Staten-Generaal.
Gemeenteraad.
en „Man© noniscuxn JJomiue. Het gemengd kooi
der Kapel zong het „Bene^icius'', 7 Mem. a ca-
1*1 Ia van iVekes, het „Ave Maria", 4 stem. k
cape Ha van Hufi. Cuypers en „Tola, pulch .acs',
4 stem. met orgel van HaagJh.
Hi a ae H. Mis zongen de vexeenigde ko en v an
Kathedraal, Munsterkerk en Kapel in 'l Zand
het achtstemmige „T© Deum" van Hub. Cuy-
pers en hij het einde der plechtigheid een Can
tate voor vierstemmig mannenkoor met orgel.
Na beëindiging der plechtigheid aan h.t altaar
gal' de nieuw gewijde Bisschop voor oen eersten
keer den liisschoppelijken zegen aan het volk.
In den namiddag tusschen een en twee uur
hield Mgr. Schrijnen receptie ten zijnen huize,
waarvan door zeer velen werd gebruik gemaakt.
Hedenavond wordt een prachtige lichtstoet ge
houden, waaraan door alle vereenigingen, welke
den nieuwen Bisschop dos morgens naar de kerk
geleidden, wordt deelgenomen.
De üordtsehe Zeehaven en de My. tot
Jttxpl. v. 8. 8.
De xaaü van Dordrecht heeft na niet ai te
uitvoerig© discussie goedgekeurd het voorstel,
om aan de Mij. tot Expl. van S.3. voor 75 ja
ren in erfpacht te geven een terrein aan aè in
aanleg zijnd© zeehaven, ter* grootte van H.A.
63 A. en 50 c.A., tegen een jaarlijkseheo canon
van 10.20 p«r vierk. M.
Tevens besloot de raad tot den aanleg van
een spoorverbinding van de| genoemde haven
naai de lijn RotterdamDordrecht. Hierdoor
is tevens beslist, dat d© haven voor een veel
grooter dieel op volle diepte zal worden ge
bracht dan aanvankelijk bedoeld was.
1 Mei-viering te Zaandam.
De minister van Binnenlandse ha Zaken heeft
geantwoord op de volgende; vragen van deu heer
Brumrnelkamp
1. Is het jujst, dat door B. en W, van Zaan
dam is besloten, dat op 1 Mei aan d© ambte
naren en werklieden der gemeente, voor zoo
ver- de dienst het toeliet, vrijaf zou worden
gegeven, en de gemeentebuxeaux zoowel in als
buiten het gemeentehuis, met uitzondering van
het havenkantoor, gesloten zouaen zijn?
2. Is het juist, dat dooi den burgermester
van Zaandam aan de hoofden der opumbart»
inrichtingen van onderwijs is medegedeeld,
dat liet in de henoding ligt het daarheen te
leiden, dat voortaan op 1 Mei aan alle open
bare inrichtingen van onderwijs ie Zaandam
vacantie wordt gegeven, en dat reeds dit jaar
tegen combinatie van klassen op 1 Mei hij
den burgemeester en den wéthoudér van |On-
derwijs geen overwegend bezwaar bestaat?
3. Is het juist, üat op den verjaardag van
II. K. H. Prinses Juliana krachtens besluit
van B. en W„ van Zaandam van de gemeente-
gebouwen en kerktorens aldaar geen vlaggen
uitgestoken zijn, in afwijking van hetgeen
vroeger geschiedde, en zoo ja, kan co minis
ter mededeelen welk motiet tot aeze afwijking
heeft geleid?
Het antwoord van den minister luidt als
volgt:
„Nopens de door het lid der Kamer, den
heer Brummelkamp, gestelde vragen betref
fende de hiernevens vermelde onderwerpen
beeft de ondergeteekende van wege den bur
gemeester der gemeente Zaanaam de antwoor
den ontvangen, welke hieronder, in de volg
orde van de vragen, waarop zij betrekking
lebben, worden medegedeeld.
1. Door buigemeester en wethouders van
Zaandam is besloten, op; 1 Mei aan alle amb
tenaren en werklieden der gemeente vrijaf te
geven, voor zoover de dienst het toe zou laten
en verder met uitzondering van het politie
bureau, het havenkantoor ©n ae scholen voor
lager en middelbaar onderwijs.
