Staten-Generaal. Gemeenteraad. en „Man© noniscuxn JJomiue. Het gemengd kooi der Kapel zong het „Bene^icius'', 7 Mem. a ca- 1*1 Ia van iVekes, het „Ave Maria", 4 stem. k cape Ha van Hufi. Cuypers en „Tola, pulch .acs', 4 stem. met orgel van HaagJh. Hi a ae H. Mis zongen de vexeenigde ko en v an Kathedraal, Munsterkerk en Kapel in 'l Zand het achtstemmige „T© Deum" van Hub. Cuy- pers en hij het einde der plechtigheid een Can tate voor vierstemmig mannenkoor met orgel. Na beëindiging der plechtigheid aan h.t altaar gal' de nieuw gewijde Bisschop voor oen eersten keer den liisschoppelijken zegen aan het volk. In den namiddag tusschen een en twee uur hield Mgr. Schrijnen receptie ten zijnen huize, waarvan door zeer velen werd gebruik gemaakt. Hedenavond wordt een prachtige lichtstoet ge houden, waaraan door alle vereenigingen, welke den nieuwen Bisschop dos morgens naar de kerk geleidden, wordt deelgenomen. De üordtsehe Zeehaven en de My. tot Jttxpl. v. 8. 8. De xaaü van Dordrecht heeft na niet ai te uitvoerig© discussie goedgekeurd het voorstel, om aan de Mij. tot Expl. van S.3. voor 75 ja ren in erfpacht te geven een terrein aan aè in aanleg zijnd© zeehaven, ter* grootte van H.A. 63 A. en 50 c.A., tegen een jaarlijkseheo canon van 10.20 p«r vierk. M. Tevens besloot de raad tot den aanleg van een spoorverbinding van de| genoemde haven naai de lijn RotterdamDordrecht. Hierdoor is tevens beslist, dat d© haven voor een veel grooter dieel op volle diepte zal worden ge bracht dan aanvankelijk bedoeld was. 1 Mei-viering te Zaandam. De minister van Binnenlandse ha Zaken heeft geantwoord op de volgende; vragen van deu heer Brumrnelkamp 1. Is het jujst, dat door B. en W, van Zaan dam is besloten, dat op 1 Mei aan d© ambte naren en werklieden der gemeente, voor zoo ver- de dienst het toeliet, vrijaf zou worden gegeven, en de gemeentebuxeaux zoowel in als buiten het gemeentehuis, met uitzondering van het havenkantoor, gesloten zouaen zijn? 2. Is het juist, dat dooi den burgermester van Zaandam aan de hoofden der opumbart» inrichtingen van onderwijs is medegedeeld, dat liet in de henoding ligt het daarheen te leiden, dat voortaan op 1 Mei aan alle open bare inrichtingen van onderwijs ie Zaandam vacantie wordt gegeven, en dat reeds dit jaar tegen combinatie van klassen op 1 Mei hij den burgemeester en den wéthoudér van |On- derwijs geen overwegend bezwaar bestaat? 3. Is het juist, üat op den verjaardag van II. K. H. Prinses Juliana krachtens besluit van B. en W„ van Zaandam van de gemeente- gebouwen en kerktorens aldaar geen vlaggen uitgestoken zijn, in afwijking van hetgeen vroeger geschiedde, en zoo ja, kan co minis ter mededeelen welk motiet tot aeze afwijking heeft geleid? Het antwoord van den minister luidt als volgt: „Nopens de door het lid der Kamer, den heer Brummelkamp, gestelde vragen betref fende de hiernevens vermelde onderwerpen beeft de ondergeteekende van wege den bur gemeester der gemeente Zaanaam de antwoor den ontvangen, welke hieronder, in de volg orde van de vragen, waarop zij betrekking lebben, worden medegedeeld. 1. Door buigemeester en wethouders van Zaandam is besloten, op; 1 Mei aan alle amb tenaren en werklieden der gemeente vrijaf te geven, voor zoover de dienst het toe zou laten en verder met uitzondering van het politie bureau, het havenkantoor ©n ae scholen voor lager en middelbaar onderwijs. Dit besluit is uitgevoerd, zoodat m -1 uit zondering van de drie genoemde diensten de ge mee n t-cbure a u x op dien dag voor het publiek gcsjöten geweest zijn. 2. Aan de hoofden der openbare inrichtin gen van onderwijs is het volgende schrijven gezonden: Zaandam, 27 April 