouden eeuw! Zie die reuzige inrichtingen om den vloed van steenkool te verzwelgen, zie ook de machtige graansilo's, weet hoe de Huil.Am.- Lijn handhaaft een prominant place in 't trans atlantisch verkeer en in den bouw van haar zeekasteelen, de grootste lijnen naar de kroon streeft. Ligt het niet op den weg van Rotterdam aldus Spectator aan het eind van zijn beschou wing, om niet te volgen maar vóór te gaan en te denken, bij; het streven naar den bouw van gTooter schepen, steeds aan het graven van havens met grooter diepte dan de onderhandene En zal het dan niet meerder ruimte van dezen oever eischen en als een levenskwestie vragen eén volkomen beheerschen van gene zijde van Schiedam Dan is de korte oeverafstand naar Vlaardin- gen ook spoedig geheel in exploitatie, ligt oud- Sc.hiedam daar geen utopie voor wie, den groei van Rotterdam wil zien door een gordel van nieuwen bouw omsloten en is een feit ge worden, waarnaar men streve nu: Schiedam, centrum van Groot-Rotterdam. Rotterdam de eerste haven van het Continent! Zóó zal het zijn, dat voor handel, nijverheid en middenstand van Schiedam een nieuwe aera wordt ingeluid. Wereldcongres voor den vrede. Voor het 20ste wereldcongres voor den vrede, dat 20 tot 23 Augustus te 's Gravenhage zal wor den gehouden, is naar het orgaan van »Vrede door Recht" meldt, tot dusverre ruim f 4000 aan toe zeggingen ontvangen. De voorzitter van de in ternationale commissie van het Berner Bureau, de Belgische Senator Henri La Fontaine, is de vorige week in Den Haag geweest tot het houden van eenige voorloopige besprekingen omtrent het congres. Pensioneering gemeenteambtenaren. Het bureau inzake rijkspensionneering te Rotter dam, vertegenwoordigende organsaties van ambte naren, beambten en werklieden in dienst der ge meente Rotterdam, tezamen tellende ongeveer 2000 leden, heeft zich met een adres gewend tot de tweede Kamer naar aanleiding van de nadere nota van wijziging, betreffende de pensioneering van gemeenteambtenaren en van hunne weduwen en weezen. Adressant bespreekt daarin de wen- schelijkheid Hit, dat het woord »pensioenaanspra- ken" in de inleidende bepalingen van het wets ontwerp nader worde gedefinieerd. Hengelsport. Bij het op 3 Mei 1913 in werking tredend Kon. besluit van 25 April 1913 (Stbl. no. 138), is eene wijziging in art. 10 van het Binnenvis- scherijreglement aangebracht, welke o.a. ten doel heeft te doen uitkomen, dat het van 23 April tot en met 31 Mei verboden is te visschen met den hengel. Hieronder is niet begrepen de loop- of sleephengel en de hengel, geaasd met de kunst vlieg. Het visschen met de twee laatstgenoemde vischtuigen is verboden resp. van 16 Maart tot en met 30 April en van 16 October tot en met 14 Februari. De Coalitie. De sNederlander" ran gisteravond bevat de overeenkomst, gesloten tusschen de drie partijen der rechterzijde, met de verklaring, welke de Chr.-Hist. Unie aan die overeenkomst heeft laten voorafgaan. De Christelijk-Historische Unie, in algemeene vergadering samengekomen in Amsterdam, den 24sten April 1913. verklaart zich tegen de toespitsing der santithese" tot eene volstrekte op bijna elk ge bied, en verwerpt daarom de uitdrukkingChris telijk en Christelijk volksdeel, omdat zij meent, dat het Christelijk ideaal voor ons volk als volk hooggehouden moet worden gelijk dit staat uit gedrukt in art. 8 van haar Program van beginselen dat dien volgens de Overheid verplicht is, het Christelijk-Historisch karakter der natie te hand haven, en derhalve a. de ontkerstening van het openbare "leven in wetten, instellingen, zeden enz. (met name de ontkerstening der openbre instelli ngen) tegen te gaan b. te trachten, voor zoover die ontkerstening reeds is geschied, te herstellen wat te herstellen is, en dus de gedachten te verwezenlijken, die is uitgedrukt in de lauze plaats voorden Christus ook aan de openbare in stel 1 i n g e n en, van oordeel, dat, het tegenwoordige districten stelsel aanleiding geeft voor de betrekkelijke min derheden in de districten, om ter verzekering van haren invloed in de verschillende politieke licha men, elkaar over en weer bij de stembus steun te verleenen dat. naar haar bedoeling, zoo min in als buiten Bedoelde politieke lichamen het verleenen van steun bij de stembus inbreuk behoort te maken op de zelfstandigheid der Christelijk-Historische Unie tegeuover de andere groepen waarmede de hiervolgende overeenkomst is aangegaan keurt