Dagblad mor Schiedam en Omstreken iOÜ«;l 13 Onschuldig veroordeeld. Gratis Ongevallenverzekering f n n veriies f i r 37ste jaargang. Vrijdag 24 Juli 1914 No. 10984 ..„is, fnnn ,«rii«s Op den Balkan. oïereentoistig op 4e polis yermelfle yoorwaarden. Qfficieele berichten. Kennisgeving. Buiteulaudscli Nieuws. Oostenrijk en Servië. FEUILLETON. Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., Iranco p. post ƒ2.— p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: F amilieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën O regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. by verlies van mmtuittt K tl JOlil IIMIlit TWWHIlIL IUUU inSÜSu"u; I Z U U v«"t° 8 |UU I IUU «en duim Be verzekering wordt gewaarborgd door de Hoilandsehe Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam. by verlies van eiken ande ren vinger. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op art. 219 der wet van den 29sten Juni 1851 Staatsblad no. 85), regelende de samenstel- bng, inrichting en bevoegheid der gemeentebe sturen Doen te weten Dat de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven der gemeente, over het dienstjaar 1913, op heden aan den raad is inge diend, en tegelijk op de secretarie der gemeente voor een ieder'ter lezing is nedergelegd; terwijl die rekening tevens, tegen betaling der kosten, in aischrift aldaar verkrijgbaar is gesteld. En is hiervan afkondiging geschied, waar. het behoort, den 24sten Juli 1914. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, LAGERWEIJ, W. B. De Secretaris, V. SICKENGA. Oostenrijk zendt aan Servië een ultimatum. De Oosfonrijksch-Hongaarsche gezant heeft gis teravond |0<m 6 uur de Servische regeering een verbale nota, houdende de eischen der 0.osten- i'ijksch-1 iong'aarse he regeering, overhandigd. Op de in deze nota gestelde eischen wordt antwoord verlangd vóór Zatêrdagav o nd uur. De nota luidt, aldus: Den 23sten Maart 1909 heeft de' koninklijke Servische gezant aan het hof te Weenen in opdracht zijner regeering1 aan de keizerlijk-konink lijke regeering de volgende verklaring' overhan digd: Servië erkent, door den in Bosnië tol stand gekomen toestand in zijn rechten niet ge troffen te zijn. Servië zal zich mitsdien schikken naar de besluiten, welke de mogendheden in verhand mot art. 25 van het Verdrag! van Berlijn nullen nemen. Gevolg' gevende aan den raad der Mogendheden verbindt Servië zich zijn houding van protest en tegenstand, die het ten aanzien van de annexatie sedert October jl. heeft aange nomen, op te geven. Het verbindt zich verder richting van zijn tegenwoordige politiek tegen over Oostenrijk-Hongarije to veranderen en voor taan met Oostenrijk-Hongarije r p voet van vriend- Sfl'appelijke en buunschappelijke betrekkingen te leven. Be geschiedenis der laatste jaren, met name droevige gebeurtenissen van den 28sten Juni bobben liet bestaan aangetoond van een beweging ln Servië, waarvan het doel is bepaalde gedeel- ten van de Oostenrijksch-Hongaarscho monarchie '°s te scheuren. Deze beweging, die onder de aagten der Ser vische regeering' is ontstaan, heeft over de gren- GROOTE BOEIENDE ROMAN. Naar het Fransch, 64) Zy sprak van hare pogingen niet aan Madelor. De hoop welke de dokter aan zijn dochter had lngeboezemd door haar aan te kondigen dat Jeroom z°u terugkeeren, had Maria eenige krachten terug Segeven. Het kind wachtte, telde de dagen, de uren, de Minuten; zij volgde met de oogen op den drempel barer woning de wegen in het bosch die naar de Cendrière leidden en zocht bij de boeren die voorby gingen iets te onderscheiden dat aan Je- ro°ui geleek. De dagen vloden in een doodeüjken angst voorbij. Soms ontstond plotseling een vermoeden in het J01ig meisje, zij vestigde hare groote oogen schit terend van koorts op haren vader ondervroeg hem met den blik en wilde weten of hij niet ge- '°gen