Zaterdag 23 Aug. '13 Telefoon no. 85. TWEEDE BLAD. De omwenteling te Schiedam in 1813. Binnenland. No. 10707. Bij de Erven F. Bohn te Haarlem is ter perse net „Historisch Gedenkboek 1813", uitgegeven door de Maatschappij; der Nederlandse he Letter kunde. In bet deel, betreffende Zuid-Holland, is ook een opstel van de hand van don gemeente archi varis, den heer N. J. M. Dresch, over de om wenteling te Schiedam in 1813, opgenomen. Waar Schiedam binnenkort het 100-jarig her denkingsfeest van Neêrlands herstelling in 1813 zal vieren, zullen ongetwijfeld velen belangstellen in de gebeurtenissen in 1813 te Schiedam. Wij geven hieronder een uittreksel uit genoem de beschrijving „Op Woensdag 17 November 1813, om 3 uur 's morgens, vervoegde zich bij; den maire, Cor- nc-lis Heereman, de controleur van de „Droits Réunis" in deze stad, de heer Jeaunet, die hem kwaim mededeelen, onder te hebben ontvangen om te vertrekken. Hij verzacht hem ae registers «n papieren van zijn bureau in bewaring te wil len nemen. Heereman verklaarde zich bereid aan het verzoek te voldoen en 's avonds om 7 uur, na de inventarisatie, een en ander te zullen komen overnemen. Later kwam de employé van het bureau dei- douanen, Rodenburg, aan den maire het bericht Brengen, dat de ontvanger van ait bureau bevel Bad ontvangen om Schiedam te verlaten, en hem tevens liet verzoeken ae registers en papieren in bewaring te nemen. Ook voor de bewaring dezer bescheiden zou Heereman zorgdragen, na dat. een inventaris daarvan zou zijn opgemaakt He ontvanger wachtte echter de komst van den maire niet af. Hij verzegelde zelf het lokaal, Waarin zijn papieren geborgen waren en liet om 51/» uur 's avonas den sleutel door zijn employé Ro denburg naar den maire brengen, die dezen aan nam. T;e 7 uur 's avonds ging Heereman naar het kantoor van de „Droits Réunis", waar de over dracht der papieren plaats vond. Drie uren later verlieten de employés van de „Droits Réunis" en de douanen de stad, zonder dat zich eenig incident daarbij voordeed. Den volgenden ochtend zond de maire een speciaien koerier naar den onder-prefect, Tan Zuylen van Nyevelt, met een brief, waarin mede- deeling werd gedaan van het vertrek der adïrii» nistratiën der douanen en „Droits Réunis" met opgave der overgedragen bescheiden. Hij ver zocht om instructies hoe zich thans te gedragen. Deze brief is aan den onder-prefect zelf over handigd, maar er werd geen antwoord op het schrijven gegeven. De maire ontving de Uzelf den dag van den on derprefect een brief, <ld. 17 November, ter hé- geleiding van eenige exemplaren van het besluit, van den prefect, dd. 10 November, houdende een „reglement pour le service des prisons"». Hit is het laatste schrijven geweest, hetwelk van oen onder-prefect bij den maire te Schiedam is ingekomen. Dienzelfiden dag kwamen er uit Amsterdam en Hen Helder gewichtiger tijdingen dan die van den onder-préféct en wel aangaande hetgeen zich in die steden had afgespeeld. De gouverneur- generaal was uit Am'sterdam vertrokken, de pre fect bad Hen Haag verlaten en uit Rotterdam waren alle Fransche administration verdwenen. Het laat zich begrijpen, dat deze nieuwtjes spoedig in de gebeele stad verspreid waren. Ei hadden nu en dan samenscholingen op straal plaats, maar tot uitspattingen van het volk kwam het niet. llecreman trad, toen in overleg met den heer Daniël Pietermaat, oud-lid der vroedschap, ten einae een garde" te verzamelen voor den nacht, ter voorkoming1 van wanordelijkheden. Den 19en November werden de samenscholin gen talrijker. Een gïoot aantal personen to. ide zich met Oranjelinten, nadat enkele kooplieden, van buiten komend, zich met oranje op straat hadden vertoond. In den loop van den middag meiaden zich eenige personen bij den