Verspreide berichten. Kinnenland. Stads- en (jewestelijk Nieuws. Gister werd een som ten bedrage van 3.800.000 Mark Voor de ondersteuning! der zending in de koloniën den Dnitschen keizer overhandigd. Vo: r de Protestsntsche missies werden 2.503.486 Mark en voor de Katholieke missies 1.300.000 Maik samengebracht. FRANKRIJK. Bij het voortgezette debat in de Fransche Ka mer over het wetsontwerp tot invoering van den driejarigen dienstplicht, verzekerde Barthou in antwoord op een vraag, op zijn eerewoord, dat de Hooge Raad van Oorlog met eenparigheid van stemmen zich heeft uitgesproken ten gun ste van den driejarigen dienstplicht. Volslagen onjuist noemde hij de bewering dat hei ontwerp op grond van een overeenkomst, den vorigen zomer met Rusland gesloten, is in gediend. 1 ,Pe Russische regeering ging Barthou voort; heeft van haar kant de noodige maatregelen genomen, opdat het Fransche en het Russische leger aan alle gebeurlijkheden het hoofd kunnen bieden. 1 Ee minister van oorlog zei de: Alleen de drie jarige dienstplicht kan ons leger even sterk ma ken als het DiuitsChe. Voor het geval oen conflict mocht uitbreken, willen wij in staat zijn daaraan het hoofd te bieden. Het land heeft alle offers gebracht om den vrede te bewaren; wij zijn echter alleen gewaar borgd als wij het daarvoor noodige werktuig', het leger, zoo sterk mogelijk hebben gemaakt. Re Kamer besloot daarop met 435 tegen 125 stemmen tot sluiting van de algemeens beraad slaging. Vaillant stelde bijl motie voor niet tot artikels- gewijze behandeling van het ontwerp over te gaan, vóór de kiezers zijn geraadpleegd ever het onder de wapenen houden der lichting en de verlenging van den diensttijd. Een lange bespreking over de toelaatbaarheid der motie, die de voorzitter der Kamer strijdig met de grondwet acht, volgde. Ten slotte werd de motie met 412 tegen 149 stemmen verwor pen. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Op de algemeene vergadering der stedelijke ge meente te Boedapest diende Vrijdag de afgevaar digde Vazsonyi een motie van wantrouwen je gens de regeering in, maar nam, met het oog op de aanwezigheid eener verpletterende meerder heid van regeeringsgezinden, een compromis-voor- stel van den burgemeester Barkzy aan, volgens hetwelk de stedelijke gemeente slechts een re geering zal steunen, die geneigd is, de autonomie der hoofdstad onder alle omstandigheden te waar borgen. Deze motie, die als een succes voor de regeering is te beschouwen, werd met eenparig heid van stemmen aangenomen. Na onderhandelingen, die verscheidene weken duurden, jh ebben de Kossuth- en de Justh-partij, staande „mannen van '48", ten behoeve eener gemeenschappelijke bestrijding der regeering, be sloten, tot een fusie over te gaan, hetgeen intus- schen voor de verdere politieken loop der zaken vrijwel zonder belang is. De vereeniging met de oppositioneele partijen, zoowel als van dezen onder elkaar, is voorloopig geheel en al uitgeschakeld. Kossuth en Justh zullen intusschen in deze fu sie-partij slechts als eere-presidenten fungeeren. De leidende voorzitter wordt graaf Michael Ka- rolyi. In het program dezer nieuwe partij komen voor: uitbreiding van het kiesrecht, zelfstandig douane-gebied, zelfstandige bank, herstel der in breuken op de grondwet, strijd tegen de cor ruptie, afschaffing der parlementswacht, liberale eigendomspolitiek instedé van afschaffing der Fi- dei-commissie, progressief belastingstelsel. Verder wordt nog uit Boedapest gemeld, dat graaf Tisza wegens een beleedigende interrup tie in het Huis der Magnaten een uitdaging had