Binnenland. Wij bezweren dan ook allen, die op ons grond gebied zijn, in het hoogste belang van al de bewoners en van hen die de gijzelaars zijn van het Duitsche leger, geen aanranding te plegen op Duitsche soldaten. Degenen, die wapens of patronen, bezitten moe ten ze op bevel van den Duitschen legerstaf, onmid dellijk inleveren, onder straf neergeschoten te wor den. De d.d. burgemeester, V. HENAULT. Op Zee. Duitsche oorlogsschepen. De sGoeben" en »Breslau", die door de Engel- sche oorlogsschepen achtervolgd werden, zijn de Dardanellen binnen gevlucht. Zij zullen daar worden ontwapend. De Engel- schen juichten, dat zij deze schepen hebben kun nen dwingen in neutrale wateren te vluchten; waardoor de Duitsche vloot reeds met twee der nieuwste schepen is verzwakt. De Engelsche bladen vernemen uit Harwich, dat volgens het oordeel van bevoegde persoonlijk heden, uit de positie van de sKönigin Luise" en uit het aantal mijnen, dat deze Duitsche vracht boot reeds, voor zij aoor de »Amphion" in den groDd geboord werd, had uitgezet, ten duidelijk ste blijkt, dat het schip reeds twee of drie dagen voor de oorlogsverklaring van Engeland aan Duitschland mijnen in de Engelsche wateren uit zette. Een avontuur van het stoomschip »Kangean''. Tusschen al de verhalen van do;or oorlogs schepen aangehouden koopvaardijschepen valt als iets bijzonders op het avontuur, dat het stoom schip „Kangean" van de Maatschappij Nederland, te Amsterdam, is overkomen: De „Kangean", die in de haven van Hamburg lag vroeg aan de Duitsche overheid verdof oni te mogen vertrekken naar Amsterdam. Dit werd toegestaan, onder voorwaarde dat de bemanning tijdens de vaart op de Elbe onder dek zou blijven. Zoo gebeurde het dan ook: Tegen het vertrek juut kwamen er eenige offi cieren en matrozen van de tuitsche marine aan hoard. i Al de Nederlanders gingen naar beneden, de patrijspoorten enz. werden gesloten en met een luitschen gezagvoerder op de brug en Duitsche matrozen aan dek, manoeuvreerde de „Kangean" de Elbe af. Eenige uren later, toen het schip in volle zee was, werd het commando weer aan den Neder land schen kapitein overgedragen en gingen de Duitschers van boord. (N. v. d D.) MEXICO, Silliman, een van Wilson's vertegenwoordigers in Mexico, meldt uit Saltillo, dat, volgens een mededeeling van Cananza, de federale troepen Mexico hebben ontruimd. Het bombardement van Luik. Een schipper, die tent ij de van het bombardement met zijnschipinde Maas voor Luik lag, en thans bij zijn ouders hier ter stede vertoeft, deed ons een uitvoerig verhaal van de angstige dagen te Luik en opzijn vlucht naar Maastricht doorge bracht. Wij laten het woord aan onzen zegsman: Wij waren met onze schepen, van de Roer afgekomen en ik had te Jemeppe steenen geladen. We hadden wel de laatste dagen veel hooren praten over oorlog, maar vermoedden toch niet, dat we er van zoo na mee zouden kennismaken. We waren Zondag aan den wal, toen men ons kwam roepen en wij bevel kregen onmiddellijk met onze schepen onder de bescherming van de forten van Luik te gaan liggen. Toen we onder Luik kwamen, lagen daar reeds een 400 schepen, waarvan 250 Hollandsche, eenige Duitschers en Luxemburgers en de rest Belgen. Zondags vertrokken de Duitschers voor de mobilisatie naar hun land, ook vele Hollanders gingen toen reeds weg. Mijn broer en ik zijn niet dienstplichtig en wij besloten voorloopig nog bij onze schepen te big ven. Des Maandags had reeds Vs van de bewoners van Luik de stad verlaten. De villawijk aan den overkant van de Maas was geheel verlaten. 