1914. Het ligt in de bedoeling het daarheen te lei- oen, dat voortaan op 1 Mei aan alle- openbare inrichtingen van onderwijs in de gemeente vacantie worat gegeven. Voor dit jaar zijn echter verordeningen en leer plans nog niet met dien maatregel in overeen stemming. Ofschoon buigemeester en wethouders gaarne zouden zien, dat nu reeds zooveel mo gelijk van den 1 Mei-dag; als vaoantieuag zou worden gebruik gemaakt, kan ik op grond van het nevenstaand© geen vrijheid nemen dat klassen naar huis worden gezonden. Tegen combinatie van de klassen voor zooveel ge- makkelijk mogelijk bestaat voor dien dag bij mij en den wethouder van oriaerwij geen overwegend bezwaar. De burgemeester van Zaandam, (get.) K. TER LAAN. Aan de hoofden der scholen A tot en met H. den heer directeur der hoogere burgers-hooi, den heer directeur dér handelsdagschool. den heer directeur van den handelsavondcur sus, den heer directeur der burgeravondschool. •3 Burgemeester en wethouders hebben be- riolen, nat op den verjaaidag van H. K. H. Prinses Juliana, in afwijking van hetgeen ge. ichiedde, geen vlaggen zouden worden uiige steken van gemeentewege. Zij vonden in de verjaring van die Prinses geen aanleiding1 tof vlagvertoon ©n meenden bovendien door hun besluit te handelen in den geest van oe meer- uui'heid van den Raad en vau de bevolking. TWEEDE KAMER Zitting van Dinsdag 12 Mei. De behandeling van het on t w e r p-i n k o Ki sten belasting wordt voortgezet. Aan de orde is art. 39, waarin de aanslagen worden ge regeld. Deze zouden in het algemeen geschieden door den inspecteur der registratie voor personen, die in de vermogensbelasting vallen en d e, buitens lands wonende, hier onroerend goed hebben door den inspecteur der directe belastingen voor de overige personeu, vennootschappen enz. De com missie van rapporteurs heeft amendementen voor gesteld, om den aanslag te doen geschieden door het dienstvak der directe belastingen, zij het met medewerking van dat der registratie. De heer P a t ij n licht deze amendementen toe namens de commissie van rapporteurs. Spr. is bevreesd, dat, komt de regeling van het ontwerp tot stand, met twee maten zal worden gemeten, aangezien men in het algemeen bij de directe belastingen een straffere methode toepast dan bij registratie en daardoor juist de armeren zouden worden getroffen. Spr. bestrijdt de regeling nader, ook op grond van administratieve bezwaren Hij oelent kritiek op de wijze waarop de landbouwaanslagen zullen geschieden en maakt nog eenige wenschen ken baar o.a. met betrekking tot de boekhouding bij de beide dienstvakken directe belastingen en re gistratie. Spr. geeft dan een toelichting op de amende menten, volgens welke de inspecteur van de regi stratie zijn lijst voor de vermogensaanslagen zendt aan den inspecteur van de directe belastingen. Deze doet ook zijnerzijds zijn aanslag en. zoo noodig, wordt overleg gepleegd tusschen de beide inspecteurs, terwijl de commissie van aanslag bij verschil van meening beslist. Nadat de Kamer aan de heeren Kleerekoper en Mandeis verlof beeft verleend tot het houden van huD, reeds aangekondigde interpellation, sluit de heer Ter Laan zich aan bij den heer Patijn en bestrijdt den minister nog op andere punten. Zoo meent hij o. a., dat de registratie de waarde van een goed ten opzichte van de opbrengst niet goed kan schatten. De heer Tydeman vindt goed, dat de aan slag door denzelfden persoon in handen blijft van denzelfden ambtenaar en de aanslag geschjedt door het best geoutilleerde dienstvak. Spr. gelooft evenwel, dat de samenwerking welke het amendement van de C. v. R. wil tus schen registratie en directe belastingen, zeer