Dagblad mor Schiedam f on r:r *11» Verrader. Gratis Ongevallenverzekering f 1 [1H 36sie Jaarffauü. Dinsdag 23 December 1913. 10809 Ter8preWKNric»o F E U IL L E T O b Staten-Generaal. Bureau: Boterstraat 50. - Met 86. - Postbus 39. bii by duitschlanu aieh bijna in «ri# rrALïë. °°k 'n A i O» ten eer 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 et!™- f*.Z p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën g regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. verlies van een hand, voet of oog; Hollandsche Algeineene bjj verlies van V erzekeringsbank. een duim gevestigd te Schiedam. I U U wijsvinger; I U verlies van eiken ande ren vinger. Naar aanleiding van het geding tegcnl-nenan Fiorstner zond' de politie-P»»»'" te ven Upm, d« ïeiniteit. Wanneer daaraan bezwaren in - o Worden gelegd, zooals te Eettweiler, daa jel voor het uit den weg ruimen daarvan heUelMu Geen strafvervolging kan worden iae-° .rlQCht «en daad van staatssouvereimtett. Derh. 1 - tegen von Forstner geen aanklacbl aaiaha .g^; zÜ-"i gemaakt, en nog minder eon vonnis lover hem worden geveld. m Blijkbaar heeft de krijgsraa e d't lid,, bezien, doch i» "TJt'Z juist van da» standpunt uitgaan. fieldende »cht want Wien bendis bet ten spoedigste te b wt>fc °nze (officieren en vooral di teopen van een oneervol vonnis, - verrichten van diensten in naaj» e;U 111 vin baan hebben gemaakt, dan b banmste beroep schade. Een j'X 'bet v,»r. ^hermende rijkswet, ontworpe beeld van de besUnmde P™»t«hebl dan een dringende politieke needsakenkbct. De „Messagero" meldt dat de yer. testament van kardinaal Ranrpo - <3Wenen is. CHINA. Het staat thans vast, dat onverwijld uit Nankin|..,^7térug naar Tejoe- teger van 6000 man Hvj met f3e taak te]oe£oe, waar hij belaft -zo d€ taLrijke om den overlast, veroorzaakt non. sirhikroovers, tegen te sjangsjoen uit Het blijkt, dat het vertre ^oadslag Wing berust op den we in China ;'n omkoopvng, zooals m ontvangt dikwijls worden geregeld. Sja ig, J tenJg v°or zijn toestemming', om' zie i gene. te trekken, 300,000, van laal Fengkoetsjang tweederden en koophandel te Nanking; een derde bijdraagt- üll «V- - 1.1 Zoowel deze uit Peking gezonden gencraa a s do Kamer van koophandel te Nankmgl w oordeel, dat het goedkoopei schui deze manier SjangSjoen van den hals t^ ven, dan nog langer hl°ot te sta dertaktiek van hem en zij'n troepe Uit Sagian wordt aan, wgeeringsge- gemeld, dat de hertog^ bouwen in brand stana. D©acte Worden. De woning van kapitem Beneralen staf, is afgebrand. Tie „Figaro:" weet inede te doelen, clat vorst Hohenl ohe-Oehringten zijn landgoederen le Javo- rina. in Hongarije, aan een Fransche financieele groep heeft verkocht, naar men zegt, voor de som van ongeveer 50 millioen francs. Parijsche deskundigen hebben op grond Van onderzoekingen ter plaatse een gunstig rapport uitgebracht, en de zaak zal binnenkort beklon ken warden. De uitgestrekte basschen, die se dert langer dan 30 jaren niet geëxploiteerd wor den, zullen worden omgehakt. Het «ome ia om vat'niet minder dan '20,000 hectaren en is een der grootste landgoederen in Hongarije, waar vorst Bohcnlohe befaamd geworden jachtpartijen heeft, gegeven." De correspondent van de „Times" te Wash ington seint een persoverzicht uit ae Amerika&n- scbe bladen betreffende de verklaring van de Engelsche rtegteering1, dat zij geen deel zal nem'an aan de tentoonstelling; voor1 de opening van het Panama-kanaal. De toon van de Amerikaansche bladen wisselt tusischen nijdigheid en oiprecht leedwezen. Maar algemeen beschouwen zij de handelwijze van En geland als een groote flater. De New Yorksche „Times" is van -oordeel, dat de eindbeslissing van de Engelsche regeering geen jgevaaT oplevert voor. de vriendschappelijke betrekkingen tusschen Amerika en Engeland. Het blad is voor het overige van meening, dat En geland en Diuitschland in dezen samengaan tegen de Vereenigde Staten. Andere Amerikaansche bladen argwanen, dat Engeland en Amerika een geheime afspraak heb ben gesloten. De „Washington Post" gelooft niet, dat. de tentoonstelling voor de opening van het Panama- kanaal daar een overwegende rol rij gespeeld