Dagblad mor Schiedam en Omstreken.
I buIlu
Onschuldig veroordeeld.
37ste jaargang.
Dinsdag 14 Juli 1914.
No. 10975
Gratis Ongevallenverzekering f 10(1(1
J?nn biü verlies fM r
Op den Balkan.
feuilleton.
oTereenïomstig or ie polis vertelde yoorwaarflen. f y U U
Qffideele berichten,
Kennisgeving.
Buitenlandsch Nieuws.
Verspreide berichten.
Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën
16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct.' 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
b\j
dood
btj verlies
van
levenslange .C 0 fj f| verlies van
geheele I /[(II een hand,
invaliditeitU U voet of oog jl|UU UU een duim
De verzekering wordt gewaarborgd door de Hoilandsche Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam.
by
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Inrichtingen welke gevaar, sehade oi
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien het verzoek van W. H. Lieuwens
om vergunning tot het oprichten van een wasch-
strijkinnchting op de perceelen, kadaster Sectie
nos. 1238, 1747 en 2122 aan de Spoorstraat,
gedreven door een stoommachine van 30 P.K. met
e®n stoomketel van 60 M2. verwarmingsoppervlak
Overwegende, dat het deskundig onderzoek met
Strekking tot die aanvraag nog niet geëindigd is
Gelet op art. 8, 2e alinea der Hinderwet,
Besluiten
'ie beslissing over genoemde aanvraag te ver
lagen.
Schiedam, 13 Juli 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LAGER WEIJ, W. B.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gelet op artikel 12 der Drankwet
Brengen ter openbare kennis dat bij hen is
."gekomen een verzoek van Elisabeth Markus,
misvrouw van Christianas Leonardus Speelmeyer,
om verlof voor den verkoop van alcoholüoudenden
rank, anderen dan sterken drank, voor gebruik
er plaatse van verkoop in het voorvertrek van
«et pand Brugmanstraat 54,
y,„iherinneren, dat binnen 2 weken na deze
v» ,.ennmaking tegen het verleenen van het
"of schriftelijk bij hun College bezwaren
Honen worden ingebracht.
Schiedam, 14 Juli 1914.
Burgemeester mi Wethóuders voornoemd,
LAGER WEIJ, W. B.
De Secretaris,
V. SICKEN GA.
Die Epiroten.
e heide uit Koritsa te Durazzo aangekomen
e erlandsche officieren (Verhuist, en Reimprs)
"laren dat niet alleen Epirotische benden naar
rKX)rden oprukken, doch ook sterke geregelde
rieksche troepen. De benden gaan vooirop en
'ken zich, als zij geslagen worden, achter het
°nt der Grieksche troepen terug, die dan hun
schut laten spelen. Opmerkelijk is, dat
^eds den 4en Juli te Koritsa een ultimatum van
vvn "ekschen majoor Wairdas is; ontvangen,
^arin de overgave der stad werd geëischt.
A..e »Embr|os" meldt, dat Epiroten te Lesnitsa
'J Kotitsa) met Albaneezen, die Lesnitsa vvil-
n innemen, slaags zijn geweest. De Albaneezen
hebb
Veld
'etl niet achterlating' van veel dooden het
moeten ruimen.
^Gp }let congres der Epiroten te Leiwino 2ijn
^JVuaehtigo tooneelen. voorgevallen. Zografos
53)
GROOTE BOEIENDE ROMAN.
Naar het Fransch,
XVI.
heeft in antwoord aan verscheidene 'sprekers, die
in verhand met de anarchie in Albanië, twijfel
hadden geopperd aan de naleving van het ver
drag van Kar foe, verklaard zijn ontslag te zul
len nemen als; de Epiroten dat verdrag mochten
verwerpen.
v°et dp®n,sm allen weg langs de Lesse aan den
Woud «t gen' bekroond door het Ardennen-
^m'^ pten de twee jonge meisjes op avontuur
Marja s'eeP'e Bosa mee.
sprai. 'L.WaS gekweld door eene bepaalde gedachte
Woken i"lCh ,zelve „mei kleine volzinnen afge-
Vermoeipni«r gacb0 geween. De koorts en de
r°ode plekken6rSpre °P haar Selaat brandende
Waar ging zy heen?
Weg tervn1l^kZinnigheiud scbeen z« een bekenden
De zeld? 8 u°P een bePaald «loei af stappend
boette keerdfn ÖIifn Welku zij op de baau °nt'
«öet de ooln L naSr h!n om' volSden haar
Maria E at Z1J verdwenen waren.
