Binnenland,
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Gemeenteraad.
medebrengen. De overheid oefent nauwkeurig
toezicht.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. goedgekeurd en
daarna ook eenige andere ontwerpen.
Bij het wetsontwerp tot overbrenging in beheer
en onderhoud bij de gemeente Zwolle van eén
gedeelte van den ryksweg van Deventer naar
Zwolle, maakt de heer Visser van IJ ze n-
doorn een formeel bezwaar.
Het wetsontwerp wordt met eenige andere
z h. s. aangenomen.
Aan de orde is daarna het wetsentwerp tot
instelling van Raden van Beroep voor de
directe belastingen en de regeling van het beroep
op die colleges.
De heer Kooien acht het een bezwaar, dat
hier geen voldoende hooger beroep is van de uit
spraken van deze colleges. De mogelijkheid van
cassatie door den Hoogen Raad acht spr. onvol
doende.
De heer Tydeman verheugt zich over de
wijzigingen in het ontwerp.
Ook spr. acht een centraal appèl noodig van
de uitspraken van de Raden van Beroep. Cassatie
acht hij overigens niet uitgesloten.
Spr. heeft nog ee> ige kleinere opmerkingen. Hij
vraagt bok, of de rechtsgevolgen, die aan de wei
gering van het openleggen van de boeken worden
verbonden, dezelfde zjjn als die welke daaraan
verbonden worden bij weigering van die open
legging ter zake van de inkomstenbelasting.
De minister van financiën verdedigt
het ontwerp, verwyst voor den H R. naar zijn
ambtgenoot van justitie en zegt, dat bet hem in
het algemeen niet wenschelyk voorkomt, dat in
belastingzaken, wanneer een aanslag reeds twee
maal is onderzocht, nog eens een derde college
een onderzoek kan instellen naar de feiten zeiven.
De heer Tydeman stelt een drietal amen
dementen voor.
De minister vanjustitie bestrijdt even
als zijn ambtgenoot het denkbeeld van een centraal
appel en antwoordt ook op de vraag met betrekking
tot den H.R.
Bij art. 4 (samenstelling van de Raden van
beroep) wordt het amendement Knobel (vrouwen
ook benoembaar) door de regeering overgenomen.
De heer Schaper roert nog een parallel
loopend amendement bij de behandeling van de
inkomstenbelasting aan.
Hierover onstaat eenige discussie met de heeren
De Savornin Lobman en Beumer.
Na overneming van de drie kleine amende-
menten-Tydeman door de regeering worden alle
artikelen van het wetsontwerp op de Raden van
Beroep aangenomen.
De eindstemming wordt bepaald op morgen.
De Kamer gaat daarna over tot de behandeling
van de Bootwerkerswet, waarbij de v o o r-
z i 11 e r in overweging geeft ook in het geheel
geen algemeen beschouwingen te houden, of deze
zeer algemeen te houden.
Hierna hadden de algemeene beschouwingen
plaats over de
Stuwadoorswet.
De heer v. d. Voort van Zijp schetste de
slechte toestanden welke in het havenbedrijf be
staan ten aanzien van arbeidstijden, contróle op
de uitbetaling van het loon en ongevallen.
Het gewijzigde ontwerp werd door spr. terecht
gekwalificeerd als teleurstellend. Het verslapt het
ontwerp-Talma op elk der hoofdpunten.
Heden zal spr. zijn rede voortzetten.
Prins Uendrik.
Z. K. H. de Prins isi voornemens den lOdén
Juni as. te Utrecht dien Malthezer-ridderdag
met daarop volgenden riddermaaltijd hij té
wonen en 26 Juni dei vergadering, der Johanni-
tenordie te 's-Gravenhage.
Katwfjk.
Be commissie van accoom, in welker banden
de kwestie van de candidatuur voor het lidmaat
schap van de Tweede Kamer is gesteld, t'estaat
thans, naar de „Res. Bone" meldt, uit de hee
ren dr. J. Schokking', mr. H. Verkouteren, nr.
A. Kuyper, mr. V. H. Rutgers, mr. D. Kooien
en mr. A. baron van Wijnbergen. Als plaatsver
vangers zijn benoemd de heeien: mr. Van Veen,
mr. Ankerman, pref. Anema, v. d. Voort van
Zijp, mr. L. von Fisenne en mr. Heerkens Thijs-
sen.
