Binnenland, Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gemeenteraad. medebrengen. De overheid oefent nauwkeurig toezicht. Het wetsontwerp wordt z. h. s. goedgekeurd en daarna ook eenige andere ontwerpen. Bij het wetsontwerp tot overbrenging in beheer en onderhoud bij de gemeente Zwolle van eén gedeelte van den ryksweg van Deventer naar Zwolle, maakt de heer Visser van IJ ze n- doorn een formeel bezwaar. Het wetsontwerp wordt met eenige andere z h. s. aangenomen. Aan de orde is daarna het wetsentwerp tot instelling van Raden van Beroep voor de directe belastingen en de regeling van het beroep op die colleges. De heer Kooien acht het een bezwaar, dat hier geen voldoende hooger beroep is van de uit spraken van deze colleges. De mogelijkheid van cassatie door den Hoogen Raad acht spr. onvol doende. De heer Tydeman verheugt zich over de wijzigingen in het ontwerp. Ook spr. acht een centraal appèl noodig van de uitspraken van de Raden van Beroep. Cassatie acht hij overigens niet uitgesloten. Spr. heeft nog ee> ige kleinere opmerkingen. Hij vraagt bok, of de rechtsgevolgen, die aan de wei gering van het openleggen van de boeken worden verbonden, dezelfde zjjn als die welke daaraan verbonden worden bij weigering van die open legging ter zake van de inkomstenbelasting. De minister van financiën verdedigt het ontwerp, verwyst voor den H R. naar zijn ambtgenoot van justitie en zegt, dat bet hem in het algemeen niet wenschelyk voorkomt, dat in belastingzaken, wanneer een aanslag reeds twee maal is onderzocht, nog eens een derde college een onderzoek kan instellen naar de feiten zeiven. De heer Tydeman stelt een drietal amen dementen voor. De minister vanjustitie bestrijdt even als zijn ambtgenoot het denkbeeld van een centraal appel en antwoordt ook op de vraag met betrekking tot den H.R. Bij art. 4 (samenstelling van de Raden van beroep) wordt het amendement Knobel (vrouwen ook benoembaar) door de regeering overgenomen. De heer Schaper roert nog een parallel loopend amendement bij de behandeling van de inkomstenbelasting aan. Hierover onstaat eenige discussie met de heeren De Savornin Lobman en Beumer. Na overneming van de drie kleine amende- menten-Tydeman door de regeering worden alle artikelen van het wetsontwerp op de Raden van Beroep aangenomen. De eindstemming wordt bepaald op morgen. De Kamer gaat daarna over tot de behandeling van de Bootwerkerswet, waarbij de v o o r- z i 11 e r in overweging geeft ook in het geheel geen algemeen beschouwingen te houden, of deze zeer algemeen te houden. Hierna hadden de algemeene beschouwingen plaats over de Stuwadoorswet. De heer v. d. Voort van Zijp schetste de slechte toestanden welke in het havenbedrijf be staan ten aanzien van arbeidstijden, contróle op de uitbetaling van het loon en ongevallen. Het gewijzigde ontwerp werd door spr. terecht gekwalificeerd als teleurstellend. Het verslapt het ontwerp-Talma op elk der hoofdpunten. Heden zal spr. zijn rede voortzetten. Prins Uendrik. Z. K. H. de Prins isi voornemens den lOdén Juni as. te Utrecht dien Malthezer-ridderdag met daarop volgenden riddermaaltijd hij té wonen en 26 Juni dei vergadering, der Johanni- tenordie te 's-Gravenhage. Katwfjk. Be commissie van accoom, in welker banden de kwestie van de candidatuur voor het lidmaat schap van de Tweede Kamer is gesteld, t'estaat thans, naar de „Res. Bone" meldt, uit de hee ren dr. J. Schokking', mr. H. Verkouteren, nr. A. Kuyper, mr. V. H. Rutgers, mr. D. Kooien en mr. A. baron van Wijnbergen. Als plaatsver vangers zijn benoemd de heeien: mr. Van Veen, mr. Ankerman, pref. Anema, v. d. Voort van Zijp, mr. L. von Fisenne en mr. Heerkens Thijs- sen. Inkomstenbelasting. Aan