De k n staan-
had gezegd'3 Zd6rSteunde haar- Zooals Paqueron
e8d, zou zij voortgaan tot het uiterste toe
FRANKRIJK.
De Senaat besprak gister het wetsontwerp,
waarbij de ministers van Oorlog' en Marine ge
machtigd warden tot zekere buitengewone uit
gaven, ten einde te voorzien in de behoeften
der nationale verdediging.
De rapporteur van het wetsontwerp, de heer
Humbert, merkt op, dat, indien de wei op den
driejarigen diensttijd het leger een voldoende
getalsterkte gaf, niettemin krachtige maatregelen
genomen moeten worden, om de materieele or
ganisatie te verbeteren.
Spreker veroordeelt op zeer heftige wijze het
legerbestuur. „Het materiaal" zegt hij, „dat
de Fransche industrie aan het leger levert, is
van minder goede kwaliteit, dan dat wat zij
aan het buitenland verstrekt. In het bijzonder
wijst hij er op, dat, het materiaal der veld-artil-
lerie langzamerhand slechter wordt dan dat
der Duitschers". Het Fransche leger heeft ook
gebrek aan houwitsers.
De toestand, der vesting-artillerie is niet he
ter. De miunitievoorraden der kanonnen zijn
onvoldoende. Er zijn 2 millioen paar schoenen
le weinigL „Wij hebben", zegt spreker, „igeen
materiaal, om den Moezel en den Rijn óver te*
stoken".
Verder verklaart de rapporteur, dat liet weer
standsvermogen der forten en vestingen tusschen
Toul en Verdun onvoldoende is.
Humbert eindigt zijn redevoering met op te
merken, dat de millioenen, die aari het parle
ment voor de nationale verdediging gevraagd wer
den, gieheel onnut besteed zijn. (Geweldige be
weging en emotie). „Het parlement," zegt bij,
„zal in alle noodzakelijke oflërs toestemmen, maar
men moet de organisatie wijzigen en in de op
vattingen der leidende organen van het lezer
verandering brengen. (Toejuichingen).
De redevoering van den rapporteur Humbert
werd door zeer vele leden van den Senaat aan
gehoord en liet een diepen inuru'k achter.
De minister van Ooi log, Messimy zegt, d at
hij Humbert niet van antwoord kan dienen,
daar hij niet van diens redevoering! op, de boog.
te gesteld was.
Hij erkent, dat het meerendeel der feilen, op
zich zelf genoimen, juist is. Hij betwijfelt ech
ter, of zij, zooals ze door den rapporteur tot
een systeem zijn gegroepeerd, in het wam licht
gtesteld worden en hij is meer geneigd, pm ze
als uitzonderingen te beschouwen.
Het wordt nu zeer rumoerig in de zaal en
de minister is blijkbaar geheel ontwapend.
Hij verzoekt den Senaat de door de ïegee
ring voorgestelde maatregelen goed te keuren,
opdat zoo spoedig mogelijk met het uitvoeren
tot het oogenblik op hetwelk de krachten haar
zouden ontbreken en dat zy vallen zou.
Vruchteloos poogde Rosa haar te wederhouden.
Zij smeekte haar, sprak haar zachtjes aan, be
proefde zich te doen verstaan, wilde haar terug
brengen of ten minste hinderpalen in haren weg
leggen.
Zij vermoedde dat Madelor werd verwittigd, dat
Paqueron hem haren brief had overhandigd, dat
de grijsaard zonder aarzelen vertrokken was en
dat hij op hun spoor moest wezen. Heel zeker
was hij niet ver meer verwijderd. Hy zou hen
spoedig vervoegen niettegenstaande hunne onge
regelde reis.
Te Gamble, verliet Maria de baan, sloeg den
weg in die langs het gebergte loopt, in het kreu
pelhout, en volgde denzei ven een paar uren
lang.
De weg kwam uit op de baan in de vallei der
Vesder.
Zij volgde deze rivier en ging Chanly voorby
Het kind was volkomen uitgeput en kon niet
meer voort. Zij voelde hare krachten verminderen
en zij klampte zich wanhopig vast aan de hand
van Maria, die, zonder zich met haar te bekom
meren, altijd snel vooruit stapte of begon te loopen.
Aan den anderen kant van Chanly, liep de Lesse
kronkelend voort te midden van beboschte heuvels.