's Maandags hoorden wij dat de Belgen de Maasbrug bij Argenteaux in de lucht hadden laten vliegen. Wij hoorden gebulder van de kanonnen den geheelen dag. Dinsdag was alles in de stad nog rnstig, maar het gevecht scheen toen heviger te worden en naderbij te komen. Ia den namiddag vielen reeds eenige bommen in de stad waardoor in eenige huizen brand ontstond. De soldaten legden dyna- mietpatronen in de bruggen. Het leggen van een noodbrug Woensdagsmiddags werd ons gevraagd of wij mee wilden helpen een noodbrug te slaan. Deze brug werd geslagen om het vee, dat aan den overkant van de Maas bijeengebracht was naar de stad te dryven, omdat de Duitsche troepen naderden Dien middag lieten de Belgen twee der voor naamste verbindingsbruggen nl. de Pont des Ar ches en de Pont Magin in de lucht vliegen.. Mijn broer lag met zfin schip vlak by de pont de l'Exposition terwijl mijn schip een drie kwar tier verder bij Clessiri lag. Terwijl wij aan de brug aan het werk waren werd van alle forten van Luik onophoudelijk ge schoten. Des nachts om 12 uur was het vee binnen Luik en keerden wij terug naar onze schepen. Sedert eenigen tijd werd het vuren van de forten van achter den heuvelrug aan den overkant van de Maas beantwoord. Een gevaarlijke wandeling. Mijn broer trachtte mij te overreden bij hem op het schip te blijven, maar ik had mijn vrouw en kinderen op het schip bij Clessin en wilde tot eiken prijs bij hen zijn. Ik begaf mij dus op weg. Het was een vreeselijke wandeling in den nacht. Het gedonder der kanonnen van de forten Ougré er Angleur, waar ik mij juist tusschen bevond, het getik der mitiailleusen, het fluiten der kogels waren wel in staat om mij te beangstigen. Van tijd tot tijd ontplofte boven mijn hoofd of in mijn nabijheid een granaat. Toen ik een kwartiertje zoo geloopen had, werd de kogelregen zoo dicht, dat ik nog niet kan begrijpen, dat ik er door heen ben ge komen, zonder ook maar een schrammetje op te loopen. Ik zocht toen dekking achter een opstaand muurtje van een opslagplaats. Maar ook hier stond ik niet veilig. Hoe lang ik achter den muur gestaan heb, weet ik niet. Voortdurend tikten de kogels tegen den muur en reeds waren op ver schillende plaatsen gaten in den muur geslagen, toen plotseling op nog geen drie meter afstands van me een granaat door den muur sloeg, een gat in den grond maakte van een meter diepte, even verder weer uit den grond kwam en toen een op tien meter van mij gelegen huis in brand zette. Het huis was verlaten, zooals trouwens alle huizen aan den Maaskant. Ik voelde mij ook hier niet meer veilig en liep wat ik loopen kon om het schip te bereiken Het vuren was plotseling gestaakt en zonder ongeval len bereikte ik het schip. Mijn vrouw verkeerde natuurlijk in doodsaDgst en had zich met de kin deren onder in het schip teruggetrokken. Wij plaatsten het ijzeren windscherm over het luik en nauwelijks waren we hier mede klaar, toen het schieten heviger dan te voren begon. Het negende regiment der Belgen stond op den bergrug. Duitsche troepen poogden door de fortenlinie heen te breken, tusschen de forten Ougré en Angleur. Om vier uur was het bombardement op zijn hevigst. Eenige huizen aan den wal vlogen in brand. Vele schepen werden beschadigd en een er van, dat gelukkig niet bewoond was, zonk. We vreesden ieder oogenblik het ergste, vooral het eentonige getik der mitrailleuses was nog akeliger om te hooren dan het donderen der ka nonnen. Om goed vijf uur begon het gevecht te verflauwen. De laatste overlevenden van een heel regiment. Om zes uur kwamen zeven vluchtende soldaten van het 9e regiment op mijn schip om een schuil plaats te zoeken. Zij vertelden dat het 9e regi ment de Duitschers had teruggeslagen over den heuvelrug. Zij hadden reeds ernstige verliezen geleden, maar bij het achtervolgen van den vijand waren zij te ver vooruitgedrongen en binnen het bereik van het eigen geschut gekomen, waar door de circa f.09 man, die nog van het regiment waren overgebleven werden