Stads- em Gewestelijk Nieuws.
Gemeenteraad.
mannen
vrouwen
totaal
16678
17204
33882
Dit werd vermeerderd door
Geboorte
545
589
1134
Vestiging
1147
1125
2272
1692
1714
3406
Hiertegen kwam een ver
mindering door
Overlijden
199
213
412
V ertrek
1103
1217
2320
1302
1430
2730
Zangvereeniging »St. Cecilia".
ïfo o gwater te Schiedam: Donderdag
15 Jan. 6.12 v.m., 6.25 n.m.
Bij art. 28 (kleermakers) vraagt de heer Hels-
d in gen verbetering van positie voor militaire
kleermakers.
De heer Duymaer v. Twist heeft bezwa
ren tegen het grijs-groene uniform.
De minister antwoordt o.m., dat hij het
grijs-groene uniform solied acht, maar dat het
niet algemeen zal worden doorgevoerd, voordat
het blauwe laken is opgebruikt.
Bij art. 30 (vermaken van kleeding) volgt een kort
debat tusschen den heer Duymaer v. Twist
en den minister over het beheer in de cen
trale magazijnen, en bij art. 42 (burgerlijke cor-
veeërs( tusschen den he»-r He'ladingen en
den m i n i s t e r over het loon van de burger
lijke corveeërs.
Bij een volgende afdeeling komt de heer Ter
Laan er tegen op, dat uitsluitend voorden com
mandant en de officieren bij het remonte-depot
te Mdlingen een auto is aangeschaft.
Bij art. 57 (vrijwillige automobiel-korps) vraagt
de heer Eland inlichtingen over een verminde
ring van den post met f1000.
De minister antwoordt, dat dit het gevolg
is geweest van nadere overweging.
Bij art. 58 (f420.000 voor kampeeren en ma
noeuvres) zegt de heer Duymaer v. Twist
niet overtuigd te zijn, dat het geld goed besteed
is. Hij klaagt over het incompleet aan luitenants
en onderofficieren en vraagt hoe het onder die
omstandigheden mogelijk is geweest officieren in
Albanië te detacheeren.
De heer Ter Laan ondersteunt het betoog
van den heer Duymaer v. Twist en vraagt voorts
hoe het staat met de verzwaring van de diensten
van het landweerkader.
De minister meent, dat de toestand ten ge
volge van het incompleet niet zoo ernstig is, als
de heer Duymaer v. Twist schilderde. Spr. heeft
echter met den commandant van het veldleger en
den divisie chef maatregelen ter verbetering be
sproken.
Voorts laat de nieuwe Landweerwet z. i. niet
toe het oude landweerkader minder zware dien
sten op te leggen dan aan het nieuwe kader.
De heer Eland meent, dat de Landweerwet
aan de Kroon de bevoegdheid geeft, om de dien
ten van net Landweer kader geheel of ten deele
na te laten.
De heer Juten sluit zich hierbij aan.
De minister geeft een andere uitlegging
aan de wet.
Na nog eenige discussie met den heer Ter Laan
wordt het artikel aangenomen.
Bij art 62B (weerbaai tiéidskorpsen) wenscht de
heer Ei and een duidelijke uitspraak van den
minister. Hij vreest voor de korpsen, als zij
wordeu saamgemolten met de lichamelijke op
voeding.
De heer v. d. Voort v. Zijp sluit zich
daarhij aan.
De minister zegt inderdaad de bedoeling te
hebben weerbaarheid en lichamelijke opvoeding
in één. besluit samen te vatten en ontkent, dat
du de dood zou zijn voor de weerbaarheid.
Bij art. 75 (muziekkorpsen) verlangt de heer
Ter Laan (Den Haag) bezuiniging.
De minister zegt overweging toe.
Bij art. 78 (vergoedingen ingevolge de Mditie-
en Landweerwet) meent de heer Ter Laan
(Den Haag), dat er hier nu eens te veel bezui-
Digd wordt.
De minister ontkent dit.
Bij het verdere deoat deelt de minister
mede, dat voorstellen tot positieverbetering van
het verplegend personeel in de militaire hospi
talen in onderzoek zijn.
Den heer Eland zegt de minister toe, dat de
Cadettenschool blijft bestaan tot na de wettelijke
herziening van het militair onderwijs.
