Dagblad mor Schiedam '"itr f 9f|n T llllh»"1! Illll Tsn fifl(rrs fenrr fis De oorlog op den Balkan. Gratis Ongevallenverzekering f RIENZL 36s?é Jaargang. Maandag 5 Mei 11913 W 10614 üïereenïoistis op ie polis Femelde Yoorwaarden. Officieek berichten. kennisgeving. ItaitoBlft&dftch Nieuws, FEUILLET O N. BureauBoterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., tranco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct, berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. herhaaldelijk adverteeren. per regelHandelsadvertentiën 3 maal plaatsen wordt 2 maal regel. Speciale conditiën voor invaliditeitI (,UU voet of oogU U E (J U een duim De verzekering wordt gewaarborgd door de Uollaiidsche Algeineene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam. I I UU een duim; I (J U wijsvinger; 6 I U oij verlies van eiken ande ren vinger. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het Kohier der plaatselijke belasting op de gebouwde eigendommen in de Gemeente Schiedam welke zelve of welker aanhoorigheden belenden aan de openbare straten of wegen in de Gemeente Verordeningen Gemeenteblad 1909 nos. 5a en 56 dienst 1913, door den gemeenteraad vastgesteld in zijne vergadering van den 22sten April 1913 en den 2Ssten daaraanvolgende door heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie goedgekeurd, aan den ontvanger der gemeente ter invordering is uitgereikt en in afschrift gedurende vijf maan den, te rekenen van heden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is neder- gelegd. Wordende voorts een lener aangemaand zijnen aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op straffe van vervolging volgens de wet. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 5 Mei 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. L. HONNERLAGE GRETE. De Secretaris. V.' SICKENGA Het Kohier van de Belasting op Bedrijfs- en andere inkomsten no. 13, over het dienstjaar 1912/13, op 3 Mei 1913 executoir verklaard, is op heden aan den ontvanger der Directe Belas tingen alhier overgemaakt. Er zij aan herinnerd, dat de termijn van zes weken, voor het indienen van bezwaarschriften, heden ingaat. De gezanten conferentie te Londen zal heden weer bijeenkomen. Zooals men weet, is in de vorige zitting besproken het doen van concessies aan Montenegro voor het geval dit land Skoetari ontruimt. Met groote belangstelling wordt thans overal het resultaat der conferentie van heden afgewacht, daar algemeen wordt aangenomen dat Oostenrijk nu niet langer meer met zijn expeditie naar Al banië en Montenegro zal wachten. Uit Petersburg wordt aan de »Eclair" geseind dat de koning van Montenegro in een brief aan den Tsaar vèrklaard heeft bereid te zijn Skoetari te ontruimen tegen economische en territoriale schadeloosstelling. Rusland zou dit standpunt willen steunen. Volgens een telegram aan de »Temps" deden de gezanten gister een nieuwen stap bij koning Nikita, om hem aan te sporen Skoetari te ont ruimen. Over "het verloop der gebeurtenissen der laatste dagen schrijft de officieuse vNorddentsche Alge-. meine Ztg." het volgende sin de laatste bijeenkomst der gezanten was een mededeeling van Montenegro ingehomen, die het bijna buiten twijfel stelde of Montenegro zou op het laatste oogenblik besluiten tot toegeven en tot ontruiming van Skoekari. Intusschen is echter iets bekend geworden, waarvan de gezanteneonfereutie onkunuig was. In zijn proclamatie heeeft prins l amlo namelijk meegedeeld dat Skoekari tot hoofstad des lands is uitgeroepen. Bovendien wordt nóg gemeld, dat Montene- grijnsche troepen Albaneesche kustplaatsen be zetten. Daardoor wordt de hoop die de gezantencon ferentie nog koesterde, den bodem ingeslagen. De feiten zijn namelijk volkomen in tegen spraak met de verklaringen die koning Nikolaas te Londen heeft doen afleggen. Mitsdien kan men van de pressie der mogendheden te Cettinje geen resultaat meer verwachten, en staat de militaire actie van Oostenrijk en Italië voor de deur". Over de voorbereidende ma at re ge 1 e n van O ostenrijk en