Stads- en (xewestelijk Nieuws.
Gemengd Nieuws.
den heer Koorengevei gegaan. De heer Koren
gevel is daar later achter gekomen en heeft toen
bedankt, omdat hij inzag, dat men toch te eeni-
ger tijd van zijn diensten geen gebruik zou ma
ken, indien men een ander geschikt persoon zou
hebben gevonden. Om alleen goed te zijn voor
het geval dat men niemand anders kan krijgen
en hem later weer te passeeren, daarin had
de heer Koorengevel geen zin.
Volgens de verordening moeten er op de voor
dracht twee personen staan. Spr. vraagt de voor
dracht terug te zenden en die met een tweetal
opnieuw in te dienen. Hij zou het billijk vinden
als de heer Koorengevel een vaste aanstelling
kreeg.
Ten slotte vraagt spr. wat er van waar is, dat
aan onderwijzers buiten de stad de betrekking
tegen hooger honorarium en reis- en verblijf
kosten is aangeboden.
De heer G o s 1 i n g a, weth. van onderwijs,
antwoordt, dat toen de onderwijzer van Waart
van hier is vertrokken, hij een lijst heeft laten
circuleeren onder de onderwijzers, waarop zij die
in aanmerking wilden komen voor een benoeming
bij het herhalingsonderwijs hun handteekening
konden zetten. Verschillende personen hebben
daarop geteekend, doch de heer Koorengevel niet.
Ook verleden jaar heeft de heer Koorengevel op
de lijst niet geteekend. Daar niemand zich voor
sljöyd had aangemeld, werd een oproeping in de
bladen geplaast, eveneens zonder resultaat. Toen
de heer Koorengevel zich desgevraagd bereid
verklaarde een benoeming te aanvaarden, werd
hij op de voordracht geplaatst en benoemd. De
heer Koorengevel heeft wel een briefje gestuurd
dat hij zich terugtrok maar niet aan B. en W.
doch aan het hoofd. Koorengevel heeft zich over
niemand te beklagen, daar er, behoudens eenige
oude krachten, geen personeel voor vast bij het
herhalingsonderwijs is benoemd. De cursus is
thans begonnen en er is geen reden tot uitstel
der benoeming van een onderwijzer. Wat de
voordracht van twee betreft, merkt spr. op, dat
als er slechts één sollicitant is, men er kwalijk twee
op de voordracht kan plaatsen, De persoon die
benoemd wordt, krijgt het salaris overeenkomstig
de verordening.
De heer Van den Hoek herhaalt zijn
betoog en blijft aandringen op aanvulling der
voordracht met een tweeden candidaat.
De Voorzitter merkt op dat er bij het
herhalingsonderwijs altijd tijdelijk personeel wordt
benoemd, ook reeds in de dagen toen hij wethou
der was.
De heer G o s 1 i n g a bespreekt nog de opmer
king van den heer v. d. Hoek, volgens welke
de wethouder eerst van Galen Last op het stadhuis
had ontboden om hem voor een benoeming in aan
merking te laten komen en wanneer zulks ging
dan den heer Korengevel te passeeren.
De heer G o s 1 i n g a ontzegt den heer v. d. Hoek
het recht om mee te deelen wat hij met den
heer v. Galen heeft besproken en de reden waar
om dezen is ontboden. De heer v. d. Hoek is
immers daarbij niet tegenwoordig geweest en kan
dus niet weten wat daar gezegd is.
Het is een dwaasheid te verlangen dat de Raad
de voordracht zal terugzenden om den heer Koren
gevel daarop te doen plaatsen, die zelf bedankt heeft.
De Voorzitter vraagt den heer v. d. Hoek of
hij nog een voorstel doet om de voordracht terug
te zenden.
De heer v. d. Hoek antwoordt ontkennend.
Alsnu wordt tot stemming overgegaan en de
heer J. L. Dortman benoemd.
Broodgewicht.
3. Beslissing over het voorstel- Houtman om
Burgemeester en Wethouders uit te noodigen een
ontwerp-verordening betreffende het gewicht van
brood in te dienen.
In de vorige vergadering staakten over dit
voorstel de stemmen (10 tegen 10).
De heer Van der Zee vraagt het woord.
