Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. barakken gebouwd, waarvan de kosten ongeveer f 600 000 bedragen. De koning van Bulgarije heeft een besluit getéekend, waarbij generaal Radko Dimitriëf tot Bulgaarsch gezant te St. Petersburg wordt be noemd. Twee nieuwe Staatsraden. De «Nieuwe Courant" schrijft De Raad van State is gisteren weer voltallig geworden door de benoeming van twee leden in de plaatsen, opengevallen door het overlijden van mr. Asser en het optreden van mr. C o r t van der Linden als minister van Binnen- landsche Zaken. De twee uitnemende juristen die den Raad ontvielen, zijn aldus door twee uitnemende ju risten vervangen. Het internationaal privaatrecht, wijlen A s t e r's glorie, zal er door beiden ver tegenwoordigd wordenin dien tak van weten schap, benevens in het handelsrecht en zeerecht, prof. D. J o s e p h u s J i 11 a, die aan de Amster- damsche universiteit Asser heeft opgevolgd, maar ook door door mr. Th. Heemskerk, die (meenen wij) aan de werkzaamheden der Staats- werkzaamheden der Staatscommissie voor de codi ficatie van het internationaal privaatrecht vóór zijn ministerschap deel heett genomen. De leegte, die Asser als kenner van het volkenrecht en als bijzonder adviseur in de zaken onzer buiten- landsche politiek achterlaat, zal bezwaarlijk aan te vullen zijn: Het politieke element in den Raad van State, door het scheiden van den nieuwe kabinets formateur eenigszins verzwakt, wordt aange vuld door de benoeming van diens voorgan ger als zoodanig, mr. Th. Heemskerk. Hun richting is zeer verschillend en in zoo verre mag deze eerste belangrijke benoemings daad ven het ministerie als een teeken wor den aangemerkt, dat het van bevoorrechting van geestverwanten of uitsluiting van niet-geestver- wanten afkeerig is. Een rijke parlementaire ervaring en een in de praktijk verkregen kennis van den arbeid der verschillende departementen benevens het algemeene inzicht in staatszaken dat een langdurig leiderschap van den ministerraad geett, zijn het deel van den afgetreden «premier" en geven aan zijn meening over zaken van wet geving minstens aanspraak op diens invloed, welke aan de adviezen van den Raad van State pleegt te worden toegekend. Uit het feit dat mr. Heemskerk voor een benoeming tot Staatsraad in aanmerking heef wenschen te komen, mag zeker niet worden afge leid, dat hij zich van het terrein der practische politiek voorgoed terugtrektwèl dat hij voor- loopig daarin geen rol wenscht te spelen en in elk geval voorhands te blijven «extra-parlemen tair". Als leider der antirevolutionnaire partij, hetzij in, hetzij buiten de Kamer, zal men hem blijkbaar "in de door de jongste verkiezingen ge schapen omstandigheden niet.zien optreden. Een vryo Zaterdagmiddag. Het bestuur van het Ned. Werkliedenverbond Patrimonium heeft de besturen der Prot. Chr. en R.-K. Werkliedenorganisaties en Vakbonden in Nederland uitgenoodigd, zich te doen vertegen woordigen op een vergadering op Zaterdag 20 dezer te Utrecht, ten einde te bespreken, welke middeien ter bevordering van den vrijen Zater dagmiddag ter hand genomen kunnen worden. (N. R. Ct.) Invoering der Ziektewet. Naar de «Nieuwe Courant" uit goede bron ver neemt, is een ongewijzigde invoering der Ziekte wet van deze Regeering niet te verwachten. De onal'hankelijkheidsfeesten te Amsterdam. Het Koninklijk Bezoek aan de Hoofdstad. Vijfde dag. Oeze Amsterdamsche Correspondent meldt: Hedenmorgen werd reeds vroegtijdig om kwart over negenen, door de Koninklijke Familie uitge reden tot het brengen van een bezoek aan de Int. Graphiscbe Tentoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt. De Vorstelijke Gasten werden aldaar verwel komd door den voorzitter den heer B. C. E. Zwart, die zijn medebestuursleden aan H. M. de Ko ningin en Z. K. H. Prins Hendrik voorstelde. Vervolgens werd door de verschillende zalen een rondwandeling gemaakt,- waarbij