De minister verdedigt tegenover den heer Ter
Laan de luchtvaart, speciaal voor verkenningen
Hel art. betreffende de uitgaven voor de lucht
vaart, c p verzoek van den heer Ter Laan in
stemming gebracht, wordt a a n g e n o m e n met
40 tegen 24 stemmen.
De heer Helsdingen vraagt, of de vastge
stelde salarisverhooging voorde mdgezijn employés
voor de inrichtingen, waar militaire kleeding
wordt vervaardigd geacht wordt, ingegaan te zijn
met 1 Januari. Hij wil ook vaste aanstelling voor
de geregeld buiten werkende militaire kleermakers
zooals is beloofd door den vorigen minister.
De heer Van Vuuren sluit zich daarbij aan.
De heer Ter Laan, (Den Haag) bepleit ook
lotsverbetering voor de bureelambtenaren.
De m i n i s t e 9 antwoordt, dat buitenwerken
de kleermakers geen arbeiders zijn, men zou
ze aannemertjes kunnen noemen. Buitendien doen
de meesten er nog allerlei andere beroepen bij
en werken zij ook voor confectie magazijnen enz.
Er zijn buitenwerkers, die het werk eigenlijk
door anderen laten doen, het uitbesteden Er zijn
dus buitenwerkers-werkgevers en buitenwerkers
arbeiders. Het sweating systeem wordt zuiver
toegepast. Dat mag niet worden in de hand ge
werkt. Hij kan niet de buitenwerkers vaste aan
stelling geven. Hij wacht liever tot dat alles in
de magazijnen zelf kan worden gemaakt.
De heer Ter Laan trekt zijn motie in.
Bij de afdeeling «aanschaffing enz. van artil
lerie", klaagt dezelfde afgevaardigde dat er of
ficieren zijn, die bij proefneming op kosten van
de firma Krupp worden gehuisvest. Men moet
niets van zulk een firma aannemen.
De minister antwoordt, dat het toch heel
eenvoudig is, dat zij van de gastvrijheid van de
fiirna gebruik maken, te meer omdat dit geen
voordeel is voor de officieren, maar voor het Ne
derlandsch gouvernement.
Naar aanleiding van een verbooging van een
post wegens de kazernebranden vraagt de heer
Eland of het onderzoek te Ede en te Haarlem
naar do oorzaak van de branden reeds tot resul
taat heeft geleid.
De minister antwoordt, dat hij tot zijn
leedwezen nog niets kan melden.
Naar aanleiding van het subsidie aan de ver
eert icing voor weduwenzorg, vragën de heeren
Eland en Ter Laan om waarborgen dat de
gelden goed worden besteed en niet zóó, dat men
van meer dat een fonds trekt.
De minister antwoordt, dat dit niet altijd
is te vermijden, maar zooveel mogelijk vermeden
wordt.
Tot de twintigste afdeeling genaderd, wordt de
vergadering verdaagd tot heden.
Weerbericht.
Telegrafisch bericht, naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 14 Jan. medegedeeld door
het Kon. Ned. Met. Instituut te. De Bildt.
Hoogste barometerstand 778.5 te Stornoway.
Laagste barometerstand 753.0 te Nice.
Verwachting tot den volgenden dag: krachtige
tot matigen meest noordoostelijken wind, gedeelte
lijk bewolkt, weinig of geen sneeuw, lichte tot
matige vorst.
Bevolking der gemeente Schiedam 1913.
Het zielenaantal voor deze gemeente bestond op
31 December 1912 uit:
Totale vermeerdering 390 284 474
Zielenaantal op 31 December 1913 34556
Concert Toonkunst".
Gister-avond gaf' Toonkunst, atd. Schiedam, voor
leden en met-leden een concert in het gebouw
Odéon. Het bestuur had zich de medewerking
verzekerd van mej. Marie Pas (altzangeres) te
Rotterdam, den heer Fritz Rothschild (viool) te
Weenen, en den heer A. de Vogel (piano) te
Rotterdam. Een keurig gekozen programma werd
ten gehoore gebracht. No. 1 van het programma
was de Sonate op. 100 van Joh. Brahms, een
zwaar toonwerk voor viool en piailo, waarin aan
violist en pianist zeer hooge eischen gesteld wor
den. De wijze, waarop dit werk werd voorgedra
gen was meesterlijk. Hoe vaardig moet de kun
stenaarshand zijn die zulke heerlijke tonen aan
zijn instrument weet te ontlokken, en wat een
uitmuntende begeleiding! Mej. Marie Pas droeg
een viertal liederen voor van Schubert en Brahms,
waarvan «Aufenthalt" en «Uie Allmacht" van
Schubert ons het meest voldeden. Mej Marie Pas
kon zich beroemen een mooie altstem te bezitten
een eenigszins donker geiunbreerd orgaan van
grooten omvang, waarvan veel bekoring uitgaat.