De Voorzitter zegt, dat 't niet de ge
woonte is over dergelijke voorstellen die reeds be
sproken zijn, weer 't woord te voeren. Wil de Raad
't echter toestaan, dan is voorz. bereid het woord
te geven.
De heer Van der Zee zegt, dat 't hem
wel spijt
Het voorstel wordt verworpen met 147
stemmen.
Voor stemmen de heeren Dinkelaar, Van Wes
tendorp, Van der Zee, Houtman, De Bruin, Van
den Hoek en Koopmans.
De heer Van der Schalk komt ter vergadering.
De heer R i s zegt, dat hij nu terugkomt op
het voorstel, een Raadscommissie van voor- en
tegenstanders te doen benoemen. Een dergelijke
Raadscommissie zou dan kunnen uitmaken of 't
gewenscht was eene verordening als hier bedoeld
in het leven te roepen.
De Voorzitter vraagt of dit voorstel on
dersteund wordt.
De heeren Koopmans en De Bruin ondersteunen
dat voorstel.
De heer Van der Zee acht wat de heer
Ris voorgesteld heeft, niet in het belang van de
zaakzelve. Hij merkt op dat de bakkerspatroons
in hun advies alleen hebben verklaard wat zij
niet konden geven, laten zij nu verklaren wat
zij wel geven kunnen. Laten de bakkers zelf
beslissen, dan zal er een commissie worden in het
leven geroepen die doel treft. Eene commissie
van advies moet hier uitspraak doen anders zal
men niets bereiken.
De heer R i s zegt, dat 't door den heer Van
der Zee opgemerkte van toepassing zou zijn, wan
neer B. en W. als bedoeld, waren uitgenoodigd
maar wanneer een Raadscommissie wordt be
noemd, zal die werkelijk wel het oor te luisteren
leggen bij de vakmenschen. Men moet eerst het
voor en tegen hebben gehoorddaarna kan men
zijn eigen gedachten laten gaan.
De heer Van der Zee ziet niet in dat het
doel langs den weg door den heer Ris beoogd,
zal worden bereikt.
De Voorzitter meent, dat de gedachte van
den heer Van den Zee tegenovergesteld is aan
die van den heer Ris.
De heer De Bruin zegt, dat hij wel het
voorstelRis heeft ondersteund, maar hij meent,
dat 't niet noodig is daarvoor eerst te stemmen.
Wat daarin bedoeld wordt, is een uitgemaakte
zaak. In de vorige zitting heeft de meerderheid
het preadvies van B. en W. verworpen dat is
eene principieele beslissing omtrent het gewicht
van het brood. Wel hebben na dien tijd belang
hebbenden zich doen gelden: maar totnogtoe ziet
spr. niet in, dat de waardigheid van den Raad te
grabbel moed gegooid worden door te reageeren
op een besluit, dat nog slechts veertien daag Oud
is. Dat acht hjj een heel slechte gewoonte,
waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Spr.
wijst er op dat er meerdere verordeningeu zijn
vastgesteld zeer tegen den zin van de groote
minderheid, die toch hare ernstige overtuiging
heeftmaar dat die minderheid er niet aan ge
dacht heeft op die verschillende besluiten te rea
geeren. Zij laat de verantwoordelijkheid geheel
aan hen die de verkeerde verordening hebben
vastgesteld en wil het betrokken beginsel gelegen
heid laten zich in te werken opdat 't in de
praktijk al of niet probaat blijkt. Spr. zegt, dat
de gehouden stemming de loopende geruchten
bevestigt en houdt vol, dat het beginsel in het
voorstel omtrent een Raadscommissie neergelegd,
reeds is aangenomen. Naar zijne meening moet
men nu overgaan tot het benoemen van 3 leden
uit den Raad.