maire', verzoekend de Hollandsche vlag op den toren lei plaatsen. Heereman weigerde evenwel het ver zoek in te willigen en verzocht hun, de orde én rust niet te verstoren. Zij gingen aaarop huns weegs. In den namiddag, toen men in Rotterdam de Hollanasche vlag; reeds had ontplooid, namen, de samenscholingen te Schiedam een dreigender karakter aan. Weer kwamen ingezetenen bij den maire en eischten, dat de vlag zou worden uit gestoken. Ook thans wees deze hun verzoek van dëi hand, waarna de verzoekers weer kalm heen gingen. Later kwamen andere personen, die een bivef Bij: zich hadden, onderteekend dooi' graaf Van Limburg Stirum, welke de uitnoodiging bevatte, die vlag' uit te steken. Zijl verzochten den maire dringend thans gevolg te geven aan deze uitnoo diging; doch Heereman bleef weigeren. Nadat deze mensehen waren vertrokken, werd kort daarop, hetzij door hen, hetzij door andere personen, de toren beklommen en de Hollandsche vlag uitgestoken. i In den avond had de maire een conferentie met den heer Pietermaat, door een aantal nota bele burgers gekozen, om zich aan hun hoofd te stellen, ten einde de orde en rust te bewaren. |De heer Pietermaat deelde mede, dat, na de- berichten uit Rotterdam over de instelling alaaar eener provisoire administratie, vele notabelen bij hem waren gekomen, die een dergelijken maat regel voor de bewaring der orde en rust ook in Schiedam noodig vonden. Men moest daarbij wel bedenken, dat overal bijeenkomsten plaats hadden, welke tot op dit oogenblik nog tot geen wanordelijkheden hadden geleid, maar in welke Wel uitdiukkelijk het verlangen was kenbaar ge maakt, om de oude administratie te doen ein digen. Indien aan Uit verlangen niet werd toege geven, zouden do notabelen voor de gevolgen niet instaan, aangezien zelfs het grootste gedeelte van fien» die waren opgeroepen om de orde tó handhaven, de meening van het volk deelde^ Den 20en November was door Daniël Pieter maat een vergadering ten stadhuize belegd, waar bij tegenwoordig waren Cornel is Heereman, Jan Scliieveen, Samuel Paulus Pichot L'Espinasse, Jan Nölet senior, Willem Johannes Heyligers, Jan Loopuyt, Adrianus Poort, Johannes Roelants en rnr. Scipion Henri Vernède. Door den heer Pietermaat werd aan die ver gadering medegedeeld, dat, na met den maire gesproken te hebben, „het voorgekomen was, uat door het vertrek der Fransche adminisiratiën het bestaand bestuur geen klem genoeg koude heb ben. om de rust en orde met kracht te bewaren, dat het dus noodzakelijk was geworden, een pro visioneel bestuur samen te roepen, waardoor de Stauszaken, op eene geregelde, wijziei zoude kunnen woroen geadministreerd en hij diensvolgens; de heeren hier present haa geconvoceerd, om lien te verzoeken, namelijk de acht oerstgemelden, om hetzelve bestuur met hem te willen aanvaar den en den laatstgenoemde om als secretaris bij hctzmve te fungeren". Allen verklaarden zich bereid aan het verzoek te voldoen, ten einde aldus de veiligheid van personen en eigendommen te verzekeren. Tot president van het nieuwe bestuur werd gekozen de oud-maire, de heer Cornelis Heere man en tot vice-president de heer Piétennaat. De vergadering, besloot, openlijk dank te be- tuigen aan het voormalig bestuur der stad voor zijne „zorgen en pogingen zoo tot welzijn dezer stad ais lot bewaring der goede orde in deze laatste üogeriblikken". Ook aan de ingezetenen zou dank worden gebracht voor hun kalme hou ding, waardoor geen enkele buitensporigheid zich had voorgedaan. Aangezien de stedelijke kas bijna geen andere inkomsten 'had dan de opbrengst van het ste delijk octrooi, werd besloten aeze belasting voor- luopig' le blijven heffen en alles op den ouden voet te laten doorgaan. Eveneens werd bepaald, aat het opmaken en uitgeven vara