Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Ingezonden.
Gemeenteraad.
Gemengd Kieuw*.
Minister Bosboom en de aanstaande
pensionneeringen.
Men schrijft aan de »Tel." van welingelichte
zijde
In militaire kringen wekt het optreden van
den nieuwen minister van Oorlog groote ver
bazing, vermengd met ergenis. De nieuwe titu
laris toch heeft de generaals Tonnet, Bruce,
Kleinhens en Fabius, respectievelijk comman
danten van de 2e en 3e divisie, der nieuwe
Hollandsche Waterlinie en stelling van Amster
dam, voorgeschreven, dat zij met 1 November den
dienst met pensioen moeten verlaten.
Dit optreden is te meer bevreemdend, daar al
deze opperofficieren een. zeer goeden naam hebben,
en dat hun ontslag geschied is zonder medeweten
of goedkeuring van den chef' van den staf, gene
raal Snijders, en de twee eerste bovendien pas
ervaringen als divisie-commandant bij de manoeu
vres hebben opgedaan.
Men meent dan ook, dat het minister Bosboom
vooral te doen is geweest om generaal Snijders
te dwarsboomen.
De minister, hoewel geen onbekwaam officier,
heeft de, vooral voor een hoofdofficier, lastige
eigenschap, geen meening naast de zijne te kunnen
dulden. Zijn bijnaam is daarom ook »je sais tout".
Hoe het zij, kolonel Bosboom, destijds comman
dant der veldartillerie in Den Haag, werd door
generaal Snijders niet benoemd tot sous-chef van
den generalen staf, waarover hij zich zoo gebelgd
toonde, dat hij onmiddellijk zijn ontslag nam.
Van toen af probeerde hij opvolger van minister
Colijn te worden. Nauwelijks was hem dit dan
ook gelukt, of de gepensiouneerde kolonel Bosboom
liet zich door den ministerraad tot generaal be
noemen en stuurde den bovengenoemden gene
raals hun ontslag thuis. Ook kolonel De Vries,
commandant der Vile infanterie-brigade, wien
door minister Colijn,dus indirect door generaal
Snijders, een generaalsplaats beloofd was. Deze
laatste heeft zich echter, gebelgd over het on
hebbelijke optreden slechts drie weken te
voren kreeg hij bericht van zijn ontslag, niet,
zooals de anderen, gehaast om pensioen te vragen,
maar zich met een request tot de Koningin
gewend.
Over het heengaan van generaal Fabius is
reeds veel te doen geweest. Inderdaad was er
scherpe critiek op de manoeuvres geleverd, maar
in een vergadering van opper- en hoofdofficieren
heeft generaal Fabius zich schitterend kunnen
rehabiliteeren, en kunnen aantoonen, hoe de ge
maakte fouten zijn schuld niet waren. Er is
dan ook voor't ontslag van den stelling-comrnan-
dant, die nog zeer jong is en een goeden naam
als militair heeft, geen andere uiterlijke oorzaak,
dan zijne goede verstandhouding met minister
Colijn en generaal Snijders.
Men beweert echter, dat de politieke meening
van generaal Fabius, die zeer vooruitstrevend is,
hem bij den minister, die bekend staat als zeer
conservatief, verdacht heeft gemaakt.
Een interpellatie in de Tweede Kamer over
deze Nederlandsche Faurey-zaak zal dan ook wel
niet uitblijven.
Max Havelaar.
Door den heer De Koek, oud-lid van de Reken
kamer in Indië, is aan den Minister van Koloniën
een schrijven gericht, waarin hij betoogt, dat in
de Max Havelaar een onverdiende blaam gewor
pen wordt op de Hollandsche ambtenaren, om
welke reden hij verzoekt geen steun te verleenen
aan het Max Havelaarfonds, hoe sympathiek het
doel van dit fonds ook moge zijn.
TWearfeOTieav
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
ia den morgen van 23 Oct. medegedeeld door
hit Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt.
Hoogste barometerstand 769.5 te Horta.
Laagste barometerstand 749.4 te Haparanda.
Verwachting tot den volgenden dag: zwakke tot
matigen veranderlijken, later noordelijke tot wes
telijken wind, gedeeltelijk bewolkt, weinig of geen
regen, zelfde temperatuur.