verschillende standen werden bezichtigd. Ongeveer een uur werd op de Grafische ten toonstelling vertoefd, waarna tegen ongeveer half elf het Paleis voor Volksvlijt verlaten werd, om zich te begeven naar het Hoofdbureau van Politie, op den O.Z. Achterburgwal. Het Hooge gezelschap werd aldaar door den Hoofdcommissaris van Politie den heer H. S. Hon- dijk rondgeleid. Verschillende lokaliteiten en ka mers werden door de Koningin en den Prins met belangstelling bezichtigd. Tijdens het Vorstelijk bezoek werden door het muziekkorps van politieagenten dat op de binnen plaats van het politiebureau was opgesteld, eenige muzieknummers ten gehoore gebracht. Het Koninklijk Echtpaar betuigde na afloop van het bezoek Hun ingenomenheid met het geziene. Het bezoek aan het Hoofdbureau van politie duurde ongeveer een half uur, Om kwart over elven werd het Bureau verlaten, om tegen half twaalf op het Paleis terug te keeren. Op dezen rijtoer werden de Koningin en de Prins langs den geheelen weg luide toegejuicht. Vooral de Dam was wederom, evenals vorige jaren het middelpunt van schier ongekende drukte. De Koningin-Moeder bracht hedenmorgen een bezoek aan de keuze-tentoonstelling der Maat schappij »Arti et Amicitiae" op het Rokin. Even als eergisteren bij het bezoek van Haar Koninklijke Kinderen waren ook thans de bestuursleden der Maatschappij ter ontvangst der grijze Vorstin aanwezig en werden er verschillende commissie leden aan H. M. de Koningin-Moeder voorgesteld. Door een allerliefst meisje werden H. M. bloe men aangeboden. Bij de rondwandeling door de verschillende zalen gaf H. M. meermalen Hare bewondering over de geëxposeerde werkstukken te kennen. Na afloop van het bezoek aan de schilderijententoonstelling betuigde H. M. Haar ingenomenheid met het geziene en vertrok ver- velgens naar het Paleis op den Dam, waar zij omstreeks elf uur terugkeerde. De Huldebetooging op den Dam. Door een groot aantal vereenigingen, een 65-tal, is heden aan de leden van ons Vorstelijk huis een huldebetooging bereid. Deze stoet werd reeds vroegtijdig in het Frede- rik Hendrikplantsoen onder grooten toeloop van volk opgesteld Tegen ruim 10 uur marcheerde de kleurige stoet, waarin zich een flink aantal muziekkorpsen bevond, af en trok langs de Fre- derik Hendrikstraat, Hugo de Grootstraat, Nas" saukade, Rozengracht, Westermarkt, Raadhuis straat en Paleisstraat naar den Dam, waar de stoet zich tegen elf uur opstelde. In den stoet werden de vele vaandels der aan gestoten vereenigingen medegedragen. Na de opstelling op den Dam volgde ten paleize de aanbieding van het Hulde-Album aan H. M. de Koningin door het Comité dat zich voor deze huldebetooging had gevormd. Na deze plechtigheid werd door de leden der aangesloten vereenigingen onder begeleiding der muziek het Wilhelmus ten gehoore gebracht waar voor de Vorstelijke personen zich zeer dankbaar betoonden. Na dezen zang werd afgemarcheerd en naar het Sportterrein getrokken waar de stoet ontbonden werd. Het vertrek van H. M. de Koning- Moeder. Om 3.10 uur werd van middag uitgereden om H. M. Koningin-Moeder uitgeleide te doen. Ge reden werd naar het Centraalstation, alwaar de Koningin-Moeder alvorens te vertrekken, hartelijk afscheid nam van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik. Ook van de leden van het gevolg van het Vorste lijk Echtpaar en van de overige autoriteiten werd afscheid genomen. H M. de Koningin-Moeder onderhield zich staande op het bordes van Haar salonwagen, nog eenige oogenbhkken voor den trein vertrok met Haar beide kinderen. Toen de trein zich in beweging stelde, bogen alle aanwezigen voor H. M. de Koningin-Moeder ten afscheid. Na het vertrek van H. M. de Koningin-Moeder vertrokken de Koningin en de Prins van het Cen traalstation naar de Diaconesseninrichting op den op den Overtoom tot het brengen van een bezoek aan dit gesticht. Na dit bezoek werd naar het