Stads- em Gewestelijk Nieuws. Gemeenteraad. mannen vrouwen totaal 16678 17204 33882 Dit werd vermeerderd door Geboorte 545 589 1134 Vestiging 1147 1125 2272 1692 1714 3406 Hiertegen kwam een ver mindering door Overlijden 199 213 412 V ertrek 1103 1217 2320 1302 1430 2730 Zangvereeniging »St. Cecilia". ïfo o gwater te Schiedam: Donderdag 15 Jan. 6.12 v.m., 6.25 n.m. Bij art. 28 (kleermakers) vraagt de heer Hels- d in gen verbetering van positie voor militaire kleermakers. De heer Duymaer v. Twist heeft bezwa ren tegen het grijs-groene uniform. De minister antwoordt o.m., dat hij het grijs-groene uniform solied acht, maar dat het niet algemeen zal worden doorgevoerd, voordat het blauwe laken is opgebruikt. Bij art. 30 (vermaken van kleeding) volgt een kort debat tusschen den heer Duymaer v. Twist en den minister over het beheer in de cen trale magazijnen, en bij art. 42 (burgerlijke cor- veeërs( tusschen den he»-r He'ladingen en den m i n i s t e r over het loon van de burger lijke corveeërs. Bij een volgende afdeeling komt de heer Ter Laan er tegen op, dat uitsluitend voorden com mandant en de officieren bij het remonte-depot te Mdlingen een auto is aangeschaft. Bij art. 57 (vrijwillige automobiel-korps) vraagt de heer Eland inlichtingen over een verminde ring van den post met f1000. De minister antwoordt, dat dit het gevolg is geweest van nadere overweging. Bij art. 58 (f420.000 voor kampeeren en ma noeuvres) zegt de heer Duymaer v. Twist niet overtuigd te zijn, dat het geld goed besteed is. Hij klaagt over het incompleet aan luitenants en onderofficieren en vraagt hoe het onder die omstandigheden mogelijk is geweest officieren in Albanië te detacheeren. De heer Ter Laan ondersteunt het betoog van den heer Duymaer v. Twist en vraagt voorts hoe het staat met de verzwaring van de diensten van het landweerkader. De minister meent, dat de toestand ten ge volge van het incompleet niet zoo ernstig is, als de heer Duymaer v. Twist schilderde. Spr. heeft echter met den commandant van het veldleger en den divisie chef maatregelen ter verbetering be sproken. Voorts laat de nieuwe Landweerwet z. i. niet toe het oude landweerkader minder zware dien sten op te leggen dan aan het nieuwe kader. De heer Eland meent, dat de Landweerwet aan de Kroon de bevoegdheid geeft, om de dien ten van net Landweer kader geheel of ten deele na te laten. De heer Juten sluit zich hierbij aan. De minister geeft een andere uitlegging aan de wet. Na nog eenige discussie met den heer Ter Laan wordt het artikel aangenomen. Bij art 62B (weerbaai tiéidskorpsen) wenscht de heer Ei and een duidelijke uitspraak van den minister. Hij vreest voor de korpsen, als zij wordeu saamgemolten met de lichamelijke op voeding. De heer v. d. Voort v. Zijp sluit zich daarhij aan. De minister zegt inderdaad de bedoeling te hebben weerbaarheid en lichamelijke opvoeding in één. besluit samen te vatten en ontkent, dat du de dood zou zijn voor de weerbaarheid. Bij art. 75 (muziekkorpsen) verlangt de heer Ter Laan (Den Haag) bezuiniging. De minister zegt overweging toe. Bij art. 78 (vergoedingen ingevolge de Mditie- en Landweerwet) meent de heer Ter Laan (Den Haag), dat er hier nu eens te veel bezui- Digd wordt. De minister ontkent dit. Bij het verdere deoat deelt de minister mede, dat voorstellen tot positieverbetering van het verplegend personeel in de militaire hospi talen in onderzoek zijn. Den heer Eland zegt de minister toe, dat de Cadettenschool blijft bestaan tot na de wettelijke herziening van het militair onderwijs. De minister verdedigt tegenover den heer Ter Laan de luchtvaart, speciaal voor verkenningen Hel