had. Dan vereenigde Madelor, wiens hart van tranen 2wol, al zynen moed, glimlachte en zeide Geduld heb geduld 1 zen van Servië gevolgen gehad, beslaande in daden van terrorisme, een reeks van aanslagen en moorden. Wel verre van de in de verklaring van 31 Maart 1909 op zich genomen verplichtingen te vervullen, heeft de Servische regeering niets ge daan om de beweging ie onderdrukken. Zij heeft het misdadige drijven van verscheidene te- g'en de 0ostenrij ksch-Hongaarsche monarchie ge richte vereenigingen, de teugelloze laai in de pers, de verheerlijking der plegers van aansla gen en de deelneming van officieren en ambte naren aan de beweging tegen Oostenrijk-Honga rije geduld. Zij heeft verder een ongezonde pro paganda in het openbaar onderwijs toegelaten en ten slotte alle betoiogingen, welke de Servi sche bevolking' tot haat tegen de monarchie on tol verachting' barer instellingen konaen verlei den, toegestaan. Deze houding! der Servische regeering duurde nog voort op het oogenblik dat de gebeurtenissen van 28 Juni de geheele wereld we vrees olijke ge volgen dier houding hebben getoond. Uit de bekentenissen der misdadige nanleggers van den aanslag! Van 28 Juni blijkt, dat tie moord to Sarajewo te Belgrauo is voorbereid, dat de moordenaars de wapens en hommen, waarmede uitgerust waren, hebben, gekregen van Servi sche officieren en ambtenaren, die tot de ver eniging Narodna Obrana behoorden, dat ten slotte de misdadigers en hun wapens dioor be middeling van Servische grensautoriteiten naar Bosnië zijn gezonden. De genoemde uitkomsten van liet onderzoek veroorloven de keizerlijk-koninklijk© regeering niet langer, een houding' van afwachtende lankmoedig heid aan te nemen, die zij sedert jaren heeft bewaard ten aanzien van die intrigues, welker middelpunt Belgrado' is en van daaruit naar Oos tenrijk-Hom garyo overgeplant zijn. Deze feiten leggen de keizerlijk-koninklijke ïeg'éering den plicht op een einde Ie maken aan die intrigues, welke een voortdurende bedreiging voor de rust van de m on archie vormen In verband daarmede ziet de regeering zich genoodzaakt, van de Servische legeering do offi- cieele verzekering to verlangen, dat zij ric telgen Ooatenryk-Hong'arye gerichte propaganda, dat wil zeggen, alle bewegingen, welker einadoel is, van oe monarchie gebieden los te scheuren, die haar tochehooren, veroordeelt en dat ce Servische re geering zich verbindt, deze misdadige, terroris tische propaganda met alle middelen te onder drukken. Baron Courad von Hötzendori', ue chef van den generalen staf, is plotseling van verlof te Weenen teruggekeerd en zou gisteren met dan minister van oorlog' Krobatin te Ischl door den Keizer worden ontvangen. De dagbladen in Oostenrijk-Hongarije hebben aanzegging ontvangen, geen berichten op te ne men over militaire maatregelen. Verder zijn alle coirpscommand,anion, oio-met verlof waren, teruggeroepen de stadhouders van De leugen haars vaders bracht eenig licht in den somberen en doodelijken nacht waar zij in leefde. Zij vergat een oogenblik te lijdeu. De acht dagen verliepen. Gij hebt mij bedrogen sprak zij. Josillet had u niets gezegd. II. Men was in de maand Juli 1870. Het keizerlijk gouvernement had den oorlog aan Pruisen verklaard. Eenige dagen na de verbreking der diplomatieke onderhandelingen snelden Josillet naar den dokter. Maria en Siméonne waren daar. Toen Maria den boer zag, begreep zy dat hij nieuws bracht van Jeroom een vurig rood kleurde hare wangen. Madelor zeil kon eene diepe ontroering niet be dwingen. Josillet, die hard geloopen had schepte adem, en zeide Gij ziet wel dat ik niet heb gelogen en dat ik de belofte volbreng welke ik gedaan heb. Ik heb eenen brief van Jeroom ontvangen en ik heb geen oogenblik gewacht er u van te verwittigen. Waar is hij 1 Hawaar hij »nu" is zou ik u niet kunnen zeggen, vermits hij soldaat