heeft. Engeland schijnt Buitechland overgehaald te hebben om tegen de Vereenigde Staten samen te gaan. teneinde aan deze laatste zijn anti-En gelsch beleid in de kwestie van hot Panama kanaal betaald te zetten. Dat. schijnt trouwens de meest geldende opvatting onder het: Ameri kaansche volk te zijn. In den sedert enkele dagen op het centraal station te Rostock staanden Russischen hoftr'ein, waarmede de keizerin-Weduwe van Rusland, die gister uit Kopenhagen is vertrokken, naar St. Petersburg zal terugkeeren, is gistermiddag, ver moedelijk tengevolge van een defect aan de accu mulatoren voor het electrisch licht, een ontplof- fin» ontstaan. Drie beambten van het machine- personeel zijn zwaar, zeven treinbeambten licht gekwetst. Uit den tijd der eerste Fransche Revoluti - Mag ik op uw knie klimmen, grootvad Vr06g tlllg^ün kind, kom! Bemint ge *3 - weinig i uniev»"-* i 7 Mama zou mij beknorren, eeDS> j-,ebt en gij stellig ook, metwaar >t moep pH, r,eec's mama's kleine schip gezien lJk n zeeman te worden - Ik ben ook zeeman gefeest. Qok_ Kent ge~T Ja- u zij1 groot ea s"j-|s gezien, hij speelde nem Ik heb hem dikwijls ge .g hfl ver) 0 schoon met mij thans terugkomt... "er ^eg. Ik heb hem Hef en als£?^otvadlr? Zeg eet u wanneer hij terugkom B weerzien as-je-blief, ik zou hem zoo g rolden De markies zweegtwee ditae ®r zijn wangen. u beproefde den k,Bertha was diep bewogen» zJp en zelde t lt!e van zijn gedachten af te breng 0tï). George, grootvader wor dde !t kind tt,aT ik ben toch br^ antw een smeekende uitdiuk ik unietlief- TWEEDE KAMER. Zitting van Maandag 22 December. Aan de orde is een voorste 1-De Savornin Lobman om de wetsontwerpen tot regeling van het voorbereidend hooger onderwijs, wijziging en aanvulling van de H O.-wet, regeling van M. O., en wijziging en aanvulling van de\L. O.-wet te zenden naar een commissie van voorbereiding. Dit voorstel wordt na een korte toelichting van den voorsteller z. h. s. aangenomen. Vervolgens wordt de beraadslaging over de afdeeling Arbeid en Arbeidersverzekering van de begrooting van Landbouw enz. voort gezet. De heer A a 1 b e r s e betreurt het optreden van dezen minister in deze tijdsomstandigheden wegens het niet uitvoeren van de wet-Talma en de invoering van het het staatspensioen. O a. betoogt hij, dat art. 369 van de Invaliditeitswet geen staatspensioen heeft gebracht. Er zijn naar het oordeel van spr. verschillende redenen, waarom deze minister niet tot het invoeren van staatspensioen had mogen overgaan. O. a. is de minister een aanhanger van de orga nische staatsleer, welke juist alleen door de ver plichte verzekering in praktijk gebracht kan worden. Een grief van spr. is ook dat de ouderdoms zorg los wordt gemaakt van de invaliditeitsver- zorging. Met groote belanstelling wacht hij af, wat de minister voor de bakkers zal doen en spr. voert nog verder aan de regeling in zake arbeidsduur en de huisindustrie, benevens de wet op de Kamers van Arbeid. De heer A 1 b a r d a bepleit den vrjjen Zater dagmiddag voor de Twentsche textiel-arbeiders en wenscht in elk geval op 1 Januari 1915 een 10-urend g te zien ingevoerd voor volwassen mannelijke arbeiders in die industrie. Verder dient het 4e lid van art. 22 der Arbeids wet ingetrokken, om te voorkomen dat kinderen van 12 jaar in fabriek of werkplaatsen worden werkzaam gesteld. Urgent zijn z. i. voort herziening der Veilig heidswet, wettelijke maatregelen tegen het lood witgevaar en dwang tot invoeriDg van loodvrij glazuur door middel der Veiligheidswet. De heer D r i o n vreest zeer ernstig nadeel voor de Nederlandsche industrie en loonverlaging als gevolg van wettelijke inperking van den arbeids tijd. De heer Rutgers verklaart verrast te zijn door de meening van den minister, dat in de huisindustrie geeD minimum-loon kan worden voorgeschreven. Het is immers al lang communis opinio dat vaststelling van zulk een minimum noodzakelijk is. De heer D u y s gelooft, dat deze minister wan neer hij zijn denkbeelden op het gebied van de arbeidsverzekering ten uitvoer brengt, veel zal doen tot verbetering van de wetgeving van den heer Tal ma. Hij vraagt, of de minister met de