Inkomstenbelasting.
Aan de Tweede Kamer is, naar „De Tijd"
meldt, het volgende protest gezonden:
De voorzitter en ae secretaris van den Neder-
landsch-cn Boerenbond, gelezen hebbende, dat er
in die Tweede Kamer afgevaardigden zijn, die
uit ons stilzwijgen opmaken, dat de boerenstand
met de inkomstenbelasting is ingenomen, ach
ten zich verplicht daartegen fen sterkste te pro
testeeren en nemen de vrijheid, U Hoog Ldel-
Gestrengen te Verwijzen naar den inhoud van hét
request (ein rapport), dat reeds in het jaar 1907
tegen <te opneming van den boekenstand in de
inkomstenbelasting door den Ned. Boerenbond aan
de reg-eering en Twdede Kamer gèzonden is.
TH. VERHEGGEN, voorzitter
G. v. d. ELSEN, secretaris'.
Vreemdelingen in Nederland.
Een Franschman, de hieer Jul'es Remain, hééft
eenigie weken geleden per automobiel een tocht
door ons land gemaakt schrijft „ITe Nieuwe
Courant" en zijn indrukken neergelegd in een
rapport aan oen minister van buitenlandsche za
ken van zijn land. Deze heeft den inhoud bélang-
rijik genoeg geacht om qaarmede zijn Nederland
se hen ambtgenoot, minister Loudon, door bemid
deling van den Fransehen gezant, in kennis te
stellen.
üioor den hoer Rornain worden tal van wan
daden gereleveerd van de zijdè der straatjeugd
ontvangen. In Harderwijk had hij .en zijn reisge-
nooien het bijzonder ha,to te verantwoorden. Baar
werd zijn vrouw half gewurgd door oudere lie
den, terwijl zij nagejouwd weraèn door een groep
van een paar honoera personen.
Be „N. Grt."' zegt ae meaedeeling van het
rapport
„Over de schade die dergelijke wandaden aan
dien goeden naam van ons volk en aan het vreem
delingenverkeer in ons land berokkenen, behoe
ven wij niet uit te (weiden. Dat dit
beseft wordt, bewijzen daden als de oprichting
van die Tucht-Unie; bewijzen woorden als eenige
maanden geleden bij d'e behandeling eer begroe
ting van Justitie in de Eerste Kamer gesproken
werden door het lid voor Friesland, den hëer
Edo BergSma.
Maar gaat er hetzij van diei Unie, hetzij van
die- woorden welke de minister van justitie
wat slapjes beantwoordde met de tegenwerping
dat het bij de kraag pakken en dadelijk inrekenen
van baldadige rekels niet in den smaak van het
Neaerlandsche volk zou zallen wel kracht
genoeg uit?
Zou met name de Tucht-unie in hét voorge
valliene (dat geenszins op zichzelf staat, al leggen
niet alle gjeibofonde en mishandelde toeristen hun
bevindingen neer in één rapport aan hun regee
ring) geen aanleiding kunnen vinden om zich op
doortastende wijze in verbinding te stelten met
andere vereenigingeniïe tot bevordering' van
oe belangen van het vreemdelingenverkeer, die
van de burgemeester», die van de politie, die
van de onderwijzers, tenéinde gezamenlijk te over
leggen wat door samenwerking wellicht ook door
verbetering van formeel recht, door verhooging
van activiteit van met het verzekeren deT orde
belaste autoriteiten, aan deze beschamende toe
standen valt te verhelpen?
Weerbericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 27 Mei medegedeeld door het
Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt.
Hoogste barometerstand 774.2 te Horta
Laagste barometerstand 756.2 te Breslau.
Verwachting tot den volgenden dagmatige
tot krachtigen, meest noordelijke wind, zwaar
bewolkt, waarschijnlijk regenbuien, zelfde tem
peratuur.
Militie.
De Burgemeester van Schiedam roept op An-
tonius Leonardus Kloppers en Karei Lodewijk
Voorbach, beide zeemiliciens-kustwachter van de
lichting 1912 en ingeschreven in het register van
verlofgangers dezer gemeente, om op Maandag 10
Augustus 1914 krachtens art. 80, in verband met
art. 114 der Militiewet (Staatsblad 1912 no. 21),
juncto art. 111 der Militiewet 1901, voor Her
halingsoefeningen in werkelijkon dienst te komen,
waarvoor zij zich behooren aan te melden bij
de Marine-kazerne te Amsterdam.