Hier treft men de grot van Han aan, eene der
wonderbaarste die werden ontdekt.
Rosa en Maria gingen voort op den rand van
het bosch van Boem.
der nieuwe werken begonnen kan worden. In
het bijzonder verplicht hij zich, zoo streng mo
gelijk over de uitvoering der werken te zullen
Waken, ten einde het defensie-wezen van het
land zoo krachtig mogelijk te doen zijn.
De heer Clemenceau constateert, dat hij sinds
het jaar 1870 geen zitting van het parlement
bijwoonde, die zoo angstwekkend was.
„Wij worden", zegt hij, „noch geregeerd, noch
verdedigd". Zeer ernstige feiten zijn te berde
gebracht. De minister van Oorlog' moet den hui-
digen toestand in zijn geheel uiteenzetten en de
middelen tot verbetering aangeven".
Clemenceau verzoekt vervolgens', dat de stem
ming verdaagd wordt en dat het parlement bin
nen eenige dagen de behandeling dezer zaak
voortzette. 1
Na eenige woorden van den minister-president
Viviani, die zich verontschuldigt met. de opmer
king, dat hij door de redevoering' van Humbert
verrast is, worden de debatten tot hedennamid-
dag verdaagd.
ITALIë.
De oproeping; onder de wapenen van de lich
ting van 1891. is door het legerbestuur geheel
behandeld alSjöf het een mobilisatie gold.
De gpoene mobilisatie-biljetten werden gebruikt
en 15 Juli moeten er 120.000 man onder de
wapenen zijn.
Verschillende bladen verdiepen zich cm de
juiste beweegredenen tot deze mobilisatie te we
ten te touwen. De ware reden schijnt echter niet
te zijn uitgelekt.
Het meest waarschijnlijke lijkt overigens wtel
hetgeen de Berlijnsche correspondent, van de
„Köln. Ztgi." meldt.
Hij zegt, dat de Italiaans'che ïegeering de lich
ting van 1891 onder de wapenen heeft geroepen,
ten einde te waken tegten een herhaling ran de
jongste socialistische onlusten, die een revolu
tionair karakter hadden aangenomen. Intussehen
zal ook in de buitenlandsche politiek van Italië
het onder de wapens komen van reservisten merk
baar worden.
SERVIë.
Uit Belgrado meldt men:
Onder de leden van de Oostenrijk-Hongaar sche
kolonie, verbreidde zich gisteren het gerucht, dat
van Servische zijde tegen hen een aanslag (ge
smeed was. Dientengevolge zonden vele Oosten
rijkers èn Hongaren hun families naar Semlin
om daar te overnachten.
Veertig vrouwen en kinderen zochten in de
O Oslo nrijk-'Hongaarsehe legatie en het consu
laat alhier een toevlucht en brachten er den
nacht door.
De geheele nacht verliep echter rustig. Geen
enkel Oostenrijkseh onderdaan werd bedreigd,
of lastig: gevallen, terwijl ook' geen volksverza
melingen voor het gezantschapsgebouw plaats
vonden. 1
Naar de meening van de stedelijke prefectuur
Vóór den ingang der grot, bleef Maria staan
aanschouwde een oogenbilk de sombere gaanderij
onder het weefsel.
Rosa schrikte week achteruit. Al hare zenuwen
waren gespannen. Zij riep
Maria, Maria, blijf staanblijt staan
Het jong meisje keerde zich om, lachte om het
kind, toonde met den vinger de bergen aan en
zette dan haar weg voort.
Rosa strekte handen uit. Eene verschrikkelijke
vrees beving haar, maakte haar bedwelmd.
Zij riep nog
Maria 1 Maria! Ik sterf!...
En zij rolde op hat mos, door een zenuwaanval
getroffen.
Maria aan het toeval overgelaten, kwam te
midden der rotsen die zich voor haar schenen te
openen en te sluiten.
XVII.
Madelor, Siméonne en Paqueron hadden de
vallei der Lesse gevolgd.
Van Gedinne tot Gamble ontmoetten zij geen
enkelen voetganger.
Te Gamble had niemand de jonge meisjes gezien.
Voorzeker, zeiden de vronwen aan Paqueron
zijn zij niet door het dorp gegaan, want dan zou
men ze bemerkt hebben.