Italië worden reeds belangwekkende bizonderheden Le kend. De Weensche correspondent van de „Vossische Zeitung" seint, uit de omgeving1 van den gene- ralen staf vernomen te hebben, dat do overeen komst met Italië in orde is. Italië zal le Walona en Santi Quaranta 40,000 man aan land zetten en Albanië tot aan de Skoembi bezetten. Oos tenrijk zal te San Giovanni di Medua .40,000 man aan land zetten en ook in Duéazzo eten aanzienlijk getal troepen. Van Medua uit zullen de Oostenrijksche troepen tegen Skoetari opruk ken. Als de Montenegrijnén op de oprukkende Oostenrijksche troepen mochten vuren, dan zal ook ten opzichte van Montenegro de oorlogstoe stand van kracht worden. Evenals in Bosnië en Herzegowina zou Zaterdagavond in Dalmatië de kleine staat van beleg afgekondigd worden, in Kroatië en in de Hongaarsche komitaten aan de Servische grens waarschijnlijk de Hongaarsche krijgswet. Aan de „Temps" seint men uit Bosnasera'-i: De requisitie van paarden en transportmidde len duurt voort. De brigade, die te Domauovits is saamgetrokken' en de miliciens uit die streek zijn van oorlogsmunitie voorzien. Groote legerscharen- zijn van G'raz en Kaibach met het 16e corps artillerie naar Triest gezonden. Zij zullen te Boedoea ontscheept worden. Uit Bari komen berichten over troepenbewe gingen. Er moet een landingscorps van ongeveer 30,000 man, bestemd vooreen bezetting van Walona worden bijeengetrokken. Generaal Go doma zal het bevel over deze troepen op zich nemen. In Albanië. Volgens de „Tribuna" luiden de berichten om trent den binnenlandschen toestand in Albanië nog steeds ernstig'. Er hoerscht volmaakte anar chie. De soldaten'van E-ssad pasja en die van Djavid pasja zouden roof en moord plegen. Ben- 17) „Signore!" zeide Adriano, op bedaarden toon, rnaar langzaam met zijnen schoonen last naai den naburigen muur wijkende, ten einde door die vreeselijke overmacht ten minste niet van achter te kunnen worden aangevallen. „Ge zult niet in zooverre uwen toevallig voordeeligen toestand misbruiken, u zeiven niet zoo schan delijk in opspraak willen brengen, om met acht Zwaarden, zelfs uwen erfelijken vijand, aan te vallen, belemmerd als hij bovendien is Maai been, toefl zoo dit uw opzet mocht wezen, bedenk wel, dat één kreet mijner stem spoedig de meerderheid op mijne zijde zoude brengen. Ge zijt thans in de wijk van mijnen stam, ge Wordt door de woningen der Colonna's om ringd, gindsch paleis is vol krijgsknechten, die biet dan geharnast slapen, en welke mijne stem zelfs nu bereiken kan, maar uit wiel banden, zoodra zij bloed gezien hebben, zelfs die stem u niet zou kunnen redden 1" „Het is waarheid, edele heer!" zeide een van Martino's bende, „wij zijn te ver afgedwaald Wij zijn midden in hun hol; het paleis van den ouden Stefano Colonna is binnen het bereik zijner stem, en ik weet," voegde hij er fluiste rend by, „dat achttien versche Wapenknechten, ja en Noormannen bovendien heden de poorten ervan binnentrokken 1" „Al waren er acht honderd op niet verderen afstand dan deze arm reikt," antwoordde Mar- tino, woedend, „zou ik niet zoo willen worden beschimpt door eenen enkelen vijand, en dat te midden mijner bendeUit den weg met gindsche vrouw. Val aan 1 val aan Dus sprekende, hieuw hij vertwijfelend op Adriano in, die,.daar hij zijne oogen zorgvuldig op de bewegingen zijns vijands had gevestigd gehouden, voor den aanval niet onvoorbereid was. Terwijl deze het zwaard met zijn eigen terugsloeg, schreeuwde hij luidkeels„Colonna, ter verlossing! Colonna!" En het was niet zonder verder oogmerk ge weest, dat de kloeke en zelfbeheerschende Adri ano tot hiertoe getracht had, de onderhandeling te rekken. Toen hij de eerste woorden tot Or- sini richtte, had hij, bij het licht der maan, het flikkeren der wapenrustingen van twee mannen onderscheiden, die, van het verre einde der straat schenen te naderen, en dadelijk ver moed, dat zij, die in dit uur deze wijk opzoch ten, tot de huurlingen der Oolonna-s moesten behooren. Zachtkens deed hij den bevalligen last, die hem thans te zwaar woog, daar