Ze zong haar liederen met veel expressie en sublie-
men eenvoud. Ze is absoluut een zangeres van
he teekenis. Tot slot van het eerste gedeelte van
het programma wefd door den heer Fr. Roth
schild «Chaconne" van Joh. Seo. bach voorgedra
gen; hierin oewouderdeu wij vooral zyn techniek,
de prachtige streek en de fijne nuances.
Het tweede gedeelte werd geopend door den
heer A. de Vogel met «Andante con variaziona"
van Schubert, «Soirée de Vienne" van Liszt en
«Polonaise" van Ohopin voor piano.
Meesterlijk en correct werden deze compositie's
gespeeld zijn virtuositeit kwam vooral uit in de
Polonaise van Chopin. Mej Marie Pas, die voor
de tweede maal hët podium betrad, zong achter
eenvolgens drie liedereu Weuu die Rosen blühen"
(volkslied), «Sterren" van Zweers eu «Meilied" van
J. F. Brandts Buys. Haar zang was wederom
sctioun en zuiver; ook willen wij hier vooral aan-
st ppen de zuivere uitspraak van 't Holfandsch.
Wat klinkt onze taal, zoo uitgesproken en gezon
gen, toch schoon.
Ten slotte deden de heeren virtuosen ons nog
genieten de «Faust Phantaisievan Wmiawsky.
Artistiek en prachtig werd dit moeilijke werk door
den violist vertolkt. De begeleiding was volgzaam,
bescheiden en kunstvol genuanceerd.
t Was een waardig slot van dezen kunstvol
len avond. Een langdurig en welverdiend applaus
viel den solisten na ieder nummer ten deel. Be
treurenswaardig dat bij zoo'n schoon concert de
zaal zoo slecht bezet was want die er waren, zijD
zeker dankbaar en welvoldaan huiswaarts gegaan.
Landkaart ran Nederland.
Wij ontvingen van den heer S. C. van Waal
wijk van Doorn, agent van de Verzekeringsbank
«De Nieuwe Eerste Nederlandsche" gevestigd te
's Gravenhage, hare alleszins doelmatige reclame
n.l. een fraaie landkaart van Nederland, omlijst
met de wapens der elf provinciën en van enkele
groote steden in ons land, de koloniën en het
buitenland,
Zoowel door duidelijke teekening als nette
uitvoering zal de kaart zeker alleszins haar prac-
tisch, meervoudig doel bereiken.
Het ijsvermaak.
Op verschillende s loo ten, weteringen enz. in
den omtrek dezer stad werd hedtein reeds druk
schaatsen gereden.
Morgen zal, hiji gunstig weer, de ijsclub haar
terrein openen.
Glasfabriek «De Sckie".
Daartoe uitgenoodigd, bezichtigden wij heden
de nieuwe inrichting voor machinale flesschen-
fabricatië in de glasfabriek „De Schie".
Wegens gebrek aan plaatsruimte kunnen wij
eerst in ons volgend nummer een beschrijving
van deze nieuwe fabriek geven.
In de op gisteravond gehouden vergadering
der Zangvereeniging »St. Cecilia", onderafd. van den
Ned. R. K. Volksbond afd. Schiedam, is besloten deel
te nemen aan het concours op de Pinksterdagen
te Dordrecht te houden.
Giste r-a vond is door een sigaren
winkelierster in de Boterstraat bij de politie
aangifte gedaan, dat twee avonden achter elkaar
van haar toonbank een kistje sigaren is ontvreemd.
Een onderzoek wordt ingesteld.
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Dinsdag 13 Januari
1914, des namiddags 2 ure.
{Vervolg.)
Gemeentewerklied en.
7. Adres van de Afdeeling Schiedam van den
Bond van NederlandscUe Gemeentewerklieden,
betreffende de belooning van stal wachtdienst op
Zondag, met advies van B. en W.