Aanbesteding.
Heden-middag werd door B. en W. dezer ge
meente ten Raadhuize in het openbaar bij in
schrijving aanbesteed. Het bouwen van een kan
toorgebouw op het terrein van de Gasfabriek aan
de Dwarsstraat.
Ingekomen waren 11 biljetten en wel van: 1
vrije keuze, 2 met gebruik Schied. werklieden
J. de Kloe, Schiedam, 1 f 11780 F. Bijl, Kethel,
1 f12615; Th. W. H. Polman, Rotterdam, 1
f12875; Slavenburg en Scheurkogel, Schiedam,
2 f 13442E. Wienhoven, Utrecht, 1 14061 P.
Aleman, Schiedam, 2 f'14120; fa. Walterbeek
van Dorp, Rotterdam, 2 f14863; v. d. Pluijm
van Gielen, Rotterdam, 1 f14718; N. V. Tech
Handels Bureau sPhoenix" 1 f14800; L. C. J.
Vellekoop, Den Haag, 1 f15148, 2 f14888 A.
van den Doel, Sommelsdijk, 1 f16295.
De gunning werd nog aangehouden.
Giste r-a. v o n d is hier we er a a n ?;e h o u-
èen de bekende jongen uit de weesinriohting te
Neerbosch, die herhaaldelijk die inrichting ont
vlucht.
Heden-morgen is hij weer naar het ontvnichte
gesticht teruggebracht.
Bij hun besluit van 2 0 dezer is door
B. en W. dezeir gemeente, ae heer J, L van
Hoeke tijdelijk voor een jaar benoemd als on
derhavenmeester, definitief benoemd als zooda
nig.
Hoogwater te Schiedam: Vrijdag 4
Oct. 10.44 v.m.; 11.28 n.m.
Mijnheer de Redacteur,
In de laatst gehouden Raadsvergadering vroeg
het spraakzieke Raadslid, de heer E, Koopmans,
inzake het Stads-Ziekenhuis:
»Kan ook medegedeeld worden of B. en W.
homogeen waren omtrent het door hen gedane
voorstel.
En toen de heer Goslinga hem opmerkte, dat
zulk eene vraag de perken te buiten ging, ant
woordde de heer Koopmans dat de Raadsleden
toch het recht hebben om vragen te doen.
Zeker, mijnheer Koopmans, met hetzelfde recht
had U kunnen vragen, wat of de voorzitter giste
ren gegeten heeft.
De terminologie van het woordje arecht"
verstaat de heer K. blijkbaar niet.
Dat de heer Houtman, die dit wél zal verstaan,
ook met de vraag van den heer K. meeging, snap
ik niet goed.
Overigens, M. de R.. heeft het er veel van of
de heer K. zich-zelven graag hoort spreken. Daar
is geen raadsvergadering of de heer K. vraagt
bijna bij elk te behandelen punt het woord.
Zijne aanmerkingen op de notulen bijv. moeten
den indruk geven, dat hij de kaas niet van zijn
brood laten eten, doch zijn inderdaad kinderachtig
en flauw.
Kortom, M. de R., de heer K. wordt gewoonweg
vervelend, en het zou eene daad van zelfkennis
zijn, als hij zijne zelfvoldaanheid eens aflegde en
minder sprak en meer nadacht.
IJ. Z.
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Dinsdag 21 October
1913, des namiddags 2 ure.
fVervolg
Reglement Gasthuis.
Daarna komt in behandeling art 7.
De heer Van der Meer trekt het amende
ment daarop voorgesteld, in.
Vervolgens is aan de orde het amendement van
den heer mr. Kavelaars door regenten overgeno
men, bepalend dat de som welke na aftrek der
begrafeniskosten en de kosten van een eventueele
uitvaart, zal overblijven, zal gesteld worden in
handen van hen die als het gesticht niet getreden
was in de rechten, de rechthebbenden zouden zijn
geweest.
De Voorzitter zegt, dat regenten tegen
deze wijziging geen bezwaar hebben alleen zou
wellicht een kortere formule kunnen gebruikt
worden.