Dit besluit is uitgevoerd, zoodat m -1 uit
zondering van de drie genoemde diensten de
ge mee n t-cbure a u x op dien dag voor het publiek
gcsjöten geweest zijn.
2. Aan de hoofden der openbare inrichtin
gen van onderwijs is het volgende schrijven
gezonden:
Zaandam, 27 April 1914.
Het ligt in de bedoeling het daarheen te lei-
oen, dat voortaan op 1 Mei aan alle- openbare
inrichtingen van onderwijs in de gemeente
vacantie worat gegeven.
Voor dit jaar zijn echter verordeningen en leer
plans nog niet met dien maatregel in overeen
stemming.
Ofschoon buigemeester en wethouders
gaarne zouden zien, dat nu reeds zooveel mo
gelijk van den 1 Mei-dag; als vaoantieuag zou
worden gebruik gemaakt, kan ik op grond van
het nevenstaand© geen vrijheid nemen dat
klassen naar huis worden gezonden. Tegen
combinatie van de klassen voor zooveel ge-
makkelijk mogelijk bestaat voor dien dag
bij mij en den wethouder van oriaerwij geen
overwegend bezwaar.
De burgemeester van Zaandam,
(get.) K. TER LAAN.
Aan de hoofden der scholen A tot en met H.
den heer directeur der hoogere burgers-hooi,
den heer directeur dér handelsdagschool.
den heer directeur van den handelsavondcur
sus,
den heer directeur der burgeravondschool.
•3 Burgemeester en wethouders hebben be-
riolen, nat op den verjaaidag van H. K. H.
Prinses Juliana, in afwijking van hetgeen ge.
ichiedde, geen vlaggen zouden worden uiige
steken van gemeentewege. Zij vonden in de
verjaring van die Prinses geen aanleiding1 tof
vlagvertoon ©n meenden bovendien door hun
besluit te handelen in den geest van oe meer-
uui'heid van den Raad en vau de bevolking.
TWEEDE KAMER
Zitting van Dinsdag 12 Mei.
De behandeling van het on t w e r p-i n k o Ki
sten belasting wordt voortgezet. Aan de
orde is art. 39, waarin de aanslagen worden ge
regeld.
Deze zouden in het algemeen geschieden door
den inspecteur der registratie voor personen, die
in de vermogensbelasting vallen en d e, buitens
lands wonende, hier onroerend goed hebben door
den inspecteur der directe belastingen voor de
overige personeu, vennootschappen enz. De com
missie van rapporteurs heeft amendementen voor
gesteld, om den aanslag te doen geschieden door
het dienstvak der directe belastingen, zij het met
medewerking van dat der registratie.
De heer P a t ij n licht deze amendementen toe
namens de commissie van rapporteurs. Spr. is
bevreesd, dat, komt de regeling van het ontwerp
tot stand, met twee maten zal worden gemeten,
aangezien men in het algemeen bij de directe
belastingen een straffere methode toepast dan bij
registratie en daardoor juist de armeren zouden
worden getroffen.
Spr. bestrijdt de regeling nader, ook op grond
van administratieve bezwaren Hij oelent kritiek
op de wijze waarop de landbouwaanslagen zullen
geschieden en maakt nog eenige wenschen ken
baar o.a. met betrekking tot de boekhouding bij
de beide dienstvakken directe belastingen en re
gistratie.
Spr. geeft dan een toelichting op de amende
menten, volgens welke de inspecteur van de regi
stratie zijn lijst voor de vermogensaanslagen zendt
aan den inspecteur van de directe belastingen.
Deze doet ook zijnerzijds zijn aanslag en. zoo
noodig, wordt overleg gepleegd tusschen de beide
inspecteurs, terwijl de commissie van aanslag bij
verschil van meening beslist.
Nadat de Kamer aan de heeren Kleerekoper en
Mandeis verlof beeft verleend tot het houden van
huD, reeds aangekondigde interpellation, sluit de
heer Ter Laan zich aan bij den heer Patijn
en bestrijdt den minister nog op andere punten.
Zoo meent hij o. a., dat de registratie de waarde
van een goed ten opzichte van de opbrengst niet
goed kan schatten.
De heer Tydeman vindt goed, dat de aan
slag door denzelfden persoon in handen blijft van
denzelfden ambtenaar en de aanslag geschjedt
door het best geoutilleerde dienstvak.
Spr. gelooft evenwel, dat de samenwerking
welke het amendement van de C. v. R. wil tus
schen registratie en directe belastingen, zeer goed
mogelijk is.