weggemaaid. Zij ver klaarden dat zij de eenigen waren, die nog van het regiment waren overgebleven. De Duitschers in Luik. Het gevecht scheen nu geëindigd, we hoorden niet meer schieten. Om acht uur besloot ik eens te gaan zien hoe mijn broer het er dezen nacht had afgebracht. Maar hoe groot was was mijn verwondering, toen ik in de stad reeds Duitsche soldaten tegenkwam. Bij myn broer gekomen hoorde ik dat deze nog niets van het binnen trekken der Duitsche troepen wist. Hij had 's nachts natuurlijk wel het schieten gehoord en gezien dat hier en daar een huis in brand vloog maar had zich overigens geen rekenschap kunnen geven van het eigenlijk gevecht. In de stad hoorden wy later, dat de Duitschers bij Lixhe en Harcourt over de Maas waren ge trokken en van de Westzijde de stad waren binnengetrokken. Wij begaven ons daarop naar den Hollandschcn Consul, die ons raadde zoh spoedig mogelijk naar Holland te vertrekken, daar de toestand hoogst critiek was. Wij hadden echter nog niet veel lust onze schepen in den steek te laten en wachtten liever de verdere gebeurtenissen af. Intusschen kwamen steeds meer Duitschers in de stad. Op alle hoeken der straten stonden Duitsche schildwachten en ook de bruggen werden door Duitsche soldaten bewaakt. Van vechten in de straten heb ik mets gezien. Men vertelde ons dat een burger was doodgeschoten, die had ge weigerd de bevelen der soldaten te volbrengen. 50 krijgsgevangenen. Toen ik nog' bij het schip stond, werden een vij tigtal Duitsche krijgsgevangenen voiorbijgeleid. De hereden marechaussee kwam de bevolking; waarschuwen, dat er krijgsgevangenen aankwajmen. Het volk werd aangezegd, dat zij volstrekt niet moesten roepen of schreeuwen als zij door het dorr kwamen, en zeker niet mochten schelden. Toen zij langs kwamen werden zij dan ooik uotr de bevolking van Clessin vriendelijk beje gend. De gevangenen droegen een grijs-grauwe Uniform en de helmen waren met stof van de zelfde kleur overtrokken, om den arm droegen zij een band waarop met gele letters het woord Gibraltar" voorkwam. Te gevangenen verklaarden in vijf dagen niet uii de kleeren geweest te zijn. Zij zagen er moe ir.i. De bevolking1 gaf begeleiders zoowel als ge vangenen brood en melk en bier; na een kort oponthoud trok de stoet verder. Een onderofficier vertelde mij, Gat er 1400 Bolgten waren gevangen genomen, lie onmiddel lijk uit de stad waren weggevoerd. Op het slagveld. In den middag ging de Belgische ambulance u et een 20-tal automobielen met doctoren en ver pleegsters, naar den bergrug tusschen de forten van Ougré en Angleur om gewonden te halen, wij gingen mede om te helpen. Wij hadden reeds vele gewonden tusschen de struiken vandaan gehaald maar nöioit zal ik ver geten het schouwspel dat ik zag toen ik do hoogvlakte bereikte, Wat ik daar zag, spot mot alle beschrijving1. Nooit had ik kunnen denken, dat zooveel men- schen in een enkel gevecht konden sneuvelen. Het was vreeselijk* om te zien. In de loopgraven lagen de lijken negen hoog. Onder de Duitschers en de bovensten waren meest belgen. Dit maakt het verhaal van de op het schip gevluchte Belgen aannemelijk, dat de Bel gen bij de achtervolging van den vijand, te ver naar voren zijn gedrongen en door het geschut uit de eigen forten zijn opgekomen. Het aantal gesneuvelden, dat daar lag is niet met duizenden te schatten. Ik zag een Pruis, die hij de nadering der ver plegers zijn arm bewoog om te kennen te ge ven, dat hij nog leefde. Er was van dien man niets meer te zien, dan dien arm. Drie gesneuvelden waren over hem heen ge vallen Een bedwelmende damp hing over het veld en het bloed stroomde in geultjes van den berg. Het was in een woord afgrijselijk. De stad woirdt ge.b.o.m.b.a.r.d.e.e.r.d. Donderdag-avond om 5 uur begon het schie ten