De Oorlog. Onschuldig veroordeeld. Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Verspreide berichten. Binnenland. is, dit graf is slechts de voorloopige rustplaats des Pausen, tot na tijd en wijle alles gereed is voor de bijzetting in de kerk, fiie de doode zich bij zijn leven ter grafplaats verkoren heeft. De D u i t sc h er s i n B r u s se 1. Het is thans een voldongen feit de Duitschers zijn in BrusselGisterenmorgen om elf uur kwamen de eerste troepen cavalerie bij de Leu- vensche Poort de stad binnen. Burgemeester Max was de Duitsche troepen tegemoet gegaan en het was een pijnlijk oogenblik, toen bij de aankomst de witte vlag omhoog werd gehouden, tenteeken dat de bescherming van de stad gevraagd werd. Toen de Duitsche troepen waren genaderd, trad een commandeerend officier naar voren, die zich eenigen tijd met den burgemeester op vriendelijke wijze onderhield. De officier gaf den burgemees ter de absolute verzekering, dat de stad geen leed zou geschieden, indien de inwoners zich kalm zouden gedragen en niet tot vijandelijk heden zouden overgaan. Wel stonden de Duit schers daar als overwinnaars, wel deden zij alsof zij heer en meester over België waren, nu zij de hoofdstad waren binnengetrokken, doch het is niet onmogelijk, dat zij bedrogen uitkomen, im mers de terugtocht van de Belgen beteekent toch niet de onderwerping. Men besloot slechts hiertoe uit strategische doeleinden en nu zij zich meer met de Fransche en Engelsche troepen concen treer en, zullen zij zeer zeker versterkte posities gaan innemen, waartegen de Duitschers wel het hoofd zouden kunnen stooten. Reeds ging het gerucht, dat de Franschen en Engelschen bij Leuven met de Duitschers slaags waren geraakt, doeh wij konden hiervan geen bevestiging ver krijgen. De Belgische Generale Staf heeft zich thans van Leuven naar Mechelen teruggetrokken, waar zich thans ook de koning bevindt. Het is zeker dat toen de Duitschers gisteren Leuven bezetten, zij direct zwaar geschut in het veld brachten en vast besloten schenen de stad te bombardeeren, de Belgen besloten hunne stel lingen prijs te geven. De achterhoede bleef te Leuven den aftocht dekken en geraakte slaags met de Duitsche voorposten, waarbij bloedige gevechten ontstonden. Men scheen gistermiddag dan ook tot het prijsgeven van Brussel reeds te hebben besloten. Men kon dit tusschen de regels van het officieele communiqué doorlezen. Gister avond kreeg de burgerwacht bevel haar wapens in te leveren, tevens werden alle bankaden, die om de stad waren opgeworpen, opgeruimd. De officieren van de burgerwacht werden naar Gent gezonden en hoewel zij allen woedend waren, gehoorzaamden zij aan dit bevel. Vanmorgen publiceerde de burgemeester Mr. Max de volgende Proclamatie Medeburger^, Ondanks den heldhaftigst tegenstand van onze troepen, geholpen door de verbonden legers, is het te vreezen, dat de vijand in Brussel zal binnenineden. Indien deze mogeirjzheiu werkelijk heid zou worden, hoop ik, op de kalmte en koelbloedigheid van de bevolking te kunnen re kenen. Dat men zich wachte voor alle opwinding, voor alle paniek. De gemeentelijke autoriteiten zullen hunne posten niet veriaten. Zij zullen door gaan hunne functies te bekleeden met die sterkte, waarop gij recht hebt van hen in zoo ernstige Omstandigheden te verwachten. Het zal nauwelijks noodig zijn mijne medebur gers te herinneren aan de plichten van allen tegenover het land. De wetten van den oorlog verbieden den vijand de bevolking er roe te dwin gen inlichtingen over het nationale leger en over zijne middelen van verdediging te geven. De bewoners moeten weten dat zij in hun recht zijn te weigeren, wat dan ook aan den indringer betreffende dit punt mede te deelen. Deze wei gering is hun opgelegd in het belang van het Vaderland, GROOTE BOEIENDE ROMAN. Naar het Fransch. 