akten, betreffende geboorte, over- lijden, huwelijk enz., op dezelfde wijze als voor heen zou geschieden. De „verregaande armoede", welke onder de „geringe ingezetenen" heerschte, gat het béstuur aanleiding om, met het oog tevens op het behoud van orde en rust in de stad, te besluiten, door de regenten van de Magistraats Armenkamer op Woensdag 24 November eene buitengewone uit deel ing van Brood en kaas aan de behoeftigen te laten doen. Door eenige individuen was inmiddels van de gelegenheid gebruik gemaakt, om langs de huizen te bedelen. Dit was het bestuur ter oore ge komen en het vond hierin aanleiding het bede len ten strengste te verbieden en den ingezete nen te verzoeken die bedelaars af te wijzen. Door liet haastig vertrek der- Fransche admi nistration uit Schiedam werden verscheidene tot uitzeilen gereed liggende zeeschepen in moeilijk heden gebracht. Op het kantoor der douanen waren de „zeepapieren" blijven liggen, zoodat de schippers zich tot het nieuwe stadsbestuur moesten wénden met het verzoek die papieren terug te gieven: Het heeft den schippers nog heel veel moeite gekost vooraleer zij hun pa pieren, zonder welke zij, naar zij verklaarden, niet konden vertrekken, terug ontvingen, aan gezien bet nieuwe bestuur allerlei bezwaren maakte. In de vergadering van het provisioneel bestuur van 23 November werd mededeeling gedaan van de missive, dd. 23 Nov. 1813, door het Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden uit naam var. den prins van Oranje aan het stadsbestuur gericht, ter begeleiding lo. van de kennisgeving hu. 20 Nov. 1813 van Van der l>uyn va.n Maas dam en Van Hogendorp, meldend, dat zij; het vo.orloopig bewind in handen hadden genomen en 2o. van een proclamatie van genoerhd be stuur, dd. 21 Nov., houdende o.a. oproeping' van ae Nederlanders om zich te wapenen. Besloten werd, „dat aangezien het provisioneel bestuur zich alleen gevestigd heeft tot conser vatie der rust en goede orde binnen de stad en tot administratie der onvermijdelijke noodza. kX'!.,xe stadszaken, hetzelve zich onbevoegd acht(te) tot het doen der gezegde proclamatiën". Aan den ontvanger der „Vereenigoe Regten" (droits réunis) Van den Bosch, wien door het Alg. Bestuur gelast was zijn functie te blijven waarnemen en die verzocht had hem de boe ken der „Vereenigde Regten", bij het vertrék van den controleur Jeaunet achtergelaten, te. over handigen, werd om dezelfde redenen te kennen gegeven, dat geen boeken aan hem konden wor den teruggegeven. Eerst den 3en December 1813 werd door het pr.ov. bestuur besloten die bescheiden tegen reeu af te geven. Dit geschiedde echter eerst nadat bedoelde ontvanger door den provisioneelen con troleur en chef der „Vereenigde Regten" de op dracht had gekregen, den actieven dienst van de kommiezen te voet in werking te brengen, als mede bet achterstallige der nog verschuldigde „labricageregten en detail der tappers" en het fal.ricagerecht over November in te vorderen. Nog een eigenaardig feit deed zich den 25en November te Schiedam voor. Een officier, ver gezeld van eenige gewapende manschappen, was met een order van generaal Sweerts de Landas bij den voorzitter van het provisioneel bestuur gekomen, verzoekend de voorhanden geweien aan hem af te geven. De voorzitter antwoordde, dat hij zich niet bevoegd achtte tot afgifte van het gevraagde. De officier is daarop naar het lokaal hoven de Beurs gegaan, waar de geweren geborgen wa ren. Alle hier aanwezige geweren werden op een wagen geladen en weggevoerd. Eerst toen de officier en zijn manschappen de stad verlaten hadden, kwam het gebeurde ter kennis van den voorzitter, die van het geval mededeeling deed aan het provisioneel bestuur. Naaat genoemd bestuur een missive van gene raal baron Sweerts