Paleis teruggekeerd. Heden-avond galavoorstelling in den Stads schouwburg. Brand Boterstraat. Hedenochtend om 81/2 uur, toen het personeel aan het schaften was, brak plotseling brand uit in den stoommolen „Afschaffer", van de N. V. „Nied. Branderij1, Gistfabriek en Distilleerderij voor heen firma's H. Jansen Co., H. C. lansen en Herman Jansen", aan de Boterstraat no. ,40. liet vuur greep zeer snel om zich heen en in een minimum tijd stond het groote gebouw aan alle kanten in lichte laaie. Groote vlammen en dikke rookwolken stegen hoog boven het bran dende pand uit. De werkman van Leeuwen waarschuwde ter stond die politie, die spoedig met den slangem- wrgen ter plaatse verscheen en het eerst watér gaf. De brandweer werd nu gealarmeerd en een talrijk bluschmateriaal kwam weldra op het ter rein van den fel woedenden brand. I11 de Boterstraat werd met vier op de water leiding geplaatste slangen water gegeven. Intusscben woedde de brand met kracht v,oort en was het vooral aan de zijlde van de Sc hie dat het groote gebouw stuk voor stuk een prooi werd van het allesverslinden.de element. Under oorverdovend lawaai stortten groote stuk ken muur, Let dak, en een deel van den elevator omlaag, waardoor groote steenklompen in de Schie terecht kwamen. De rijdenae stoomspuit, de auto-Spuit en de drijvende stoomspuit „Mentor" verschenen ach tereenvolgens op de Schie. Daar werden de twéé rijdende stoomspuiten in werking; gesteld, teirwijl de „Mentesr" in reserve bleef. Uit drie straalpijpen werd nu van de Schie af ieeri enorme hoeveelheid water in den vuur poel geworpen. Door bet energiek optreden van den comman dant der brandweer, den heer Chr. Krijger, ge lukte het den brand spoedig .onder den knie te krijgen en verdere uitbreiding te voorkomen. Door bewoners der Boterstraat en voorbijgan gers werd tijdens den brand de inboedel van den bewoner van de bovenwoning; no. 38, van den Moezel, die onmiddellijk aan het brandende pand grenst, naar buiten gebracht, v. a. Moezel's in boedel was niet verzekerd. De molen „Afschaffer" is nagenoeg geheel uit gebrand. In het gedeelte aan de Boterstraat is beneden, waar o.a. de stoommachine staal en oen partij1 vaten en zakken met mangaan lagen opge stapeld, de verwoesting niet zoo groot. Sedert een viertal maanden werd de molen, die reeds een zeer geruimen tijd stil had ge staan, gebezigd voor hiet malen van bruinsteen (mangaanerts). Deze steen wordt aangevoerd uit heit buitenland en wordt na hier gemalen te zijn, aangewend in glasblazerijen, pottenbakkerijen enz. 1 In het thans verbrande- pand lag ongeveer 150 ton bruinsteen, terwijl er ook een partij1 gemalen steen ter verzending gereed stond. Naai' wijl vernemen, is de' molen met inventaris verzekerd op beurspolis door bemiddeling! van de firma Van Evk, assuradeurs f© Rotterdam. De bruinsteen was niet verzekerd. Verschillende autoriteiten, w.o. de burgemees ter, eenige wethouders en leden van den Raad, waren ,op het terrein van den brand. Zoowel op de Schi© alsi in de Boterstraat hand haafde de politie de orde en werden beide stra ten afgezet. De san den moten belendende perceelén, dé pakhuizen van de firma Ingclse Co. en de werkplaats van den heer Fontijhe beliepen geen grootei schade. De brand is vermoedelijk ontstaan in een der elevators. St. Jacobs-Gasthuis. Inzake het Bestuur van het St. Jacobs-Gasthuis komt het mij het meest gewenscht voor te bepalen »De samenstelling van het College van Regenten wordt bij voorkeur zoodanig geregeld, dat mins tens de helft van het aantal leden bestaat uit leden der arbeidende klasse." ToelichtiagWaar de verpleegden uit de ar beidende klasse worden betrokken en de klasse- genooten der verpleegden het best met hun behoeften en kleine en grootere begeerten bekend moeten geacht worden, is bovenstaande regeling m.i. en uit praktische overwegingen 't meest gewenscht, Amendement, ingediend door den heer