Des Zondags wordt door de koetsiers wacht
gehouden bij de paarden aan de Reiniging; dit
behoort bij huu gewonen dienst en zij ontvangen
daarvoor geen belooning. Voor den arbeid, die zij
hierbij neg hebben te verrichten, wordt hen even
wel een uur extra betaald.
De heer v. d. Hoek zegt dat men teleur ge
steld moet zijn over het adres van B. en W.
vooral als men het werklieden-reglement nagaat.
De Zondagsdienst is van 1907 ingesteld en de
menachen, die vóór 1907 reeds in dienst waren
krijgen mets meer uitbetaald voor deu dienst op
Zondag. Wie op Zondag dienst heelt, moet 14
paarden verzorgen. In het geheele reglement
wordt van verplicnten Zondagsdienst geen mel
ding gemaakt, ook in de bijzondere dienstvoor
schriften is daaromtrent mets te vinden. Spr.
meent ook, dat de werktijd wordt overschreden.
Men doet bij de reiniging de eerste 4 du gen 10
uur per dag dienst, Vrijdags en Zaterdags 10i/2
uur. Zoudags hebben ze daar nog 7 uur dienst.
Dit is in strijd met den voorgeschreven arbeids
tijd, vermeld in Gem.-blad no 31 van 1913.
Het reglement verplicht hen dus met tot Zon-
dagsarbeid en evenmin staat daarin dat men
gratis Zondagsarbeid moet verrichten.
De heer Koopmans meent, dat de heer v.
d. Hoek wachtdienst met sialdienst verwart. Bij
de in dienstneming van personeel wordt hier
gezegd dat er wachtdienst moet worden gedaan.
Reeds vroeger is die kwestie besproken en uitge
maakt dat wachtdienst onder den te verrichten
arbeid is begrepen. Hij, die wachtdienst verricht,
heeft met anders te aoen dan de paarden eten
te geven en de stallen te reinigen. Het salaris is
verhoogd met toeslag voor Zondagsarbeid. Voor
Zondagdienst wordt 2 uur loon plus toeslag
uitgekeerd.
De wachtdienst is van te voren bekend, zoo-
dat zij die dien dienst moeten verrichten daarvan
tijdig verwittigd zijn.
De heer Van der Hoek kan zich met het
betoog van den vorigen spreker met vereenigen.
Hij meent, dat er wel meer dan 2 uur arbeid
per dag bij dien wachtdienst wordt verricht en
als er dan van de gemeente-reiniging éen uur per
dag wordt betaalt, lijkt dat nergens op.
De wethouder, de heer Lagerwey, moet be
ginnen met deu heer Koopmans te bedanken, dat
hij als lid der commissie voor de gemeeute-reim-
ging reeds een enkel woord ter verklaring in
deze /.aak heeft gesproken. Er moet toch onder
scheid gemaakt worden tusschen verrichten arbeid
en verrichten nachtdienst. De zaak is lang be
schouwd in verband ook vooral met deze kwestie,
dat Zondagsdienst niet zou betaald worden als
men verwachtte. Bij de samenstelling van het
reglement is er echter reeds op gewezen, dat de
formuleering van art. 14 aan duidelijkheid te
wenschen overlaat. Reeds is bij B. en W. een
voorstel overwogen om art 14 van het werklieden-
reglement in verband met den bedoelden wacht
dienst te wijzigenmaar nu zich ook in een
anderen tak van gemeentedienst, aan de gasfa
briek, waterleidiug en electnciteitsoednjf daar
omtrent een kwestie heeft opgedaan, meende men
daar nog even mee te moeten wachten Voor den
arbeid den koetsiers bij den wachtdienst opgelegd
ontvangen zij een f 1 meer loon per week. lederen
koetsier is ook uitdrukkelijk er op gewezen dat
hij 's Zondagswachtdienst heeft te verrichtten
Weth. stelt verder in 't licht dat die Zondags
dienst over vier personen is verdeeld, die ieder slechts
een gedeelte van den Zondagswachtdieast hebben
te verrichten en dat het weekloon van de koet
siers bij gemeente-reiniging toch nogf 13£ bedraagt.
De regeling door den heer Van der Hoek bedoelt
zou de gemeente f400 meer kosten. Daartoe,
kan om verschillende omstandigheden niet worden
overgegaan.