De heer Wouterlood verklaart zijn stem
te willen motiveeren. Hij zal voortaan zijn stem
uitbrengen tegen ieder voorstel omtrent het ge
wicht van het brood. Don vorigen keer heeft hij
zijn stem voor het praeadvies van B. en W. uit
gebracht, maar toen wist hij niet wat hij nu
weet. Verschillende inlichtingen hebben hem de
zaak zoo duidelijk gemaakt, dat hij overtuigd is,
eene dergelijke verordening in de praktijk onuit
voerbaar en in hooge mate onbillijk zou zijn. Wat
betreft het verwijt van reageeren op het eerst
genomen besluit, zegt spr. dat menschen die den
ken, van opinie veranderen juist omdat ze denken.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, zegt dat de
uitlatingen van den heer De Bruin alle perken te
buiten gaan, vooral waar hij getuigt, dat er geen
stemming noodig is na het uitgebrachte votum
over het preadvies, Weth. zegt, dat hij in de
vorige zitting reeds betoogd heeft, dat eene der
gelijke verordening door de voorstanders daarvan
moet ontworpen worden en de heer Koopmans
heeft zich daartoe bereid verklaard. Weth. betoogt
verder dat in een dergelijk geval steeds een
initiatief-voorstel wordt verwacht en 't in andere
gemeenten ook zoo geschiedt. De meest aange
wezen weg is dus dat van de voorstanders een voor
stel komt en dan daarover gestemd wordt.
De heer Koopmans zegt, dat een verordening
op het broodgewicht o.a. te Maastricht bestaat.
Dat is dus niet in eene kleine gemeente, maar
eene gemeente van 34000 zielen, zooals de onze,
eveneens een groot arbeiderscentrum, waar de
verordening gedurende 7 a 8 jaar uitstekend
werkt ten dienste der arbeiders. Spr. raadt dus
het voorstelRis inzake het instellen van eene
Raadscommissie aan te nemen. Hij zou met veel
genoegen in die commissie zitting hebben.
De heer R i s zegt, dat nu het preadvies van
B. en W. is afgestemd en over het voorstel
Houtman is beslist, de heer Wouterlood bekeerd
blijkt. Hij vindt dat wel een beetje te vroeg. Z. i.
had de heer Wouterlood met die bekeering moeten
wachten, tot dat hij het werk dier commissie zag.
Daarom roept hij hem en alle andere tegenstan
ders toe: geeft eerst aan eene commissie de
gelegenheid hare meening uit te spreken.
De heer Houtman verklaart, dat het meeste
wat hij te zeggen had reeds door den heer Ris
is gezegd. Het betoog van den heer De Bruin kan
hij gedeeltelijk onderschrijven. Hij zou 't ook zeer
beireuren, dat de Raad na veertien daag geheel
op zijn besluit reageerde. Ook hij meent, dat zij
die van opinie veranderden, te vroeg hebben be
slist door nu reeds hun conclusie te trekken.
De heer Ris zegt, dat de bedoelde commissie
zeker haar licht zal opsteken hier en overal.
De heer De Bruin zegt, dat van links niet
is gereageerd. Steeds is de gedachte geweest óf
een voorstel van B. en W. of een onderzoek door
een Raadeommissie. Nooif is er sprake geweest
van een initiatief-voorstel. Spr. heeft zich verbaasd
over de bekeering van den heer Wouterlood. Sinds
de vorige Raadszitting heeft hij zich laten inlich
ten. Spr. is steeds de stelling toegedaan, dat geen
besluit moet genomen worden, alvorens de be
langhebbenden te hoorenmaar de belangheb
benden lieten zich in deze niet hooren zij sliepen;
zij hielden hun mond dicht tot 't te laat was.
Na de latere inlichtingen kan men ook niet ver
zekeren, dat 't niet kan de Coöperatie heeft toch
den zelfden last van de controle op het brood
gewicht als de gewone bakkers, voor wie 't dan
last, schade en te kort moet geven. Spr. zegt
verder, dat men juist moet denken op tijd; maar
men heeft 't hier al meer gezien, bijv. met het
voorstel om B. en W. uit te noodigen plannen
voor den bouw van een nieuwe ziekenhuis in te
dienen, dat men in een volgende zitting anders
denkt dan vroeger. Toen de vorige maal de stem
men staakten, heeft spr. al gezegd je zult zien
dat ze omvallen. Hij heeft 't waarlijk geraden, en
de waardigheid van den Raad wordt nu na kort
verloop te grabbel gegooid. De minderheid had
toch ook duizend reden om genomen besluiten te
doen intrekken, bijv. het colportage-verbod en de
belachelijke zedelijkheidsverordening De wet
houder, de heer Lagerwey, protesteert tegen
die uitdrukking. - De heer De Bruin ver
volgt, dat er hier zeer groote en malle dingen
gedaan zijn; maar de minderheid heeft nagelaten
daartegen te reageeren. Deze stemming geeft echter
haar het recht ook te reageeren als eens een
toevallige meerderheid harer partij dit zou toelaten.
