poor Schiedam Omstreken,
fonn rinn rinn
r usasa,, i ZUUvoT^J IUU d~"; IIIJU -"1=
nnn büverii<,s ric
lOU^JIü
De Oorlog.
Onschuldig veroordeeld.
Gratis Ongevallenverzekering f
37gte Jaargang.
Dinsdag 11 Augustus 1914
No. 10999
oTereentomstig op ie polis yermelie yoorwaarden.
Officieele berichten.
ZOUTPRIJ S.
Kennisgeving.
Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Bureau: Boterstraat 50, Te'ef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., franco p. post ƒ2.— p. kwartaal Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct.
16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct.
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p.
herhaaldelijk adverteeren.
per regelHandelsadvertentiën
3 maal plaatsen wordt 2 maal
regel. Speciale conditiën voor
Sewaart>orgd door de Hollandscha Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam
by
verlies van
eiken aitde.
ren vinger,
De Burgemeester van Schiedam
maakt bekend, dat door den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, is onderhandeld
met de Conventie van Zouthandelaren hier te
lande en dat dientengevolge een prijsverhooging
van fO.50 per 100 K.G. is toegestaan.
Derhalve wordt door mij bepaald, dat een ver
hooging van een cent per kilo bij verkoop in het
klein kan worden toegelaten, met dien verstande,
dat een maximum prijs van negen cent per
kilogram van kracht blijft.
De Burgemeester van Schiedam,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de
Kohieren No. 1, 2 en 3 der plaatselijke directe
belasting naar het inkomen dienst 1914/1915 dooi
den gemeenteraad vastgesteld in zijn vergadering
van den 28en Juli 1914 en den lOden Augustus
daaraanvolgende door heeren gedeputeerde staten
dezer provincie goedgekeurd, aan den ontvanger
der gemeente ter invordering zijn uitgereikt en in
afschrift gedurende vijf maanden, te rekenen van
heden, op de secretarie der gemeente voor een
ieder ter lezing is nedergelegd.
Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen
aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op
straffe van vervolging volgens de wet.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den llden Augustus 1914.
De Burgemeester voornoemd.
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Een overzicht te geven van den toestand,
zooals deze op het oogenblik tusschen de oorlog
voerende landen is, is onmogelijk door de vele
tegenstrijdige en onjuiste berichten, die verspreid
worden.
De regeeringen der verschillende oorlogvoerende
landen, doen natuurlijk hun uiterste best, niets te
doen uitlekken van de maatregelen, die genomen
worden voor de beveiliging van versterkingen, de
sterkte en de bewegingen van het leger en van
de vloot.
Dat zij hierin slagen wordt wel duidelijk aan
getoond door b.v. de berichten betreffende de
zeeslag bij Doggersbank, waarvan op het oogen
blik niet meer te zeggen valt of deze al dan niet
heeft plaats gehad.
De inname van Luik biedt ook een treffend
voorbeeld van de onbetrouwbaarheid der oorlogs
berichten. Naar men van eene zijde.hoort beweren,
zijn alle forten nog in handen der Belgen, be
halve de citadel, terwijl uit andere bron gemeld
wordt, dat de voornaamste forten eveneens in
Duitsche handen zijn.
Ooggetuigen verhalen, dat de stad Luik een
vreeselijken aanblik biedt en heele stadsgedeelten
verwoest zijn, en onmiddellijk daarop vertellen
andere «ooggetuigen", dat de stad niet zooveel
geleden heeft.
Men zal in ieder geval wijs handelen de be
richten met groote reserve te beschouwen. Vooral
de berichteo over wreedheden, die bedreven zou
den zijn door de troepen der oorlogvoerende
partijen, verdienen niet voetstoots geloofd te
worden.
De in Holland aankomende Belgen klagen over
de wreedheid der Duitschers en de Duitschers
beklagen zich over de onbarmhartige wijze waarop
zij door de Belgen zijn behandeld.
Zonder reserve en zonder voorbehoud mogen
we echter aanvaarden, den lof die èn door Belgen
èn door Duitschers gebracht wordt aan Neder
landers voor de gastvrijheid hun op Hollandsch
grondgebied bewezen.
Dit strekt tot eer van ons gebeele Nederlandsche
volk maar vooral dient hulde gebracht aan de
opofleringszin en de bereidvaardigheid waarmede
onze kranige Limburgers zich hebben opgemaakt
om de ellende te verzachten van de slachtoffers
van den strijd, die op zoo korten afstand van onze
grenzen woedt.