is. Hij heeft Parijs verlaten om zich bij zijn regiment te voegen. Welk is dit regiment Het 58e linieregiment, dat deel maakt van ie Oostenrijk.sche provincies zijn de laatste da gen te Weenen ontboden, blijkbaar om van de regeering instructies te ontvangen. Reels in het begin dezer maand hebben alle officieien last gekregen, zich tijdens hun verlof niet ver van hun garnizoen te verwijderen. De opstandelingen hebben aan de gezanten medegedeeld, dat zij eischen, dat de vorst afstand zal doen van den troon. Treedt de vorst niet af, dan zullen zij Durazzo aanvallen en de schepen onder vuur nemen. Het stuk is geteekend door de aanvoerders der opstan delingen. Zij eischen een antwoord binnen een korten tijd. De vorst roept alle inwoners van Durazzo op aan de verschansingen te helpen arbeiden. FRANKRIJK. proces Cail Het proces Uaillaux ren werd de behandeling van het proces Gist voorigezet. De belangstelling van het publiek was grooter, omdat gehoord zou worden mevr. Gueydan, de vroegere vrouw van Caillaux. De journalist Vervoort werd gehoord betreffende de intieme brieven. Hij verklaarde dat mevr. Gueydan hem intieme brieven van Caillaux ter publicatie had aangeboden, toen de ex-minister zijn tweede huwelijk zou aangaan. Haar bedoe ling was, dat hij, een soort roman zou samenstel len met gegevens, hem door de intieme brieven te verschaffen. Verschillende bijzonderheden had mevr. Gueydan hem reeds uit de brieven medegedeeld, om te bewijzen, dat deze wel degelijk in haar bezit waren. Die bijzonderheden betroffen zijn gedrag in den huiselijken kring en waren van het meest intieme karakter. Mevr. Gueydan, vraagt om evenals de beschul digde van aanteekeniDgen gebruik te mogen maken. Dit wordt haar evenwel geweigerd. Getuige pro testeert, tegen het medelijden, dat aan degene, die haar van haar plaats verdrongen had, wordt betoond. Getuige gaf een verhaal omtrent haar leven en haar huwelijk met Caillaux. Betredende de brie ven deelde zij mede, dat de eerste brief die ver schenen is, haar door Caillaux in 1908 op het ministerie van financiën was gegeven. Daarna doet zij een verhaal van de incidenten, die haar echtscheiding van Caillaux vooraf gin gen. Getuige beweert, dat zij niet op haar eere woord aan Caillaux beloofd had de brieven te zul len verbranden. Getuige gaf de brieven, die zij had willen voor lezen, aan advocaat Labori. BULGARIJE. Uit Baymith wordt aan de „Lokal Anzeiger" gemeld Koning Ferdinand van Bulgarije, lie Woensdag dopt' den opperhofmaarschalk van Fleischman», het 5e legerkorps, onder het bevelhebberschap van generaal de Failly. Welnu, daar ik in den »Ci.urrier des Ardennes" heb gelezen dat de troepen werden samengetrokken te Strasburg en te Metz, moet Jeroom zich thans op de boorden van den Rijn bevinden. Madelor durfde zijne dochter niet. aanschouwen. Hoe zou zij het nieuws aanvaarden van de ge varen welke Jeroom welhaast zou loopen -T- Waar is de brief P vraagde het jong meisje bevend. Ziehier. Maria nam het schrift en las het op eene koortsachtige wijze. De brief bevatte slechts de inlichtingen door Josillet gegeven, de belofte van hem geregeld nieuws te zullen zenden en een naschrift waarin er sprake was van handelszaken. Geen woord van Maria Hij heeft mij vergeten, mompelde het kind met stille wanhoop. Er verliepen een veertiental dagen gedurende dewelke de dagbladen over het leger onnauwkeurige inlichtingen gaven. Dan, plotseling, onderging het leger nederlaag op nederlaag, Wissemburg, Reichshoffen en Forbach waren de drie eerste marschen van den ellendigen veld tocht. Ander nieuws kwam weldra aan. De keizer, terneergeslagen door het verpletterend begin van den oorlog, ontving het ontslag van maarschalk Leboeuf, gaf het bevelhebberschap die te Bayreuth vertoeft, zijn bezoek aan de Festspiele van den 25sten Juli had aangekondigd, liet gister mededeelen, dat