De heer mr. Kavelaars zegt, dat de weg
door regenten bedoeld, wel de kortste ismaar
dat hij in dit geval toch liever den langeren weg
verkiest't zijn toch niet altijd erfgenamen die
van het overblijfende profiteeren iemand kan bijv.
een verzekering sluiten, dan moet het geld uitge
keerd worden aan hem die op den polis recht
heeft, zoodat niet de erfgenamen of de weduwe
daarvan in het bezit gesteld wordt. Zelfs als erf
genamen van een polis genieten, is dat niet als
erfgenamen. Daarom heeft spr. zijne wijziging zoo
geformuleerd, met 't oog op eene mogelijkheid die
regenten blijkbaar over het hoofd hebben gezien.
Aan de rechthebbenden wordt dan uitgekeerd dat
deel waarop zij na aftrek van de begrafeniskosten
enz. aanspraak kunnen maken.
De heer R i s wijst op de mogelijkheid dat een
derde als rechthebbende op het geheele bedrag
van de polis zich voordoetbijv. iemand leent van
een ander geld, sluit een levensverzekering en
stelt de polis in de handen van zijn geldschieter.
De heer mr. Kavelaars erkent,- dat dit
geval zich kan voordoen, maar dan is 't ook niet
juist, dat de begrafeniskosten van het bedrag
worden afgetrokken.
De heer R i s betoogt, dat in dat geval aan
het bedrag bij polis verzekerd, niet kan worden
getornd.
De heer mr. Kavelaars meent, dat dit
sous entendu is te verstaan.
De wethouder, de heer Goslinga, geeft nog
eenige redactie-verbeteringen aan. Hij meent dat
ook de bepaling, de verpleegden hetgeen waarover
zij te beschikken hebben, in handen van regenten
moeten stellen, zoo moet worden geredigeerd, dat
zij dit niet alleen bij opname maar ten allen tijde
moeten doen zoodat als iemand bijv. na verloop
van een halfjaar na de opname een erfenis ten
deel valt, hij niet van die verplichting vrijgesteld
kan worden geacht.
De Voorzitter stelt in 't licht wat tot deze
bepaling aanleiding heeft gegeven 't is gebeurd
dat bleek een verpleegde f 5 per week te ver
teren had en hij er f 2 aan het gesticht afdroeg,
de resteerende f3 voor zich-zelf behoudend. Daar
tegen moeten maatregelen genomen worden,
daarom moet iemand die in het gesticht komt,
opening van zaken doen.
De wethouder, de heer Goslinga, meent dat
de betrokken bepaling alleen geldt voor het af
geven van geld of geldswaardige papieren, maar
iemand die bijv. van een familielid toezegging
heeft, dat hij f 5 per week zal krijgen, heeft geen
geld of geldswaardige papieren. Weth. vreest, dat
wij aldus bepalingen maken die of onaangenaam
zijn óf een doode letter blijven.
De Voorzitter deelt dat bezwaar niet.
De wethouder, de heer VanWestendorp,
zegt. dat het geval zich heeft voorgedaan, dat een
verpleegde het geld dat h\j had aan een
ander ter bewaring gaf, die dat later weigerde af
te geven daarom is de bepaling gemaakt dat het
geld onder toezicht van regenten moet worden
gesteld. Wat nu het geval betreft van het krijgen
van een groote erfenis, nu als dat zich voordoet,
zal de betrokken verpleegde er wel uitloopen, hoe
goed hij 't ook in het Gasthuis heeft.
De wethouder, de heer Goslinga meent toch,
dat men met dit artikel niets bereikt.
De wethouder, de heèr Van Westendorp
betoogt, dat 't toch beter is, de verpleegden het
geen zij bezitten, onder toezicht van regenten
stellen.
De wethouder, de heer Goslinga, acht toch
het bestuur van het gesticht, tot het afnemen van
bedoelde waarden, niet gerechtigd.
De Voorzitter zegt, dat regenten van het
Gasthuis, bedoelde waarden slechts in bewaring
houden.
De heer Van der Zee vraagt, of als dit ar
tikel wordt aangenomen, de verpleegde 't ook
moet afgeven als hij iets krijgt.