weer opnieuw en dit duurde tot den volgen den morgen 9 uur. Wij zagen op vele plaat sen van de stad de vlammen uitslaan. Om 9 uur was alles weer stil. Maar nu werd het in de stad onrustiger. Die Duitschers richt ten barricades op in de straten. Op de Boulevards en op de Quai St. Leonard' was over de geheele breedte de straat open ge broken, en op de barricades lagen de geweren gereed. In de plantsoenen langs de Maas werden mittrailleusen geplaatst en op de pleinen wer den kanonnen opgesteld. Het begon ons nu wat al te angstig uit te zien want een mittrailleuse was recht tegenover ons schip opgesteld. Aan het abattoir werd vleesch uitgedeeld aan ile bevolking'. Vrouwen en kinderen liepen door cic straten; het waren meest mensehen uit de arbeidersklasse; zij' liepen wild en wezenloos rond hij het zien van de opgestelde kanonnen, vlucht ten zij verschrikt een andere richting; uit om eenige straten verder, weer {egen opgestelde ka- m rnen te stooten. De Duitschers lieten deze menschen onge moeid. Alleen was: het niet geoorloofd in de straten te blijven staan, dan werd onmiddellijk met de revolver in de hand tot doorloopen aangemaand. De Vrijdagnacht ging rustig voorbij. Zaterdag- m'iTgen ging ik naar mijn broer toen aan de pont •ie 1' Exposition een Pruis op mij afkwam, die mij' vroeg van wie de bootjes waren die daar midden in de rivier lagen. Ik was het den man aan het vertellen toen plotseling een jong offi cer, blijkbaar meenende, dat wij in twist geraakt ween, mij een revolver onder de neus duwde en hari:ch bevel wegl te gaan. Het werd me nu te machtig! en ik zeg tegen mijn broer, laten we maken, dat we hier weg;-' kernen anders komen we hier niet levend van daan De Vlucht. Kef hoognoodige werd hij elkaar gepakt en cm half twee zagen we voor het laatst onze sche pen. Wij zullen tenminste maar af moeten wach ten of we ooit nog; iets van onze schepen zullen lereg'zien. We waren met z'n vijfentwintigen, 10 mannen en de rest vrouwen en kinderen. We liepen langs het kanaal in de richting van Maastricht. Iedere K.M. werden wij aangehouden door Duitsche schildwachten maar op vertoon van onze Hol landsche papieren liet men ons door. Het ging dus: nog al tamelijk goed, al waren de 'mouwen en kinderen erg; bang vanwege het gebulder der kanonnen, die vanaf den middag weer onophoudelijk vuurden, tot aan Harcourt. Hier werden wij tegengehouden door Duitsche soldaten, die ons voor den luitenant brachten. Deze had het echter te druk om ons te woord te staan. Over de brug bij Luik passeerde Duit sche artillerie. Van uit het fort Herstal tracht te men de brug te vernielen. Naast ons viel een bom in het water en op 25 meter van onsi af werd een Dluitsoh cavalerist getroffen. Hij werd onmiddellijk in een brancard weggebracht. Het paard werd in den grond gestopt. Eindelijk liet men ons verder, alleen een schip per uit 's Hertogenbosch afkomstig, bleef ach ter. Later troffen wij hem weer aan in Maas tricht, waar hij ons vertelde, dat hij door twee soldaten met de revolver in de hand gedwongen was een cementfabriek te Harcourt te doorzoe ken, waar men vermoedde, dat zich vluchtelin gen schuil hielden. Bij ons oponthoud in Harcourt, hadden wij volop gelegenheid de verwoesting te zien, die daar was aangericht. Alle inwoners van Lixhe wa ren gevlucht eu velen waren gefusilleerd, om,1 dat zij op de Duitschers geschoten hadden. Aan een boom hingen 3 lijken van de twee zoons en de dochter van een boer. De oude lui wa ren door de vlucht aan een wissen dood ont snapt. De luitenant vertelde ons, dat, toen de Duit sche soldaten het vee uit de wei hadden wil len halen, zij voor het huis beschoten waren, zij waren daarom voor de deur van hun woning opgehangen. De gezichten waren onherkenbaar door de kogelwonden. Doodmoe