Zaterdag 20 Dec. '13
Telefoon no. 85.
TWEEDE BLAD.
No. 10807.
Stads- en Gekvesteiy^Nieuws
Cfamengd Nieuws.
Binnenland.
50-jarig jubileum der Staatsspoor.
%Ïh?™™e°tovrBren«»de bedden, betaalde
allervriendelijkst omving
afscheid van
Hoek van Holtod MJ Botterdom.
!ge„d «8™»"' d' gr0°'e
Oneerlijke concurrentie.
Naar de .,R. K. Middenstander" verneemt, zou
de indiening van het reeds aangekondigde vs ,.ts
ontwerp tot strafrechtelijke bestrijding van de
oneerlijke concurrentie, reeds de volgende maand
door rnr. Aalberse worden ingediend.
Local Option.
Naar de „Limburger Koerier" verneemt, heeft
de Kerkelijke overheid in het bisdom Roermond
geene aanleiding; gevonden, zich voor o
de beweging in zake Plaatselijke zeuze
laten, van oordeel zijnde dat de beslissing om
trent de hierin aan te nemen, houding nan wot uen
overgelaten aan de R. K. Drankweer-orgamsaties,
Burgemeester van Deventer.
der meest ernstige Candida,ten voor de
vacature van burgemeester
Deventer'wordt genoemd de burgemeester
Wiormerveer, jhr. Huimalda van ...^singa.
tegen
uit te
Als een
vervulling der
van
van
het
Naar wij vernemen, is dezer dagen aan
personeel der Staatsspoor, dat 25 jaren erlanger
in dienst der maatschappij is, de grat.ficatie van
30 dagen bezoldiging uitgekeerd.
Deze gratificatie met getuigschri wei
uitgereikt tot een totaal
deze bij het 50 jarig
3000 a 4000 personen
bedrag van ongeveer t 300.000.
Naar ruwe schatting zai
bestaan der «a.tsch.ppii doer
het overige in dienst zijnde pei
25 dienstjaren telt?
maatregel, voor
soneel. dat thans nog
di maatschappij in de tockcms. nog eens.»
feestgave
haar ongeveer t 500.000 kostte.
Voorwaar, respectabele cijfers.
Mgr. Vuylsteke in de Residentie.
Gisleimiddag half ee»
7 li H Mar Vuylsteke, Afvu-t dit'
Cuvaeap' ti«l.i.-«s»hdpvan Cbatnte
Mgr. nam zijn intrek bij; een famili
Pater ten Brink, pastoor van La Playa op
land Aruba,1 terwijl diens broeder, p< t
uit Rotterdam! als waarnemend secretarie funge
en Mgr. vergezelt.
kw*rt
dTmH. M. de Keningin in Parlicuhe»
audiëntie zou ontvangen wor ei
Bisschop' was gekleed m
witte toga met zwarten mantel. L
schitterde 't gouden Bisschips
prijkte de ridderorde
d van
het, ei-
Be
habijt, in
dat witte
kruis en
kleed sc
daarnaast
Dominicaner
op
ps-
van
Oranje-Nassau, ^^digde
Mgr. werd met do aan Zij K[OTlin!gin
eerbewijzen ontvangen en a,
en aan Z. K. H. den Prins voorgemeld door
graaf Dumonceau.
De audiëntie duurde ruim een kwad
Na afloop van het bezoek ten «.noten
wij de eer een onderhoud te hebben
van de
over
West-Indische
bouw, over de
Die ons
klaarde zeer ingenomen te zijn
en minzame ^vangst die Hem
van het Vorstelijk Echtpaar was bereid,
H D Majesteiten onderhielden zich met Mg
Majesteiten rm,.lfa0 en informeerden
over den toestand opl C
met levendige beto^toS
koloniën betreft: over oen
droogte, enz.
De Kerkvorst deed ons met ce
willendheid nog eenigte mededeeh^
toestand oip deze eilanden, droo°te
het rampjaar, toen dtf"' hongersnood het
landbouw was mislukt dtej0<le dat toen
geheele volk met »ndcr^ g Jroót was als
he, aaelal ge„o«
anders, dat ot bijna,Mn ,„„1 achter-
weiden en het bevolking, J -deun van
uitliep. Dankbaar herdacht W
Nederland, van H. M. de Konmgi
ringswege en van het vo namcn
Na het ontvangen van Z j
den vriendelijken Bi,schip.
over
alle
Regee
wij
(Rsh.{)
Voorl. Verslag der Eerste Ka
wet tot toevoeging van
In antwoord op het
mer over het Waterweg en het
de terreinen langs den van de gemeenten
's-Gravenzande en Naatdwijk. ^an j de^gem^^he
Rotterdam, zegt de mim
zaken in zijn memoriede minister ken
Met groote belangste g u.e„hn„winiren
nis geno
waartoe het
echter overtuigd
L belangrijke beschouwingen
genomen van de aanleiding gaf. Hij is
rtoe het wetson die zich deden
gelden, niet over wei
belangen, die door eene afwijzing van de voorge
stelde vereeniging zouden worden geschaad.