de Tweede Kamer is, naar „De Tijd" meldt, het volgende protest gezonden: De voorzitter en ae secretaris van den Neder- landsch-cn Boerenbond, gelezen hebbende, dat er in die Tweede Kamer afgevaardigden zijn, die uit ons stilzwijgen opmaken, dat de boerenstand met de inkomstenbelasting is ingenomen, ach ten zich verplicht daartegen fen sterkste te pro testeeren en nemen de vrijheid, U Hoog Ldel- Gestrengen te Verwijzen naar den inhoud van hét request (ein rapport), dat reeds in het jaar 1907 tegen <te opneming van den boekenstand in de inkomstenbelasting door den Ned. Boerenbond aan de reg-eering en Twdede Kamer gèzonden is. TH. VERHEGGEN, voorzitter G. v. d. ELSEN, secretaris'. Vreemdelingen in Nederland. Een Franschman, de hieer Jul'es Remain, hééft eenigie weken geleden per automobiel een tocht door ons land gemaakt schrijft „ITe Nieuwe Courant" en zijn indrukken neergelegd in een rapport aan oen minister van buitenlandsche za ken van zijn land. Deze heeft den inhoud bélang- rijik genoeg geacht om qaarmede zijn Nederland se hen ambtgenoot, minister Loudon, door bemid deling van den Fransehen gezant, in kennis te stellen. üioor den hoer Rornain worden tal van wan daden gereleveerd van de zijdè der straatjeugd ontvangen. In Harderwijk had hij .en zijn reisge- nooien het bijzonder ha,to te verantwoorden. Baar werd zijn vrouw half gewurgd door oudere lie den, terwijl zij nagejouwd weraèn door een groep van een paar honoera personen. Be „N. Grt."' zegt ae meaedeeling van het rapport „Over de schade die dergelijke wandaden aan dien goeden naam van ons volk en aan het vreem delingenverkeer in ons land berokkenen, behoe ven wij niet uit te (weiden. Dat dit beseft wordt, bewijzen daden als de oprichting van die Tucht-Unie; bewijzen woorden als eenige maanden geleden bij d'e behandeling eer begroe ting van Justitie in de Eerste Kamer gesproken werden door het lid voor Friesland, den hëer Edo BergSma. Maar gaat er hetzij van diei Unie, hetzij van die- woorden welke de minister van justitie wat slapjes beantwoordde met de tegenwerping dat het bij de kraag pakken en dadelijk inrekenen van baldadige rekels niet in den smaak van het Neaerlandsche volk zou zallen wel kracht genoeg uit? Zou met name de Tucht-unie in hét voorge valliene (dat geenszins op zichzelf staat, al leggen niet alle gjeibofonde en mishandelde toeristen hun bevindingen neer in één rapport aan hun regee ring) geen aanleiding kunnen vinden om zich op doortastende wijze in verbinding te stelten met andere vereenigingeniïe tot bevordering' van oe belangen van het vreemdelingenverkeer, die van de burgemeester», die van de politie, die van de onderwijzers, tenéinde gezamenlijk te over leggen wat door samenwerking wellicht ook door verbetering van formeel recht, door verhooging van activiteit van met het verzekeren deT orde belaste autoriteiten, aan deze beschamende toe standen valt te verhelpen? Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 27 Mei medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 774.2 te Horta Laagste barometerstand 756.2 te Breslau. Verwachting tot den volgenden dagmatige tot krachtigen, meest noordelijke wind, zwaar bewolkt, waarschijnlijk regenbuien, zelfde tem peratuur. Militie. De Burgemeester van Schiedam roept op An- tonius Leonardus Kloppers en Karei Lodewijk Voorbach, beide zeemiliciens-kustwachter van de lichting 1912 en ingeschreven in het register van verlofgangers dezer gemeente, om op Maandag 10 Augustus 1914 krachtens art. 80, in verband met art. 114 der Militiewet (Staatsblad 1912 no. 21), juncto art. 111 der Militiewet 1901, voor Her halingsoefeningen in werkelijkon dienst te komen, waarvoor