kwamen wij 's; avonds tot Groot-Lan- cie vlak tegenover de HoUandscho grens. De waard, die van de vlucht was teruggekeerd ent opgetogen was, zijn boeltje onbeschadigd terug te vinden, ontving ons gastvrij en hier bracht een gedeelte onzer den nacht door. Eenige der schippers, die door het verlaten van het schip letterlijk van alles ontbloot wa ren, werden door de vereeniging tot hulp van vluchtelingen verpleegd. Wij bereikten den volgenden dag Maastricht,, blij, dat wij met achterlating van onze schepen, ten minste levend den vaderlandschen bodem bereikt hadden. En, eindigde onze zegsman, ik heb eenmaal gezien wat oorlog is, maar ik hoop het nooit weer te zien. Uitvoer van Cacao, Glycerine en Koiiie. Stct. no. 188 bevat een Kon. Besluit van den 12den Augustus 1914, houdende tijdelijke ophef- ting van het verbod van uitvoer van cacao, glycerine en 'koffie. Volksbond tegen Drankmisbruik. Het hoofdbestuur deelt ons mee, dat de aan gekondigde 41e Atgemeene Vergadering" van oen Volksbond tegen Drankmisbruik in verband met de tijdsomstandigheden niet zal worden gehouden ou 26 Augustus 1914 maar tot nader hekend te maken datum wordt uitgesteld. Nederlandsche Werkeloosheidsraad. Op Dinsdag 11 Augustus jl. had te 's Graven- hage onder voorzitterschap van prof. Is. P. de Vooys een spoedvergadering plaats van den Ne- derlandschen Werkeloosheidsraad, Federatie ter bestudeering en bevordering van middelen ter voorkoming of beperking van werkeloosheid en tot leniging van hare gevolgen, op welke verga dering alle bij deD Raad aangesloten organisaties waren vertegenwoordigd. De vergadering nam na ernstige beraadslaging waarbij echter bleek dat over het beginsel geen verschil van gevoelen bestond het volgende besluit De Nederlandsche Werkeloosheidsraad, van oor deel, dat het tijdens de heerschende crisis van groot belang moet worden geacht, dat de bestaande werkeloosheidskassen hunne leden kannen onder steunen, verzoekt de Regeering in overweging te willen nemen a. de middelen te verstrekken, ten einde deze kassen in staat te stellen den leden regelmatig uitkeering te geven b. de betrokken gemeentebesturen te verzoeken, gedurende de crisis op de uitkeeringen dezer kassen een toeslag te verleenen van 100 c. voor de uitvoering van het sub. a. en b. genoemde, de noodige maatregelen te treilen in overleg met den Werkloosheidsraad. De Lourdespelgrims. De Maasbode deelt mede, dat de eerw. heeren Nuijen en Vlek, de leiders der Lourdes-bedevaart te Rotterdam zijn teruggekeerd. Op eigen gelegenheid. Maar de bedevaarttrein is nu toch op de terugreis en kan morgen ver wacht worden. De reis gaat vrij regelmatig, maar langzaam. Er wordt 20 kilometer in het uur gereden uit veiligheidsvoorzorg. Overal is het stoppen, en telkens moeten mili taire transporttreinen voorgaan. Hoe laat de pelgrims in Holland zullen aanko men is niet te zeggen. Maar men kan gerust zijn, de bedevaartgangers maken het allen goed, ook de zieken. Nederlandsch stoomschip door de Russen tot zinken gebracht. Het Nederl. s.s. »Alcor" is volgens bij de Ree- derij te Rotterdam uit Stockholm van den kapi tein ontvangen bericht aan de Finsche kust door de Russen genomen en tot zinken gebracht. De bematining is nog te Stockholm en ondervindt door de abnormale toestanden moeilijkheden, om spoedig naar Nederland terug te kunnen keeren. De geïnterneerden. Een bizondere berichtgever van het »Hbl." meldt omtrent de geïnterneerden De Belgische lanciers met hun commandant, luitenant Selliers de Morauville, zijn gistermiddag om half twee te Alkmaar aangekomen. Aan de verschillende tusschenstations vond de trein eeD meer dan gewone belangstelling. Door honderden omstuwd gingen de manschappen te Alkmaar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2