gevonden aan graaf Hadic. De zaak is echter, na een verklaring van dezen laatste, in der min ne geschikt. Uit Berlijn wordt gemeld, dat de tirma Krupp, die lid was van de vereeniging tegen het werken met steekpenningen in de nijverheid (Schmiergel- derunwesen) bij, met algemeene stemmen geno men, besluit van het bestuur als lid geschrapt is. i' Het Kon. Echtpaar. H. M. do Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik hebben gister een bezoek gebracht aan bet Doorgangshuis Hoenderloo, Christelijk opvoedings gesticht voor jongens te Hoenderloo. Per auto begaf zich het Koninklijk echtpaar, vergezeld van freule Sloet van Marksvelt en de heeren jhr. C. L. van Suchtelen van de Haare, jhr. H. A. Reigersberg Versluys en baron van Heemstra, van bet Loo naar Hoenderloo, waar het gezelschap om half tien arriveerde. Rij1 hun bezoek aan de stichting, dat van half tien tot kwart over elf duurde, hebben de Ko ningin en de Prins alles bezichtigd. Op den rond gang do;or de gebouwen werd de Koningin be geleid door den directeur der stichting, den hee* M. van Wvhe Ezn., terwijl de Prins begeleid werd door mevrouw van Wyhe. Rij de ontvangst van hc-t Koninklijk echtpaar in het hoofdgebouw, het oude Doorgangshuis, wa ren van liet. bestuur der stichting tegenwoordig de heeren dr. L. Heldring, van Amsterdam (voor zitter), P. W. van Ros'sutn' te Hoenderloo (tweede penningmeester) en L. G. A. baron (l'Hangest d'Ivoy te Apeldoorn. Na. de bezichtiging van het hoofdgebouw werd een bezoek gebracht aan de schoollokalen. In iedere klasse volgde de Koningin eenige cogcn- blikken de les! en vooral schonk zij aandacht aan de klasse van achterlijke kinderen. Per auto begaf zich het gezelschap hierna over de terreinen der stichting naar het nieuwe gebou wencomplex Eikenhof Dja,ar werd eerst een bezoek gebracht aan het ziekenhuis en vervolgens begaf zich bet Koninklijk eehtpaaa te voet naar de werkplaatsen voor de oudere verpleegden. In ae gymnastiekzaal zongfen zeven der jongste ver pleegden voor de Koningin een liedje mét be wegingsoefening van Catharina van Hennes, ter wijl de schooljeugd eenige gymnastische oefenin gen uitvoerde. Ten slotte bracht mien een bezoek aan don moestuin en de boerderij. Tijdens het bezoek onderhield zich de Koningin met een groot aan tal verpleegden. Bij haar vertrok schoon zij voor de jongens drie voetballen, voor .iedere stichting één, terwijl zij den directeur een gift ter hand stelde |ptm de geheel© stichting te doen onthalen. Zij, betuigde den directeur hare gioote ingeno menheid met hetgeen zij had gezien. H. M. de Koningin-Moeder. H. M. de Keningin-Moeder is gisteravond om half elf per extratrein aan de halte Soestdijk uit het buitenland voor haar gewoon zomerverblijf ten p3leize aangekomen. Aan het station waren ter verwelkoming aanwezig de commissaris der Koningin in Utrecht en de burgemeesters van Baarn en Soest. Internationaal Vegetarisch Congres. Naar wij vernemen, zal in de maand Augustus in Den Haag een internationaal vegetarisch con gres gehouden worden. Na een feestelijken begroetingsavond op den 24sten, zal het congres zelf op 25 en 26 d.a.v. plaats hebben. P. Lycklama a Nyeholt f Zaterdag is, naar de »N R. Ct." meldt, te Zwolle overleden de heer P. Lycklema a Nijeholt, oud-burgemeester var, Rotterdam en oud-commis saris der Koningin in de provincie Overijsel. In 1842 te Bolsward geboren, heeft de overle dene zijn opleiding gehad aan het Koninklijk In stituut voor de Marine te Willemsoord, doch is slechts van 1803 tot 1867 in zeedienst gebleven. Hij begon in 1868 een nieuwe