Paqueron vreezend dat zij den weg hadden ver
laten, sloeg een zijweg in, bereikte Wellin, dan
Froidlieu, keerde op zijne stappen terug, en be
gon de vallei te doorzoeken.
van Belgrado, was de paniek onder eon gedeelte
van de O.ostenrijk-Hongaarsche kolonie het ge
volg van de opgewonden uitlatingen der Ser
vische pers. i
Volgens de te Weenen en Belgrado verschij
nende bladen is de Oostenrijk'seh-Hongaarsche ge
zant tot interventie overgegaan op grond van het
aoioc de te Belgrado verschijnende bladen'gepu
bliceerde berichten, dat de Russische gezant von
Hartwig op onverklaarbare wijze gestorven zou
zijn en dat bet plan gevormd was om voor
de (tosten rijksche legatie een demonstratie op
touw te zetten.
De Oostenrijksche gezant bracht gisteren een
bezoek aan minister-president Pasitch en ver
klaarde deze, dat de Servische ïegeering voor
iederen aanval ,op het gezantschap verantwoor
delijk zou worden gesteld.
Pasitch antwoordde den gezant, dat maatre
gelen getroffen waren, om eventueele demon
straties te verhinderen.
Wanneer enkele bladen het bericht bevat
ten, dat naar Belgrado comitadji's gezonden
zijn om den dood van von Hartwig te wreken,
dan mioet aan deze berichten geen geloof wor
den gehecht.
BULGARIJE.
Volgens een bericht van het Bulgaarsche cor
respondentschap heeft zich het incident te Ku-
jundstehuk ep de volgende wijze 'oegedragen: Eer
gisteren begaven zich drie Bulgaarsche soldaten
naar het dorp Kujundschuk in Roemenië, ten
einde een Bulgaarsche bruiloft bij te wonen. De
bruid, die door 8 Roemeensche soldalen en 4
gtendarmen achtervolgd werd, werd door de Bul
garen in bescherming genomen.
Het kwam tot een hevige woordenwisseling,
waarop de Boemenen do Bulgaren aangrepen en
hen op wreede wijze mishandelden. Twee an
dere Bulgaren haalden hun geweren en open
den een geweervuur, waarbij twee Roemenen
g'ewond werden.
CHINA.
De derde revolutie is begonnen. In Han kar,
vormden de revolutionairen een geregelde troe
penmacht, bestaande uit 50.000 man, die zich
vereenigden onder den naam „Eerde Chineeschc
revolutie". Dagelijks worden nieuwe vrijwilligers
aangeworven. Men verwacht, dat spoedig tot da
den zal worden overgegaan.
MEXICO.
Generaal Cairanza heeft de Vereenigde Staten
er officieel van in. kennis gesteld, dat hij met
Huerta niet wil onderhandelen. De eenige wijze
om aan den strijd een einde te maken is volgens
hem, dat Huerta zich onvoorwaardelijk overgeeft.
In het „Berliner Tageblatt" wordt uit Frankfurt
am Oder geseind, dat Zaterdag j.l. in het twaalfde
Eindelijk op één uur van Chanlygaven boeren
die op het veld werkten inlichtingen.
Maria en Rosa werden gezien.
Zy waren voortgegaan met de Lesse te volgen.
Het was stellig dat zij te Han, zouden aankomen.
Madelor, met het hoofd in de handen scheen
niet te luisteren; men zou gezegd hebben dat
hij niet maar leefde, dat al wat hij, hoorde hem
geen belang kan inboezemen.
Moed, murmelde Siméonne.
En Paqueron, de zweep op het paard leggend,
herhaalde terwijl hij voor de laatste maal zijne
pijp stopte
Moed, mynheer. Het paard is goed. Wij
zullen er komen, hoort ge. Wij zullen veel op
hen inhalen.
De grijsaard maakte een wanhopig gebaar.
Zij is verloren I zeide hij.
Wie weet
Zij is verloren, ik verwachtte mij aan deze
ramp wanneer ik haar langs dezen kant heb zien
vluchten.
't Is waar, mompelde Siméonne tot zich-
zelve sprekend, vóór twee jaren zijn wij de grot
komen bezoeken. Maria was verschrikt terzelfder
tyd over de merkwaardigheden welke in de berg
zijn verborgen. In dezen zonderlingen aanval van
waanzin, *zal de herinnering der grot bij haar
teruggekomen zijn. Indien zij er binnen 'dringt
zonder gids dat God haar dan bescherme en me
delijden met haar hebbe.
(Wordt vervolgd