de Landas, en een brief van den commissaris van het Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden te Rotterdam, betreffende de afkondiging: der pul|licaties, had ontvangen, weta in de vergadering van 30 November beslo ten, ae proclamaties van 20 en 21 November te doen voorlezen en aanplakken. Dit besluit werd gegrond op de overweging, flat de troepen der geallieerde mogendheden niet alleen in dit lana waren doorgedrongen, maat na binnen te zijn getrokken, ook Den Haag, de hoofdplaats van dit departement, en Rotterdam, de hoofdplaats van dit arrondissement, hadden bezet, waar geen der vorige administratiën meer aanwezig waren. Nu genoemde troepen het Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden in naam van dea prins van Oranje erkenden en diens bevelen opvolgaen, moest dit bestuur dus als de oppermacht in deze gewesten erkend worden. Hoezeer het pro visioneel bestuur zich alleen geconstitueerd had tot bewaring der rust en orde binnen de stad en waarneming der loopende zaken, waren ech ter de omstandigheden van dien aard geworden, dat de belangen der stad niet meer van de alge meen? belangen konden afgescheiden, worden. Het alg meen belang, vorderde dus, dat de stad zich moest gedragen naar de grootere steden en het stadsbestuur gehoor geven aan den algemeenen wriiseh der ingezetenen. Iii de vergadering van het provisioneel bestuur van Woensdag 1 December werd door den voor zitter mededeeling gedaan, dat hiji den vorigen avond laat do tijding van de aankomst van den prins van Oranje te 's-Gravenhage had ontvan gen. Reeds was door den voorzitter na de ont vangst dezer „belangrijke en heugelijke tijding" order gegeven 's morgens de klokken te luiden en bet klokkenspel te bespelen. Door het prov., bestuur werdl besloten het klokgelui en klokkenspel nog eens te herhalen en 's avonds van 812 uren de openbare ge bouwen te illumineeren. Eene commissie, bestaande uit den voorzitter, vice-voorzitter en secretaris, wcr<) den 3en De ceinber door het prov. bestuur benoemd om dien dag oen Prins in Den Haag te gaan complimen toeren. De commissie kon dien dag echter niet door den Prins ontvangen worden, maar wel den Gen December. Op laatstgenoemden dag ging de commissie andermaal naar Den Haag, waar zijl den Prins nu kon gelukwenschen. Den 7en December werd besloten op Zondag 12 December in alle kerken plechtige dank- en bedestonden te doen houden. In de vergadering van het prov. bestuur van 8 December werd mededeeling gedaan, dat eene proclamatie was ontvangen van den prins van Oranje „uitgevaardigd hij gelegenheid van Boogsl- deszei'fs arrivement op den Vaderlandschen bo dem". Besloten werd deze proclamatie bij' klok gelui van de voorpui van het stadhuis, ten over staan van alle leden van het stadsbestuur, voor te lezen. Dienzelfden dag werd *s avonds andermaal ver gaderd. De voorzitter deed mededeeling, dat hij door eenige notabelen was uitgemoodigd een ver gadering te beleggen, ten einde, hun gelegenheid te geven „hunne wensehen in de tegenwoorügie publieke omstandigheden aan .het Bestuur voor te dragen". De voorzitter deelde voorts mede, dat hiji in de ^,'s-Gravenhaagsehe Crt." van Dinsdag 7 De cember, welk blad als officieel moest worden aangemerkt, eene publicatie gelezen had van Z.K.H. Willem Frederik, dd. 6 December, inhou dende, dat Z.K.H. de souvereiniteit over de Ver eenigde Nederlanden had aanvaard. De vergadering bedankte den voorzitter voor deze mededeeling. De stad zou de souvereiniteit erkennen. Z.K.H. werd alleen in staat geacht de zoo verlangde ..omwending van zaken geheel te voltooien, den vijand geheel van den vader- lanosehen bodem te verdrijven en aan Nederland de vorige dagen van welvaart, voorspoed en luister wener te geven. Er werd