loopbaan als burgemeester van Franeker, toen van Leeuwar- deradeel, daarna van Leeuwarden en ten slotte in 1891 als burgemeester van Rotterdam. Dit ambt heeft hij twee jaren bekleed, tot 1 December 1893, toen hij benoemd werd tot com missaris der Koningin in de provincie Overijssel welke betrekking door hem vervuld werd tot October 1909. De overledene was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en commandeur in de orde van Oranje-Nassau. Uitbreiding Den Haag. Met 29 tegen 2 stemmen werd door den Haag- schen Raad aangenomen het voorstel tot grens- uitbreiding der gemeente. De twee tegenstemmers waren de heeren Van Malsen, die het voorstel te duur vond, en de heer Verburg, die den tijd tot an nexatie nog niet gekomen achtte. Wethouder Lely deed ter bestrijding aan de bezwaren uitkomen, dat de gemeente zich over haar grenzen heeft uitgebreid en dat slechts een bescheiden uitbrei ding wordt gevraagd. Rijksmiddelen. De maand Mei is voor de schatkist bijzonder voordeelig geweest. Er werd bijna 1.5 millioen meer ontvangen dan in 1912, zoodat de totaal ontvangst steeg tot 75.9 millioen of bijna 4.5 millioen meer dan in de eerste vijf maanden van het vorige jaar. Dit resultaat is verkregen door een aanwas van alle middelen. Daaronder komen voor de directe belastingen met 4.5 ton, de in voerrechten met ruim 7 ton, de accijzen met 1.4 millioen, de indirecte belastingen met 1.3 millioen de posterijen met 3, telegrafie en de loodsgelden elk met 1 ton. Bij de accijzen bracht alleen de suiker 1.2 millioen meer op en bleef het gedistilleerd ton achter. Successierechten bracht in de 5 maanden ongeveer 1.1 millioen meer op. In het geheel bleef de opbrengst geen 2 milli oen meer onder de raming van 5 gemiddelde maanden. Gaat het zoo door, dan zal 1419 voor de schatkist een bijzonder voordeelig jaar worden. Van belang is, dat de loosgelden reeds binnen de raming zijn gekomen, hetgeen wijst op een geregelde toename der scheepvaart, die ook uit de havenstatistieken blijkt. Ook de toename der zegel-, registratie-, en hypotheekrechten, toont een gelukkige beweging aan in allerlei takken van bedrijf. Gemeenteraad. ;De eerstvolgende zitting van den gemeenteraad zal gehouden worden Dinsdag: 1 Juli a.s. De Burgemeester. De Burgemeester heeft heden-morgen voor den tijd van vier weken da gemeente verlaten en zich naar het buitenland begeven. Nederlandsche Vereeniging voor den Volks zang. Carillon-Bespeling. Woensdag 18 Juni, 's avonds ten 8 ure. A. Vaderlandsche Liederen 1. Wilhelmus 2. Wien Neèrlandsch bloed; 3. Wij leven vrij: 4. Vlaggenlied. 5. liedje van Koppestok 6. lied van de Zilvervloot. B. Oud-Hollandsche Liederen van Valerius1 O Nederland let op U saeck 2. Wie dat sich zelfs verheft3. O. Heer die daer 4. Wilt heden nu treden 5. Geluckig Vaderland 6. Merck toch hoe sterek. C. Geestelijke Liederen: 1. Ick heb ghejaecht mijn leven lanc2. 't Is een dagh van Vrolyck- heydt3. Nu zijt Wellekome 4. Hernhutterslied 5. Er ruischt langs de wolken; 6. Koraal: sKomt, danken w'allen God". D. Iiedendaagsche Liederen en stukjes van Handel, Mozart, Haydn en anderen. De nummer onder B en C worden tweemaal gespeeld. De bespeling zal ongeveer een uur duren. R. K. KiesYoreeniging. Wij herinneren onze lezers, leden van ue R. K. Kiesvoreeniging „Recht, Plicht en Orde", aan de vergadering welke morgen (AVoensdag)-avond hall negen in het gebouw van den Ned. R. K. Volksbond wordt gehouden. Waar deze vergadering aan de bespreking van de candidaatstelling; voor de aanst. Raads verkiezing is gewijld, waarbij1 rijp beraad zeker alleszins