De Voorzitter antwoordtVolgens den
letter niet't is echter wel de bedoeling:
De heer mr. Kavelaars stelt voor, de
woorden »Bij opname" te schrappen.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
stemt daarmee in.
De Voorzitter zegt, dat regenten zich met
die wijziging vereeuigen, zoodat de verpleegden
ten allen tijde moeten afgeven wat zij krijgen.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, meent,
dat de Raad zich over het betrokken beginsel
moet uitspreken.
De Voorzitter zegt, dat 'tde bedoeling is,
regenten steeds bet geld van de verpleegden in
eigen beheer houden, en dit niet in handen van
vreemden komt.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
wijst op het gewicht van deze bepaling.
De lieer R i s verduidelijkt nog, dat 't de be
doeling is, dat alle geldelijke zaken der verpleeg
den behandeld worden door het bestuurdaardoor
wordt alle knoeierij voorkomen.
De heer Van den Hoek begrijpt dus, dat
alle gelden of geldswaardige papieren moeten
worden overgedragen aan den binnenvader, alle
gelden beheerd worden door het bestuur.
Het betrokken voorstel wordt aangenomen met
20 tegen 2 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Goslinga en Van der
Velden.
Het volgende amendement, dat van den heer
mr. Kavelaars, blijkt door regenten te zijn overge
nomen.
Het geheele gewijzigde reglement wordt daarna,
zonder hoofdelijke stemming, eenparig aangenomen.
Banken van Leening.
9. Verzoek van I. J. Levi om wijziging van
de verordening op de particuliere banken van
leening, met advies van B. en W.
Het eenige artikel te dezer zake aan de betrok
ken verordening toe te voegen, wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Schied. IJsvereeniging.
10. Verzoek van de Schiedamsche IJvereeni-
ging om kwijtschelding van pacht over 191213
ten bedragen van 1200.en om in het vervolg
de voorwaarden voor het betalen der pacht op
andere wijze te regelen, met advies van B. en W.
In hun advies stellen B. en W. voor, op het eerste
gedeelte van het verzoek afwijzend te beschikken
en voorts zoo door de vereeniging wijziging der
voorwaarden verlangd wordt, B. en W. vrijheid
te geven de regeling zoo te treffen, dat voor
iedere dag waarop de baan bruikbaar zal zijn,
betaald zal worden f 25.— tot een maximum
van f 300.
De heer Houtman zegt, waar over de vorige
punten reeds zoo lang is gediscussieerd, hier
slechts kort zijne meening te willen weergeven.
Hij verzekert, dat als het voorstel van B. en W.
te dezer zake wordt aangenomen, de Schiedam
sche Ijsbaan van de baan is. Overtuigd van de
laksheid van de Schiedammers is daar wel geen
twijfel aan De IJsvereeniging heeft 't zeer onge
lukkig ongetroffen. Verschillende jaren is er geen
ijs geweest en de kosten gaan door. Spr. zou
'tjammer vinden als de IJsvereeniging werd op
gedoekt. De gemeente zou dan toch den grond
onder water moeten zetten en gelegenheid tot
schaatsenrijden moeten geven. Als wij slechts ijs
hebben, dan is de Vereenigiug gered en komt zij
in beter doen. Daarom zou spr. nog uitstel van
executie aan de IJsvereeniging willen verleenen.
Hij verwondert er zich zeer over, dat een wet
houder, wiens bakermat in Friesland was (Gos
linga) voor het voorstel van B. en W. heeft kun
nen zijn. Hij stelt daarentegen voorAan de
IJsvereeniging de achterstallige schuld kwijt te
schelden en te bepalen, dat zij voor eiken dag dat
er ijs is, voortaan zal betalen f 25 tot een maxi
mum niet van f300 maar van f200. Spr. meent,
dat de gemeente de IJsvereeniging uit de moei
lijkheden moet helpen en haar gelegenheid moet
geven haar taak voort te zetten.
De heer Ris vraagt zich ook af. Hoe is't mo
gelijk dat een College waarin twee mannen uit
het noorden zitten, de heeren Goslinga en Van
Westendorp, een advies kan geven dat van zoo
weinig sympathie voor de IJsvereeniging getuigt.