zij zich behooren aan te melden bij de Marine-kazerne te Amsterdam. M. A. V. Bank. Naar wij vernemen, zal in de op 30 dezer te houden vergadering van aandeelhouders der Holl. Alg. Verzekeringsbank worden voorgesteld het dividend over 1913 vast te stellen op 9 (vorig jaar 8). Onze o u a-!s t aa g e noot, de heé,z A. .T. A. Ilasman, leerling; van oe Bisschoppelijke Kweek school te Beverwijk, voor het examen lager on derwijs geslaagd, is thans geplaatst als onder wijzer aan de R. K. Bijzondere School te Wa tergraafsmeer bij Amsterdam. De zes leerlingen van ae kweekschool re Be verwijk, die voor het examen opgingen, zijn allen geslaagd. Hoogwater te Schiedam: Donderdag 28 Mei 5.59 v.m6.25 n.m. (Vervolg.) On t w e r p-vero r d e n i n ge n Burgerlijk Armbestuur en Stads-Ziekenhuis. 6. Vaststelling ontwerp-verordeningen voor het Burgerlijk Armbestuur en het Stadsziekenhuis. Ingevolge art. 89 der Armenwet moeten de reglementen van burgerlijke instellingen van wel dadigheid worden herzien. Ten aanzien van het Ziekenhuis geven B. en W. er de voorkeur aan, met het oog op de voorgenomen oprichting van een nieuw ziekenhuis, thans het bestaande reglement onder nieuwen datum opnieuw vast te stellen. Voor het Burgerlyk Armbestuur stellen B. en W. voor, de ingediende ontwerp-verordening vast te stellen. De heer De Bruin wijst op slechte redactie van deze «ntwerp-reglementen. Hy bepleit aan houding van dit voorstel, ook in verband met eenige amendementen, die hij voornemens is in te dienen. De Voorzitter zegt, dat aan het ontwerpen van die reglementen ook anderen dan B. en W. mee werken. Overigens is spr. niet tegen uitstel. De Raad besluit thans tot aanhouding van het agendapunt tot de volgende vergadering. Rijkspensioenfonds. 7. Adres van de Afdeeling Schiedam van den Bond van Nederlandsche Gemeente-Werklieden om de onkosten en werkzaamheden, voortvloeiende uit de opneming in het Rijkspensioenfonds voor Gemeente-rekening te nemen. B. en W. adviseereD, waar de Raad in verge lijking met hetgeen in andere gemeenten is ge daan Juist tegen de kleine inkomens zich bij de pensioenregeling zeer mild heeft betoond, op dit verzoek afwyzend te beschikken. De heer D i n k e 1 a a r zegt tot de conclusie te zijn gekomen, dat B. en W. het adres niet goed gelezen hebben In het verzoek zit geeu voor deeltje voor de gemeente, maar voor de werk lieden. Wanneer er een stukje grond wordt verkocht hebben er altijd tal van conferenties plaats waarom wordt er nu in zulke gevallen niet met de betrokken organisaties geconfereerd. Spr. kan niet meegaan met het voorstel tot afwijzing van het verzoek. Werklieden zijn al zwaar ge noe<z belast. Het loon van hen is niet hoog en de rontribuitie voor het pensioenfonds drukt sterkt op de werklieden. Men wil de aanvragen om pensionneering vrijstellen. Een werkman kan geen t'4 k f5.betalen voor zijn pensioenaanvrage. Dit bedrag zal voor de gemeente niet zoo be zwarend zijn. Een weduwe die pensioen aanvraagt moet soms t 8.a f 9 betalen. Als de papieren door de gemeente in orde ge maakt konden worden, zou dit voor de gemeente een voordeel zijn. De stukken waren dan goed in orde. De Voorzitter verklaart, dat B. en W. het adres zeer goed begrepen hebben. Voor de ge meente is er geen voordeeel aan verbonden. Al zou de gemeente de stukkeD in orde moeten ma ken, dan wordt het n>et goedkooper. De pensioen regeling is thans zoo, dat men er tevreden mee kan zijn. Wanneer alleen aanvragen, der werk lieden door de gemeente betaald wordt, is dit niet billijk te achten. Er bestaat geen grens. Doet men het voor de werklieden daD ook voor alle andere ambtenaren. Voorzitter acht het te bren gen ofier niet zoo