Spr. zegt, nog hier slechts tegen dergelijke
methodes te willen waarschuwen, niet te willen
dreigen, maar als er in beginsel is beslist, moet
dat beginsel geëerbiedigd worden.
De Voorzitter, eerst betoogend dat de zede
lijkheidsverordening niet belachelijk is, zegt verder,
dat 't hier alleen spijtig is. de gegevens der
Bakkerspatroons-vereeniging zoo laat zijn inge
komen. Zij heeft verzuimd den Raad tijdig in te
lichten. Als het voorstel-Ris is aangenomen, zal
ook haar adres behandeld worden. Het voor en
tegen zal dan beiden zijn gehoord.
De heer Schreuder zegt, dat waar de heer
De Bruin betoogde, dat men in veertien daag niet
tot andere gedachten kan komeD, hij toch ook
enkele woorden wil spreken. In de vorige zitting
heeft de heer De Bruin op de vraag van den
heer Van Westendorp, hoe zwaar het brood moet
wegen geantwoord, dat het gewicht 7£ ons moet
zijn. Door den heer Dinkelaar is gezegd, dat de
pof de arbeiders noopt bet brood van 6£ ons hij
de gewone bakkers te nemen, terwijl zij aan de
Coöperatie brood van 7£ ons kunnen krijgen. Een
en ander deed zijn stem in de vorige zitting be
palen. Nadere gedachten leidden spr. er toe, eens
brood te laten halen bij de particuliere bakkers
en bij de Coöperatie. Welnu, het brood van de
Coöperatie woog schraal 6^ ons en was, op een
na, het minst in gewicht van de bedoelde broo-
den. Na deze ervaring ziet spr. in den roep der
Coöperatie om een verordening op het broodge
wicht niet anders dan reclame. Daarom zal hij
zich met hand en tand tegen een verordening als
hier bedoeld verzetten.
De heer Van der Meer heeft ook zijn ge
dachten over deze zaak laten gaan. Hij zal er niet
lang over praten, maar zijn stem motiveeren in
dien zin, dat hij tegen alle voorstellen in zake
broodgewicht zal stemmen.
De heer mr. Kavelaars vraagt, wanneer
verschillende Raadsleden zoo voor bedoelden
maatregel zijn, waarom steken zij dan niet de
hoofden bij elkaar en dienen zij een verordening
bij den Raad in. Spr. zal daar tegen stemmen.
De heer R i s zegt, dat bedoelde Raadsleden
gaarne eerst het advies van den Raad wilden
weten. Bemerken zij dat de Raad er toch beslist
tegen is, dan wijden zij geen langen tijd aan toch
vruchteloos werk.
De heer Koopmans, den heer mr.
Kavelaars hiermede beantwoord achtend, zegt
den heer Schreuder, dat als werkelijk het ver
schil in gewicht zoo groot is, de Coöperatie
dan juist met zulk een verordening de pen op den
neus moet worden gezet. Dat 't der Coöperatie
om reclame te doen zou zijn, kan hij niet
toegeven: geen instelling maakt minder reclame
dan »Door Eendracht Sterker". Als haar dan
werkelijk in zake het broodgewicht, het zwaard
boven het hoofd hangt, moet men 't maar laten
vallen
De heer Van der Zee heeft ook van ver
schillende bakkers brood betrokken het eerste
woog 74 lood, het volgende 65, dat van de Coö
peratie woog 66 en het volgende 62£. Spr. komt
daaruit tot de conclusie, dat de Coöperatie in het
gewicht van het brood te kort schiet.
De heer R i s merkt op, dat éen bakker soms
wel tien verschillende soorten brood levertals
men dan vergelijkende proeven neemt, moet men
brood van de zelfde soort nemen, dat dan het zelfde
gewicht moet hebben.
De heer Van der Zee zegt, dat de proef met
het zelfde brood genomen werd.
Het voorstel-Ris wordt verworpen met 13 9
stemmen.
Voor stemmen de heeren Houtman, De Bruin,
Van den Hoek, Koopmans, Dinkelaar, Ris, Van der
Schalk, Van Westendorp en Van der Zee.
De heer De Bruin zegt, dat nu het preadvies
van B. en W. verworpen is en het volgend voorstel
van den Raad ook. Wat nu? Hij acht een der
gelijke handeling spotten met een Raadsbe
sluit.