C. J. Wouterlood, namens den heer Mr. M. J. C. M. Kavelaars. In art. 7 van het concept-reglement voor het St. Jacobs-Gasthuis den laatsten zin van het eer ste lid, welke thanss al volgt luidt»De na af trek van de begrafeniskosten overschietende som zal aan den rechthebbende worden uitbetaald" te vervangen door«De som, welke overschiet na aftrek van de door het gesticht ter voldoening aan die verplichtingen betaalde bedragen en van de betaalde begrafeniskosten (die der eventueele uitvaart hieronder begrepen) zal worden uitbetaald aan hen, die, als het gesticht niet was getreden in de rechten van den verzekerde, de rechtheb benden zouden zijn geweest". Amendement van der Meer. Als amendement op art 4 en art. 7 van het concept-reglement voor het St. Jacobs-Gasthuis te Schiedam, heb ik de eer U het volgende voor te stellen. Art. 4. Verpleeggelden. Achter het slot van dit artikel te laten volgen Wanneer echter de verpleegkosten bestreden worden, hetzij geheel of gedeeltelijk door eene instelling van Weldadigheid als bedoeld in art. 7, dan is die instelling niet meer schuldig dan tot en met den dag dat de verpleegde in het St. Jacobs-Gasthuis is verpleegd geworden. Het te veel betaalde wordt dan gerestitueerd. Art. 7. Bezittingenderverpleegden. Achter het slot van de eerste alinea te laten volgen Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepas sing wanneer de kosten van verpleging, hetzij geheel of gedeeltelijk gedragen worden door eene erkende instelling van welda digheid in de gemeente Schiedam, dieindenArmenraad vertegenwoor digd is, mits zij tegenover Regenten van het St. Jacobs-Gasthuis een verklaring aflegt, dat zij voor de begrafenis zal zorg dragen. Art. 7 in de tweede alinea, 2de regel te veran deren «moeten" en daarvoor te lezen »kunnenr'. Art. 7 de derde alinea kan dan vervallen. Regenten hebben daarop het volgende schrijven gezonden Bij Uw missive, d.d. 19 Augustus jl., afd. A. No. 52, D'5 werden door U in onze handen ge steld «ten fine van advies" de bij den Raad inge diende amendementen op het door ons ingezonden Concept-Reglement voor het St. Jacobs-Gasthuis. In onze vergadering met de Regentessen, gehou den den 22sten Augustus jl., hebben wij deze amendementen besproken en zoo hebben wij de eer U hierbij onze eenstemmige meening te dezer zake mede te deelen. lo. Amendement—De Bruin. Het spijt ons dat wij dit amendement niet kunnen overnemen; waar het voorschrijft dat «bij voorkeur minstens de helft van het aantal Meden bestaat uit leden der arbeidende klasse" be doeld zal wel zijn arbeidersklasse zijn wij van meening dat bij aanneming van dit amendement de rechten van den Raad worden verkort. De Raad heeft de benoeming van Regenten en Re gentessen over deze zwijgt het amendement, maar het zal wel de bedoeling van den heer De Bruin zijn dat de door hem voorgestelde samen stelling zich ook uitstrekke tot het College van Regentessen in handen de Raad moet uitma ken welke burgers en burgeressen Hij voor zitting jn genoemd College het meest geschikt acht. Dit recht wenschen wij den Raad onverkort te laten behouden. Verder komen wij op tegen de gedachte, die de grondslag is van het amendement met zijn toelichting, dat het nl. voor de billijke beoordee ling «van de behoeften en kleinere en grootere begeerten der verpleegden" bepaald noodig is dat de beoordeelaars behooren tot de zelfde klasse als de verpleegden. Wij zijn overtuigd dat de verzorging en verpleging, zooals die tegenwoordig in het Gesticht geschieden, aan billijke eischen volkomen beantwoorden en voegen hier ten over vloede aan toe, dat verstandige raadgevingen en doelmatige opmerkingen bij ons steeds een open oor vinden en zullen vinden. Maar wat de hoofd zaak is, wij zijn van meening, dat in zake ver zorging van armen en gebrekkigen niet alles enkel hangt aan den maatschappelijken stand der ver zorgers, maar dat het meer aankomt op eerlijke toewijding aan de verpleging van hen, die om opname in een gesticht vragen en op het liefdevol streven om hun ouden dag te vrijwaren voor zorg en hun laatste levensjaren op te vroolijken op bereikbare wijze. En wij weigeren volstrekt aan te nemen dat genoemde karaktereigenschappen in hoogere mate té vinden zullen zijn onder de ar beidersklasse dan onder hen, waaruit regenten en regentessen tot nog toe werden verkozen. 