Hoewel spr zal stemmen voor het amendement
der C. v. R, vraagt hij of zij zelve het niet on
juist vindt, dat in vele gevallen aan de admini
stratie zal worden overgelaten, wie er aaogifte
van moeten doen en wie niet, waar toch aan die
aangifte rechtsgevolgen zijn verbonden.
De heer Gerritson steuut het amendement
geheel.
De heer Van Nispen verdedigt vervolgens
het stelsel van den minister. Spr. stelt de vraag
Is de dienst der directe belastingen zoo op de
hoogte met de vermogens? Nog wijst spr. erop
dat de registratie beter dan de directe belasting
kan beoordeelen hoe iemands vermogens is belegd.
Uitvoerig bestrijdt spr. de rede van den heer
Patijn.
De heer De Meester bestrijdt vervolgens
weder de rede van den heer Van Nispen en ver
dedigt het stelsel Kolkman, zooals dat weder wordt
voorgesteld in het amendement der commissie
van rapporteurs. Spr. geeft in overweging de
inspecteurs van de directe belastingen en van de
registratie permanent in de commissie van aan
slag zitting te geven, doch alleen stemgerechtigd
voor kwesties van vermogensbelasting. Met den
heer Patijn hoopt spr. dat de minister zich niet
te vijandig zal plaatsen tegen het amendemeut.
Het woord is thans aan den minister van Fi
nanciën, den heer Bertling,
De Voorzitter stelt dezen de vraag of hij
ook liever morgen zal antwoorden.
De Minister verklaart, dat hij voor zijn rede
wel eenigen tijd zal noodig hebben en liever
morgen het woord voeren.
Heden voortzetting.
Vergadering van den Raad der
gemeente Schiedam, op Dinsdag 12 Mei
1914, des namiddags 2 ure.
{Vervolg.)
Toltarief Overschie.
2. Voorstel om B. en W. te machtigen tot
het indienen van een adres ter aanvulling van
het tarief van den tol onder Overschie.
De aanvulling wordt wenschelijk geacht om
dat in den loop der jaren de omstandigheden zich
belangrijk hebben gewijzigd,
B. en W. wiilen in het tarief zien opgenomen,
dat voor automobielen wordt betaald 10 cent en
vrachtautonaobielen, verhuiswagens en locomobie
len 25 cent per keer.
De heer de Bru in zegt, dat bij de behande
ling der Beerooting het vorig jaar door hem reeds
de opheffing van den tol is bepleit. Burgem. en
Weth. hebben toen de toezegging gedaan met de
naburige gemeente eens te confereeren over de
mogelijkheid van opheffing. Het schijnt mij, zegt
spr., dat tollen een nadeel zijn voor goede ver
keerswegen. Zij zijn uit den tijd en belemmeren
het verkeer. Dergelijke antiquiteiten dient men
niet in het leven te houden.
In plaats van nu met een voorstel tot ophef
fing van den Overschiesehen tel te komen, doen
B. en W. voorstellen om een zwaardere heffing
in te voeren. In beginsel is spr. tegen de tollen
en men kan hem geen grooter pieizier doen dan
die zoo spoedig mogelijk op te hellen of in de
richting van opheffing te werken.
De Voorzitter antwoordt den heer De Bruin,
dat hij met den burgemeester van Overschie over
deze zaak heeft gesproken. Door den burgemees
ter van Overschie werd opgemerkt, dat op het
oogenblik de tijd nog niet geschikt is om over te
gaan tot afschaffing van den tol. De tegenwoor
dige minister van Waterstaat, de heer Lelie, is
een groot voorstander van Rijkswegen. Indien
men nog een paar jaar wacht, zal er wellicht kans
zijn dat het Rijk den tol en den weg overneemt.Het
college van R. en W meende aan dezen raad ge
volg te moeten geven en een afwachtende hou
ding aan te nemen. Overschie heelt nog veiklaard
niet bereid te zijn het onderhoud van den weg
op zich te nemeD.
De heer Lagerwey zegt, dat de tol in Juni
1914 opnieuw moet worden verpacht. De pacht
loopt ultimo Juni 1914 af. Spr. meende dat het
belang der gemeente meebracht het tarief vóór
de nieuwe verpachting te herzien.