de huidige politieke toestand hem niet veroorlooft, het land te ver laten en dat hij tot zijn groot leedwezen de Festspiele niet kan bijwonen. Hij hoopt echter, dat in den politieken toestand spoedig' een zoo danige verandering zal komen, dat het hem mo gelijk zal zijn, in Augustus de laatste feest uitvoe ring te bezoeken. PERZIë. Over de eedsaflegging van den sjah van l'er- zië bevatten de Engelsche bladen het volgende Maandagochtend om acht uur begaf de gou verneur van de stad Teheran zich naar het bui tenverblijf van den sjah, het paleis Sahibqura- nich, om den sjah af te halen voor zijn tocht naar de hoofdstad. Om half negen kondigde het gebulder van kanonschoten aan, dat do vorst vertrokken was en even over negen uur trok de koninklijke stoet door: de Bowlatpooit en begaf zich door de feestelijk versierde straten naar het Gulistan-paleis. De stoet werd voorafgegaan door 50 man bereden politie, 50 gendarmen en 50 kozakken, de laatste gekleed in donken code uni formen en getooid met den kolbak. Het statierijtuig van den sjah wetd getrok ken door zes paaiden, terwijl naast het rijtuig koninklijke koeriers reden, gekleed in kleuri ge livreien. Achter het rijtuig reden de hof beambten, gfevolgd door een bereden lijfwacht van 20 man. De sjah droeg op zijn hoofddek sel een diamanten aigrette. Ook de knoopen van zijn kleed bestonden uit in gotwl gevatte diamanten. Hij zat rechtop en beantwoordde met statige buigingen en een ernstige ge laatsuitdrukking de toejuichingen zijner on derdanen. Toen do sjah op het paleis aankwam, waar de. ministers bijeengekomen waren, cm hem te ontvangen, dreunde een Hernieuwd artillerie-salvo. Sultan Ahmed Mirza, de nieuwe sjah, die pas 17 jaar oud is, heeft bijna vijl jaar op zijn kroning moeten wachten. Hij werd den 18en Juli 1909' tot koning' geproclameerd. Ben volgenden ochtend om half tien reed de sjah in een glazen statiekoets, getrokken door acht paarden, voorafgegaan en gevolgd door een schitterend escorte naar bet marmeren paleis, waar de volksvertegenwoordiging bij een gekomen was. Be jeugdige vorst legde on middellijk na zijn aankomst, op plechtige wijze den eed -op de grondwet af, waarna hij zich naar een ander gedeelte van het paleis begaf om, overeenkomstig de traditie, daar te bidden voor de welvaart van zijn land. Bes avonds had de eigenlijke kroning plaats. Met den gropten, witten tulband op, die alleen hij deze plechtigheid gedragen wordt, en schitterend van edelgesteente, begaf de sjah zich, omringd door de geestelijkheid, dc huitenlandsche diplomaten, de leden van hel kabinet en de leden der volksvertogen- van het Rijnleger aan Bazaine en vluchtte tot in het kamp van Chalons. Het was den 16 Augustus. Den 25 ontving Josillet een tweeden brief van Jeroom Hij was gedagteekend uit Reims en be helsde het volgende Wij vertrekken in de richting van Pon-Fa verger. Waarom Wij weten er niets van. Dit gaat ons niet aan en wij vragen geenszins het te weten. Tot hiertoe heeft het 5e korps, waar ik deel van maak, den vijand niet gezien. De regimenten zijn in zeer slechten toestand, vooral de artillerie. Gnze verhaaste aftocht van Bitche op Cbdlons, door de Vogeezen, heeft ons in wanorde gebracht. Bijna al het reisgoed is onderweg gebleven. Wij hebben geen groot vertrouwen in onzen overste. Waarom Ik weet het nietdoch dit is het al gemeen gevoelen".... In dezen brief evenmin een woord van Maria. Josillet, die slim genoeg was om te verstaan hoe wreed deze schijnbare vergetenheid van Je room voor het jong meisje was, aarzelde om haai den brief mee te deelen. Hij besloot er nochtans toe. Jeroom wist niet dat hetgeen hij schreef onder Maria's oogen kwam en hij handelde thans gelijk hij in de laatste dagen op de Cendrière gehandeld had. Zoo legde Josillet zich de zaak uit. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 1