Het hoofdbezwaar tegen het ontwerp is hierin
gelegen, dat de voorgestelde bepalingen in strijd
zouden zijn met het begrip »gemeente"- en in
breuk maken op het tot dusver in de Gemeente
wet gehuldigde beginsel, dat eene gemeente een
complex van gemeenschappelijke belangen is.
Gereedelijk kan toegegeven worden, dat, indien
inderdaad tegen dat beginsel gezondigd ware, het
ontwerp weinig aanbevelenswaard zoude zijn. Maar
juist de eenheid van belangen tusschen Hoek van
Holland en Rotterdam hebben het voorstel uit
gelokt. De belangen van openbare gezondheid, van
publieke orde, van oeconomische ontwikkeling zijn
gemeene belangen van den Hoek en Rotterdam.
Het geheele leven van de inwoners van den Hoek
past zich aan bij Rotterdam, terwijl de reëele
grondslag voor de saamhoorigheid met 's-Graven
zande en Naaldwijk ontbreekt.
Wordt alzoo het beginsel der Gemeentewet,
dat de gemeente een complex van gemeenschap
pelijke belangen behoort te zijn, door het wets
ontwerp niet alleen ten volle geëerbiedigd, maar
zelfs veel beter dan door handhaving van den
actueelen toestand in toepassing gebracht, dan
kan men zich ook kwalijk over de afwijking van
deze wet beklagen, die de bijzondere geographische
gesteldheid noodzakelijk maakt.
Het is waar, dat in den regel van eene orga
nieke wet niet behoort te worden afgeweken.
Maar het begrip van organieke wet verzet er zich
niet tegen, dat in bijzondere gevallen, door die
wet niet voorzien, afwijkingen geoorloofd zijn.
Geen enkele organieke wet kan rekening houden
met alle onvoorziene omstandigheden, die ontstaan
uit de ontwikkeling van het werkelijk leven. Ware
afwijking ongeoorloofd, dan zou de organisatie,
die beoogt eenheid te brengen haar doel voorbij
gaan en eene belemmering worden voor iederen
vooruitgang. Gaarne geeft echter de minister toe,
dat deze afwijkingen uitzondering behooren te zijn.
Zouden deze uitzonderingen zich vermenigvuldigen,
dan, maar ook dan eerst, zou aan eene algemeene
herziening de voorkeur moeten worden gegeven.
Voorbeelden van afwijkingen van organieke
wetten zijn in onze wetgeving dan ook menig
vuldig. Ook ten aanzien van de Gemeentewet zijn
die afwijkingen niet onbekend. Herhaaldelijk wordt
ten behoeve van sommige gemeenten het verbod
van artikel 241 ter zijde gesteld en dat nog wel
terwijl artikel 255 alleen aan bijzondere wettem
vóór 1 Januari 1866 tot stand gekomen, die taak
oplegt.
Een antecedent zou het ontwerp slechts stellen,
wanneer zich elders dezelfde omstandigheden zou
den kunnen voordoen als waarvoor men aan den
Waterweg staat. Maar met groote waarschijnlijk
heid kan deze eventualiteit ter zijde worden ge
steld. Alleen aan het Noordzeekanaal bestaat een
toestand, die zich eenigermate laat vergelijken
met den onderhavige. Maar te recht wordt er in
het Voorloopig verslag zelf op gewezen, dat de
economische toestand van IJmuiden een zoo gansch
andere is als die van het huidige 's-Gravenzande,
dat in afzien baren tijd wel nimmer gelijksoortige
motieven voor eene vereeniging met Amsterdam
zullen pleiten.