De gr oio te slag.
In den omtrek van Luik wordt nog: steen
gevochten en ook van Tongeren komen berichten
an s cherimitseli n gen
Ce Franscbe troepen trekken steeds verder B-al
gië binnen en hebben de Duitsche en vallens reeds
tot staan gfebïaoht. De Duitschers trekken niet
verder, doch ooncentreeien groote troepen massa's
hij Namen,
Reeds zijn de vop-rposten der Oostenrijk'sche
troepen bij Aken aangekondigd en deze zullen
Spoedig gevolgd worden dooir meerdere treepen.
Hoeveel Diuitsche en Oosten-ijko-he legteTteotrp
ster, aan de Belgische grenzen samengetrokken
zijn, is niet bij benadering aan te gteven maar
een modern uitgerust leger zal binnenkort gereed
staan om door België Frankrijk binnen te .rok
ken
Re Belgten hebben de Duitsche Roepen het
voortrukken kunnen beletten. De t ranst he ver-,
dei hingen zijn reeds cp weg en de samensmel
ting van het Belgische leger zal spoedig een feit
als het dit niet reeds is.
Zijn er Engtelsche troepen in België?
De vorigte week werd gemeld, dat de Eagelsehe
Ir.nc'inglsdivisie in Ostende aan wal was gestapt,
lufei heette het, dat de Engtelsche troepen in een
FransChe haven gedebatteerd waren, Sindsdien
is echter niets meer van de Engebche troepen
vei nomen.
(Iel laat zich in tusschen aanzien of de groote
slag nog wel eenigten tijd zal uitblijven. Zooals
wij gisteren meldden verwachtte de Provinciale
Noord Brabantsehe en 's Hertogenbossche Cou
rant, reeds gisteren en heden een groote veldslag
GROOTE BOEIENDE ROMAN.
Naar het Fransch,
76)
Dan zal uwe rol geëindigd wezen. De onze
die van Jozef Muller en van mij zal beginnen.
Ik begrijp niet al te wel, zeide de dikke
jongeling.
Gij zult mij weldra verstaan, korporaal. Ik
zal langs dezen kant van het struikgewas blijven;
gij zult u naar den anderen kant begeven. Wij
zullen ons plat ter aarde leggen in het water en
in het slijk, opdat men ons op den oever niet
bemerke.
Goed
Wanneer de schildwacht dicht bij de beek
zal gekomen zijn, Richard, zult gij luidop zeggen,
opdat wij het kunnen hoorenElzas I" Alsdan,
zonder eene sekonde te verliezen, zullen wij op
den oever springen, op den schildwacht, gij op
de keel om hem het schreeuwen te beletten, ik
op het geweer om hem in de onmogelijkheid te
stellen het alarm te geven. Wij zullen hem bij
ons in de gracht rollen. Dan zullen wij op Gods ge
nade voortgaan.
Begrepen, zeide Jozef Muller. Moeten wij
hem wurgen.
Neen.
En indien hij weerstand biedt, indien hij
roept J
Hij zal geen weerstand bieden, hij zal niet
roepen.
Net is nochtans geen lam. Indien ik in zijne
plaats ware, ik zou van mij laten hooren.
Welnu, zeide Richard, die sedert eenige
oogenblikken had gezwegen, gij hebt eene kloeke
vuist, korporaal indien de schildwacht kwaad
willig is, Cric...
Cracvolledigde de Elzasser met een be-
teekenisvollen glimlach.
Dan begaf elk zich naar zijnen post.
Richard was in het struikgewas gebleven Zijne
oogen bleven op den schildwacht gevestigd.
Deze had geene de minste beweging gemaakt.
Men zou hem aangezien hebben voor een stand
beeld, zoo onbeweeglijk stond bij daar.
Richard bracht de hand in het gebladerte en
bewoog de takken.
De schildwacht scheen niets te hebben »e-
zien.
De jongeling herhaalde zijne beweging.
gerucht der bladeren en der takken werd
duidelijk opgemerkt.
De Sakser, met een methodisch gebaar, liet zijn
geweer van de schouders afdalen en den kolt
weerklinken op den grond.
Hij had het hoofd omgekeerd.
en wiel tusschen Tongeren en turnhout, liet is
echter niet waarschijnlijk, dat de troepen thans
reeds voldoende geconcentreerd zijn om tot een
gro-ote ontmoeting te leiden.