De heer De Bruin vindt het een bezwaar om
al te wachten wat een minister zal doen. De
plannen zijn in den regel beschimmeld voor men
een oplossing heeft verkregen. Voor Schiedam is
het een belang dat er geen belemmeringen op de
wegen zijn. Met fietsen moet men bij den tol te
Overschie
Voorzitter: F-etsen ziin vrij.
De heer D e B r u i n Ja, je mag tusschen twee
paaltjes daar passeeren, op levensgevaar af dat je
komt te vallen en een paar ribben breekt. Spr.
vindt dat Schiedam niet op een paar honderd
gulden moet zien. Men moet hier niet zoo lang
zitten te melken en eens naar de wijze zien waar
op. Rotterdam dergelijke zaken afdoet.. Er is thans
voor Schiedam zoo'n zwaar offer niet mee ge
moeid. Spr. kan dus niet met het voorstel van
B. en W. meegaan en overweegt een zelfstandig
voorstel te doen tot opheffing van den tol.
De heer v. W e s t e n d o rp zet uiteen, dat de toe
stand bij den tol op Schielands Hoogen Zeedijk
heel anders was. Daar was een tweede verbin
ding tot stand gekomen. Nu kunnen wij wel erg
royaal wezen en een f 700.daarvoor opofferen;
maar het is toch een zaak van Rijksbelang.
Wij behoeven nu juist niet alrijd naar Rot
terdam te kijken wat betreft royaliteit. Spr. zou
dat nader kunnen illustreeren.
De heer v. d. Meer komt ter vergadering.
De heer Evers zal vóór een voorstel tot
opheffing van den tol te stemmen. Nu er echter
een voorstel is om juist de luxe te treffen, in casu
de auto's, zal hij zich niet tegen het voorstel van
B. en W. verzetten.
De heer De Bruin doet thans het voorstel
om te besluiten tot opheffing van
den tol te Overschie.
Het voorstel wordt ondersteund door de heeren
Evers en Wouterlood.
De heer v. d. Velden vraagt naar de kosten
van de opheffing.
De Voorzitter zegt, dat er f 1400 wordt
ontvangen. Na aftrek der kosten levert de tol
netto f600.— op.
De heer Lagerwey betoogt dat het niet
aangaat een voorstel tot opheffing van den tol
zoo maar rauwelijk te doen. Men dient de voor-
en nadeelen na te gaan. Er zal ook eerst over
leg moeten worden gepleegd.. Soms kost het
onderhoud f 600, maar ook wel eens f 13 a 1400
per jaar. Er dient rekening te worden gehouden
met uitkeeriDgen aan Hogen ban en Oud-Mathe-
nesse, in verband met het gebruik van de jaag
paden.
Het voorstel van den heer de Bruin loopt wel
wat al te veel vooruit op hetgeen we te wachten
hebben. Wij kuDneu in de nieuwe pachtvoor-
waarden ook de bepalingen opnemen dat de pacht
kan beëindigd worden zoodra daartoe termen be
staan.
De heer v. d. Zee: Voor hoelang wordt de tol
verpacht
De Voorzitter: Voor 3 jaar
De heer v. d. Zee zegt, dat men den tol dan
nu wel b. v. voor 1 jaar kan verpachten.
De Voorzitter bevestigt dit.
De heer De Bruin betoogt dat de toestand
van Schiedam niet zoo hopeloos is en men om
den ingezetenen en aan de omgeving een gerief te
bezorgen de gelden best voor het afschaffen van
den tol kan beschikbaar stellen. Wij zijn hier
maar al te rijk gezegend met tollen. Dat ding
op den Vlaardinger dijk acht ik nog veel erger
lijker. Straks gaan we ons in veel grooter zaken
verdiepen, zoodat we over de kosten van de op
heffing van den tol te Overschie wel heen kun
nen stappen. Het is een zaak, die hier reeds lang
geleden besproken is. Er is ook een adres van
den Alg. Ned. Wielrijdersbond over, waaromtrent
ook nog geen prae-advies is ingekomen. Het is
een nuchtere kwestiedat ditfg weg of niet.
De heer Goslinga merkt op, dat het afstap
pen der fietsrijders by den tol nu zoo'n groot be
zwaar niet is. Het adres van den Wielrijdersbond
is, naar spr. meent reeds afgedaan. Het Rijk is
begonnen hier of daar tollen af te koopen. De
Rijkstollen zijn reeds opgeheven.
De heer De Bruin: Gelukkig.
