Verspreide berichten. Binnenland. stads- en Gewestelijk Nieuws. Hei gerucht loopt hier in ia stad, dat reeos de Franse-hen in aantocht zijn. Do Fransche legerstaf is i-eods verecnigd met den Belgischen en ook de Engelschen snellen ter; bv.!r> Beves tiging1 is echter nog niet ingekomen. DUITSCHLAND. Het Witboek. De Duitsche regeering heeft in een wetboek mee.edeelingen gedaan over de aanleiding tot en de gebeurtenissen voor de oorlog. Verklaard wordt dat de Duitsche regeering schouder aan schouder met Fmgeland werkte aan de bemiddeling, en elk voorstel in Weenen dat tot een vreedzame oplossing kon leiden, steunde, iritusschen kwamen voortdurend berichten om trent de concentratie van troepen in Rusland lanas de Oost-Pruisische grens en van de afkondiging van den staat van oorlog' op alle belangrijke punten van de westelijke Russische grens. Ech ter werd te St. Petersburg steeds verklaard dat er geen Russische mobilisatie plaats had. Vóór het antwoord van Weenen op de laatste Brit- sche en Russische bemi-delingsvooistellen was verschenen, gaf Ruslana tot de algemeene mo bilisatie last. In dien tijd had er een wisse ling van telegrammen plaats tusschen keizer Wil helm en den Czaar, waarin dc eerste de aan dacht van den Czaar vestigde op bet dreigend karakter van de Russische mobilisatie en op zijn eigen werkzaamheid voor de bemiddeling. Op 28 Juli seinde de Keizer aan den Czaar: „Ik vernam met groot leedwezen den in- Jiim dien Oostenrijk-Hongarije's optreden tegen Servië in uw rijk heeft gemaakt. Ee geweien- looze agitatie die sedert jaren in Servië is ge- s.eund, heeft geleid tot de schandelijke misdaar, waarvan de aartshertog Ferdinand het slachtoffer werd. Le geest waarin de Serviërs hun eigen koning en koningin vermoordden, leeft nog! in dat land. Gij zult ongetwijfeld nu toestemmen dat ook wij, gij en ik, eh alle souvereinen, een ge meenschappelijk belang hebben om te eischen dat allen, die moreel aansprakelijk zijn voor de vreeselijke misdaad, de straf zrrllen ondergaan, welke zij verdienen. „Aan den anderen kant ontken ik volstrekt niet de moeilijkheid die gij en uwe regeering ontmoeten nij den tegenstand tegen den druk der openbare meening'. In herinnering aan de sterke banden van Vriendschap die ons zoo lang vereenigen, gebruik ik al mijn invloed om Oostenrijk-Hongarije te bewegen een op rechte en bevredigende overeenstemming met Rusland tot stand te brengen. Ik vertrouw dat gi) mijn pogingen om de moeilijkheden, die zich thans voordoen, te verwijderen, zult wil len steunen. „Uw zeer oprechte en toegewijde vriend en neef, Wilhelm". Hierop antwoordde de Czaar op 29 Juli: „Ik ben verheugd, dat gij in Eiuitschland in dit ernstigje oogenblik terug bent. Ik verzoek u dringend mij te helpen. Een schandelijke .oorlog is aan een zwak 'land verklaard. De verontwaardiging, waarin ik volkomen deel, is in Rusland buitengewoon groot. „Ik voorzie dat ik weldra niet bij machte zal zijn den druk die op mij geoefend wordt te weerstaan en dat ik gedwongen zal zijn de maatregelen te nemen die t,oit een oorlog zullen leiden. Om deze ramp van een Euro peeschen oorlog1 te voorkomen, vraag ik u in den' naam van onze pude vriendschap, al het mogelijke te d oen om uwen bondgenoot te weer houden van te ver te gaan." Op 29 Juli seinde de Keizer opnieuw fk heb uw telegram ontvangen en deel in uw wensch vopr het behoud van den vrede. Echter intuisschen meet ik, zooals ik u in mijn eerste telegram reeds zeide, u verklaren, dat ik Oostenrijk-Hongarije's actie niet als een „schandelijken" oorlog kan beschouwen. Oostenrijk-Hongarije weet uit ervaring dat op Ser vië s beloften, zoolang; zij slechts op' papier staan, niet kan worden vertrouwd. Naar mijn meening moet Oostenrijk-Hongarije's optreden beschouwd warden als een poging om volledigen