M. A. V. Bank.
Naar wij vernemen, zal in de op 30 dezer te
houden vergadering van aandeelhouders der Holl.
Alg. Verzekeringsbank worden voorgesteld het
dividend over 1913 vast te stellen op 9 (vorig
jaar 8).
Onze o u a-!s t aa g e noot, de heé,z A. .T.
A. Ilasman, leerling; van oe Bisschoppelijke Kweek
school te Beverwijk, voor het examen lager on
derwijs geslaagd, is thans geplaatst als onder
wijzer aan de R. K. Bijzondere School te Wa
tergraafsmeer bij Amsterdam.
De zes leerlingen van ae kweekschool re Be
verwijk, die voor het examen opgingen, zijn allen
geslaagd.
Hoogwater te Schiedam: Donderdag
28 Mei 5.59 v.m6.25 n.m.
(Vervolg.)
On t w e r p-vero r d e n i n ge n Burgerlijk
Armbestuur en Stads-Ziekenhuis.
6. Vaststelling ontwerp-verordeningen voor
het Burgerlijk Armbestuur en het Stadsziekenhuis.
Ingevolge art. 89 der Armenwet moeten de
reglementen van burgerlijke instellingen van wel
dadigheid worden herzien.
Ten aanzien van het Ziekenhuis geven B. en
W. er de voorkeur aan, met het oog op de
voorgenomen oprichting van een nieuw ziekenhuis,
thans het bestaande reglement onder nieuwen
datum opnieuw vast te stellen.
Voor het Burgerlyk Armbestuur stellen B. en
W. voor, de ingediende ontwerp-verordening vast
te stellen.
De heer De Bruin wijst op slechte redactie
van deze «ntwerp-reglementen. Hy bepleit aan
houding van dit voorstel, ook in verband met
eenige amendementen, die hij voornemens is in te
dienen.
De Voorzitter zegt, dat aan het ontwerpen van
die reglementen ook anderen dan B. en W. mee
werken. Overigens is spr. niet tegen uitstel.
De Raad besluit thans tot aanhouding van het
agendapunt tot de volgende vergadering.
Rijkspensioenfonds.
7. Adres van de Afdeeling Schiedam van den
Bond van Nederlandsche Gemeente-Werklieden
om de onkosten en werkzaamheden, voortvloeiende
uit de opneming in het Rijkspensioenfonds voor
Gemeente-rekening te nemen.
B. en W. adviseereD, waar de Raad in verge
lijking met hetgeen in andere gemeenten is ge
daan Juist tegen de kleine inkomens zich
bij de pensioenregeling zeer mild heeft betoond,
op dit verzoek afwyzend te beschikken.
De heer D i n k e 1 a a r zegt tot de conclusie te
zijn gekomen, dat B. en W. het adres niet goed
gelezen hebben In het verzoek zit geeu voor
deeltje voor de gemeente, maar voor de werk
lieden. Wanneer er een stukje grond wordt
verkocht hebben er altijd tal van conferenties plaats
waarom wordt er nu in zulke gevallen niet
met de betrokken organisaties geconfereerd. Spr.
kan niet meegaan met het voorstel tot afwijzing
van het verzoek. Werklieden zijn al zwaar ge
noe<z belast. Het loon van hen is niet hoog en de
rontribuitie voor het pensioenfonds drukt sterkt
op de werklieden. Men wil de aanvragen om
pensionneering vrijstellen. Een werkman kan geen
t'4 k f5.betalen voor zijn pensioenaanvrage.
Dit bedrag zal voor de gemeente niet zoo be
zwarend zijn.
Een weduwe die pensioen aanvraagt moet soms
t 8.a f 9 betalen.
Als de papieren door de gemeente in orde ge
maakt konden worden, zou dit voor de gemeente
een voordeel zijn. De stukken waren dan goed
in orde.
De Voorzitter verklaart, dat B. en W. het
adres zeer goed begrepen hebben. Voor de ge
meente is er geen voordeeel aan verbonden. Al
zou de gemeente de stukkeD in orde moeten ma
ken, dan wordt het n>et goedkooper. De pensioen
regeling is thans zoo, dat men er tevreden mee
kan zijn. Wanneer alleen aanvragen, der werk
lieden door de gemeente betaald wordt, is dit
niet billijk te achten. Er bestaat geen grens. Doet
men het voor de werklieden daD ook voor alle
andere ambtenaren. Voorzitter acht het te bren
gen ofier niet zoo onoverkomelijk. De strekkiDg
van het adres is goed door B. en W. begrepen
en verdere bespreking werd door hen dan ook
niet noodig geacht.