onoverkomelijk. De strekkiDg van het adres is goed door B. en W. begrepen en verdere bespreking werd door hen dan ook niet noodig geacht. De heer D i n k e 1 a a r zegt dat, de vereeniging sOnderling Belang" thans er van overtuigt is dat de pensioenregeling op de werklieden zwaar drukt, terwijl die vereeniging toch behoorde tot de copo- raties die na de totstandkoming der regeling den Gemeenteraad dank hebben betuigd. Laat de Raad desnoods allen vrijstellen van het betalen der stukken bij pensioenaanvragen. De heer Scheffe rs vraagt waar die kosten van f7.a f8.— uit bestaan. De Voorzitter zegt dat er soms verschil lende acten noodig zijn. In den regel kost het 75 cent. De heer De Bruin zegt, dat onlangs bij de Reiniging iemand f3.75 onkosten moest betalen. Wanneer het een weduwe had gegolden, dan zouden er nog meer akten noodig zijn geweest en moest zij het dubbele betalen. Spr. vindt die bedragen te veel voor zulke menschen. De Voorzitter merkt op, dat wanneer het een weduwe geldt, die meermalen gehuwd is ge weest, dan kunnen de kosten der stukken weieens iets hooger zijn. De heer Kavelaars meent, dat de menschen, die minvermogend zijn, de stukken voor niets kunnen krijgen. Verschillende leden dringen op aanhouding van dit agenda-punt aan. De Voorzitter deelt mee, dat B. en W. eerst nog eens zullen onderzoeken welke kosten er precies aan de pensioenaanvragen verbonden zijn en den Raad hiermee in kennis stellen. Het voorstel wordt alsnu aangehouden. Benoemingen bij Gemeentewerken. 8. Adres van de Afdeeling Schiedam van den Bond van Nederlandsche Gemeente-Werklieden betreflende bij de Gemeentewerken gedane be noemingen in zake een 6-tal grondwerkers, waar bij gepasseerd zijn een 4-tal werklieden die mede 2 en 3 jaar in los-en dienst zijn geweest en met ingang van 1 April j.I. zouden ontslagen worden, met verzoek deze losse werklieden in vasten dienst aan te stellen. B. en W. stellen voor, te berichten, dat de be trokken personen, wanneer zij voor een benoeming in gemeentebetrekkingin aanmerking willen komen, zich hebben te wenden tot de commissie aan welke de benoeming voor een vacante betrekking is opgedragen. Den heer Koopmans komt 't voor, dat het preadvies anders had ingekleed kunnen worden, 't Geldt hier 4 menschen, goede krachten, die op zij zijn gezet en nu is de korte zin van het pre advies eenvoudig: We hebben niets met jelui te maken. Als die adressanten dat aan den Raad vragen, dan is 't duidelijk, dat daarmee een be roep wordt gedaan op alle commissies van bij stand. Het advies zou een gunstigen indruk ge maakt hebben, als 't bij vacatures rekening wilde houden met deze menschen, die voor het werk geschikt zijn. Dit zou er beter ingegaan zyn dan het verzoek der adressanten hooghartig af te wijzen. De heer D i n k e 1 a a r kan zich hier wel aan sluiten bij den heer Koopmans. Hij betoogt, dat 't hier menschen geldt, die 4 h 5 jaren bij de gemeente in dienst zijn geweest en nu door an deren zijn vervangen. Was hun bekwaamheid niet voldoende dan had men ze niet zoo lang moeten houden en ze ook niet in dienst moeten nemen. Hij vraagt dan ook. waarom zij voor een vaste benoeming zijn gepasseerd en hoopt, dat die vraag door B. en W. zal beantwoord worden. De heer De Bruin herinnert zich, dat inder tijd hier door den heer De Groot werd voorgesteld een wethouder voor sociale aangelegenheden te benoemen. De Raad heeft dat toen niet gedaan, aan dien aandrang geen gevolg gegeven. Spr. heeft dat altijd verkeerd gevondenwy hebben toch een wethouder hier voor en daar voor; waarom is er dan ook niet een voor sociale maatregelen Uit tal van dingen blijkt toch, dat het College bijzonder weinig notitie neemt van