vervolgens besloten de publicatie, na het luiden der klokken, bij toorts licht, ten overstaan van het geheele bestuur, van ae voorpui van het stadhuis af te kondigen. Deze plechtigheid zou worden opgeluisterd door mu ziek en carillon-bespeling. Nadat dit besluit genomen was, werden gecom mitteerden van de notabelen in de vergadering toegelaten. Zij verzochten, dat, op het spoor van de grootere steden, ook Schiedam de souverei niteit z.ou erkennen, als de verzekering van het bestaan en de welvaart van ons volk. De president zeide, dat reeds een besluit in dien geest was genomen. Den gecommitteerden werd verzocht, aan de ingezetenen mededeeling van cüt besluit te doen. Alsnu begaf zich het provisioneel bestuur in pleno .naar den hoofdingang van het stadhuis, waar de proclamatie ten aanhoore van een geest- driJtige menigte werd voorgelezen. Op deze be kendmaking volgden langdurige toejuichingen. Het prov. bestuur had nog bericht ontvangen, dat de prins van Oranje Donderdag 9 December Rotterdam zou bezoeken. De voorzitter, vice-voor zitter en secretaris werden belast den vorst daar ter stede te gaan complimenteeren, van weikei opbracht zij zich op lofwaardige wijze hebben gekweten. i Van .het provisioneel bestuur hadden den 30en November 1813 de heeren Pichot en Heyligers als lid bedankt. In hunne plaats werden geen nieuwe leden gekozen. De overige heeren zet ten het bestuur voort tot het nieuwe regoorlogs reglement van 2 Januari 1816 werd ingevoerd. De Kabinetscrisis. Naar men verneemt, zullen in het nieuwe mi nisterie de departementen van marine en oorlog vsoiloopig nog niet onder één hoofd worden ver- ecnird en dus ieder nog onder beheer van een afzonderlijk minister worden geplaatst. Naar ae „Ned." verneemt, wordt als opvol ger van oen Minister van Koloniën genoemd het lid van den Raad van State de heer Mr. A.. D. W. de Vries. Directie Staatsmynen. Naar men verneemt, is spoeaig de benoeming van prof. F. K. Th. Hereon, hoogleeraar aan ar Technische Hoogeschool te Delft, tot lid dor directie van de Staatsmijnen te wachten. Deze benoeming geschieat ter voorziening in de vaca ture, ontstaan door de benoeming van den heer R. de Kat tot directeur der Indische Gouverne- men tsbedrijven. -f Dc Koninklijke Familie. H. M. de Koningin vertrok met H. K. H. de Prinsys heden per Staatsspoortrein van 10 u. 10 min. uit Utrecht waarheen vanuit Soestdijk een auto H. M. had gebracht, naar de residentie. 'Na aankomst ten 11 u. 11 min. aan het Staats- spcorstation te 's-Gravenhage begaf H. M. zich naar het ditmaal voor Hr. Ms. verblijf ingerichte Huis ten Bosch. Duitsch bezoek aan Nederlandsche havens. De handelskamer te Keulen heeft de gemeen teraadsleden uitgenoodigd, om een gemeenschap pelijke reis door alle Neder-Rijnsche en Neder landsche havens tot Antwerpen te inaken, ten einde de verschillende havenwerken aldaar te be- studeeren. Ook zullen meerdere commissarissen van het ministerie van openbare weiken Duitschland aan deze reis deelnemen. m Douwes Dekker. Blijkens ter bevoegde plaatse ingewonnen in lichtingen mocht Douwes Dekker na zijn inter naat naar een aangewezen plaats, vrijelijk Indië verlaten. De overheid was niet bevoegd hem dit te beletten. Iets anders is t echter wanneer hij Weer in Indië mocht terugkeeren. Dan zou hij .schuldig zijn aan rupture de ban, een mis drijf. dat met gevangenisstraf kan gestraft wor- oen. Professor van Swaajj. Hoewel v prof. van Swaaij, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, die in de jongste zomerzitting van de Staten van Zuid-Holland be noemd is tot lid van Ged. Staten, zijn benoeming heeft aangenomen, heeft hij die betrekking tot dusver niet aanvaard en derhalve nog geen ver- I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 5