art. betreffende de uitgaven voor de lucht vaart, c p verzoek van den heer Ter Laan in stemming gebracht, wordt a a n g e n o m e n met 40 tegen 24 stemmen. De heer Helsdingen vraagt, of de vastge stelde salarisverhooging voorde mdgezijn employés voor de inrichtingen, waar militaire kleeding wordt vervaardigd geacht wordt, ingegaan te zijn met 1 Januari. Hij wil ook vaste aanstelling voor de geregeld buiten werkende militaire kleermakers zooals is beloofd door den vorigen minister. De heer Van Vuuren sluit zich daarbij aan. De heer Ter Laan, (Den Haag) bepleit ook lotsverbetering voor de bureelambtenaren. De m i n i s t e 9 antwoordt, dat buitenwerken de kleermakers geen arbeiders zijn, men zou ze aannemertjes kunnen noemen. Buitendien doen de meesten er nog allerlei andere beroepen bij en werken zij ook voor confectie magazijnen enz. Er zijn buitenwerkers, die het werk eigenlijk door anderen laten doen, het uitbesteden Er zijn dus buitenwerkers-werkgevers en buitenwerkers arbeiders. Het sweating systeem wordt zuiver toegepast. Dat mag niet worden in de hand ge werkt. Hij kan niet de buitenwerkers vaste aan stelling geven. Hij wacht liever tot dat alles in de magazijnen zelf kan worden gemaakt. De heer Ter Laan trekt zijn motie in. Bij de afdeeling «aanschaffing enz. van artil lerie", klaagt dezelfde afgevaardigde dat er of ficieren zijn, die bij proefneming op kosten van de firma Krupp worden gehuisvest. Men moet niets van zulk een firma aannemen. De minister antwoordt, dat het toch heel eenvoudig is, dat zij van de gastvrijheid van de fiirna gebruik maken, te meer omdat dit geen voordeel is voor de officieren, maar voor het Ne derlandsch gouvernement. Naar aanleiding van een verbooging van een post wegens de kazernebranden vraagt de heer Eland of het onderzoek te Ede en te Haarlem naar do oorzaak van de branden reeds tot resul taat heeft geleid. De minister antwoordt, dat hij tot zijn leedwezen nog niets kan melden. Naar aanleiding van het subsidie aan de ver eert icing voor weduwenzorg, vragën de heeren Eland en Ter Laan om waarborgen dat de gelden goed worden besteed en niet zóó, dat men van meer dat een fonds trekt. De minister antwoordt, dat dit niet altijd is te vermijden, maar zooveel mogelijk vermeden wordt. Tot de twintigste afdeeling genaderd, wordt de vergadering verdaagd tot heden. Weerbericht. Telegrafisch bericht, naar waarnemingen, verricht in den morgen van 14 Jan. medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te. De Bildt. Hoogste barometerstand 778.5 te Stornoway. Laagste barometerstand 753.0 te Nice. Verwachting tot den volgenden dag: krachtige tot matigen meest noordoostelijken wind, gedeelte lijk bewolkt, weinig of geen sneeuw, lichte tot matige vorst. Bevolking der gemeente Schiedam 1913. Het zielenaantal voor deze gemeente bestond op 31 December 1912 uit: Totale vermeerdering 390 284 474 Zielenaantal op 31 December 1913 34556 Concert Toonkunst". Gister-avond gaf' Toonkunst, atd. Schiedam, voor leden en met-leden een concert in het gebouw Odéon. Het bestuur had zich de medewerking verzekerd van mej. Marie Pas (altzangeres) te Rotterdam, den heer Fritz Rothschild (viool) te Weenen, en den heer A. de Vogel (piano) te Rotterdam. Een keurig gekozen programma werd ten gehoore gebracht. No. 1 van het programma was de Sonate op. 100 van Joh. Brahms, een zwaar toonwerk voor viool en piailo, waarin aan violist en pianist zeer hooge eischen gesteld wor den. De wijze, waarop dit werk werd voorgedra gen was meesterlijk. Hoe vaardig moet de kun stenaarshand zijn die zulke heerlijke tonen aan zijn instrument weet te ontlokken, en wat een uitmuntende