Of de voorgestelde vereeniging op den duur
ook in het belang van Hoek van Holland zou
blijken, werd voorts door sommige leden betwij
feld. Dienaangaande zij opgemerkt, dat Rotterdam
bij den bloei van het toe te voegen deel een even
groot belang heeft als bij dien van haar tegen
woordig grondgebied. Men mag niet vergeten, dat
na de aanhechting bij Rotterdam, de Hoek een
intem'eerend deel wordt van Rotterdam en even
als ieder gemeentebestunr met de meer speciale
belangen van de verschillende onderdeelen zal
hebben rekening te houdeD. Bestaat er reeds uit
dezen hoofde voor twijfel of wel voldoende reke
ning met die belangen zal worden gehouden
weinig grond, iedere basis moet daaraan ontzin
ken door de eenvoudige herinnering, hoezeer Rot
terdam ook na vroegere annexatie's (Delfshaven,
Kralingen, Ohairlois) zich de belangen van hare
nieuwe inwoners heeft aangetrokken. Te allen
overvloede heeft het gemeentebestuur, gelijk reeds
vroeger werd medegedeeld, eene zeer spoedige
totstandkoming van verschillende alleen voor den
Hoek noodzakelijke werken in uitzicht gesteld en
het is dan ook begrijpelijk, dat in den Hoek de
vereeniging ten zeerste wordt gewenscht.
Dat eene annexatie tot het strikt noodzakelijke
beperkt moet blijven, is eene stelling, die de mi
nister wel kan onderschrijven, mits het begrip
»noodzakelijk" niet alleen de allernaaste toekomst
omvat. In casu is het stuk grond hetwelk van de
gemeente Naaldwijk naar Rotterdam overgaat, ver
van het dorp Naaldwijk verwijderd. Het heeft
zelfs geen verbindingsweg naar de bebouwde kom.
Bovendien is, wellicht niet voor het oogenblik,
maar hoogstwaarschijnlijk reeds in de naaste toe
komst, verdere ontwikkeling van het havenbedrijf
om of nabij de reeds bestaande Poortershaven te
wachten. Trouwens, ook bij vorige annexaties is
eene ruimere opvatting dan het Voorloopig Ver
slag beoogt gehuldigd. Zoo is niet enkel het toen
maals reeds bebouwde deel van Nieuwer-Amstel
bij Amsterdam getrokken, maar tegelijkertijd een
uitgestrekt aangrenzend terrein, waarop eerst na
verloop van tijd bebouwing was te voorzien.
Wat aangaat de zaak der quarantaine, in het
Voorloopig Verslag te berde gebracht, de minister
ontveinst zich niet, dat zij, eene zaak van alge
meen belang is, in dien zin, dat onvoldoende voor
ziening ver strekkende gevolgen kan hebben, in
tegenstelling tot sommige andere hygiënische be
langen, welke tot zekere hoogte als van localen
aard kunnen worden aangemerkt. Evenwel zou,
ook al ondergingen bij wijziging van de quaran
taine-wetgeving 's Rijks bemoeiingen eenige uit
breiding, op de krachtige medewerking van de
gemeentebesturen in ieder geval hooge prijs ge
steld moeten worden. Waar nu Rotterdam ge
toond heeft groote activiteit te kunnen ontwik
kelen op sanitair gebied, is het voorzeker als een
voordeel te beschouwen, dat in het vervolg ook
Hoek van Holland profijt zal trekken van de
goede organisatie, welke Rotterdam op dit stuk
in het leven heeft geroepen.
Wat eindelijk betreft de opmerking, dat dit
wetsvoorstel geene rekening zou houden met de
eenheid eener gemeente als zoodanig en die een
heid telkens zou verbreken, zij er aan herinnerd,
dat enkel uit overwegingen van practischen aard
eenige voorschriften zijn opgenomen, waarbij te
gemoet wordt gekomen aan de moeilijkheden, die
zich zouden voordoen, indien het feit, dat de
Hoek op vrij grooten afstand van Rotterdam is
gelegen, eenvoudig werd uitgeschakeld.
Deze administratieve voorschriften tasten in geen
enkel opzicht de eenheid der gemeente aan, welke
uitsluitend gelegen is in de eenheid van gemeen
tebelangen. Over de meerdere of mindere practi-
sche bruikbaarheid is natuurlijk geschil van ge
voelen mogelijk. Zooveel doenlijk wordt échter de
eenheid van administratie gëerbiedigd, met name
bijv. waar de Hoek onder hetzelfde kantongerecht
als Rotterdam wordt ingedeeld. De instelling van
eene hulpsecretaris en de toepassing ter plaatse
van .sommige wetten,! zijn maatregelen diermate
door de omstandigheden geboden, dat men daar
aan toch^ waarlijk geen principieele bedenkingen
kan ontleenen. Aangezien er voorts geen kies
district Vlaardingen voor de verkiezing van leden
der Tweede Kamer bestaat en het district Loos
duinen die nabij den Hoek gelegen gemeenten
omvat, schijnt ook de indeeling der kiesdistricten
geheel gerechtvaardigd. Trouwens de groote ge
meenten zelve zijn in kiesdistricten onderverdeeld,
zonder dat hierdoor de eenheid in gevaar wordt
gebracht.