B. en W. zeggen in hun advies dat de IJvereeni-
ging in ieder geval de achterstallige schuld moet
betalen. Daar vindt spr. werkelijk bezwaar in.
Zij willen voor de toekomst zien bepaald, dat de
IJ vereeniging zal betalen voor iederen dag dat
er ijs is. Dat acht spr. billijk, maar dan is ook
de schuld aan de gemeente als door een totnogtoe
geldende verkeerde bepaling de IJsvereeniging
niet heeft kunnen betalen. Juist daarom wil hij
haar het achterstallige kwijtschelden. In de prak
tijk is de uitkomst toch het zelfdewij krijgen 't
toch niet.
De wethouder van Financiën, de heer Lager-
w e y, verzekert, dat wij 't wèl krijgen.
De Voorzitter blijft op het aannemen van
het advies van B. en W. aandringen.
De heer R i s handhaaft zijn denkbeeld door
de oude schuld een streep te halen: de gemeente
moet toch een nationale sport bevorderen.
De heer Van der Hoek zou 't mede spijten
als de IJsvereeniging wegging. Spr. kan echter
wel zijn stem aan het voorstel van B. en W.
geven, mits daaraan verbonden wordt, dat voor
dit jaar een subsidie van f200 wordt gegeven.
De wethouder, de heer Goslinga, voorzitter
van Grootbedrijf, de verschillende sprekers be
antwoordend, merkt op, dat de betrokken grond,
door het onder water zetten toch achteruit gaat
in waarde en Grondbedrijf kan toch de sport niet
subsidieeren. Waar de vereeniging, omdat er
enkele jaren geen ijs was, door de niet-betaling
der contributie dreigde om koud te gaan, is door
het College overwogen op welke wijze zij nog
in het leven was te houden. Men meende, dat
op deze wijze te kunnen doen, dat de gemeente
de risico van het al of niet ijs hebben van de
vereeniging zau overnemen. Is er ijs, dan betaalt
de vereeniging f25 per dag. Komt er nu een
beetje winter, dan kan de vereeniging een zeer
aardige recette hebben en die f25 wel betalen;
is er geen ijs, dan heeft zij ook niet te betalen.
Wetb. meent, dat de vereeniging met die bepa
ling wel tot wat hooger maximum dan f 200 mag
worden aangeslagen. Waarom moet de gemeente
dan met f 200 naar huis worden gezonden, wnar
zij nog de risico van liet ijs hebben, draagt -
Verder weerlegt weth. wat omtrent »de menschen
uit het noorden" is opgemerkt, die moeten toch
ook het belang der gemeenze niet uit 't oog ver
liezen. Bij de misselijke houding van de leden der
IJsvereeniging moet men toch niet alles van de
gemeente willen hebben en haar tot kwijtschel
ding willen verplichten. Weth. verzekert, dat t
volstrekt niet het plan is, de IJsvereeniging te
executeeren. B. en W. willen haar niet doen
vervolgen, maar haar nog uitstel laten tot het
volgend jaarwellicht gaat 't haar dan beter en
kan zij het achterstallige dan voldoen.
De heer R i s wijst hier op gebrek aan logica-
Als men erkent dat de geldende bepaling niet
goed is en daarom de vereeniging f 25 per dag
wil laten betalen, dan moet men haar ook de
achterstallige schuld kwijtschelden.
De V o o r z i t e r wijst er op, dat Grondbedrijf
dan werkelijk de IJsvereeniging zou gaan sub
sidieeren.
De heer Ris blijft 't onlogisch achten, dat de
IJsvereeniging niet heeft te betalen als er geen
ijs is en nu toch f 200 zou hebben te voldoen.
De heer Houtman handhaaft zijue meening
dat de IJsvereeniging van de baan is, als het
voorstel van B. en W. onveranderd wordt
aangenomen, want er is niemand die een faillieten
boedel overneemt. Spr. raadt daarom het voorstel
van B. en W. aan te nemen, maar met de be
paling dat f 200 subsidie wordt gegeven voor één
jaar, dan is de bestaanskans der vereeniging veel
grooter.