De Voorzitter zegt, dat de zaak in het
College zal worden overwogen.
De heer De Bruin blijft wraken, dat men
binnen veertien dagen op een besluit terugkomt.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, wijst op
het verzoek der Bakkerspatroonsvereening.
De Voorzitter zegt, dat het adres der
Coöperatie in ieder geval zal beantwoord worden;
maar de uitspraak is in alles negatief.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
verklaart zich nog voor een commissie van onder
zoek. Men kan toch in zoo een belangrijke zaak
niet in eens van opinie veranderen. Meerdere
Raadsleden hebben bezoek gehad van enkele be
langhebbenden en nu is men in eens onderstboven
geworpen. Dat acht hij belachelijk.
De heer Schreuder zegt, dat hij geen
bezoek heeft gehad.
De Voorzitter zegt, dat de zaak ia het
College zal worden besproken en dan antwoord
op het adres zal worden gegeven.
(Slot volgt).
Wearberiofat.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 8 Oct. medegedeeld door
het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt.
Hoogste barometerstand 760.1 te Seydisfjord.
Laagste barometerstand 743.9 te Portland bill.
Verwachting tot den volgenden dag: matige
tot zwakke zuidwestelijke tot zuidelijken wind,
tijdelijk opklaring, waarschijnlijk nog regenbuien,
zelfde temperatuur.
Indeeling Zeemilitie.
De lotelingen dezer gemeente van de lichting
1914 worden er aan herinnerd, dat zij die gaarne
bij de zeemilitie of der bij een korpsen of korps-
onderdeelen van het leger zouden worden inge
deeld, en hunnen wenschen daartoe niet bij den
keuringsraad hebben kenbaar gemaakt, zich daar
voor nog kunnen aanmelden aan de afd. militie
alhier vóór Vrijdag a.s., dus uiterlijk Donderdag
9 October.
Bijzondere Feestavond.
Wij herinneren nog to dezer plaatse aan aen
bijzonderen feestavond! vanwege de afd. Schiedam
van den Ned. R. K. Volksbond morgen (Donder
dag) te geven, die uit een lieder- en voordracht
avond van den heer Emiel Hullebroeck, uit Gent,
zal bestaan.
Waar wij in een voirig nummer reeds vrij uit
voerig het verloop en het doel van dezen feest
avond hebben uiteengezet, vertrouwen wij, uat.
velen zich zullen gedrongen gevoelen van deze
welkome gelegenheid gebruik te maken. Niet al
leen zullen allen bij de voordrachten en lied er-n
van den populairen Vlaamsehen. kampioen naar
hartelust genieten, maar aan een goed werk zal
nrctus den steun worden vedeend die 't alleszins
verdient.
Van bevoiegde zijde daartoe aange
zocht vermelden :wij, dat het bericht omtrent
de aanbesteding van het stucadoorswerk voor de
te bouwen school aan de Huysmanssfcraat, niet
juist was. Er heeft geen onderhandsc'he aanbeste
ding plaats gehad; althans het werk is nog niet
aan de firma Gebr. Rozestratcn opgedragen.
Giste r-m iddag half vijf wierp een
11-jarige jongen in de Westmolenstraat eeo
liniaaltje naar een anderen jongen, zoodat dit
terecht kwam in de drukkerij «De Toekomst" en
het gevaar dreigde, dat 'ttusschen de snelpers
zou geraken, .waardoor groote schade zou zijn
veroorzaakt.
De jongen werd gegrepen en door de politie
ernstig berispt.
Een 10-jarige jongen sloeg gister
middag 5 ure, uit baldadigheid, een meisje in de
Overschiesehe straat een schaaltje met boter uit
de hand. waardoor dit brak en de inhoud op de
straat terecht kwam.
Dé baldadige jongen werd gegrepen, aan de
politie overgegeven en later aan de ouders afge
leverd.
Van de Werf Gusto, v/h Firma A. F.
Smulders, te Schiedam, werd heden met goed
gevolg te water gelaten de stalen romp van een
20-tens drijvende draaikraan in aanbouwt voor
eene buitenlandsohe 'regeering.
De romp is 20 M. lang, lli/2 M. breed, 3,25 M.
hoi.