waarborg te verkrijgen, dat Servië's beloften ook zullen wiorden uitgevoerd. In die opvatting wordt ik versterkt door de verklaring van het O jstenrijk- sche Kabinet, dat Oostenrijk-Hongarije geen terri- tosiale veroveringen nastreeft ten koste van Ser vië. Ik meen daarom, dat het voor Rusland vol komen mogelijk is de houding van toeschou wer te bewaren tegenover den Oostenrijksch-Ser- vjschen oorlog', zonder Europa te storten in den meest vreeselijken oorlog dien het ooit heeft ge zien. „Ik geloof dat een rechtstreeksche overeen stem- 111111 tusschen uw regeering en Weenen mogelijk en wenschelijk is een overeenstemming, die zooals ik U reeds seinde, mijn regeering met alle beschikbare middelen tracht te bevorderen. .Natuurlijk, militaire maatregelen van de zijde van Rusland, die Oostenrijk-Hongarije als een bedreiging zou kunnen beschouwen, zouden de ramp verhaasten die wij wenschen te voorkomen, en zouden dus mijn positie als bemiddelaar on dermijnen, die ik, in antwoord op uw beroep op mijn vriendschap.en steun, bereidvaardig heb aanvaard. Op 31 Juli zond de Czaar daarop aan den keizer het volgende telegram: „Ik dank u van harte vjopr uwe bemiddeling, die nog een glimp van hoop geeft, dat cell's nu nog alles vreedzaam zal eindigen. Het is tech nisch onmogelijk onze militaire operation die door de Oostenrijksche mobilisatie noodzakelijk zijn geworden, te staken. Wij wenschen volstrekt den oorlog niet, en zoolang de onderhandelingen met Oostenrijk ten aanzien van Servië voortduren, zullen mijn troepen geen daad van provocatie Ondernemen. Daarop geef ik u mijn Woord. Ik vertrouw met al mijn kracht op Gods genade en ik hoop op het welslagen van uwe bemiddeling te Weenen, voor de welvaart van onze landen en voor den vrede van Ear opa. Uw toegewijde Nikola,as." Hierop antwoordde de Eiuitsche keizer: „In antwopj-d op uw beroep op mijn vriend schap en uw verzoek om mijn hulp ondernam ik een bemiddelende aerie tusschen de Oosten- rijksch-Hongaarsche regeering en de uwe. Terwijl deze actie aan den gang was, werden uwe troe pen gemobiliseerd tegen mijn bondgenoot Oosten rijk-Hongarije, ten gevolge waarvan zooals ik u alreeds mededeelde, mijn bemiddeling vrijwel illu soir werd gemaakt. Niettemin heb ik haar vport gezet, Nu echter ontvang ik betrouwbare berich ten omtrent uwe ernstige oorlogsvoorbereidingen, zelfs aan mijn oostelijke grens. Ee verantwoorde lijkheid voor de veiligheid van mijn koninkrijk dwingt mij tot besliste represaillemaatregelen. Mijn pogingen om den wereldvrede te handhaven zijn nu aan de uiterste grens gekomen. Niet ik zal bei zijn, die verantwoordelijk is voor de ramp die de geheele beschaafde wereld bedreigt. Zelfs op dit oogenblik ligt het nog in uw macht die te voorkomen. Niemann bedreigt oe eer en macht van Rusland, dat zeer wel kon wachten op hel resultaat van mijn bemiddeling. De vriendschap nie ik van mijn grootvader erfde op zijn sterf bed voor u en uw rijk zijn steeds heilig voer mij. Ik ben trouw geweest aan Rusland, wan neer het in moeilijkheden verkeerde, met name in den laatsten oorlog'. De vrede van Europa kan nog bewaard blijven door u, indien Rusland besluit zijn militaire maatregelen te staken, die Diuifschland en Oostenrijk-Hongarije bedreigen." Dit laatste telegram is door den Tsaar niet meer beantwoord. 