De heer G o s 1 i n g a vervolgt, dat naar zijn
cseening best gewacht kan worden tot het Rijk
den weg zal overnemen. Het is toch geen aan
gename positie voor een gemeente om verplicht
te zijn straten te onderhouden op een gebied van
een andere gemeente, terwijl op eigen gebied een
keur wordt uitgeoefend door een andere gemeente.
Overschie vindt het best, dat we den tol ophef
fen, maar heefter niets voor over. Heffen wijden
tol op, dan zal later de prikkel ontnomen zijn
voor het Rijk om iets te doen tot verandering
van den toestand.
Het voorstel—De Bruin (opheffing van den
tol te Overschie), komt alsnu in stemming. Het
wordt verworpen met 14 tegen 5 stemmen, die
van de heeren Dinkelaar, De Bruin, Evers, Wou
terlood en Koopmans.
Het voorstel van B. en W. wordt bij acclama
tie aangenomen.
De heeren Dinkelaar en De Bruin ver
zoeken aanteekening, dat zij tegen het voorstel
«Ün.
Verkoop Grasgewas.
3. Voorstel tot verkoop aan S. Boele van het
grasgewas van het terrein gelegen bij het R. K.
Ziekenhuis.
B. en W. worden overeenkomstig het voorstel
gemachtigd onderhands te verkoopen aan S. Boele,
met ingang van 20 April j 1., tegen een prijs van
f15.626 per week en met een week opzegging
doch in elk geval eindigende met 1 November
1914, het grasgewas van het noordelijk gedeelte
van perceel Sectie M. 341 gelegen voor het ter
rein bestemd voor den bouw van een R. K. Zie
kenhuis.
Grond verkoop.
4. Verzoeken van S. C. van Waalwijk van
Doorn q q. om grond aan de Verlengde Sc hool
straat, hoek Nassaustraat en aan de St. Liduina-
straat, hoek Veenlandstraat, te koopen, met advies
van B. en W.
In overleg met de Commissie voor het Grond
bedrijf stellen B. en W. voor, hun college te
machtigen den gevraagden grond tegen den prijs
van 18.50 p. M2., zijnde de ge boden prijs, te
verkoopen.
De heer Koopmans kan er zich niet mede
vereenigen, dat die grond op deze wijze zal wor
den uitgegeven. Dinsdag is de vergadering bij
eengeroepen Donderdag vernam men dat de
stukken ter visie lagen; maar Vrijdag waren zij
nog niet ter beschikking. Eerst Zondag gelukte
't hem inzage van de betrokken portefeuille te
krijgen. De toelichting is echter zoo mager dat
zij niets te zeggen heeft. Uit het bouwplan blijkt
wel, dat niet de Nassaustraat, maar de School
straat als de hoofdstraat beschouwd wordt. Over
het geheel zijn de bouwplannen weinig omschre
ven, ook dat omtrent den bouw aan de St. Lidui-
nastraat, hoek Veenlandstraat. Alleen zou men
er uit opmaken, dat er 2 beneden en 4 boven
woningen zullen komen. Spr. acht 't een onmo
gelijk advies te adviseeren, dat daar zooveel
woningen zullen gebouwd worden. Hij meent, dat
dit de omgeving zal drukken speciaal de wonin
gen van «Eigen Haard" waaraan zooveel zorg is
besteed, zal benadeelen. Hij betoogt, dat er
menschen in den Raad zijn die de coöperatie ha
ten en meent, dat dergelijke woningbouw niet
moest worden toegestaan. Spr. meent hiermee
zijne bedoeling duidelijk uiteengezet te hebben en
wil er verder niets van zeegen, meenende hier
mede zijn medeleden voldoende ingelicht te
hebben.
De wethouder, de heer Goslinga, voorzitter
van Grondbedrijf, zegt, dat ter eerstbedoelde plaats
eên heerenhuis zal worden gebouwd, waarvan de
voorgevel aan de Verlengde Schoolstraat en de
zijgevel aan de Verlengde Nassaustraat zal komen;
maar die zijgevel zal niet een blinde muur, maar
een levend bewerkte gevel zijn. Het pand staat
intusschen niet aau de Nassaustraat maar aan
de Schoolstraat. Al het mogelijk is gedaan om
het uiterlijk aanzien te verfraaien. Weth. wenscht
eerst deze groudaanvraag behandeld te zien dan
de andere.