In 1870 verliepen vier weken voor het groote
troffen plaats had, en al zijn de verkeersmid
delen sindsdien veel verbeterd, „och zal nog wel
eenigten tijd noodig zijn eer alles voor den he-
slisssenden slag: in gereedheid is.
Uit Lui k
wordt gemeld, dat de bisschop van Luik en 15
andere notabelen, waaronder de- burgemeester,
afgevaardigden en Senaatsleden zich naar den
Buifschen generaal begaven om dien te vragen,
slad niet te bombardeeren.
Zij kregen ten antwoord, dat' dit wel zou ge
schieden, indien de forten zich niet overgeven.
De deputatie-leden waren als lijzeha-s gevangen
gehouden.
Naar men ons hedenmorgen seint zijn de bisschop
van Luik, en de burgemeester Weer op vrije voe
ten gesteld, op voorwaarde, dat zij hun woning
öiet zullen verlaten.
Op bevel van de Duitsche autoriteiten rijdt de
eleetrische tram weder te Luik en zijn een vier
tal fabrieken weder in werking gesteld. De schade
aan de gebouwen is piet zoo groot als het in de
bladen wordt voorgesteld.
De correspondent van de »Tel seint
Ik kom van het Duitsche front. De aanvalsco
lonne der Duitschers is saamgetrokken bij Herstal
De Duitsche bezetting van Luik is niet talrijk.
Een andere Duitsche colonne met een sterke
artillerie afdeeling rukt voort in de richting Na
men.
De strijd om de forten van Luik wordt nog
altijd voortgezet.
Gistermiddag heeft de Belgische artillerie de
pontonbrug bij Herstal stuk geschoten. De Duit
sche pontonniers hadden, na een arbeid van om
streeks eeD uur en blootgesteld aan ontzettend
geschutvuur, de brug hersteld.
Het bleek onmiddellijk, dat de Duitschers de
brug noodig hadden voor het transport van zwaar
belegeringsgeschut uit Maagdenburg aangevoerd.
Met voor iedere batterij acht paarden werden
de zware mortieren over de brug gebracht. Een
gedeelte ervan is onmiddellijk in stelling gezet
tegen de Luiksche forten, een ander deel, het
nseerendeel, ging met oprukkende regimenten in
de richting van Namen.
Een Duitsche legermacht kampeert nog altijd
bij onze grenzen, tot regeling van het bewaken
der verbindingslijnen.
De Duitschers gaan door, ontzaglijke troepen-
massa's aan te voeren.
Van alle kanten komen berichten omtrent het
terugwijken der Duitsche cavalerie voor den on-
weerstaanbaren aandrang der talrijke Fransche
troepen, die er reeds een aanzienlijk gedeelte van
hebben opgeruimd.
In het gebied ten Zuiden van de Maas had
geen enkel belangrijk gevecht plaats.
Het offensief der Duitschers is geheel en al tot
staan gebracht. Er wordt geen enkele belangrijke
actie verwacht vóór de Fransch-Belgische legers
tot het offensief overgaan.
Natuurlijk had hij dus ook iets gehoord.
Richard bewoog eene derde maal het struik
gewas, doch verder. Hij had drie of vier stappen
m de gracht gedaan, voorwaarts, langs den kant
waar zich de korporaal bevond.
De Sakser mikte.
Eensklaps klonk eene schorre stem te midden
der diepe sttilte die er heerschte.
«Wer da
Hij schoot niet, liet het wapen zakken en
naderde de gracht.
Jeroom had juist geraden.
Voor eene laatste maal deed Richard het struik
gewas ritselen.
De Duitsche soldaat naderde nog dichter, met
het wapen aan de schouders
Een stap vorder, en hij bemerkte, ondanks de
dichte duisternis Jeroom en Jozef Muller, die aan
den kant van de beek lagen. Dien stap deed hij niet.
Zonder twijfel door de stilte gerustgesteld
keerde hfj terug en wierp het geweer op de
schouders.
Eensklaps kreet eene stem
Elzas!
De Sakser slaakte een kreet, dien hij echter
oogen blikkelijk onderdrukte.
Twee schimmen kwamen uit de gracht ge
sprongen en wierpen zich op hem. Zijn geweer
werd hem ontrukt alvorens hij de hand aan den
haan kon brengen en tien stalen vingeren schroefden
zijne keel dicht en wierpen hem half verwurgd
achterover op den grond.
LUXEMBURG.