wordt vemscht, is drukke opkomst ter vergadering dringend geiwenscbt. Volksbadhuis. In de week van 8—44 Juni '13 werden geno men 582 baden. Ie klas kuipbaden 35, regenbaden 31 2e klas kuipbaden 90, regenbaden 385, 5 ets. kinder baden 41. Rede—Jhr. inr. D. J. de Geer. De zaal van Odéon was gister-avond bezet door een overtalrijk en zeer verscheiden publiek zoo zelfs dat de tribunes geheel ingenomen en zelfs ach ter het podium plaats genomen werd gekomen om jhr. mr. D. J. de Geer zijne groote politieke rede te hooren uitspreken. Het intreden van den geachten spreker met het bestuur der centrale christelijk-historische kiesvereeniging werd met applaus begroet. De voorzitter, de heer F. J. Dun, de vergadering openend, heette allen hartelijk welkom in de al lereerste plaats Schiedams afgevaardigde, die nu als spreker in ons middan kwam om over de politieken constellatie te spreken. Hulde bracht hij hem voor de wijze waarop hij gedurende 6 jaar de hem opgedragen taak heeft vervuld. Na de rede van den geachten spreker zou er gele genheid zijn tot debat. Naar gelang het aantal sprekers dat zich daarvoor opgat, zou de tijd voor het debat verdeeld worden. J h r. m r. D. J. d e G e e r, daarna den katheder bestijgend en gewagend van de gewichtige beslissing die in deze en de volgende week hier te lande zal genomen worden, zei dat 't een gewoon verschijnsel is, dat bijna ieder ka binet, na 4 jaar aangebleven te zijn een wasch vuil gemaakt hebben, onder den druk van de volks- meening, de veelal verwekte ontevredenheid, tot heengaan genoopt wordt; het afwisselendgelak der torys en wighs in Engeland is daarran te wijten. Toch hoopt spr. dat ten opzichte van dit Kabinet op dien veelal geldende reden een uitzondering zal worden gemaakt, en wel om meerdere rede nen ten eerste een reden van algemeenen aard De voortdurende wisseling van regeering werkt toch Diet gunstig op den wettelijken achterstand, wijl in de eerste jaren dat eene nieuwe regeering optreedt, die zich nog in de zaken moet inwer ken, er weinig wordt gedaan en eerst in de laat ste jaren dat zij aan het bewind is, iets van be lang wordt verricht; schuift zij over den stembus strijd heen, eerst dan wordt een nieuw tijdperk van volle werkzaamheid ingeluid. De tweede reden die spr. voor het aanblijven van het tegenwoordig Kabinet aanvoerde, wilde hij in een vogelvlucht beschouwen der verschil lende ministers ontvouwen, en dan gedacht hij met eene opsomming van de verschillende wetten die zij in het Staatsblad brachten en de verschil lende ontwerpen die zij bij de Kamers indienden, al wat zij in het belang van land en volk tot stand brachten. In 't bijzonder betoogde hij wat groote titanische kracht minister Talma in zijne sociale wetten ontwikkelde. Vooral bij de behandelingen in de tot-stand-koming van de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering heeft hij een geweldige kracht ontwikkeld, die ten slotte deze heilzame wet aan het Nederlandsche volk heeft gegeven. Met aldus de groote verdiensten van het zittend Kabinet uiteen te zetten, wilde spr. niet zeggen, dat 't geen zwakke plekken had vertoond, inte gendeel die had spr. in het talmen met de rege ling der gemeente-linanciën en het laat indienen van de onderwijswetten wel degelijk gevonden maar over het geheel heeft dat Kabinet niet op zijne daden laten wachten, mogen wij daarop met dank neerzien en daarom zou spr. 