Utilistisch kan men dan ook het ontwerp be
zwaarlijk noemen, tenzij eene practische oplossing
van zwarigheden, die het goede doel in den weg
staan, aldus kan wordea geqaaltficeerd.
Met grond wordt tegen de opmerkingen van
de leden die bet voorstel bestreden, in het Voor
loopig Verslag aangevoerd, dat als men dit niet
wenscht te aanvaarden, geen andere uitkomst
mogelijk is dan alles bij het oude te laten. Im
mers de verheffing van den Hoek tot afzonderlijke
gemeente ware slechts uitvoerbaar met zoodanige
geldelijken steun uit 's Rijks schatkist en onder
zoodanige controle van staatswege, dat van een
eigenlijk gemeentewezen slechts de naam en de
schijn zouden overblijven. De voorgestelde op
lossing bespaart bovendien deze aanzienlijke uit
gaven aan 's Rijks kas, terwijl zij den bloei van
den Waterweg, waarbij het algemeen belang met
dat van Rotterdam parallel loopt, niet weinig
bevordert.
Ook van de bezwaren, in het Voorloopig Ver
slag aangevoerd door hen die overigens met de
wetsvoordracht konden medegaan, is door den
minister met belangstelling kennis genomen.
Nochtans is hij, hoezeer niet ongenegen te over
wegen, welke wijzigingen jure constituenten in
ons gemeenterecht zouden passen, de zienswijze
toegedaan, mede in het Voorloopig Verslag geuit,
dat in het stadium, waarin de onderwerpelijke
aangelegenheid zich bevindt, de oplossing te lang
zou worden verschoven, indien nu werd getracht
langs anderen weg een eind te maken aan de
bestaande misstanden. Hiervoren is reeds in den
breeden betoogd, dat men in casu inderdaad te
doen heeft met een exceptioneel geval.
Toepassing van artikel 217 der Gemeentewet
zou geene aanbeveling verdienen. Immers deze
bepaling gaat uit van de gedachte, dat er finan-
cieele afscheiding tusschen verschillende deelen
eener zelfde gemeente zal zijn en waar de Hoek
juist geheel onmachtig is aan de geldelijke eischen,
die het gemeentebestuur stelt, het hoofd te bieden,
kan een maatregel, die een noodlijdend deel eener
gemeente tot een zelfstandig financieel bestaan
zou roepen, toch bezwaarlijk in aanmerking komen.
De tegenstand van bewoners eener plattelands
gemeente tegen eene inlijving in eene stadsge
meente, waarvan in verband in het Voorloopig
Verslag gewag wordt gemaakt, doet zich nog
daargelaten, dat het bebouwde territoir aan den
Hoek niet is eene plattelandsgemeente in den
gebruikelijken zin ten deze niet voor. Uit dien
hoofde behoeft daarom de vraag, of eene zekere
autonomie zou moeten worden gelaten aan de
onderdeelen eener gemeente, met betrekking tot
Hoek van Holland, niet nader aan de orde te
worden gesteld. Ook aan de omstandigheid, dat
naar verhouding de hevolking van den Hoek ster
ker in den raad zal zijn vertegenwoordigd dan die
van andere deelen van Rotterdam, kan geen
overwegende grief worden ontleend. In de Me
morie van Toelichting is het voorstel om twae
raadsleden te doen kiezen maar ook niet meer
dan twee geadstrueerd met het argument, dat
eenzijdigheid moet worden vermeden. Bovendien
gaat elke kiestabel mank aan het overmijdelijk
euvel, dat er eene niet zelden aanzienlijke on
evenredigheid ontstaat in de verhouding tusschen
het aantal afgevaardigden en het zielental in de
verschillende districten. De benoeming van twee
raasleden door Hoek van Holland sluit, naar het
den minister wil toeschijnen, niet in zich, dat be
paaldelijk aan eene vertegenwoordiging van buurt-
belangen moet worden gedacht. Beide leden zul
len de positie innemen van leden van den raad
der gemeente Rotterdam in haar geheel, gelijk
ook de overige raadsleden niet speciaal voor de
belangen van oud-Rotterdam zullen hebben te
waken, doch voor die der gemeeute in haar gan-
schen omvang. Terecht is echter in de Memorie
van Toelichting gewezen op de wenschelijkheid,
dat de bijzondere belangen van Hoek van Holland
steeds toegelicht kunnen worden door personen,
met die belangen goed bekend. In de practijk plegen
in tal van gemeenten, ook zonder wettelijk gebod
en zonder dat van eene eigenlijke vertegenwoor
diging van buurtbelangen de rede is, toch veelal
in bepaalden buurten personen te worden geko
zen, die van de locale behoeften van die buurten
beter op de hoogte zijn dan hunne medeleden.