De wethouder, de heer Goslinga, wil zich
in de kwestie van die stal wacht met mengen,
maar meer een vraag van algemeenen aard bespre
ken. Ais de maximum arbeidsduur per week is
58 uren bij een arbeidsdag van hoogstens 10 uren
is daarmee in strijd die arbeid op Zondag, nl.
met den basis van 58^ uur Weth. ontkent dat.
Die 58 uren moeten over 6 dagen verdeeld wor
den extra arbeid op Zondag komt daarbij niet in
aanmerking. Voor arbeid 's nachts wordt 50%
en voor die op Zondag 100% meer betaald. Die
arbeid moet z. i. geheel afgescheiden van anderen
arbeid worden beschouwd in alle takken van ge
meentedienst zoowel bij de gasfabriek en als in
den dienst der gemeente-reinigiog.
De heer nar. Kavelaars meent, den heer
Lagerwey te hebben hooren zeggen, dat volgens
de regeling door den heer Van der Hoek bedoeld,
1400 meer per jaar voor de gemeentereiniging
zou moeten worden uitgegeven, dat is dan voor
iederen Zondag f 8 meer. Spr. meent, dat 't dan
veel voordeeliger is afzonderlijke menschen voor
dien wachtdienst aan te stellen.
De heer Van den Hoek is 't met den wet
houder, den heer Goslinga, eens, dat voor buiten
gewonen arbeid, na de vastgestelde uren, behoor
lijk meer betaald moet worden. Na den wet
houder van Financiën gehoord te hebben, wil hij
echter in overweging geven de behandeling van
deze zaak nog aan te houden.
De Voorzitter wijst er op, dat de Com
missie voor de Reiniging voorstelt een onderzoek
naar de betrokken kwestie in te stellen. Als
't blijkt dat er in den wachtdienst bijv. 4 uren
arbeid moet verricht worden, dan moet dat
niet met f2 betaald worden. Voor 't oogeublik
gaat t echter alleen om den wachtdienst, en dan
kan voorz. verzekeren dat de koetsiers bij de ge
meentereiniging fl meer voor dien wachtdienst
hebben en dus meer loon genieten dan andere
menschen bij die gemeentelijke instelling.
De heer D e B r u i n stelt in 't licht, dat hier
de groote beteekenis zit in den Zondagsdienst en
meent toch dat 't op den weg ligt vooral van de
antirevolutionairen voor de vrije beschikking van
den Zondag op te komen. Ook de Zondagsdienst
is in den diensttijd inbegrepen en men mag niet
boven de 58^ uur gaan. De Voorzitte r
onderbreekt, dat zij voor die meerdere uren een
f '1 meer krijgen. - De heer De Bruin, ver
volgend, blijft toch aan dit maximum aantal uren
vasthouden, acht de uitkeenng van f 13.50 een
vast loon voor een maximum aantal werkuren
en vraagt, waarom de Commissie voor de Reini
ging ook de adressanten met hoort Hij vindt het
denkbeeld om deze zaak aan te houden nog, zoo
dwaas met. Zijn B. en W op de hoogte gesteld
van de inzichten van adressanten, dan komt men
tot beter resultaat. Hij dringt dus aan op aan
houding tot de volgende vergadering.
De wethouder, de heer Lagerwey, dacht,
dat de kwestie na zijne toelichting eenvoudig en
duidelijk was en men nu gemakkelijk kou beslis
sen maar 't is te bet wij telen ot men hier wel
geheel op de hoogte is. Wetu. zegt, dat voor enkele
jaren een nieuwe loonregeling was ontworpen,
waarin ook het loon van de koetsiers, met inbe
grip van de stal wacht op Zondag en erkende
christelijke feestdagen was geregeld. Aan allen
koetsiers die toen in dienst waren, benevens aan
de later aangestelde, is medegedeeld, dat zij tot
den wachtdienst op Zondag verplicht waren. Spr.
meent, dat men nu wel over deze zaak kan be
slissen en wel besluiten het verzoek van de hand
te wijzen.
De heer Evers meent, dat als er 14 paarden
zijn en 14 knechts de heer Lagerwey on
derbreekt '11 de knechts dan slechts om de 3
Zondagen een wachtdienst zullen hebben. Om
de 5 Zondagen onderbreekt men. De heer
Evers, vervolgend, acht dit dan nog voordeeliger
maar als de knechts dan voor dien wachtdienst
's Zondags om de 5 weken een fl weekloon meer
hebben, dan worden zij eigenlijk voor den extra-
dienst met f 5 beloond, wat vrij royaal is te
achten.