De heer D i n k e 1 a a r zegt dat, de vereeniging
sOnderling Belang" thans er van overtuigt is dat
de pensioenregeling op de werklieden zwaar drukt,
terwijl die vereeniging toch behoorde tot de copo-
raties die na de totstandkoming der regeling den
Gemeenteraad dank hebben betuigd. Laat de Raad
desnoods allen vrijstellen van het betalen der
stukken bij pensioenaanvragen.
De heer Scheffe rs vraagt waar die kosten
van f7.a f8.— uit bestaan.
De Voorzitter zegt dat er soms verschil
lende acten noodig zijn. In den regel kost het
75 cent.
De heer De Bruin zegt, dat onlangs bij de
Reiniging iemand f3.75 onkosten moest betalen.
Wanneer het een weduwe had gegolden, dan
zouden er nog meer akten noodig zijn geweest
en moest zij het dubbele betalen. Spr. vindt die
bedragen te veel voor zulke menschen.
De Voorzitter merkt op, dat wanneer het
een weduwe geldt, die meermalen gehuwd is ge
weest, dan kunnen de kosten der stukken weieens
iets hooger zijn.
De heer Kavelaars meent, dat de menschen,
die minvermogend zijn, de stukken voor niets
kunnen krijgen.
Verschillende leden dringen op aanhouding van
dit agenda-punt aan.
De Voorzitter deelt mee, dat B. en W.
eerst nog eens zullen onderzoeken welke kosten
er precies aan de pensioenaanvragen verbonden
zijn en den Raad hiermee in kennis stellen.
Het voorstel wordt alsnu aangehouden.
Benoemingen bij Gemeentewerken.
8. Adres van de Afdeeling Schiedam van den
Bond van Nederlandsche Gemeente-Werklieden
betreflende bij de Gemeentewerken gedane be
noemingen in zake een 6-tal grondwerkers, waar
bij gepasseerd zijn een 4-tal werklieden die mede
2 en 3 jaar in los-en dienst zijn geweest en met
ingang van 1 April j.I. zouden ontslagen worden,
met verzoek deze losse werklieden in vasten dienst
aan te stellen.
B. en W. stellen voor, te berichten, dat de be
trokken personen, wanneer zij voor een benoeming
in gemeentebetrekkingin aanmerking willen komen,
zich hebben te wenden tot de commissie aan
welke de benoeming voor een vacante betrekking
is opgedragen.
Den heer Koopmans komt 't voor, dat het
preadvies anders had ingekleed kunnen worden,
't Geldt hier 4 menschen, goede krachten, die op
zij zijn gezet en nu is de korte zin van het pre
advies eenvoudig: We hebben niets met jelui te
maken. Als die adressanten dat aan den Raad
vragen, dan is 't duidelijk, dat daarmee een be
roep wordt gedaan op alle commissies van bij
stand. Het advies zou een gunstigen indruk ge
maakt hebben, als 't bij vacatures rekening
wilde houden met deze menschen, die voor het
werk geschikt zijn. Dit zou er beter ingegaan
zyn dan het verzoek der adressanten hooghartig
af te wijzen.
De heer D i n k e 1 a a r kan zich hier wel aan
sluiten bij den heer Koopmans. Hij betoogt, dat
't hier menschen geldt, die 4 h 5 jaren bij de
gemeente in dienst zijn geweest en nu door an
deren zijn vervangen. Was hun bekwaamheid
niet voldoende dan had men ze niet zoo lang
moeten houden en ze ook niet in dienst moeten
nemen. Hij vraagt dan ook. waarom zij voor een
vaste benoeming zijn gepasseerd en hoopt, dat die
vraag door B. en W. zal beantwoord worden.