:De kraan zal een hijschvermogen hebben van
20-tons met eene hijschsnelbeid van 10 M. per
minuut. i i
De liijschhQogfcq bedraagt 18 M. hoven de water-
lijm. De uitlading buiten boord is ong. 7 M.,
gemeten zqowiel van de langszijde van het schip,
als van den voorwand.
Op het platform der kraan bevindt zich een
venrjidbaue ballastbak, waardoor de ponton ook
gedurende het hijsehen in evenwicht wordt ge
houden. i
De bediening] der kiaanbewegingen heeft plaats
in een bestuurdershuisje, waaronder zich het lier-
werk met de stoommachine bevindt.
De stoom hiervoor wordt geleverd door een
scheepsketel met 8-Atm. stoomdruk.
Hoogwater te Schiedam: Donderdag
9 Oct.v.m. .43 n.m.
De Armenraad zal Zaterda g-m i d-
dag weder ten stadhuize vergaderen.
UIT ROTTERDAM.
Maandagavond half zeven werd per rader
brancard der firma Wilton naar het ziekenhuis
vervoerd, de 39-jarige seheepsklinker Jacobus
Koutstaal, wonende Frans Bekkerstraat 33a, te
Rotterdam, die tijdens werkzaamheden aan boord
van het aan de werf van Wilton liggend s.s.
«Armando", van het schip op een langszij liggende
ketelpoort was gevallen en daarbij ernstige in
wendige kneuzingeu, benevens een schedelbreuk
bekomen had. Omstreeks 2 uur gisternacht over
leed de ongelukkige aan de gevolgen. Hij laat een
weduwe en 6 kinderen achter.
Geverfdeaardbeziën-jam. Het «Maand
blad tegen de Vervalschingen", onder redactie
van dr. Van Hamel Roos en Harmens schrijft:
Wij hadden gelegenheid dezer dagen een
monster »aardbeziën-jam" te onderzoeken, door
hetwelk, volgens het zeggen van den gebruiker,
zijn geheele familie «rood geverfd" was geworden.
Het bleek ons dat inderdaad deze jam, van Ne-
derlandsche afkomst, zoodanig met aniline-kleur-
stof beladen was dat de geringste hoeveelheid er
van voldoende was om de huid intensief rood te
kleuren. De vraag werd ons hierbij gesteldis
deze jam als vervalscht te beschouwen? Wij
achten de kwestie uit het oogpunt der volksge
zondheid belangrijk genoeg, om op deze vraag
eenigzins nader in te gaan.
Wij hebben vroeger eens aan hen, die absoluut
een sterke kleuring van voedingsmiddelen, zij
het ook ten koste van hun gezondheid eischen,
schertsenderwijze den raad gegeven... liever ge
kleurde brillenglazen te nemen.
In het algemeen kan niet gezegd worden, dat,
indien een onschadelijke (en wel speciaal een
plantaardige) kleurstof, in zeer geringe mate
aan een overigens deugdelijk genot- of voedings
middel toegevoegd wordt, om dit meer oogelijk
te maken, opzettelijke vervalschiDg plaats heeft
gehad. Men zoude dan immers b.v. alle azijn- en
cognacsoorten, die steeds gekleurd worden, uit
den handel moeten weren. De zaak verandert
evenwel geheel, indien de toevoeging van kleur-
stofien in zoodanige mate geschiedt, dat daardoor
jn eenig opzicht nadeel voor den verbruiker
voortvloeit. En dit nu was zonder twijfel het
geval bij de door ons onderzochte waar. De kans
bestaat immers, dat, indien de fabrikant het
noodig oordeelt, een zoo sterke kleuring aan te
wenden, daardoor allicht bij vruchten minder
wenschelijke eigenschappen (begin van bederf,
enz.) bedekt moeten worden. Behalve het on
aangename van de zeer moeilijk van de huid
verwijdetbare kleurstof, is het buitendien zeer
de vraag of aniline in een dergelijke betrekkelijk
groote hoeveelheid niet schadelijk zal kunnen
werken, vooral bij kinderen, of ook bij volwas
senen, indien b.v. de huid eenigszins beschadigd
is door kleine verwondingen, enz. Het is der-
o. i. wenschelijk dergelijke met teerkleurstoffen
bedeelde artikelen, die de huid bljjvend kleuren,
uit den handel te weren, en dergelijke leverantiën
onvoorwaardelijk te weigeren.