Dé heer Van der Hoek merkt op, dat van
dien wachtdienst op Zondag met geen enkel woord
in het werkhedenreglement melding wordt ge
maakt. Ook in de bijzondere artikelen daarbij,
wordt er niet van gewaagd. Was die fl meer
als extra loon bedoeld, dan zou er wel eenigszins
gewag van zijn gemaakt.
De wethouder, de heer Lagerwey, blijft
volhouden, dat hier wel degelijk onderscheid moet
worden gemaakt tusschen arbeid en wachtdienst.
Was de bepaling in art. 14 wat duidelijker, ge
formuleerd, dan zou hier heel deze discussie niet
uoodig zijn.
De Voorzitter wil nu het preadvies van
B. en W. in stemming brengen.
De heer Van den Hoek meent, dat aan
zijn uitstel-voorstel de voorkeur moet worden
gegeven.
De Voorzitter constateert, dat dit voorstel
door de heeren De Bruin en Dinkelaar wordt
ondersteund.
Het uitstel-voorstel wordt verworpen met 148
steen men.
Voor stemmen de heeren Van der Hoek, De
Graaff, De Bruin, mr. Kavelaars, Koopmans, Van
der Schalk, Van der Zee en Dinkelaar.
Het afwijzend preadvies wordt daarna aange
nomen met 173 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Dinkelaar, Van der
Hoek en De Bruin.
Pensioen voor de wethouders.
8. Motie van het Raadslid, den heer J. Din
kelaar, betreffende de samenstelling eener Raads
commissie, inzake herziening der belooning van
en invoering eener pensioenneenng voor de
wethouders.
De motie luidtTen einde een ruimere keuze
te hebben bij het benoemen der wethouders,
erkent d^ Raad de weuschelijkheid, in verband
met de in de/en tijd te stellen eischen, de hono
reering te herzien
acht het vraagstuk van pensioneering der wet
houders urgent en besluit tot de samenstelling
eener Raadscommissie van drie leden, ten einde te
dezer zake nader omschreven voorstellen te ont
werpen.
De Voorzitter zegt, dat deze motie is in
gediend tengevolge van de opmerkingen by de
gemeen te begroeting gemaakt. Zjj blijkt door de
heeren Van der Hoek en De Bruin ondersteund.
De heer Dinkelaar dacht, dat zijn motie
duidelijk genoeg was, maar dat blykt met het
geval. De bedoeling is niet direct de salarissen der
wethouders te verhoogen, wel die te herzien in
verband met hun pensioneering. De Voor
zitter onderbreekt: 'tStaat er toch. De heer
Dinkelaar vervolgt, d *t 't niet de bedoeling
is het salaris van de wethouders, dat nu 11500
bedraagt, te verhoogen Het eerste moet gelezen
wordeu in verbaud met het tweede. De bedoeling
is de beste krachten voor de betrekking van wet
houder te verkrijgen en meer vastheid aan de
betrekking te geven, zoodat t met is heden wet
houder, morgen af. Spr. heelt zich toch dikwijls
geërgerd aan het zoeken en scharrelen om iemand
tot net aanvaarden dier betrekking te bewegen.
De heer Houtman zegt, zonder onder te
doen in appreciatie van de werkzaamheid van het
tegenwoordige college, nog niet tot de conclusie
gekomen te zijn dat 't noodzakelijk is, pensioen
voor de wethouders vast te stellen. Hjj acht de
betrekking nog niet zoo wisselvallig, waar er hier
toch twee wethouders zijn, die reeds zeer gerui-
men tijd die functie bekleeden. Ook acht hij 't niet
goed dat een pensioen zich uitsluitend aan het
wethoudersambt wijdt; hij acht 't veel beter dat't
menschen zijn uit de maatschappij, die zich in het
volle leven bewegen, waar 't toen als een eerste
betrekking,een eerebetrekking moet beschou wdlWor-
den. Die hebben grooter werkkracht en ruimer in
zicht. Spr. meent, dat 't niet als een vaste betrekking
die voor salarieenng en pensioneering groote
eischen stelt, moet besctiouwd worden, maar als
een betrekking, waarnaast velen nog een goede
positie hebben. Gaat men er echter toe over