goed mogelijk is. Hoewel spr zal stemmen voor het amendement der C. v. R, vraagt hij of zij zelve het niet on juist vindt, dat in vele gevallen aan de admini stratie zal worden overgelaten, wie er aaogifte van moeten doen en wie niet, waar toch aan die aangifte rechtsgevolgen zijn verbonden. De heer Gerritson steuut het amendement geheel. De heer Van Nispen verdedigt vervolgens het stelsel van den minister. Spr. stelt de vraag Is de dienst der directe belastingen zoo op de hoogte met de vermogens? Nog wijst spr. erop dat de registratie beter dan de directe belasting kan beoordeelen hoe iemands vermogens is belegd. Uitvoerig bestrijdt spr. de rede van den heer Patijn. De heer De Meester bestrijdt vervolgens weder de rede van den heer Van Nispen en ver dedigt het stelsel Kolkman, zooals dat weder wordt voorgesteld in het amendement der commissie van rapporteurs. Spr. geeft in overweging de inspecteurs van de directe belastingen en van de registratie permanent in de commissie van aan slag zitting te geven, doch alleen stemgerechtigd voor kwesties van vermogensbelasting. Met den heer Patijn hoopt spr. dat de minister zich niet te vijandig zal plaatsen tegen het amendemeut. Het woord is thans aan den minister van Fi nanciën, den heer Bertling, De Voorzitter stelt dezen de vraag of hij ook liever morgen zal antwoorden. De Minister verklaart, dat hij voor zijn rede wel eenigen tijd zal noodig hebben en liever morgen het woord voeren. Heden voortzetting. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam, op Dinsdag 12 Mei 1914, des namiddags 2 ure. {Vervolg.) Toltarief Overschie. 2. Voorstel om B. en W. te machtigen tot het indienen van een adres ter aanvulling van het tarief van den tol onder Overschie. De aanvulling wordt wenschelijk geacht om dat in den loop der jaren de omstandigheden zich belangrijk hebben gewijzigd, B. en W. wiilen in het tarief zien opgenomen, dat voor automobielen wordt betaald 10 cent en vrachtautonaobielen, verhuiswagens en locomobie len 25 cent per keer. De heer de Bru in zegt, dat bij de behande ling der Beerooting het vorig jaar door hem reeds de opheffing van den tol is bepleit. Burgem. en Weth. hebben toen de toezegging gedaan met de naburige gemeente eens te confereeren over de mogelijkheid van opheffing. Het schijnt mij, zegt spr., dat tollen een nadeel zijn voor goede ver keerswegen. Zij zijn uit den tijd en belemmeren het verkeer. Dergelijke antiquiteiten dient men niet in het leven te houden. In plaats van nu met een voorstel tot ophef fing van den Overschiesehen tel te komen, doen B. en W. voorstellen om een zwaardere heffing in te voeren. In beginsel is spr. tegen de tollen en men kan hem geen grooter pieizier doen dan die zoo spoedig mogelijk op te hellen of in de richting van opheffing te werken. De Voorzitter antwoordt den heer De Bruin, dat hij met den burgemeester van Overschie over deze zaak heeft gesproken. Door den burgemees ter van Overschie werd opgemerkt, dat op het oogenblik de tijd nog niet geschikt is om over te gaan tot afschaffing van den tol. De tegenwoor dige minister van Waterstaat, de heer Lelie, is een groot voorstander van Rijkswegen. Indien men nog een paar jaar wacht, zal er wellicht kans zijn dat het Rijk den tol en den weg overneemt.Het college van R. en W meende aan dezen raad ge volg te moeten geven en een afwachtende hou ding aan te nemen. Overschie heelt nog veiklaard niet bereid te zijn het onderhoud van den weg op zich te nemeD. De heer Lagerwey zegt, dat de tol in Juni 1914 opnieuw moet worden verpacht. De pacht loopt ultimo Juni 1914 af. Spr. meende dat het belang der gemeente meebracht het tarief vóór de