sociale aangelegenheden, waartoe ook niet ieder een is aangelegdtoch stelt het maatschappelijk leven zware eischen. Spr. meent dat te kunnen staven met o.a. te wijzen op de zaak-Furness, die door B. en W. alleen a's zaak is behandeld en niet van sociale kant is bekeken, 't Komt hem voor dat het College voor de socialen aangelegen heden weinig gevoelt, wijl de leden 't veel te druk hebben met andere zaken. Indien spr. iets getroffen heeft, dan is 't de verbazend bitse wyze waarop in het preadvies op de betrokken vraag is geantwoord. Men heeft hier toch men schen weggezonden om er andere van precies de zelfde zwaarte in te halen. Beweert men, dat de weggezondenen geen bekwame vaklui waren, dan merkt spr. op, dat men nu o.a. een metse laar heeft benoemd, die voor eenige jaren nog boeddrukker was. Hij merkt verder nog op, dat een vak man ook een vak loon moet genieten en men niet zeer bruikbaar personeel moet ruimen otn er minder bruikbaar in te halen. Spr.. hoopt dan, dat het College nog eens den Raad van den heer De Groot zal willen overwegen om een wethouder voor sociale aangelegenheden te benoemen. De Voorzitter wil iets antwoorden op het verwijt alsof de sociale aangelegenheden in het College niet zouden besproken worden. Die aan gelegenheden worden wel degelijk onder 't oog gezien. Toen dan ook bij de behandeling der Furnuss-zaak de heer De Bruin begon over die aangelegenheden te spreken, heeft voorz. hem toegevoegd let op het volgende punt. Men is aan het bouwen, aan alle karnen aan het Hoofd rijzen de woningen als paddestoelen uit den grond. De vraag van »Vokshuis- vesting" is aan de orde en verschillende andere aanvragen zijn nog aan de orde. In aanbouw en in aanvraag zijn op 'toogenblik 434 woningen. En zou men dan willen beweren, dat B. en W. geen oog hebben voor de sociale aangelegenheden Voorz. meent integendeel, dat 't de grootste aangelegenheid is waarop het gemeentebestuur te letten heeft, dat er goed wordt gebouwd, wijl daarmee ook, zooals De Bruin in de vorige ver gadering zeide, een maatschappelijk en zedelijk vraagstuk is gemoeid de kwestie dat de men schen goed wonen en goed slapen. Wat nu de aanstelling van een wethouder voor sociale aan gelegenheden betreft, indertijd is de wensohelijk- heid daarvan ontkend toen viel die kwestie nog zoo niet in 'toog; thans zou men er meer op letten. Als nu de vraag aan de orde werd gesteld, zou men er wellicht een ander antwoord op geven dan toen. Maar de wethouder van onderwijs, die van Gemeentewerken en Financiën behandelen toch allen de zaken in het College als college. Voorz. begrijpt overigens wel, dat in groote steden het hebben van een wethouder voor sociale aangelegenheden meer beteekenis heeft. Wat nu betreft de aaostelling van werklieden, ook deze zaak kon in het College niet anders be handeld worden. De Raad heeft toch de heele benoeming, het ontslag enz. uit handen gegeven, het College treft hiervan dus geen verwijt en voorz. meent ook, dat de Raad hier wel wat veel uit handen heeft gegeven. Als voorz. goed is in gelicht, dan is het ontslag niet anders dan goed en wettig gegeven, wat niet uitsluit dat de men schen kunnen adresseeren. Maar de zaak is door B. en W. volkomen logisch en wettig behandeld. De wethouder van gemeentewerken, de heer Van Westendorp, geeft toe dat de toon van dergelijke adviezen soms zeer- kan verschillen; dat ligt aan hem die ze ontwerpt. Waar komt 't echter op neer Er zijn hier vier menschen ont slagen, en nu gaat 't niet aan, daarop kritiek uit te oefenen; de commissie van gemeentewerken moet toch beoordeelen, of die menschen geschikt zijn, ja of neen.