De heer De Bruin herinnert zich, dat inder
tijd hier door den heer De Groot werd voorgesteld
een wethouder voor sociale aangelegenheden te
benoemen. De Raad heeft dat toen niet gedaan,
aan dien aandrang geen gevolg gegeven. Spr.
heeft dat altijd verkeerd gevondenwy hebben
toch een wethouder hier voor en daar voor;
waarom is er dan ook niet een voor sociale
maatregelen Uit tal van dingen blijkt toch, dat
het College bijzonder weinig notitie neemt van
sociale aangelegenheden, waartoe ook niet ieder
een is aangelegdtoch stelt het maatschappelijk
leven zware eischen. Spr. meent dat te kunnen
staven met o.a. te wijzen op de zaak-Furness, die
door B. en W. alleen a's zaak is behandeld en
niet van sociale kant is bekeken, 't Komt hem
voor dat het College voor de socialen aangelegen
heden weinig gevoelt, wijl de leden 't veel te
druk hebben met andere zaken. Indien spr.
iets getroffen heeft, dan is 't de verbazend bitse
wyze waarop in het preadvies op de betrokken
vraag is geantwoord. Men heeft hier toch men
schen weggezonden om er andere van precies de
zelfde zwaarte in te halen. Beweert men, dat
de weggezondenen geen bekwame vaklui waren,
dan merkt spr. op, dat men nu o.a. een metse
laar heeft benoemd, die voor eenige jaren nog
boeddrukker was. Hij merkt verder nog op, dat
een vak man ook een vak loon moet genieten
en men niet zeer bruikbaar personeel moet
ruimen otn er minder bruikbaar in te halen.
Spr.. hoopt dan, dat het College nog eens den
Raad van den heer De Groot zal willen overwegen
om een wethouder voor sociale aangelegenheden
te benoemen.
De Voorzitter wil iets antwoorden op het
verwijt alsof de sociale aangelegenheden in het
College niet zouden besproken worden. Die aan
gelegenheden worden wel degelijk onder 't oog
gezien. Toen dan ook bij de behandeling der
Furnuss-zaak de heer De Bruin begon over die
aangelegenheden te spreken, heeft voorz. hem
toegevoegd let op het volgende punt. Men is
aan het bouwen, aan alle karnen aan het
Hoofd rijzen de woningen als paddestoelen
uit den grond. De vraag van »Vokshuis-
vesting" is aan de orde en verschillende andere
aanvragen zijn nog aan de orde. In aanbouw en
in aanvraag zijn op 'toogenblik 434 woningen.
En zou men dan willen beweren, dat B. en W.
geen oog hebben voor de sociale aangelegenheden
Voorz. meent integendeel, dat 't de grootste
aangelegenheid is waarop het gemeentebestuur te
letten heeft, dat er goed wordt gebouwd, wijl
daarmee ook, zooals De Bruin in de vorige ver
gadering zeide, een maatschappelijk en zedelijk
vraagstuk is gemoeid de kwestie dat de men
schen goed wonen en goed slapen. Wat nu de
aanstelling van een wethouder voor sociale aan
gelegenheden betreft, indertijd is de wensohelijk-
heid daarvan ontkend toen viel die kwestie
nog zoo niet in 'toog; thans zou men er meer
op letten. Als nu de vraag aan de orde werd
gesteld, zou men er wellicht een ander antwoord
op geven dan toen. Maar de wethouder van
onderwijs, die van Gemeentewerken en Financiën
behandelen toch allen de zaken in het College als
college. Voorz. begrijpt overigens wel, dat in
groote steden het hebben van een wethouder voor
sociale aangelegenheden meer beteekenis heeft.