nieuwe verpachting te herzien. De heer De Bruin vindt het een bezwaar om al te wachten wat een minister zal doen. De plannen zijn in den regel beschimmeld voor men een oplossing heeft verkregen. Voor Schiedam is het een belang dat er geen belemmeringen op de wegen zijn. Met fietsen moet men bij den tol te Overschie Voorzitter: F-etsen ziin vrij. De heer D e B r u i n Ja, je mag tusschen twee paaltjes daar passeeren, op levensgevaar af dat je komt te vallen en een paar ribben breekt. Spr. vindt dat Schiedam niet op een paar honderd gulden moet zien. Men moet hier niet zoo lang zitten te melken en eens naar de wijze zien waar op. Rotterdam dergelijke zaken afdoet.. Er is thans voor Schiedam zoo'n zwaar offer niet mee ge moeid. Spr. kan dus niet met het voorstel van B. en W. meegaan en overweegt een zelfstandig voorstel te doen tot opheffing van den tol. De heer v. W e s t e n d o rp zet uiteen, dat de toe stand bij den tol op Schielands Hoogen Zeedijk heel anders was. Daar was een tweede verbin ding tot stand gekomen. Nu kunnen wij wel erg royaal wezen en een f 700.daarvoor opofferen; maar het is toch een zaak van Rijksbelang. Wij behoeven nu juist niet alrijd naar Rot terdam te kijken wat betreft royaliteit. Spr. zou dat nader kunnen illustreeren. De heer v. d. Meer komt ter vergadering. De heer Evers zal vóór een voorstel tot opheffing van den tol te stemmen. Nu er echter een voorstel is om juist de luxe te treffen, in casu de auto's, zal hij zich niet tegen het voorstel van B. en W. verzetten. De heer De Bruin doet thans het voorstel om te besluiten tot opheffing van den tol te Overschie. Het voorstel wordt ondersteund door de heeren Evers en Wouterlood. De heer v. d. Velden vraagt naar de kosten van de opheffing. De Voorzitter zegt, dat er f 1400 wordt ontvangen. Na aftrek der kosten levert de tol netto f600.— op. De heer Lagerwey betoogt dat het niet aangaat een voorstel tot opheffing van den tol zoo maar rauwelijk te doen. Men dient de voor- en nadeelen na te gaan. Er zal ook eerst over leg moeten worden gepleegd.. Soms kost het onderhoud f 600, maar ook wel eens f 13 a 1400 per jaar. Er dient rekening te worden gehouden met uitkeeriDgen aan Hogen ban en Oud-Mathe- nesse, in verband met het gebruik van de jaag paden. Het voorstel van den heer de Bruin loopt wel wat al te veel vooruit op hetgeen we te wachten hebben. Wij kuDneu in de nieuwe pachtvoor- waarden ook de bepalingen opnemen dat de pacht kan beëindigd worden zoodra daartoe termen be staan. De heer v. d. Zee: Voor hoelang wordt de tol verpacht De Voorzitter: Voor 3 jaar De heer v. d. Zee zegt, dat men den tol dan nu wel b. v. voor 1 jaar kan verpachten. De Voorzitter bevestigt dit. De heer De Bruin betoogt dat de toestand van Schiedam niet zoo hopeloos is en men om den ingezetenen en aan de omgeving een gerief te bezorgen de gelden best voor het afschaffen van den tol kan beschikbaar stellen. Wij zijn hier maar al te rijk gezegend met tollen. Dat ding op den Vlaardinger dijk acht ik nog veel erger lijker. Straks gaan we ons in veel grooter zaken verdiepen, zoodat we over de kosten van de op heffing van den tol te Overschie wel heen kun nen stappen. Het is een zaak, die hier reeds lang geleden besproken is. Er is ook een adres van den Alg. Ned. Wielrijdersbond over, waaromtrent ook nog geen prae-advies is ingekomen. Het is een nuchtere kwestiedat ditfg weg of niet. De heer Goslinga merkt op, dat het afstap pen der fietsrijders by den tol nu zoo'n groot be zwaar niet is. Het adres van den Wielrijdersbond is, naar spr. meent reeds afgedaan. Het Rijk is begonnen hier of daar tollen af te koopen. De Rijkstollen zijn