2o. AmendementMr. Kavelaars. Tevenover dit amendement, dat een toevoeging bevat en een poging tot wegneming van moge lijke misvatting, staan wij geheel anders. De toe voeging der woorden«die der eventueele uit vaart hieronder begrepen," komt ons voor een verbetaring te zijn en wij hebben geen bezwaar deze in onze redactie op te nemen. Het verdere gedeelte van het amendement bedoelt, onzes in ziens, duidelijk te doen uitkomen dat onder het woord «rechthebbende" niet te verstaan is het Gesticht, maar| de familieleden-erfgenamen. Dit laatste is ook onze meening en wij veroorloven ons er op te wijzen, dat wij het Gesticht niet laten optreden als den rechthebbende, aan wien na het overlijden van den verzekerde het be doelde overschot zou moeten komen, maar het enkel en alleen laten treden in de rechten en verplichtingen van den verzekerde inzake ds ver zekering dus alleen tegenover de verzekering- maatschappij. Wanneer dus in onze redactie de woorden «aan den rechthebbende" worden ver vangen door «wettige ergenamen" of iets derge lijks, zal, dunkt ons, iedere aanleiding tot mis vatting opgeheven zijn en onze redactie het in kortheid van uitdrukking winnen van het amen- doment. Daar echter het amendement hetzelfde bedoelt als wat wij wenschelijk achten, bestaat er tegen overneming hiervan bij ons geen over wegend bezwaar. 3o. Amendementen Van der Meer. Tegen het amendement op Art. 4 hebben wij geen bezwaar en nemen het gaarne over. Wij kunnen dit echter niet doen met de amende menten op Art. 7. Om met de beide laatste te beginnen, het komt herhaaldelijk voor dat ver pleegden, buiten ons weten, de vrije beschikking hebben over kleinere of grootere geldsommen, die die door hen naar eigen goedvinden worden uit gegeven Dit zou nu heelemaal niet erg zijn als ons niet herhaalde malen was gebleken dat de wijze, waarop deze sommen worden besteed, een zeer storenden invloed heeft op den geregelden gang van zaken in het Gesticht en gewoonlijk aanleiding geeft tot ontevredenheid, naijver en ruzie, zelfs tot nog ergere dingen. Het komt ons voor dat er van deze sommen niet anders een nuttig gebruik kan worden gemaakt, dan wanneer zij door den «Vader," onder toezicht van regen ten, worden beheerd op dezelfde wijze als de spaar penningen der kinderen immers, ouden van dagen doen in menig opzicht aan kinderen den ken onder toezicht staan der ouders. Wij wenschen dus in art. 7, tweede alinna, het woord «moeten" te behouden en in verband hiermede ook de derde alinea. Waarom verder het in de eerste alinea van art. 7 voorgestelde toepasselijk zou moeten zijn, indien een instelling van weldadigheid geheel of gedeel telijk de kosten der verpleging draagt, is ons niet duidelijk. Wij stellen een maatregel voor, die orde en regelmaat en rust in het Gesticht beoogt en blijkens onze ervaring, in het belang is van den verpleegde zelf, die aan onze zorg is toever trouwd en voor wien wij de zorg gaarne op ons nemen. Worden wy in staat geacht dezen plicht te vervullen, dan wenschen wy ook baas te zijn in eigen huis en niet te staan onder curatueele van welke instelling dan ook. De waardeering van deze instellingen zelf, staat hier natuurlijk geheel buiten. Op grond van deze overweging kunnen we dus ook dit amendement niet 0 vernem en Annexatie Schiedam—Botterdam. Het volgende bericht wordt ons ter plaatsing toegezonden Door de heeren N. Conijn, A. (Jool Mzn., J. W.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 2