1 Het Russische leger werd op oorlogsvoet ge Macht. i Duitschland. heeft toen den oorlog' geforceerd, wat na de voorgeschiedenis niet geheel onbegrij pelijk is. De oogst. Op telegraphische informatie in verschillende oorden des lands heeft de Directeur-Generaal van den Landbouw in overgroote meerderheid der gevallen antwoord ontvangen, dat het met de verzorging van den oogst wel zal gaan en voor gebrek aan werkkrachten niet behoeft te worden gevreesd. Land- en tuinbouwleeraren zijn aangeschreven zooveel mogelijk de werkzaamheden te verlichten der te vormen plaatselijke comité's voor onderling hulpbetoon bij de oogstverzorging. Groot Beschrijving Zilver bons. Serie Wettig betaalmiddel. Kon inkrijk dei- Nederlanden. Z i 1 v e r b o n. Een gulden. Twee en een halve gulden. Vijf gulden. Wordt ter betaling aangenomen door de Ne- derlandsche Bank en aan alle Rijkskantoren. Inwisselbaar in zilver na aankondiging De Minister van Financiën, Geregistreerd De Agent van het Ministerie van Financiën. Het namaken of vervalschen van zilverbons met het oogmerk omdiealsechtofonvervalscht uit te geven of te doen uitgeven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren. Moullana is zoo goed nis met aen grond ge lijk gemaakt. Vele hoeren en hun vrouwen zijn gefusilleerd, omdat beweerd is, dat zij. "p de Duitsche troepen geschoten hebben. Ook ue na 1 loer, die zich eenigen tijd schuil hield, is gevat. Hij werd beschuldigd zich met een jachtgeweer in den toren te hebben opgesloten en vandaar met een paar dorpelingen eenigen tijd een gere geld vuur op de aanrukkende uhlanen onder houden te hebben. Zonder verin van pi o,es is hij bij den kerkhofmuur gefusilleerd. Gisteren moeten de verliezen der Belgen ont zettend zijn geweest. Ooggetuigen verhalen, dat in Luik, de lijken met kanen weiden wegge voerd. Het telegraafkantoor is vernield, liet twaalf de en het negende regiment oer Belgen zijn ge heel vernield. De burgemeester verzocht aan Ko ning Albert de citadel over te geven om de stad voor algeheèle verwoesting te hoeden. De commandant der; vesting weigerde echter1 de citadel over te geven. Een groot aantal Fransche troepen, moeten zich reeds te Leuven bevinden. De Neutraliteit van de Sehelde. De correspondent van het ïHbld." te Londen seint d.d. 7 Aug. »Ik verneem dat Engelandbeloofde de neutraliteit van de Schelde te eerbiedigenengeen oorlogsschepen de Schelde op te zenden. Nederland beloofde de Schelde open te houden voor koopvaardij s c h e p e n". R\j ks postspaarbank. Gelijk wij reeds hebben medegedeeld is 3 Au gustus 1.1. een Koninklijk Besluit genomen, waarin bepaald wordt, dat de termijn van veertien dagen, bij artikel 16, eerste lid, der wet op de Rijkspost spaarbank, vastgesteld voor de terugbetaling van Op Rijkspostspaarbankboekjes verschuldigde gel den, wordt verlengd tot ze? maanden, met dien verstande evenwel, dat binnen den genoemden termijn van zes maanden op elk spaarbankboekje desverlangd terugbetalingen zullen geschieden tot een gezamenlijk bedrag van ten hoogste vijf en twintig gulden in zeven dagen. Het is ons bekend, dat er inleggers bij de Rijks postspaarbank zijn, die meenen, dat zij voor be- dtagen boven de f25.steeds zes maanden op uitbetaling zullen moeten wachten. Deze meening is ectfter niet juist. De bedoeling van het Koninklijk Besluit is eenvou dig, dat de inleggers terugbetalingen kun nen eischen tot een bedFag van f 25.— in de 7 dagen. Hoogere bedragen moeten evenals tot nog toe immer boven f50.worden aan gevraagd aan den Directeur en deze kan de uit betaling uitstellen tot 6 maanden hoogstens, maar behoeft zich aan dien termijn van zes maanden met te houden, immers hij is bevoegd om, als hem gebleken is, dat de terugbetaling dringend noodrakelijk is en de tijdsomstandigheden dit toe laten, een korteren en zelfs een zeer korten ter mijn te stellen. Natuurlijk blijft het gewenscht, dat zoo weinig mogelijk gebruik wordt gemaakt van de gelegen heid tot het opvragen van grootere sommen, in de eerste plaats in het belang van de inleggers zelf, wier geld hij de Rijkspostspaarbank volkomen veilig is, terwijl zij in hun eigen huis moeten vreezen voor brand en diefstal in de tweede plaats in het algemeen belang, om de opvraging van spaargelden en het uittrekken van baar geld èn