reeds opgeheven. De heer De Bruin: Gelukkig. De heer G o s 1 i n g a vervolgt, dat naar zijn cseening best gewacht kan worden tot het Rijk den weg zal overnemen. Het is toch geen aan gename positie voor een gemeente om verplicht te zijn straten te onderhouden op een gebied van een andere gemeente, terwijl op eigen gebied een keur wordt uitgeoefend door een andere gemeente. Overschie vindt het best, dat we den tol ophef fen, maar heefter niets voor over. Heffen wijden tol op, dan zal later de prikkel ontnomen zijn voor het Rijk om iets te doen tot verandering van den toestand. Het voorstel—De Bruin (opheffing van den tol te Overschie), komt alsnu in stemming. Het wordt verworpen met 14 tegen 5 stemmen, die van de heeren Dinkelaar, De Bruin, Evers, Wou terlood en Koopmans. Het voorstel van B. en W. wordt bij acclama tie aangenomen. De heeren Dinkelaar en De Bruin ver zoeken aanteekening, dat zij tegen het voorstel «Ün. Verkoop Grasgewas. 3. Voorstel tot verkoop aan S. Boele van het grasgewas van het terrein gelegen bij het R. K. Ziekenhuis. B. en W. worden overeenkomstig het voorstel gemachtigd onderhands te verkoopen aan S. Boele, met ingang van 20 April j 1., tegen een prijs van f15.626 per week en met een week opzegging doch in elk geval eindigende met 1 November 1914, het grasgewas van het noordelijk gedeelte van perceel Sectie M. 341 gelegen voor het ter rein bestemd voor den bouw van een R. K. Zie kenhuis. Grond verkoop. 4. Verzoeken van S. C. van Waalwijk van Doorn q q. om grond aan de Verlengde Sc hool straat, hoek Nassaustraat en aan de St. Liduina- straat, hoek Veenlandstraat, te koopen, met advies van B. en W. In overleg met de Commissie voor het Grond bedrijf stellen B. en W. voor, hun college te machtigen den gevraagden grond tegen den prijs van 18.50 p. M2., zijnde de ge boden prijs, te verkoopen. De heer Koopmans kan er zich niet mede vereenigen, dat die grond op deze wijze zal wor den uitgegeven. Dinsdag is de vergadering bij eengeroepen Donderdag vernam men dat de stukken ter visie lagen; maar Vrijdag waren zij nog niet ter beschikking. Eerst Zondag gelukte 't hem inzage van de betrokken portefeuille te krijgen. De toelichting is echter zoo mager dat zij niets te zeggen heeft. Uit het bouwplan blijkt wel, dat niet de Nassaustraat, maar de School straat als de hoofdstraat beschouwd wordt. Over het geheel zijn de bouwplannen weinig omschre ven, ook dat omtrent den bouw aan de St. Lidui- nastraat, hoek Veenlandstraat. Alleen zou men er uit opmaken, dat er 2 beneden en 4 boven woningen zullen komen. Spr. acht 't een onmo gelijk advies te adviseeren, dat daar zooveel woningen zullen gebouwd worden. Hij meent, dat dit de omgeving zal drukken speciaal de wonin gen van «Eigen Haard" waaraan zooveel zorg is besteed, zal benadeelen. Hij betoogt, dat er menschen in den Raad zijn die de coöperatie ha ten en meent, dat dergelijke woningbouw niet moest worden toegestaan. Spr. meent hiermee zijne bedoeling duidelijk uiteengezet te hebben en wil er verder niets van zeegen, meenende hier mede zijn medeleden voldoende ingelicht te hebben. De wethouder, de heer Goslinga, voorzitter van Grondbedrijf, zegt, dat ter eerstbedoelde plaats eên heerenhuis zal worden gebouwd, waarvan de voorgevel aan de Verlengde Schoolstraat en de zijgevel aan de Verlengde Nassaustraat zal komen; maar die zijgevel zal niet een blinde muur, maar een levend bewerkte gevel zijn. Het pand staat intusschen niet aau de Nassaustraat maar aan de Schoolstraat. Al het mogelijk is gedaan om het uiterlijk aanzien te verfraaien. Weth. wenscht eerst deze groudaanvraag behandeld te zien dan de andere. De Voorzitter