De Voorzitter constateert, dat de Raad
goed vindt deze wijze van behandel.en te volgen.
De heer Koopmans blijft de toelichting on
voldoende achten en motiveert zijn stem tegen
het voorstel, niet tegen de bebouwing, maar omdat
hij er prijs op stelt, dien grond in erfpacht uit
te geven.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
motiveert om dezelfde reden zijn stem tegen het
voorstel.
Het voorstel wordt aangenomen met 19—4
stemmen.
Tegen stemmen de heeren Koopmans, Dinke
laar, Van Westendorp en De Bruin.
De wethouder, de heer Goslinga, verduide-
lijkt bij het tweede voorstel, dat er op den boek
van de St. Liduinastraat en de Veenlantstraat twee
dubbele benedenhuizen en twee dubbele boven
huizen naar een nieuw systeem zullen worden
gebouwd. Het plan daartoe is door de Schoon
heidscommissie goedgekeurd. Weth. spreekt
beslist tegen bet denkbeeld van den heer
Koopmans, dat bedoelde bouw de omgeving zou
drukken. In de fijnste wijken vindt men toch
bovenhuizen. Hij meent toch dat de heer Koop
mans niet bang zal zijn om naast werkmanswo
ningen te wonen. Met de opmerkingen door dat
Raadslid gemaakt, wordt overigens wel rekening
gehouden daarom is onlangs de bebouwing aan
de Tielman Oemstraat nog eens overwogen en
zijn daar naast de woningen van «Eigen Haard"
eigen woningen gekomen. Geen schijn is er dan
ook van, dat men de Coöperatie zou willen neer
drukken. Weth. zegt tegen die uitlating te moe
ten opkomen en verzekert, dat ieder die om grond
komt, 't zij rood of zwart, welkom is. De wo
ningen zijn naar het ontwerp van een Rotter-
damsch architect gebouwd. Van drie liefhebbers
voor dien grond heeft men genomen die wiens
teekening de mooiste was. Geen enkel gemeente
belang verzet zich daartegen.
De heer K o o p na a ns houdt vol, dat geen
duidelijke toelichting het bouwplan verklaarde.
Verder verzekert hij, dat hij volstrekt niet bang
is om tusschen werklieden te wonen hij woont
liever naast de woningen van eerzame arbeiders
dan in de nabijheid der huizen van onfatsoenlijke
heeren. Maar spr. merkt op, dat waar er ander
niet kleiner mag worden gebouwd dan tot 20 M.
diepte en nu gebouwd zal worden ter diepte van
van 15 M., en dan nog bovenwoningen er op.
Daar gaat 't om en niet om het wonen naast
arbeiders. Spr. blijft zich verzetten tegen de
wijze waarop dit voorstel is toegelicht.
De wethouder, de heer Goslinga, begrijpt
niet de oppositie die tegen de bovenhuizen wordt
gevoerd, 't Zit 'm hier in de diepte van het be
doelde bouwblok. Was de daar reeds afgestane
grond in erfpacht uitgegeven, die diepte zou niet
anders zijn.
De Voorzitter is dat met den wethouder eens.
De heer Houtman zegt, dat hij in Grond
bedrijf voor het voorstel is geweest, maar na de
verkregen toelichting zal hij tegen stemmen.
Het voorstel wordt aangenomen met 14 5
stemmen.
Tegen stemmen de heeren Koopmans, Dinkelaar,
Van Westendorp, Houtman en De Bruin,
Scheepswerf Fur ness.
5. Overeenkomst met den Staat en de Furness
Scheepvaart- en Agentuur-Maatschappij en anderen
inzake den aanleg van een Scheepwerf.
De Voorzitter zegt, dat 't hem bijzonder
genoegen doet, deze zaak eindelijk aan de orde
kan worden gesteld. De Raadsleden staan bij dit
punt wel voor ernstige maar niet voor plotselinge
beraadslagingen. Zij zijn toch herhaaldelijk inge
licht omtrent deze zaak, die ten slotte een pu
bliek geheim was geworden, waarbij aan het pu
bliek meer bekend was dan de Raad of B. en W.
wisten. We! zijn moeilijke onderhandelingen ge
voerd, maar voorz. verheugt er zich toch over,
dat 't aan het eind, zy 't ook, met eenige geldige
opoffering, gelukt is, deze ontwerp-overeenkomst
tot stand te brengen.