de Nederlandsche Bank èn de Staat èn het het geldverkeer in groote moeilijkheden brengt en ten slotte in het belang van het personeel der Rijkspostspaarbank hetwelk door de algemeene mobilisatie zoo gekrompen is, dat het slechts met moeite den nu reeds zeer verzwaarden dienst kan gaande houden. inkomsten van den dag. Zij kan niet interen. Haar teruggang raakt duizenden. En niet alleen hen. Handel en bedrijven zoowel als de groote reederijen hebben de binnenvaart noodig, kunnen in vele gevallen zonder de binnenvaart niet be staan, d.w.z. geene producten af- en aanvoeren. Wij hebben gezien, hoe de schaarschte van wisselgeld in een kort oogenblik bijna het geheele land met schrik scheen te slaan de kennis der feiten, eene betere organisatie hebben gelukkig einstige dingen voorkomen. Wij zijn gewaar schuwd. En gelukkig gewaarschuwd op een punt, dat niet anders dan oppervlakkige ODrust gaf. Veel dieper zoude de schrik gaan, ais er getwijfeld werd aan afdoende voorraden. Alleen een volkomen georganiseerd verkeer kan dien schrik voorkomen. Onze havens bieden door tal van stoomvaart lijnen onder de neutrale vlag de beste kansen voor den aanvoer, meer dan de Nederlandsche bevolking, vermeerderd met hoevele uitgewekenen ook, zal behoeven. Maar onze schepen moeten dienst doen. En als de particuliere bedrijven niet in staat zijn te varen, omdat de verzekerings maatschappijen voor het risico terugdeinzen, laat er dan ook een krachtig consortium zijn, dat de buitenlandsche maatschappijen tijdelijk gaat ver vangen, zoo noodig met behulp van het Rijk. Zoolang er voor de Nederlandsche vlag ruimte is op het water, mogen onze handelsschepen, groot en klein, geen van alle in dezen tijd opleggen. Laat men wel bedenken, wat er op het spel staatlaat men inzien vooral ook, dat in een neutraal land de plicht is, de binnenlandsche belangen niet zoo totaal te verdringen, als de laatste dagen onder den invloed der ontzettende gebeurtenissen geschieden kon. Laat onze pers niet door extrabladen alleen den volksgeest schrik aanjagen of prikkelen, maar laat zij ook voor het behoud op de bres staan. Laat ieder erkennen, dat het voor Nederland een levenseisch is, zich economisch door samenwerking, even ernstig als waar het de vrijheid geldt, te handhaven. Zoo mogelijk moeten alle nuttige bedrijven, hoe ook gesteund, op gang blijven, maar voor alles geldt één dingonze handelsvloot, groot en klein, moet varen. Hollanders in Duitschland. Van uit Eibergen bericht men onsVerschil lende Hollandsche arbeiders komen geregeld nog over de grenzen. Met sommigen maakten wij een praatje, hoe ver ze hadden moeten loopen* bij Bocholt lagen overal Duitsche militairen, bij Vreden (Duitsch land) had men een cementbrug afgebroken om den toegang tot Holland te bemoeilijken. Dr. ten B. wilde zich ter wille van een kraam vrouw over de grens begeven, doch werd den toegang belet. In Vreden pl.m. 5 uur van de grens bevindt zich thans slechts een geneesheer, de andere werd aan het Duitsche leger toege voegd. Om ook in de lucht de grenzen beter te kun nen onderscheiden, wappert hier ten behoeve van de vliegeniers de Nederlandsche vlag met wimpel van de torens der grensplaatsen. Bij het uitbreken van den oorlog hebben de zwakzinnigen de paviljoens op de Rekkensche heide (reeds sinds eenige dagen) ontruimd. Boter wordt nog naar Duitschland uitgevoerd. De prijzen der eieren dalen hier tot 2 en 2£ cent per stuk. Militie 1914. De inlijving van de lotelingen voor de lichting der militie van 1914, die alsnog volgens art. 72 der Militiewet bij de militie te land moeten wor den ingelijfd, geschiedt in het tijdvak van 10—12 Augustus 1914. Deze bepaling geldt niet voor de lotelingen te wier aanzien de minister van Oorlog een later tijdvak van inljjving noodig acht. Huizen in vuurlinie. De