Zoo laat het zich kwalijk denken, dat in den
gemeenteraad van 's-Gravehage niet een of meer
leden zouden zetelen, metterwoon gevestigd te
Scheveningen. Overigens schrijft de aanhangige
wetsvoordracht niet voor, dat de beide Hoeksche
leden uit de bevolking aldaar gevestigd, zouden
moeten worden gekozen.
Het ligt in het voornemen van den minister,
de materie, bedoeld in het voorlaatste lid van het
Voorloopig Verslag, niet uit het oog te verliezen.
Niettemin kan te dien aanzien vooralsnog geener
lei toezegging worden gedaan.
Het woord »kunnen" in art. 10 laat zekere
viijheid aan het gemeentebestuur, naar reeds in
de Memorie van Toelichting met een voorbeeld is
opgehelderd. Het laat intusschen mede zekere
vrijheid aan de ingezetenen. Deze kunnen desge-
wenscht hun huwelijk op de hulpsecretarie doen
voltrekken, wat waarschijnlijk veelal het geval zal
zijn, maar blijven bevoegd het ten raadhuize van
Rotterdam te doen sluiten. Men mag aannemen,
dat steeds voor zooverre medewerking van over
heidswege redelijkerwijze mogelijk is, die mede
werking zal worden verleend, wanneer de ingeze
tenen van Hoek van Holland van de bepalingen
van art. partij wenschen te trekken.
De
De kazerne brand te Haarlem,
commissie van onderzoek heeft na een
verhoor., waarbij niet minder dan 20 getuigen
werden gehoord, den milicien A. G., afkomstig
uil den Haag:, in arrest gesteld. Op zijn kleeren
en in zijn veldflesch was petroleum gevonden.
Hij was het, die den brand ontdekt heeft.
Brand. In een loods, staande op het ter
rein van de werf Koning William, Hoogtekadijk
145 te Amsterdam, heeft gisteravond een felle
brand gewoed. Het vuur ontstond omstreeks ze
ven uur, door onbekende oorzaak, in het zoo
genaamde blakerhok der duigenmakerij, en ver
kreeg spoedig een groote uitbreiding. Be Joods
met den geheelen voorraad hout verbrandde.
Ingestort. In de rue Belgrand le Parijs
is een huis in aanbouw ingestort. 15 werklieden
zijn onder het puin bedolven, het meerendeel
is er zwaar gekwetst onder uit gehaald. Er zijn
geen dooiden.
De werklieden waren gistermiddag tegen 4 uur
öp de derde verdieping van perceel 47 ruo Bel
grand, hoek rue Haxo, oip steigers aan het werk,
toen de achtermuur instortte en de steigers mee
sleepte. Dadelijk kvvaVn de brandweer met toort
sen en electrische lampen om het reddingswerk
te beginnen. Vier werklieden konden zelf onder
het; puin vandaan komen, zeven anderen waren
weldra er onder uit gehaald. Een van dezen
bad een ingedeukte borstkas, een ander had een
arm en een been gebroken.
Tegen zeven uur was het relcting.-overs vol
bracht. Acht werklieden zijn naar het zieken
huis vervoerd; vijf zijn er onder behandeling
gebleven. De president der republiek en de mi-
nister-'president hebben naar den toestand dor
gekwetsten laten vragen.
De voormuur van het huis in de rue Belgrand
staat ook op' instorten, zoodat men die zal af
breken. De bewoners der belendende huizen heb
ben hun woningen moeten ontruimen
De „Fram">en hetPanamakanaal.'Vol
gens een telegram uit Colon (landengte van Pa
nama) heeft de „Fram", aje als eerste schip
het Panamakanaal zou doorvaren, haar reis nahr
het noordelijke gèdeelte van oen Grooten Oceaan
aanvaard, via de straat van Magellan. Het schip
kon de opening van het kanaal niet afwachten,
daar Roald Amundsen anders den meest geschik-
ten tijd voor zijn onderzoekingstocht voorbij zou
laten gaan.