vereenvoudiging" ook bedoelt den arbeiders zeiven meer invloed te geven op de gestie van de verzekering en dus het pariteitsstelsel (arbeiders en werkgevers evenveel Invloed) zal verlaten. Hij verzette zich tegen den invloed der bnreaucratie en gedrage zich liever wat conciliant tegenover de amendementen van socialistische zijde voor gesteld. De minister trachte ook niet het voor te stellen, of de draai, dien hij genomen heeft, geen draai is. Spreker zelf zal hem er niet over lastig vallen. Hij draaide immers den goeden kant uit, het blijkt reeds uit de bestrijding door de rechterzijde. Hij richt zich tegen hetgeen de heer Aalberse ten deze heeft gezegd. De minis ter is reeds door de uitspraak van de kiezers ge drongen onmiddellijk de verzekeringswetten-Talma te wijzigen. Zeer zeker ook hebben de heeren van de rechterzijde niet de bedoeling gehad om het staatspensioen in te voeren, maar door de over neming van het amendemens-Duys is staatspensi oen onvermijdelijk geworden. De heer Van der Molen bepleit een wij- 't verlof scheen af te smeeken, nog te mogen k'^^Blijf toch, blijf, zeide de markies. Maar, hoe gaat het u thans, mijne kleine man? Mama meent, dat 't beter zal gaan, en zoo u alle dagen naar mij komen en lief met me wilt zijn, zal mij spoedig niets meer mankeeren, geloof dit maar. Kunt ge mij wel zeggen, grootvader, hoeveel maal grootar de zee is dan 't bekken daar, waarin mama haar scheepje laat varen Is ze veel veel o-rooter dan de beek daar ginds in den tuin pe grijsaard glimlachte. Hij merkte niet, dat de uren reeds ver voorbij gevloden warenhij ondervond een vreugde van geheel bijzonderen aard bij dit kinderlijk gebabbel, deze opbeurende liefde van zijn kleinzoon, een vreugde, die hij tot nog toe niet had gekend, want toen René geboren werd, verbleef hij op zee. Zijne vrouw stierf spoedig daarna en de zoon werd volgens zijne beschikkingen opgevoed bij den bevrienden pastoor van een nabijgelegen dorp. Zoo had hij nooit de zaligheid gesmaakt, welke 't ontluiken van den kinderlijken geest 'thart der ouders be reidt. Wellicht was deze omstandigheid daaraan schuld dat zich om de zachte kern zijner ziel mettertijd een zoo harde schaal had gevormd. Doch dén kleine scheen 'tte gelukken, ze te c'oen barsten. Hij werd niet moede, steeds nieuwe vragen te stellen, de grijsaard niet moede ze te beantwoorden, tot eindelijk de doffe slagen van 't oude slottoren- ziging in de arbeidswet omtrent den leeftyd, waarop kinderen kunnen worden toegelaten in fabrieken (vóór het dertiende jaar wanneer er geen plaats op de scholen is), Hjj wil, dat de bepaling, dat er juist op de school, waar het kind gaat, plaats moet wezen, worde ge schrapt. De bedoeling komt dan beter aan haar recht. De heer Kooien bepleit eenige technische wijzigingen in de Ongevallenwet omtrent de wijze van uitkeering der schadeloosstelling, n.l. zóó dat het gezin daarbij meer profiteert. De heer Nolens zou ook wel invoering van minimumloon in de huisindustrie in sommige opzichten willen, maar evenals de Minister opdat enkele vormen van huisindustrie ook inderdaad verdwijnen. Hij waarschuwt tegen al te groot vertrouwen in internationale tractaten ten aanzien van arbeidersbescherming. De heer Ketelaar heeft steeds last voor speld van de bepaling nopens den leeftijd van jeugdige arbeiders. Die last is ook gekomen. Mis schien is het stelsel-Van der Molen wel goed voorloopig, maar de beste oplossing is gelegen in de uitbreiding van de Leerplichtwet De Minister van Landbouw, Nijverheid en Han del, de heer T r e u b, vangt de beantwoording van de verschillende redevoeringen aan met en kele speciale punten. De toestanden in de haven van Delfzijl zijn inderdaad niet goed te keuren en hij kan begrijpen, dat de provincie zelve erin wil voorzien. Ot de maatregelen die genomen zijn echter kunnen worden goedgekeurd door hooger gezag; is een zaak die het Departement van Binnenlanasche Zaken aangaat. Omtrent de zeejongens" is de Minister het eens met hen, die klaagden. Gelukkig werkt de gemeentepolitie al mede om de arbeidswet te hunnen opzichte beter toe te passen. Ten aanzien van het bakkersbe