Wat nu betreft de aaostelling van werklieden,
ook deze zaak kon in het College niet anders be
handeld worden. De Raad heeft toch de heele
benoeming, het ontslag enz. uit handen gegeven,
het College treft hiervan dus geen verwijt en
voorz. meent ook, dat de Raad hier wel wat veel
uit handen heeft gegeven. Als voorz. goed is in
gelicht, dan is het ontslag niet anders dan goed
en wettig gegeven, wat niet uitsluit dat de men
schen kunnen adresseeren. Maar de zaak is door
B. en W. volkomen logisch en wettig behandeld.
De wethouder van gemeentewerken, de heer
Van Westendorp, geeft toe dat de toon van
dergelijke adviezen soms zeer- kan verschillen;
dat ligt aan hem die ze ontwerpt. Waar komt
't echter op neer Er zijn hier vier menschen ont
slagen, en nu gaat 't niet aan, daarop kritiek uit
te oefenen; de commissie van gemeentewerken
moet toch beoordeelen, of die menschen geschikt
zijn, ja of neen.|Zij oordeelt dan naar de rapporten
die bij haar inkomen en waarop zij moet kunnen
vertrouwen. Waarom zijn de betrokken benoemin
gen dan aldus gebeurd. Omdat men menschen
moest hebben, die met het grondwerk bekend
waren, 't Gebeurt toch menigmaal, dat menschen
die 't niet zoo erg hebben, uit medelijden worden
aangesteld. Nu waren er ditmaal zeer goede sol
licitanten, met grondwerk bekend en dat de nu
aangestelden van het zelfde slag waren als de
ontslagenen, moet weth. ten sterkste ontkennen.
Het bewijs wordt wel geleverd, door het feit dat
die nieuwe menschen het loon niet genoeg vonden
en meer geld verlangden. Weth. verzekert, dat
uit de sollicitanten werkelijk de beste zijn geko
zen, wat niet belet dat men de weggezondenen
wil helpen met tijdelyke diensten als dat kan
gedaan worden, zal 't worden gedaan. Alleen het
streven de meest geschikte werklieden te benoe
men, zit bij de commissie voor Zeker had zij veel
vroeger moeten ingrijpen maar diegenen die be
noemen. hebben ook het recht te ontslaan. On
billijk is hier heusch niet gehandeld de werk
lieden die nu zijn aangesteld, staan in kwaliteit
werkelijk boven hen die zijn ontslagen. Weth.
betoogt verder, dat de positie van den gemeente
werkman wel goed is en dat men rekening moet
houden, wat de loonen betreft, met normale tij
den, met met abnormale toestanden, als er bijv.
veel wordt gebouwd. Ouk hij verklaart nog, dat
't voor 'toogenblik met noodig is, een wethouder
voor sociale aangelegenheden te benoemen.
De heer Koopmans zegt, dat hij heelemaal
geen antwoord heeft op zijn beweren dat het
advies geen juist antwoord is op de betrokken
vraag. De indruk van dat advies is bij hem pre
cies dezelfde gebleken: wij hebben niets met jelui
te maken. Spr. had een ander antwoord verwacht,
ook met 'toog op eventueele vacaturen, dan dat
nu op het bedoelde adres is gegeven.
De heer Van der Velden kan niet begrij
pen, dat men aan een vereeniging zou vragen,
welke menschen 't meest geschikt zijn om benoemd
te worden. Daaromtrent geven advies de Directeur
van gemeentewerken met zijn staf. Men moest
begrijpen, dat men met bedoelde vraag heelemaal
niet bij een vereeniging kan komen.
De beer De Bruin zegt, dat, waar de voor
zitter in zijn betoog een verwijt aan het College
gezien heelt, hij dit heelemaal'niet heeft bedoeld.
Spr. heeft bij de wederbespreking van de z->ak
Furness alleen willen zeggen, dat het College de
sociale zaken niet inleeft waar 't nog vele andere
heeft te behandelen, 't Is het College niet gelukt
zich in die zaken in te werken De wethouder,
de heer G o s l inga, onderbreekt, dat de kwestie
van den woningbouw aan den Schinkeldijk geheel
los stond van de Furness-zaak en de Voor
zitter merkt op, dat toen de vraag van Furness
inkwam, men reeds wist 'tover het geheel over
den bouw van 434 woningen ging De heer D e
Bruin vervolgend, hoopt, dat de vraag van
Volkshuisvesting" in het reine zal komen, maar
weet er overigens niets van af De wethouder,
de heer G o s 1 i n g a, onderbreekt, dat dit nu niet
aan de orde is De heer De Bruin betoogt
dan verder de wenschelijkheid van het aanstellen
van een wethouder voor sociale aangelegenheden.
Men hoort vaak, dat de wethouders 't zoo ver
bazend druk hebben, zoodat zij hun functie niet
behoorlijk kunnen waarnemen, waarom dan niet
op het denkbeeld ingegaan, te meer waar er toch
veel groote dingen aan de orde zijn. Spr. meent,
dat er wel degelijk krachten in den Raad zijn
om als wethouder voor sociale zaken op te treden
Er wordt gefluisterdPiet de Bruin bijv.
Daarop keert spr. zich toornig naar dien kant,
betoogend dat hij dat niet bedoeld heeft en bromt
zoo iets als dat de sociaal-democraten wel iets