Irene van schrik in onmacht was gévallen, van zijnen lin den Muzulmannen, die uit Macedonië verjaagd zijn, zouden zich aan de nog niet vastgesteld» grenzen van Albanië bevinden en daar oiefstai en geweldpleging aan vrouwen begaan. Men verkeert zoo goed als geheel in 't on zekere omtrent de plannen van Djavid pasja, wien de Porte drie dagen geleden beval, Alba nië te ontruimen. Het gerucht loopt te Lon den, dat Essad pasja met Ismail Kjemal onder handelt. De Serviërs hebben Albanië geheel ontruimd. Nadat de Servische vlag was neergehaald, trok ken 5000 Turken met artillerie Durazzo binnen eit heschen daar de Turksche vlag. Zij women vriendschappelijk ontvangen. De vijande 1 ijkhede:n gestaakt. Er is aan de Turksche troepen bevel gegeven, om de vijandelijkheden te staken hetgeen fei telijk reeds geschied is totdat die vrede zal zijn gesloten. In het land der Zwarte bergen. De „Pester Lloyd" bevat onder het opschrift „militaire mogelijkheden" oen artikel over een actie in Montenegro. Men heeft van het begin af aan gezegd, dat een veldtocht in de Zwarte bergen geen kin derspel zou zijn. Ettelijke omstandigheden geven inderdaad aan Montenegro een buitengewone kracht van verdediging. In de eerste p'.aats is ei- slechts één goede weg van het buitenland naar Montenegro, dat is de weg van Cattaro naar Cettinje, waarvan het hoogistgelegen gedeelte aan de Montenegrijinen behoort. Vootr een deel inge sloten door muren van puntige rotsen, is die weg gemakkelijk te versperren 'en niet dan na bloedige gevechten zou men zich een doortocht kunnen banen. Andere wegen, die over de Zwarte bergen lei den, zijn niet aangelegd en zeer slecht, alleen begaanbaar te voet of per rijdier, maar bijna niet bruikbaar voor voertuigen. Sommige van deze wegen zouden misschien bruikbaar te maken zijn voor lichte transporten, maar dan nog zonnen ze slechts van betrekkelijk nut zijn, en dat temeer, omdat de troepen, die tegen Montenegro zouden moeten optrekken, voornamelijk zich in de onmid dellijke nabijheid van de grens zouden moeten samentrekken in de rotsachtige en woeste bergen. Een van de wegen,- die in dat geval bruikbaar zouden zijn, voert van Prisano langs de bocht van Cattaro over Dragalj naar Grahowo en Nik- sitsj. Er is nog een weg, van Tnebinje naar Grahowo en een andere van Akto-wats, in Her zegowina, naar Niksitsj. Ten slotte nog de. we gen, die Fotsja en Hum, kleine stadjes in Herze gowina, verbinden met de MontenegTijnsche streek van Garansko. Langs twee andere wegen 'komt men. van Plewlje en Berane, in bet vroegere sandzjak van Nowi-Bazar, naar Kolasjin en Andrijewitsa. Deze wegen eindigen bij Podgoritsa. Ten slotte is er nog een goede weg tusschen Antiwari, de haven, en Cettinje, de hoofdstad van Montenegro. kerarm afglijden en, haar bewakende, terwijl hij van achter door den muur werd beschermd, door hem zoo behoedzaam gekozen, vergenoegde hij zich de slagen, hem met drift toegebracht, af te keeren. Weinige Romeinen, hoezeer aan zulk" een wisselzieken oorlog gewoon, waren in dien tijd in het vlug en volkomen gebruik der wapenen volleerd, en de kennis, welke Adriano zich onder de Noordsche ridderschap daarvan verworven had, maakte hem nu het wederstand bieden aan zoo overmachtig een vijand moge lijk. Het is waar. de volgelingen van Orsini deelden, inderdaad, de woede van hunnen mee ster niet; deels b'evreesd voor de gevolgen, welke het voor hen zou hebben, zoo het bloed van zoo hoog geboren een Signore door hunne handen gestort werd, deels verlegen door het vermoeden, dat zij zich eensklaps zouden zien omsingelen door de wreede huurlingen, luttel schreden van hen verwijderd, sloegen zij slechts doelloos en wild in het ronde, ieder oogenblik achteruit en op zijde ziende, en eerder ter vlucht dan ten strfjde gereed. Den kreet: „Co lonna 1 Colonna 1" weergalmende, vloode de arme Benedetta. bij het eerste wapengekletter. Zi.i liep de akelige straat ten einde, dien kreet ge durig herhalende, en snelde zelfs de hooge bogen van Srefano-s paleis, aan welke poort eenige grimmige