De V o o r z i 11 e r wil nu eerst het voorstel
van B. en W. in stemming brengen. Als het
eerste gedeelte van dat voorstel wordt verworpen,
behoeft er geen nader voorstel te worden gedaan-
De heer Yan der Zee verwacht dan een
subsidie-voorstel van B. en W.
Nadat nog de heeren De Bruin en Hout
man hun stem hebben gemotiveerd en de wet
houder, de heer Goslinga, het standpunt van
Grondbedrijf nader heeft uiteengezet, wordt het
eerste gedeelte van het voorstel van B. en W. in
stemming gebracht.
Dat wordt aangenomen met 15 7 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Houtman, Koop
mans, Ris, Van der Zee, De Bruin, Dinkelaar
en Hoek.
De heer Houtman meent, dat nu aan de
orde is het voorstel dat de gemeente een subsidie
van f 200 voor dit jaar zal geven anders kan de
IJsvereeniging 't met bolwerken.
De heer mr. Kavelaars vraagt of 't niet
beter is, dit voorstel aan te houden tot bij de
behandeling der begrooting nu is hij er tegen.
De heer mr. von Br iel Sasse merkt op)
dat 't toch niet aangaat een subsidie te verleenen
die niet gevraagd is.
De heer Van der Hoek meent, dat die
subsidie indirect wèl is gevraagd.
De Voorzitter moet dat toegeven.
De heer R i s waarschuwt tegen reageeren op
een pas genomen besluit.
De heer De Bruin vreest een verwarde
stemming en wil daarom maar ingaan op het
denkbeeld dit voorstel aan te houden tot bij de
begrooting.
De Voorzitter brengt nu in stemming het
tweede gedeelte van het voorstel.
Dit wordt aangenomen met 19 tegen 3 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Scheffers, Schreuder
en Houtman.
De heer Van der Hoek vraagt of nu niet
in behandeling komt het voorstel f 200 subsidie
te verleenen voor één jaar.
De Voorzitter vindt 't beter daarmee te
wachten tot den volgenden keer.
De heer H o u t m a n wil 't na de beslissing om
trent het eerste gedeelte van het voorstel van B. en
W. aan het College overlaten de middelen te vin
den om de IJsvereeniging toch te laten bestaan.
De Voorzitter constateert, dat het subsidie-
voorstel wordt aangehouden.
(Slot volgt).
De kermis. De Raad van Dordrecht heelt
na eenige discussie de motie er vier A.-R -
raadsleden, uitsprekende de wenschelijkheid van
de afschaffing; der jaarmarkt oftewel kermis, ge
lijk wel te verwachten was, verworpen met 18
legen 8 stemmen.
Zakkenrollers. Op de veemarkt te Woer
den trachtten gisteren enkele zakkenrollers hun
slag te slaan. Een boer hoorde zijn portefeuille
vallen en zag een man wegloopen. Zijn vest
was opengesneden. Een drijfjacht begon, waaraan
verscheidene boeren deelnamen. Ten slotte word
de man gegrepen, na fouilleering bleek hij in
het bezit te zijn van drie porteteuilles, waarvan
uo eigenaars spoedig kwamen opaagten. Later
werden er nog twee zakkenrollers gegrepen, waar
van echter een dadelijk werd vrijgelaten.
Vechtpartij. Tijdens de kermis te Glaner-
brug ontstonden gisteren eenige vechtpartijen. Aan
de grens even op Duitsch gebied trok de Duit-
scher >L. een revolver en loste daarmede eenige
schoten op den Hollander B., die aan de hand
werd getroffen.
Even later ontving: hij een onderlinge vecht
partij een zekere S. op Hollandsch grondge
bied een steekwond in den rug. Gelukkig niet
levensgevaarlijk. Meerdere wandaden wist de
politie te voorkomen. (Zw. Ct.)
Ernstige mishandeling. Dinsdagavond
ontstond er een twist in het logement van v
Ham, in de Anna Paulownastraat te Tilburg, waar
bij v. Beek door de andere logeergasten werd
builengezet. Later werd hij in de straat buiten
bewustzijn gevonden en naar het politiebureau
vervoerü, waar dr. Brooft hem geneeskundige hulp
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
3(T" Van ingezonden stukken ook al worden ze niet
geplaatst wordt d e kopy niet teruggegeven