begeleiding! Mej. Marie Pas droeg een viertal liederen voor van Schubert en Brahms, waarvan «Aufenthalt" en «Uie Allmacht" van Schubert ons het meest voldeden. Mej Marie Pas kon zich beroemen een mooie altstem te bezitten een eenigszins donker geiunbreerd orgaan van grooten omvang, waarvan veel bekoring uitgaat. Ze zong haar liederen met veel expressie en sublie- men eenvoud. Ze is absoluut een zangeres van he teekenis. Tot slot van het eerste gedeelte van het programma wefd door den heer Fr. Roth schild «Chaconne" van Joh. Seo. bach voorgedra gen; hierin oewouderdeu wij vooral zyn techniek, de prachtige streek en de fijne nuances. Het tweede gedeelte werd geopend door den heer A. de Vogel met «Andante con variaziona" van Schubert, «Soirée de Vienne" van Liszt en «Polonaise" van Ohopin voor piano. Meesterlijk en correct werden deze compositie's gespeeld zijn virtuositeit kwam vooral uit in de Polonaise van Chopin. Mej Marie Pas, die voor de tweede maal hët podium betrad, zong achter eenvolgens drie liedereu Weuu die Rosen blühen" (volkslied), «Sterren" van Zweers eu «Meilied" van J. F. Brandts Buys. Haar zang was wederom sctioun en zuiver; ook willen wij hier vooral aan- st ppen de zuivere uitspraak van 't Holfandsch. Wat klinkt onze taal, zoo uitgesproken en gezon gen, toch schoon. Ten slotte deden de heeren virtuosen ons nog genieten de «Faust Phantaisievan Wmiawsky. Artistiek en prachtig werd dit moeilijke werk door den violist vertolkt. De begeleiding was volgzaam, bescheiden en kunstvol genuanceerd. t Was een waardig slot van dezen kunstvol len avond. Een langdurig en welverdiend applaus viel den solisten na ieder nummer ten deel. Be treurenswaardig dat bij zoo'n schoon concert de zaal zoo slecht bezet was want die er waren, zijD zeker dankbaar en welvoldaan huiswaarts gegaan. Landkaart ran Nederland. Wij ontvingen van den heer S. C. van Waal wijk van Doorn, agent van de Verzekeringsbank «De Nieuwe Eerste Nederlandsche" gevestigd te 's Gravenhage, hare alleszins doelmatige reclame n.l. een fraaie landkaart van Nederland, omlijst met de wapens der elf provinciën en van enkele groote steden in ons land, de koloniën en het buitenland, Zoowel door duidelijke teekening als nette uitvoering zal de kaart zeker alleszins haar prac- tisch, meervoudig doel bereiken. Het ijsvermaak. Op verschillende s loo ten, weteringen enz. in den omtrek dezer stad werd hedtein reeds druk schaatsen gereden. Morgen zal, hiji gunstig weer, de ijsclub haar terrein openen. Glasfabriek «De Sckie". Daartoe uitgenoodigd, bezichtigden wij heden de nieuwe inrichting voor machinale flesschen- fabricatië in de glasfabriek „De Schie". Wegens gebrek aan plaatsruimte kunnen wij eerst in ons volgend nummer een beschrijving van deze nieuwe fabriek geven. In de op gisteravond gehouden vergadering der Zangvereeniging »St. Cecilia", onderafd. van den Ned. R. K. Volksbond afd. Schiedam, is besloten deel te nemen aan het concours op de Pinksterdagen te Dordrecht te houden. Giste r-a vond is door een sigaren winkelierster in de Boterstraat bij de politie aangifte gedaan, dat twee avonden achter elkaar van haar toonbank een kistje sigaren is ontvreemd. Een onderzoek wordt ingesteld. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 13 Januari 1914, des namiddags 2 ure. {Vervolg.) Gemeentewerklied en. 7. Adres van de Afdeeling Schiedam van den Bond van NederlandscUe Gemeentewerklieden, betreffende de belooning van stal wachtdienst op Zondag, met advies van B. en W. Des Zondags wordt door de koetsiers wacht gehouden bij de paarden aan de Reiniging; dit behoort bij huu gewonen dienst en zij ontvangen daarvoor geen belooning. Voor den arbeid, die zij hierbij neg hebben te verrichten, wordt hen even wel een uur extra betaald. De heer v. d. Hoek zegt dat men teleur ge steld moet zijn over het adres van B. en W. vooral als men het werklieden-reglement nagaat. De Zondagsdienst is van 1907 ingesteld en de menachen, die vóór 1907 reeds in dienst waren krijgen mets meer uitbetaald voor deu dienst op Zondag. Wie op Zondag dienst heelt, moet 14 paarden verzorgen. In het geheele reglement wordt van verplicnten Zondagsdienst geen mel ding gemaakt, ook in de bijzondere dienstvoor schriften is daaromtrent mets te vinden. Spr. meent ook, dat de werktijd wordt overschreden. Men doet bij de reiniging de eerste 4 du gen 10 uur per dag dienst, Vrijdags en Zaterdags 10i/2 uur. Zoudags hebben ze daar nog 7 uur dienst. Dit is in strijd met den voorgeschreven arbeids tijd, vermeld in Gem.-blad no 31 van 1913. Het reglement verplicht hen dus met tot Zon- dagsarbeid en evenmin staat daarin dat men gratis Zondagsarbeid moet verrichten. De heer Koopmans meent, dat de heer v. d. Hoek wachtdienst met sialdienst verwart. Bij de in dienstneming van personeel wordt hier gezegd dat er wachtdienst moet worden gedaan. Reeds vroeger is die kwestie besproken en uitge maakt dat wachtdienst onder den te verrichten arbeid is begrepen. Hij, die wachtdienst verricht, heeft met anders te aoen dan de paarden eten te geven en de stallen te reinigen. Het salaris is verhoogd met toeslag voor Zondagsarbeid. Voor Zondagdienst wordt 2 uur loon plus toeslag uitgekeerd. De wachtdienst is van te voren bekend, zoo- dat zij die dien dienst moeten verrichten daarvan tijdig verwittigd zijn. De heer Van der Hoek kan zich met het betoog van den vorigen spreker met vereenigen. Hij meent, dat er wel meer dan 2 uur arbeid per dag bij dien wachtdienst wordt verricht en als er dan van de gemeente-reiniging éen uur per dag wordt betaalt, lijkt dat nergens op. De wethouder, de heer Lagerwey, moet be ginnen met deu heer Koopmans te bedanken, dat hij als lid der commissie voor de gemeeute-reim- ging reeds een enkel woord ter verklaring in deze /.aak heeft gesproken. Er moet toch onder scheid gemaakt worden tusschen verrichten arbeid en verrichten nachtdienst. De zaak is lang be schouwd in verband ook vooral met deze kwestie, dat Zondagsdienst niet zou betaald worden als men verwachtte. Bij de samenstelling van het reglement is er echter reeds op gewezen, dat de formuleering van art. 14 aan duidelijkheid te wenschen overlaat. Reeds is bij B. en W. een voorstel overwogen om art 14 van het werklieden- reglement in verband met den bedoelden wacht dienst te wijzigenmaar nu zich ook in een anderen tak van gemeentedienst, aan de gasfa briek, waterleidiug en electnciteitsoednjf daar omtrent een kwestie heeft opgedaan, meende men daar nog even mee te moeten wachten Voor den arbeid den koetsiers bij den wachtdienst opgelegd ontvangen zij een f 1 meer loon per week. lederen koetsier is ook uitdrukkelijk er op gewezen dat hij 's Zondagswachtdienst heeft te verrichtten Weth. stelt verder in 't licht dat die Zondags dienst over vier personen is verdeeld, die ieder slechts een gedeelte van den Zondagswachtdieast hebben te verrichten en dat het weekloon van de koet siers bij gemeente-reiniging toch nogf 13£ bedraagt. De regeling door den heer Van der Hoek bedoelt zou de gemeente f400 meer kosten. Daartoe, kan om verschillende omstandigheden niet worden overgegaan. De wethouder, de heer Goslinga, wil zich in de kwestie van die stal wacht met mengen, maar meer een vraag van algemeenen aard bespre ken. Ais de maximum arbeidsduur per week is 58 uren bij