't vol vertrou wen in zijne voortdurende werkzaamheid, gaarne in de leiding van 's Lands zaken bestendigd zien. (Applaus). Een derde reden waarom spr. het aanblijven van het tegenwoordige Kabinet wenscht, zit in de po litieke constellatie van 't oogenblik. Als liberalen tot de regeering zouden geroepen moeten worden, zouden zij alleen, zonder de hulp der socialisten, 17 zetels moeten winnen, en dat is ondenkbaar. Er zou dus niet dadelijk een liberaal Kabinet komen, maar wijl ook een zakenkabinet geen levensvat baarheid zou hebben, wijl 't zich niet kan bewegen op de neutrale zóne. waar zoovele urgente zaken als Grondwetsherziening en Kiesrechthervorming om afdoening dwingen zou de liberale concentratie, gesteund door de sociaal-democraten, ten slotte toch aan het bewind komen. De verzeke ringswetten voor invaliditeit en ouderdom, door minister Talma tot stand gebracht, zou den dan weer worden ingetrokken om plaats te maken voor de vage belofte van het Staats pensioen. Dat intrekken van wetten acht spr. een bedenkelijke nieuwigheid op wetgevend gebied. Hij wijst er op, dat de rechterzijde de Leerplicht wet niet heeft ingetrokken, toen zij de regeerings- meerderheid veroverde; maar van links zou men de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekeringswet wèl intrekken, hoezeer de Regeeriug ook met de tot standkoming van die wet eene belofte reeds 22 jaren geleden in de Troonrede gedaan, heeft in gelost. Dan komt aan de orde.... het Staatspen sioen, waarover de liberalen 't onderling nog niet eens zijn, afgescheiden nog van anderen die daar toe moeteD medewerken, het Staatspensioen een uitvinding van den laatsten tijd, waar de liberalen nog voor weinige jaren de verplichte verzekering waren toegedaan. Thans staat daar echter gereed de gecombineerde Invaliditeitswet en Ouderdoms verzekering, waarin tal van schrijvers, ook van de linkerzijde, eene oplossing zagen de Invaliditeits verzekering voorop en de Ouderdomsverzekering als aanvulling. Bij 70-jarigen leeftijd zal immers niet meer het bewijs van invaliditeit gevraagd worden, maar neemt men aan, dat de invalidi teit feitelijk is ingetreden. Waar de knapste liberalen een stelsel als dat wat nu het wettelijk cachet heeft verkregen, vroeger steeds verdedigd hebben, zou men mogen aannemen, dat dit op de neutrale zóne lagmaar nu minister Talma deze oplossing eindelijk heeft gebracht, werd dat hate lijke dwangpolitiek genoemd en werd dat wat tot heil van land en volk tot stand is gebracht, stem- politiek genoemd. Nog op een ander punt van regeeringspolitiek wil spr. de aandacht vestigenen dan wijst hij er op hoe 't met onze defensie jaren lang sukkelen is geweest en hoe minister Colijn ons ten slotte een stelsel wetten bracht, waardoor de nationale verdediging weer gewaarborgd was. Waar vorige ministers den boel in de war stuurden, bracht Colijn alles weer in orde en tot zijn recht. Verder stelt spr. in het licht, dat de Grond wetsherziening, die door velen urgent wordt ge acht, binnen betrekkelijk korten tijd een feit kan zijn als het tegenwoordige Kabinet aanblijft. In die Grondwetsherziening is voor de vrijzinnigen vooral art. 192 de steen des aanstoots. Toch achten zelfs overtuigde liberalen als Colenbrander eene regeling als thans door de Regeering wordt voor gesteld, zeer wel mogelijk, eene regeling die be paalt, dat, voorzoover in de behoefte aan onder wijs niet door anderen is voorzien, de regeering zorgt voor algemeen of openbaar onderwijs. De bedoeling met de wijziging van het betrokken Grondwetsartikel is slechts, dat beide soort scholen, bijzondere en openbare, op gelijke ondersteuning uit 's Lands kas aanspraak zullen kunnen maken, opdat zij zich onder gelijke voorwaarden zullen kunnen ontwikkelen. Het