drijf, behoeft men geen vrees te koesteren, dat het grootbedrijf zal worden begunstigd ten koste van het klein-bedrijf. Immers, het groot-bedrijf heeft zich in de bakkerij vooral op bet platteland bijna niet ontwikkeld. De regeling van den vrijen Zaterdag-middag aanvang van 1915 voor de textiel industrie lacht qem wel toe, maar de overgangsregeling, die de heer Alberda voorsloeg, acht hij in strijd met de wet. De Minister breekt hier zijn rede af tot heden. Avondzitting. Aan de orde is de Oorlogsbegrooting. De heer Van V 1 ij m e n bespreekt deji ver korten oefentijd van de infanterie en de positie verbetering der instructeurs. Vervolgens bepleit hij verbetering van den militairen hospitaaldienst. De heer Eland beantwoordt de opmerkingen van den heer Duimaer van Twist., Ter Laan enz. omtrent de houding van de vrijzinnigen tegenover dezen minister. De heer Merchant behoort tot die leden, die veel goede verwachtingen hadden van dezen minister, wiens kracht van overtuiging en op rechtheid hij vroeger heelt leeren waardeeren. Evenwel heeft de schriftelijke gedachtenwisse- ling met dezen staatsman hem teleurgesteld. Hij bespreekt verder verschillende legerzaken. De heer Van Vuuren betwijfelt, of de in deeling van den heer Marchant in drie groepen (militaristen, nihilistenen militair socialen) juist is. Hij vermoedt, dat weldra zal blijken, hoe vele z.g. militair-socialen stemmen voor de begrooting van dezen minister, terwjjl zij voor de daarvan weinig afwijkende begrooting van den vorigen minister niet stemmen wilden. Spr. is de tegenwoordige minister zeer sympa- uurwerk hem herinnerde dat het tijd was om te scheiden. De markies stond optoch verliet hij 't vertrek niet, zonder zijn kleinzoon nog eenmaal te om armen en hem zijn kleinen kapitein te noemen Sinds dien avond had er met den ouden edel man een merkwaardige verandering plaats gehad Wie zou ook beter dan 'n kind de geheime wegen der natuur weten te vinden? Zijn onschuldige teederheid berekent niet, gaat geen kronkelwegen zij gaat rechtstreeks naar het hart en vordert toelating. De markies had den kleinen indringer niet kunnen weerstaan. Van dien dag af gaf hij zich ernstig moeite om ook de moeder van dit Zoo lieve kind hartelijk lief te hebben. Hij zag in haar niets meer dan de jonge lijdende vrouw, niet meer de burgelijke indringster in de oude familie. En t verstandige zachte en toch zoo hooghartige kind, was 't niet zijn bloed, toonde 'tniet alle eigenaardigheden van zijn geslacht? Wat de liefde in zijn hart was begonDen, voleinde de trots, want trotsch was hij op zijn kleinzoon, al wilde hjj 't zich ook niet bekennen. Toen de deur zich achter hem had gesloten, overlaadde Bertha haren George met liefkozingen en »af hem de teederste benamingen, gelijk ze slechts van de lippen eener moeder kunnen vloeien, 't Kind had in zijn roerenden eenvoud in één uur bereikt, wat zelfs de tijd, deze groote wonderdoener, wellicht nooit volbracht zou hebben, i De opgewondenheid, die George in t gesprek, met den grootvader had getosnd, verdween echter weldramoe en afgetobd knikte zijn oog naar de moeder op. Scheelt er iets aan, mijn kind vroeg zij. De kleine antwoordde niet, neerslachtigheid lag op zijne trekken. Wat scheelt je, m'n lieveling? Zeg 'tmij, moedertje voelt 't met u. Ik weet 't niet, mamaik ben zoo moe en slaperig. Met die handigheid, welke de vrouwen doen blijken waar 't geldt de wenschen te vervullen van hen, die zij lief hebben, ontkleedde Bertha 't kind en legde het in zijn bedje. Zacht schoof zij 't kussen onder 't zieke hoofdje en trok de gordijnen samen, om 't zacht bloempje voor eiken ademtocht te beschutten. O, moeder liefde. hoe groot, hoe schoon zijt ge Ter zijde van 't bedje zonk de jonge vrouw op de knieën, om onder tranen God haren kommer, hare zorgen toe te vertrouwen. Ach, arme engel, zuchtte zij, God straft me, dewijl ik mijn broeder heb verlaten, wiens gansch geluk ik was... O, genadige hemel, vergeef me! Mag ik zelf ook met meer gelukkig worden, zoo behoud toch hen, die ik liefhebzegen hen en laat hen niet lijden zooals ik zelf lijd. Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 1