goed de overeenkomst, .den 17 Maart j.l, gesloten tusschen de drie partijen der rechter zijde, met het oog op de algemeene verkiezingen van Juni 1913. Die overeenkomst luidt als volgt Ondergeteekenden, respectievelijk door het Cen trale College van de Staatkundige Partij, waartoe zij behooren, gecommiteerd, ten einde te beproe ven, of een vast accoord kon worden getroffen, waarop samenwerking der drie Rechtsche partijen bij de stembus van 1913 mogelijk zou wezen, zijn, na ampele bespreking, te rade geworden, dit navolgende onderling goedgekeurde concept aan het college, dat hen committeerde, voor te leggen, met de bedoeling dat deze overeenkomst gelden zal tot aan de eerstvolgende algemeene verkiezing. Politiek accoord. De drie partijen komen overeen steun aan de Regeering te verleenen ter zake van hare voor stellen tot Grondwetsherziening, inzonderheid voor wat betreft artikel 192, naardien in haar voorstel tot wijziging van dit artikel, eenerzijds het be ginsel wordt vastgelegd, dat door de openbare kassen in de kosten van het algemeen lager on derwijs op scholen, door ingezetenen opgericht, op gelijken voet wordt voorzien, als zulks geschiedt ten aanzien van dit onderwijs op scholen, van de overheid uitgaande en anderzijds wordt uitge sproken, dat bij de inrichting van het van Over heidswege te geveD lager onderwijs de godsdien stige gevoelens van de ouders der schoolgaande kinderen zullen worden geëerbiedigd, terwijl zij tevens achten, dat bij de behandeling van deze voorstellen tot Grondwetsherziening het eerste lid van artikel 171 niet aan de orde is te stellen. Electoraal accoord. Bijaldien de drie partijen (onder geheele vrij lating van elk van deze, om met een alleen-haar - zelve-bindend program van actie op te treden) gezamenlijk dit politiek accoord aanvaarden, zal tusschen de drie centrale colleges nader zijn over een te komen in zake de regeling van de aanstaan de verkiezing, en wel in dezer voege Artikel 1. Elk te stellen coalitie-candidaat zal, desgevraagd, verklaren moeten, dat hij het pro gram van zijn eigen partij onderschrijft, en even zoo het bovenomschreven politiek accoord voor zijn rekening neemt. Artikel 2. Het centraal-college van elk der drie partijen verbindt zich, tegenover de beide andere, tijdig en met genoegzame kracht te doen al wat in zijn vermogen staat, om in de distric ten, door zijne organisatie, de keuze van den ge meenschappelijk gestelden candidaat, die tot een der twee andere partijen behoort, te bevorderen. Artikel 3. Bij wanpraestatie van meer dan één locale organisatie in een zelfde district, of van eene districts-organisatie, behoorende tot een der samenwerkende partijen, heett het centraal col legen der lijdende partij het recht het hiermede aangegane accoord voor vervallen te verklaren, tenzij het centraal college der partij, wier orga nisatie geheel of ten deele in gebreke bleef, kan aantoonen, tijdig al het mogelijke te hebben ge daan, om de wanpraestatie te voorkomen en, bij mislukking van zijn pogingen, onverwijld en in elk geval drie dagen vóór de stembus de kiesvereenigingen, die harerzijd in gebreke blijven, te hebben afgesneden. Artikel 4. Voor den Kamerzetel, thans door een geestverwant van een der drie contracteeren- de partijen bezet, zal de bezittende partij, en zij alleen, ook ditmaal den candidaat stellen, en de beide andere partijen, van eigen candidatuur zich onthoudend, zullen dezen candidaat steunen. Volgens in 1909 gemaakte afspraak, maakt Leiden hierop eeu uitzondering. Het recht om hier den coalitie-candidaat te stellen komt thans weer aan de Anti-revolutionaire partij terug, ter wijl de andere partijen, overeenkomstig bedoelde afspraak, den Anti-revolutionairen candidaat in dit district hebben te steunen. Artikel 5. Na het gebeurde in 1909, wordt Ede aan de Anti-revolutionaire partij toegewe zen. Artikel 6. Ten einde den weg te openen tot het wederkeeren van behoorlyk-geregelde verhou dingen in het district Ommen, zullen de drie centrale Colleges zich beijveren de drie districts- kiesvereenigingen te bewegen zich voor ditmaal te vereenigen op candidatuur van een Christelijk- Historisch candidaat, en wel op die van een thans- zittend Kamerlid, dat in het district waar hij in 1909 met gemeen accoord werd gekozen, thans geen candidatuur kan aanvaardenmet die ver stande echter, dat de candidaat zich schriftelijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 6