In de Luxemburglsche kamer heeft staatsmi
nister Eyschen Zaterdag' een venklaring afge
legd over het bezetten van Luxemburg door de
Dnitecbe troepen, waaraan wij het volgende ont-
leenen
„De regeering: heeft allereerst onderzocht, waar
door een bezetting van Luxemburg had kunnen
versneden worden. De verklaring:, welke de Duit
schers ervan gtevcn, dat n.l. de Franschen het
Luxemhurgsch grondgebied het eerst zpuden ge
schonden hebben, verwondert de regeering ten
zeerste.
Uit de proclamatie van generaal Tulff van
Tsebeppe und Weidenbach, welke Zaterdagmor
gen gepubliceerd werd, zijn zeer interessante
conclusies te trekken. Ieder kent deze merk
waardige proclamatie. Zij is te Coblcnz gedrukt
en werd door een officier hierheen gebracht.
Li' werd echter besloten haar niet te versprei
den. Ongelukkiglijk verloor de chauffeur van
den officier eenige afdrukken, en zoo kwam zij
ter onzer kennis.
Hieruit en uit de verklaringen, wtike de of
ficier in tegenwoordigheid van den Duitschen
gezant voor den staatsminister aflegde, biijikt,
Jat de Duitsche generale staf dom ben ver
gissing in de meening: verkeerde, dat 650 Fran
sche militaire wielrijders in Luxemburg waren
aangekomen. Dit is .echter absoluut valsch. In
tegendeel hadden de Franschen reeds Zaterdag
middag elke verbinding met Luxemburg afgesne
den. door den spoorweg' van Monl-Saiut Martin
te vernielen.
Hierna bestond geen twijfel meer over hun
bedoelingen. Ik heb dit onmiddellijk naar Ber
lijn getelegrafeerd.
Mij hopen dan ook, dat de bezetting spoedig
zal opgeheven worden, nu de feiten welke hie toe
aanleiding' gaven, zoowel door de veixlaringen
v;a,n den. staatsminister als van den Duifischea
generaal valsch gebleken zijn."
Daarna nam de kamer eenstemmig de vol
gende dagorde aan:
„De kamer, de verklaringen van den staats
minister gehoord hebbende, sluit zich aan bij
hol protest, dat (jeze tot de Duitsche regeering
en de onderteekenaais van het Londensche ver
drag van 1867 gericht heeft, keurt de maatre
gelen van de groothertogelijke regeering goed,
en gaat over tot de orde van oen ia»."
FRANKRIJK.
Te Parijs is een communiqué uitgegeven, waarin
mededeelingen worden gedaan over het voorwaarts
rukken van den Franschen in den Elzas. Daarin
wordt gemeld, dat de verliezen der Franschen bij
de verovering van den heuvel Sainte Marie aan
zienlijk zijn geweest.
Ook wordt verklaard, dat de geruchten uit
In de grachtmurmelde Jeroom 1 indien
men de wacht alarmeert, zouden wij verloren
zijn.
De Elzasser sleepte den Sakser tot aan den
rand en liet hem 'naar beneden rollen.
Thans mogen wij geene lange aanspraken
houden, zeide hij.
En zich tot het oor van den gevangene neigende
die er zelfs niet meer aan dacht zich ie ver
dedigen
Luister, mijn jongen, murmelde hij, in het
Duitsch, en onthoud goed wat ik ga zeggen. Wij
zullen u niet dooden, stel u daarover volkomen
gerust, wij zullen u de vrijheid terug schenken,
van het oogenblik dat wij over de onzen zullen
gerust gesteld zijn. Gij hebt dus alle voordeel,
onze kleine aanbevelingen niet uit het oog ta
verliezen. Maar indien gij soms eene beweging
maaktet of een kreet uitbracht, indien wij door
uwe schuld bedreigd werden of in de handen
uwer makkers vielen, moogt ge gerust een »De
Profundis" lezen, want ik zou u breken, indien
mijne vrienden mij niet voor waren door u door
het hoofd te schieten. Hebt gij mij verstaan
De bloedige blikken van den Sakser vielen nu
op den eene. dan op den andere.
»Ja I" mompelde hij op stillen toon.
Goed. Gij zijt een verstandig jongeling. Op
weg nu.
Maar het ware voorzichtig hem de handen
te boeien.
I (Wordt vervolgd).
w^aA^Xtej^2a^^i»MyjCflg.fwaTgyrK"«iiMwwaw'iwfflv^Airj!MBniai»fctiwwMMMiai*wii-.m—