|Zij oordeelt dan naar de rapporten die bij haar inkomen en waarop zij moet kunnen vertrouwen. Waarom zijn de betrokken benoemin gen dan aldus gebeurd. Omdat men menschen moest hebben, die met het grondwerk bekend waren, 't Gebeurt toch menigmaal, dat menschen die 't niet zoo erg hebben, uit medelijden worden aangesteld. Nu waren er ditmaal zeer goede sol licitanten, met grondwerk bekend en dat de nu aangestelden van het zelfde slag waren als de ontslagenen, moet weth. ten sterkste ontkennen. Het bewijs wordt wel geleverd, door het feit dat die nieuwe menschen het loon niet genoeg vonden en meer geld verlangden. Weth. verzekert, dat uit de sollicitanten werkelijk de beste zijn geko zen, wat niet belet dat men de weggezondenen wil helpen met tijdelyke diensten als dat kan gedaan worden, zal 't worden gedaan. Alleen het streven de meest geschikte werklieden te benoe men, zit bij de commissie voor Zeker had zij veel vroeger moeten ingrijpen maar diegenen die be noemen. hebben ook het recht te ontslaan. On billijk is hier heusch niet gehandeld de werk lieden die nu zijn aangesteld, staan in kwaliteit werkelijk boven hen die zijn ontslagen. Weth. betoogt verder, dat de positie van den gemeente werkman wel goed is en dat men rekening moet houden, wat de loonen betreft, met normale tij den, met met abnormale toestanden, als er bijv. veel wordt gebouwd. Ouk hij verklaart nog, dat 't voor 'toogenblik met noodig is, een wethouder voor sociale aangelegenheden te benoemen. De heer Koopmans zegt, dat hij heelemaal geen antwoord heeft op zijn beweren dat het advies geen juist antwoord is op de betrokken vraag. De indruk van dat advies is bij hem pre cies dezelfde gebleken: wij hebben niets met jelui te maken. Spr. had een ander antwoord verwacht, ook met 'toog op eventueele vacaturen, dan dat nu op het bedoelde adres is gegeven. De heer Van der Velden kan niet begrij pen, dat men aan een vereeniging zou vragen, welke menschen 't meest geschikt zijn om benoemd te worden. Daaromtrent geven advies de Directeur van gemeentewerken met zijn staf. Men moest begrijpen, dat men met bedoelde vraag heelemaal niet bij een vereeniging kan komen. De beer De Bruin zegt, dat, waar de voor zitter in zijn betoog een verwijt aan het College gezien heelt, hij dit heelemaal'niet heeft bedoeld. Spr. heeft bij de wederbespreking van de z->ak Furness alleen willen zeggen, dat het College de sociale zaken niet inleeft waar 't nog vele andere heeft te behandelen, 't Is het College niet gelukt zich in die zaken in te werken De wethouder, de heer G o s l inga, onderbreekt, dat de kwestie van den woningbouw aan den Schinkeldijk geheel los stond van de Furness-zaak en de Voor zitter merkt op, dat toen de vraag van Furness inkwam, men reeds wist 'tover het geheel over den bouw van 434 woningen ging De heer D e Bruin vervolgend, hoopt, dat de vraag van Volkshuisvesting" in het reine zal komen, maar weet er overigens niets van af De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, onderbreekt, dat dit nu niet aan de orde is De heer De Bruin betoogt dan verder de wenschelijkheid van het aanstellen van een wethouder voor sociale aangelegenheden. Men hoort vaak, dat de wethouders 't zoo ver bazend druk hebben, zoodat zij hun functie niet behoorlijk kunnen waarnemen, waarom dan niet op het denkbeeld ingegaan, te meer waar er toch veel groote dingen aan de orde zijn. Spr. meent, dat er wel degelijk krachten in den Raad zijn om als wethouder voor sociale zaken op te treden Er wordt gefluisterdPiet de Bruin bijv. Daarop keert spr. zich toornig naar dien kant, betoogend dat hij dat niet bedoeld heeft en bromt zoo iets als dat de sociaal-democraten wel iets

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2