aangezichten nog de wachi hielden, zonder hare schreden derwaarts te richten, in allerijl voorbijzoo groot was hare verwar ring en ontsteltenis! Wanneer men bedenkt, dat Montenegro geen oorlogsschepen, geen torpedo's en geen kusttoaten bezit, is. het duidelijk, dat troepen van Oosten- njk-Hongarije, als ze zich maar ongehinderd te Antiwari kunnen ontschepen, langs dien weg onder de gunstigste omstandigheden Cettinje kun nen bereiken. Verder sprekende over het binnenland van Mon tenegro, laat de schrijver uitkomen, dat uoor bet gebrek aan bruikbare wegen een vijandelijk leger, dat een inval doet, veel minder goed van levens middelen zou kunnen worden voorzien dan over al elders. De tros zou slechts uit lastdieren kun nen bestaan en geen vierde waard zijn van een gewoon convooi met wagens, en bijgevolg zouden de benoodigdheden zeer slecht de troepen be reiken. Buitendien zouden de soldaten op liet terrein geen eetbaar wild, geen hout om te man den, geen stroo, geen veevoeder, zelfs geen drink water aantreffen. Alles zouden zij aangevoerd moeten krijgen. Daarbij' zouden de bewegingen van de troepen m het binnenland van Montenegro nog belemmerd worden door het feit, dat een hoofdmacht, die zich voornamelijk zou moeten voortbewegen langs voetpaden, bijna altijd door dalen loopende, van weerskanten zou moeten beschermd worden aoor aideclingen op de bergen, die geheel en al zonder wegen zijn en alleen Montenogrijnen met „opan- kes" aan kunnen er loopen. Men kan zich wel voorstellen, boe onder deze omstandigheden de halten en nachtlegers zuilen zijn, zonder nog te spreken van de groote tem peratuurverschillen op dezen kalen, rotsaebtigen grond en van bet gebrek aan water en brand hout. Om deze redenen zou bet wenschelijk zijn, zegt de schrijver, dat de veldtocht tegen Monte negro zoo kort mogelijk wasmaar menkan dit niet verwachten, als men rekening houdt met de eigenaardige wijze van oorlogvoeren der Mon- tenegrijnen. Omdat ieder soldaat zijn voorraad bij zich draagt, of deze hem wordt gebracht dooi de vrouwen, kunnen de Montenegrijnen zich met buitengewone snelheid verplaatsen, zich versprei den en zich vereenigon in een oogenblik. Zij kunnen op deze wijiae hun vijanden aanhoudend kwellen en vermoeien, en zijtn convooien en klei nere afdeelingen bestoken. Dat is de guerilla in den waren zin des woords, en daarom is het bijna onmogelijk om te rekenen op een snel en beslis send succes. Evenwel zal men er misschien eerder in slagen om, gegeven de noodzakelijkheid voor Montenegro, om zijn munitie, zijn voorraden en zijn verbandartikelen uit bet buitenland te betrek ken, door alle toegangen af te sluiten, zijn kracht van verdediging te breken. DOTTSCHLAND. Een aanslag. Uit Mannheim seint men ons Toen de Groothertog van Baden gistermiddag om 2.44 met zijn gemalin hier aankwam, ter bijwoning van de Meirennen. sprong een als ar- Ondertusschen wandelden de twee gewapende mannen, door Adriano ondekt, langzaam de straat op. De een had een ruw en gemeen uiter lijk zijne wapenen en zijne gelaatskleur ver kondigden zijne beroep en zijne afkomst, en door den diepen eerbied, welken hij zijnen makker betoonde, mocht men zich overtuigd houden, dat die makker geen inboorling van Italië was. Want de roovers van het Noorden stelden er, schoon zij de ondeugden van den bewoner van het Zuiden tot werktuig dienden, geenen prijs op, de verachting, welke de lafhar tigheid van den laatscen hun inboezemde, te verbergen. De man, die den roover vergezelde, had een krijgshaftig maar ongedwongen voorkomen. Hij droeg geenen helm, maar eene muts van kar mozijnen fluweel, van welke eene sneeuwitte pluim over zijn voorhoofd afwoei; op zi.inen mantel of overrok, die van scharlaken vervaar digd was, prijkte, beide op den rug en op de borst, een breed wit kruis, en zoo schitterend was zijn harnas gepolijst, dat het staal wan neer zijn mantel van tijd tot tijd opensloeg en de stralen der maan liet beschenen, als licht glinsterde. Wordt w.rvolgdt$

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 1