een arbeidsdag van hoogstens 10 uren is daarmee in strijd die arbeid op Zondag, nl. met den basis van 58^ uur Weth. ontkent dat. Die 58 uren moeten over 6 dagen verdeeld wor den extra arbeid op Zondag komt daarbij niet in aanmerking. Voor arbeid 's nachts wordt 50% en voor die op Zondag 100% meer betaald. Die arbeid moet z. i. geheel afgescheiden van anderen arbeid worden beschouwd in alle takken van ge meentedienst zoowel bij de gasfabriek en als in den dienst der gemeente-reinigiog. De heer nar. Kavelaars meent, den heer Lagerwey te hebben hooren zeggen, dat volgens de regeling door den heer Van der Hoek bedoeld, 1400 meer per jaar voor de gemeentereiniging zou moeten worden uitgegeven, dat is dan voor iederen Zondag f 8 meer. Spr. meent, dat 't dan veel voordeeliger is afzonderlijke menschen voor dien wachtdienst aan te stellen. De heer Van den Hoek is 't met den wet houder, den heer Goslinga, eens, dat voor buiten gewonen arbeid, na de vastgestelde uren, behoor lijk meer betaald moet worden. Na den wet houder van Financiën gehoord te hebben, wil hij echter in overweging geven de behandeling van deze zaak nog aan te houden. De Voorzitter wijst er op, dat de Com missie voor de Reiniging voorstelt een onderzoek naar de betrokken kwestie in te stellen. Als 't blijkt dat er in den wachtdienst bijv. 4 uren arbeid moet verricht worden, dan moet dat niet met f2 betaald worden. Voor 't oogeublik gaat t echter alleen om den wachtdienst, en dan kan voorz. verzekeren dat de koetsiers bij de ge meentereiniging fl meer voor dien wachtdienst hebben en dus meer loon genieten dan andere menschen bij die gemeentelijke instelling. De heer D e B r u i n stelt in 't licht, dat hier de groote beteekenis zit in den Zondagsdienst en meent toch dat 't op den weg ligt vooral van de antirevolutionairen voor de vrije beschikking van den Zondag op te komen. Ook de Zondagsdienst is in den diensttijd inbegrepen en men mag niet boven de 58^ uur gaan. De Voorzitte r onderbreekt, dat zij voor die meerdere uren een f '1 meer krijgen. - De heer De Bruin, ver volgend, blijft toch aan dit maximum aantal uren vasthouden, acht de uitkeenng van f 13.50 een vast loon voor een maximum aantal werkuren en vraagt, waarom de Commissie voor de Reini ging ook de adressanten met hoort Hij vindt het denkbeeld om deze zaak aan te houden nog, zoo dwaas met. Zijn B. en W op de hoogte gesteld van de inzichten van adressanten, dan komt men tot beter resultaat. Hij dringt dus aan op aan houding tot de volgende vergadering. De wethouder, de heer Lagerwey, dacht, dat de kwestie na zijne toelichting eenvoudig en duidelijk was en men nu gemakkelijk kou beslis sen maar 't is te bet wij telen ot men hier wel geheel op de hoogte is. Wetu. zegt, dat voor enkele jaren een nieuwe loonregeling was ontworpen, waarin ook het loon van de koetsiers, met inbe grip van de stal wacht op Zondag en erkende christelijke feestdagen was geregeld. Aan allen koetsiers die toen in dienst waren, benevens aan de later aangestelde, is medegedeeld, dat zij tot den wachtdienst op Zondag verplicht waren. Spr. meent, dat men nu wel over deze zaak kan be slissen en wel besluiten het verzoek van de hand te wijzen. De heer Evers meent, dat als er 14 paarden zijn en 14 knechts de heer Lagerwey on derbreekt '11 de knechts dan slechts om de 3 Zondagen een wachtdienst zullen hebben. Om de 5 Zondagen onderbreekt men. De heer Evers, vervolgend, acht dit dan nog voordeeliger maar als de knechts dan voor dien wachtdienst 's Zondags om de 5 weken een fl weekloon meer hebben, dan worden zij eigenlijk voor den extra- dienst met f 5 beloond, wat vrij royaal is te