bijzonder onderwijs zij regel, het openbare uitzondering. Is die regel een maal gesteld, dan zal het maatschappelijk leven zelf aangeven in welke richting de stroom gaan zal naar de openbare of bijzondere school wie van beiden 't meest aautal kinderen zal trekken. Waar de feitelijke toestand thans reeds zoo is, dat de kinderen op de openbare school komen, tenzij de ouders zeiven voor hunne kinderen de bijzon dere school aanwijzen, komt daarin geen veran dering. Spr. zet nog uiteen dat zelfs Thorbecke tegen zulk een regeling geen bezwaar dat en dat zijn liberale naneven zich wel bij den toestand zullen aansluiten, evenals zij in 1889, ten getale van 17, in de Tweede Kamer hebben medege werkt tot de tegenwoordige schoolwet, die zij nog in 1878, onder de figeur van de wet-Kappeijne, eene onmogelijkheid achtten. Wat verder het kiesrechtvraagstuk betreft, ziet spr. geen overwegend bezwaar bij de Grondwets herziening in het betrokkeni artikel het woord nmannelijk" te schrappen. De mogelijkheid, dat ook meerderjarige vrouwen aan de stemming deelne men, wil hij niet benemen, omdat dié past in allerlei stelsels die men voor het kiesrecht zou willen aannemen, bijv. in het huismanskiesrecht, waarbij men dan aan weduwen het stemrecht zou kunnen geven. Welk stelsel men ook voor het kiesrecht zou willen aannemen het organische of het individueele, spr. verklaart zich voor eene definitieve finale regeling van het kiesrecht. Waar hij het kiesrecht beschouwt niet als een natuur lijk recht, maar als een functie in het publiek belang opgedragen, moet de mate, waarnaar dat recht wordt afgemeten alleen door overwegingen van staatkundig belang worden bepaald, en nu meent spr. dat het Staatsbelang meebrengt zoover mogelijk mede te werken tot uitbreiding van het kiesrecht. Hij meent dat het kiesrechtvraag- stuk't best kan opgelost worden door de rechterzijde, dat men langs den weg van een compromis tusschen de partijen, die altijd bij Grondwetsherziening moet gevolgd worden, in de Grondwet eene op lossing voor dit vraagstuk moet vinden. Ook om die reden is hij voor het behoud van het zittend Kabinet. Aldus wijzend op de groote en goede dingen die door dit Kabinet tot stand zijn gebracht en nog tot stand zullen gebracht worden, zegt spr., dat hij dit Kabinet over het geheel uit volle over tuiging heeft gesteund alleen twee uitzonderingen moet hij vermelden, waarin hij dien steun niet heeft verleend in zake het pantserschip door mi nister Wentholt voorgesteld, dat door deskundigen niet geschikt werd geacht voor het doel dat daar mee beoogd werd, en verder ter zake der Bak kerswetTalma maar bij alle andere wetten Arbeidswet, Steenhouwerswet, Stuwadoorswet enz. heeft hij zijn steun volgaarne verleend. Ook het doel der Bakkerswetnacht- en Zondagsarbeid te vermijden was hem ten volle sympathiek. Hij was een warm voorstander van die wet en heeft ge tracht haar door een amendement aannemelijk te maken. In deze wet zat toch, behalve het ver mijden van nacht- en Zondagsarbeid nog iets anders, dat er niet opzettelijk in gelegd was, dat geen doel maar gevolg was der wethet in grepen in de concurrenti e-v oor waarden der patroons onderling. Door dat ingrijpen in die concurrentie-voorwaarden, waar zij het klein bedrijf te veel vooruitschoof tegenover de groote bedrijven, waarin de gezellen onder betere arbeidsvoorwaarden arbeiden, was hij tegen de wet, zooals die was samengesteld hij meent toch dat men aan het bedrijf zijn na tuurlijken groei moet laten en acht het tegen-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 2