bewonors der huizen, die in de vuurlinie der vesting liggen, hebben Woensdagavond aan- zegging gekregen hun woningen te verlaten. De houten perceelen zullen worden gesloopt, de steenen blijven voorloopig gehandhaafd. Vrijwilligers. Wegens den grooten toeloop van aspirant-vrij willigers voor den railiitaired dienst is de maat regel tot het voor onbepaalden tijd aannemen van personen vae 17 tot 50 jarigen leeftijd tot nader order buiten werking gesteld. Voor het behoud van de handelsvlag. De heer O. Kammerlingh Onnes schrijft in »De Tijd": Voor onafhankelijkheid en het behoud van het land doen aan de grenzen en op de vloot landge- nooten dienstwij zijn te dien opzichte, zoover voorbereiding het recht geeft te oordeelen, sterk. Voor de ideëele belangen wordt door duizenden gewaakt, ernstig en iederen dag met meer kracht, dank zij eene steeds verbeterde organisatie. Hoe echter staat het met de maatregelen om de honderdduizenden, die voor ODze vryheid en al wat ons lief is dienstplichten vervullen, te ver zekeren, dat het vaderland inwendig niet verslapt Hoe staan wij met de organisatie voor het binnenlandsch en het buitenlandsch verkeer Het is voor het behoud van de levenskracht, voor de opgewektheid ook in de natie noodig, dat er gewerkt wordt. Het is een nationaal en een regeeringsbelang, dat niet alleen de Staat wordt verdedigd, maar ook dat hij zoo min mogelijk vervalt. Wijze maatregelen als het sluiten der fendsenbeurs, het vormen van een machtig beleen- fonds zijn het bewijs, dat in deze richting wordt gewaakt. Maar al is de geldmarkt en al zijn credietvragen voor het economisch leven der natie van de grootste beteekenis, niet minder geldt dit voor het verkeer. Onze handelsvlag dient gehandhaafd en dit zoowel voor de groote als voor de binnenvaart. Laatst genoemde factor is voor het oogenblik van bij zondere beteekenis. Beschikt de groote vaart over maatschappijen met uithoudingsvermogen, de bin nenvaart is voor een groot deel aangewezen op Aan de burgferij van Schiedam. In verband met den ernstigen toestand, waarin wij thans verkeeren, en welke nog met den dag ernstiger wordt, heeft zich hier ter stede, op uitnoodiging van den Ed.A. Heer Burgemeester, een comité gevormd, dat zich ten doel stelt, te jhelpen, waar het noodig is. Het spreekt wel van zelf, dat in de eerste plaats de slachtoffers der treurige omstandighe den zullen zijn, de werklieden, die door de stag natie in de bedrijven, binnen korten tijd werk loos zullen worden en dan met hun huisgezin aan (het gebrek zijn prijs gegeven. Zij zullen gesteund moeten worden. Is het mo gelijk, door hen werk te verghaffen, wat be ter is dan het verleenen van geldelijken steun zonder meer. Immers dit laatste zal toch altijd eenigszins het karakter van een aalmoes dragen, en daarom aa,n de meesten onzer werklieden iets vernederends toeschijnen. Om dit nu zooveel mogelijk te beperken, richt zich het Comité met beleefden aandrang tot al le werkgevers; met het volgende verzoek: Zoo het U eenigszins mogelijk is, houdt dan alle werklieden tot het uiterste in Uw dienst. Tracht voor hen werkzaamheden te vinden, zij het dan ook, dat door verdeeling; en schikking wellicht niet het volle loon kan gegeven worden. Waar ieder thans tot offers verplicht is, zul len ook zij! inzien, dat het beter is, allen een gedeelte der werkzaamheden te gunnen, dan eeni gen te ontslaan en anderen het volle loon te la ten verdienen. In liet bizonder wenschen wij nog Uw aan dacht te vestigen op het volgende: Vooral onder de kleinere werkgevers zullen er zijn, die, hoe ongaarne ook, toch tot ontslag zullen moeten overgaan, omdat het hun aan de geldelijke middelen ontbreekt, nu bijna overal con tante betaling wiordt geëischt. Sommigen zouden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2