achten. Dé heer Van der Hoek merkt op, dat van dien wachtdienst op Zondag met geen enkel woord in het werkhedenreglement melding wordt ge maakt. Ook in de bijzondere artikelen daarbij, wordt er niet van gewaagd. Was die fl meer als extra loon bedoeld, dan zou er wel eenigszins gewag van zijn gemaakt. De wethouder, de heer Lagerwey, blijft volhouden, dat hier wel degelijk onderscheid moet worden gemaakt tusschen arbeid en wachtdienst. Was de bepaling in art. 14 wat duidelijker, ge formuleerd, dan zou hier heel deze discussie niet uoodig zijn. De Voorzitter wil nu het preadvies van B. en W. in stemming brengen. De heer Van den Hoek meent, dat aan zijn uitstel-voorstel de voorkeur moet worden gegeven. De Voorzitter constateert, dat dit voorstel door de heeren De Bruin en Dinkelaar wordt ondersteund. Het uitstel-voorstel wordt verworpen met 148 steen men. Voor stemmen de heeren Van der Hoek, De Graaff, De Bruin, mr. Kavelaars, Koopmans, Van der Schalk, Van der Zee en Dinkelaar. Het afwijzend preadvies wordt daarna aange nomen met 173 stemmen. Tegen stemmen de heeren Dinkelaar, Van der Hoek en De Bruin. Pensioen voor de wethouders. 8. Motie van het Raadslid, den heer J. Din kelaar, betreffende de samenstelling eener Raads commissie, inzake herziening der belooning van en invoering eener pensioenneenng voor de wethouders. De motie luidtTen einde een ruimere keuze te hebben bij het benoemen der wethouders, erkent d^ Raad de weuschelijkheid, in verband met de in de/en tijd te stellen eischen, de hono reering te herzien acht het vraagstuk van pensioneering der wet houders urgent en besluit tot de samenstelling eener Raadscommissie van drie leden, ten einde te dezer zake nader omschreven voorstellen te ont werpen. De Voorzitter zegt, dat deze motie is in gediend tengevolge van de opmerkingen by de gemeen te begroeting gemaakt. Zjj blijkt door de heeren Van der Hoek en De Bruin ondersteund. De heer Dinkelaar dacht, dat zijn motie duidelijk genoeg was, maar dat blykt met het geval. De bedoeling is niet direct de salarissen der wethouders te verhoogen, wel die te herzien in verband met hun pensioneering. De Voor zitter onderbreekt: 'tStaat er toch. De heer Dinkelaar vervolgt, d *t 't niet de bedoeling is het salaris van de wethouders, dat nu 11500 bedraagt, te verhoogen Het eerste moet gelezen wordeu in verbaud met het tweede. De bedoeling is de beste krachten voor de betrekking van wet houder te verkrijgen en meer vastheid aan de betrekking te geven, zoodat t met is heden wet houder, morgen af. Spr. heelt zich toch dikwijls geërgerd aan het zoeken en scharrelen om iemand tot net aanvaarden dier betrekking te bewegen. De heer Houtman zegt, zonder onder te doen in appreciatie van de werkzaamheid van het tegenwoordige college, nog niet tot de conclusie gekomen te zijn dat 't noodzakelijk is, pensioen voor de wethouders vast te stellen. Hjj acht de betrekking nog niet zoo wisselvallig, waar er hier toch twee wethouders zijn, die reeds zeer gerui- men tijd die functie bekleeden. Ook acht hij 't niet goed dat een pensioen zich uitsluitend aan het wethoudersambt wijdt; hij acht 't veel beter dat't menschen zijn uit de maatschappij, die zich in het volle leven bewegen, waar 't toen als een eerste betrekking,een eerebetrekking moet beschou wdlWor- den. Die hebben grooter werkkracht en ruimer in zicht. Spr. meent, dat 't niet als een vaste betrekking die voor salarieenng en pensioneering groote eischen stelt, moet besctiouwd worden, maar als een betrekking, waarnaast velen nog een goede positie hebben. Gaat men er echter toe over

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2