constateert, dat de Raad goed vindt deze wijze van behandel.en te volgen. De heer Koopmans blijft de toelichting on voldoende achten en motiveert zijn stem tegen het voorstel, niet tegen de bebouwing, maar omdat hij er prijs op stelt, dien grond in erfpacht uit te geven. De wethouder, de heer Van Westendorp, motiveert om dezelfde reden zijn stem tegen het voorstel. Het voorstel wordt aangenomen met 19—4 stemmen. Tegen stemmen de heeren Koopmans, Dinke laar, Van Westendorp en De Bruin. De wethouder, de heer Goslinga, verduide- lijkt bij het tweede voorstel, dat er op den boek van de St. Liduinastraat en de Veenlantstraat twee dubbele benedenhuizen en twee dubbele boven huizen naar een nieuw systeem zullen worden gebouwd. Het plan daartoe is door de Schoon heidscommissie goedgekeurd. Weth. spreekt beslist tegen bet denkbeeld van den heer Koopmans, dat bedoelde bouw de omgeving zou drukken. In de fijnste wijken vindt men toch bovenhuizen. Hij meent toch dat de heer Koop mans niet bang zal zijn om naast werkmanswo ningen te wonen. Met de opmerkingen door dat Raadslid gemaakt, wordt overigens wel rekening gehouden daarom is onlangs de bebouwing aan de Tielman Oemstraat nog eens overwogen en zijn daar naast de woningen van «Eigen Haard" eigen woningen gekomen. Geen schijn is er dan ook van, dat men de Coöperatie zou willen neer drukken. Weth. zegt tegen die uitlating te moe ten opkomen en verzekert, dat ieder die om grond komt, 't zij rood of zwart, welkom is. De wo ningen zijn naar het ontwerp van een Rotter- damsch architect gebouwd. Van drie liefhebbers voor dien grond heeft men genomen die wiens teekening de mooiste was. Geen enkel gemeente belang verzet zich daartegen. De heer K o o p na a ns houdt vol, dat geen duidelijke toelichting het bouwplan verklaarde. Verder verzekert hij, dat hij volstrekt niet bang is om tusschen werklieden te wonen hij woont liever naast de woningen van eerzame arbeiders dan in de nabijheid der huizen van onfatsoenlijke heeren. Maar spr. merkt op, dat waar er ander niet kleiner mag worden gebouwd dan tot 20 M. diepte en nu gebouwd zal worden ter diepte van van 15 M., en dan nog bovenwoningen er op. Daar gaat 't om en niet om het wonen naast arbeiders. Spr. blijft zich verzetten tegen de wijze waarop dit voorstel is toegelicht. De wethouder, de heer Goslinga, begrijpt niet de oppositie die tegen de bovenhuizen wordt gevoerd, 't Zit 'm hier in de diepte van het be doelde bouwblok. Was de daar reeds afgestane grond in erfpacht uitgegeven, die diepte zou niet anders zijn. De Voorzitter is dat met den wethouder eens. De heer Houtman zegt, dat hij in Grond bedrijf voor het voorstel is geweest, maar na de verkregen toelichting zal hij tegen stemmen. Het voorstel wordt aangenomen met 14 5 stemmen. Tegen stemmen de heeren Koopmans, Dinkelaar, Van Westendorp, Houtman en De Bruin, Scheepswerf Fur ness. 5. Overeenkomst met den Staat en de Furness Scheepvaart- en Agentuur-Maatschappij en anderen inzake den aanleg van een Scheepwerf. De Voorzitter zegt, dat 't hem bijzonder genoegen doet, deze zaak eindelijk aan de orde kan worden gesteld. De Raadsleden staan bij dit punt wel voor ernstige maar niet voor plotselinge beraadslagingen. Zij zijn toch herhaaldelijk inge licht omtrent deze zaak, die ten slotte een pu bliek geheim was geworden, waarbij aan het pu bliek meer bekend was dan de Raad of B. en W. wisten. We! zijn moeilijke onderhandelingen ge voerd, maar voorz. verheugt er zich toch over, dat 't aan het eind, zy 't ook, met eenige geldige opoffering, gelukt is, deze ontwerp-overeenkomst tot stand te brengen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2