84) XII. Eenige dagen na de terugkomst, van Madelor in het dorp Haut-Butté. legde Maria zich te bed De winter van dit schrikkelijk jaar was streng en de zwakheid der jonge dochter werd onrust wekkend. Weldra kon de dokter zich geene begoocheling meer maken over den toestand waarin hij haar zag. Een droege hoest verteerde de borst van het kind. Hare uitgemergelde oogen hadden blikken die verkwijnden wijl zij achter den smartelijken sluier van het verledene, herinneringen zochten van teedurheid, van hoop en van liefde. Verschrikkelijke marteling voor Madelor en welke bij misschien eertijds had voorzien, toen hij Ch&teau-le-Chaiel verlatend als een visioen had van de ongelukken welke zijne fout op het hoofd van zijn kind zouden brengen. Hij mompelde dikwijls, de oogen op dit lijdend Dat niemand van U aaanema als gids aan den vijand zijne diensten te veideenen. Bat ieder zich hoede tegen spionnen en vreem de agenten, die zouden trachten inlichtingen te v,innen, -af manifestaties in zekeren zin te ver wekken. De vijand kan wettelijk geen aanval doen, noch op het leven van de burgers, noch -op het parti culier eigendom, noch aan de godsdienstige of philosiofische overtuiging, noch aan de vrije uit oefening van den eeredienst. Bal ieder misbruik door den indringer gemfikt mij direct worde medegedeeld. Z o a lang; ik in leven en in v r ij hei d zal z ij'n, zal ik met al mij n kr ac h t e n de rechten en de waardig:h,e,d,e n van mijne medeburgers besch.e rm.e n. Ik verzoek den inwoners mijne taak te ver lichten, door zich te onthouden van aik- daden van vijandelijkheid, van alle gebruik van wa penen, van alle tusschenko-rnst in dé gevechten, of ontmoetingen. Medeburgers, wat er gebeur©, hcort naar de stem van Uw burgemeester en behoudt het ver trouwen in hem, hij zal het niet verraden. I.e ve he t vrijee n o na f h a nk e 1 ij L- e B e.l- gië, leve Brussel. i 19 Augustus 1914, Adolf Max. Toen de-ze proclamatie werd aangeplakt, ver drongen zich honderden er voor. Zij- konden zie-h niet begrijpen, dat hun stad binnen enkele uren in handen van de vijanden zou zijn. De stemming was eene van berusting1. In cfe laatste dagen was de opgewondenheid reeas erg gedaald. Sinds gisterenavond was alle telegrafische gemeenschap van de hoofdstad met de provincies op enkele plaatsen uitgezonderd reeas verbroken. Aan ae heide stations verdrongen zich duizenden om nog intijds te kunnen vluchten, doch de aandrang van het publiek was zoo sterk dat de groot© deuren van de -stations moesten worden gesloten. Dos niettegenstaande kon een groot aantal men- steken met treinen naar Gent, Edinghen enz., mee komen. Tegen 12 uur verliet ook ik per auto Brussel Op den Gentschen steenweg' trokken de Brusselaren o-p, beroofd van have en goed. Zij vluchtten, waarom wisten zij zelf niet. Wij kwa men onder weg eenige bagagewagens en karre tjes tegen geladen met goederen en huisraad. Vrouwen en kinderen met droeve gezichten lie pen zoo hard zij konden. Anderen trokken kleine handkarretjes voort, waarin eveneens eenig: huis raad was opgestapeld. Op aller gezichten ivns angst te lezen. Langzamerhand verminderde de schare vluchtelingen, naarmate wij in onzen auto- sneller voorbijreden. Verschillende malen werden wij door Belgische wachtposten aangehouden, die ons om onze papieren vroegen. Allen, die wij- spraken waren bedroefd te vernemen, dat Brus sel thans door Duitschers was bezet. Tegen half drie kwamen wij te Gent aan, vanwaar wij den trein namen die ons naar Terneuzen bracht. Voor den oorlog. Een redacteur van de „Vingtieme Siècle" heeft een onderhoud gehad met een hooggeplaatst di- plcirr aat, dat een licht werpt op de gebeurtenis- een vóór den oorlog'. Deze diplomaat verzekerde, flat reeds lang voor den moordaanslag te Sera- ïowo de oorlog -door den D-uitschen keizer en aartshertog Franz Ferdinand was beraamd. In werkelijkheid schijnt de moord op den aarts hertog slechts de aanleiding tot den oorlog' ge- wees., doch zooals gezegd, was reeds voor den mond tot den -oorlog' besloten, nog sterker, de moordaanslag heeft den oorlog nog iets tegen- ge houden. De eerste uitroep van Keizer Wilhelm, teen hij de doodstijding van Frans Ferdinand ontving, was dan -ook: „Nu moet dus alles weer opnieuw wonden begonnen". De keizer doelde hier op de voornemens en oorlogsplannen, die door hem met Aartshertog f rar.z Ferdinand te Ko-nopiseht waren ontwor pen. Bovengenoemde belangwekkende woorden van den Keizer werden doior iemand uit diens gevolg te Berlijn bekend. Keizer Franz Joseph heeft .geweigerd den -oor gelaat gevestigd Ik ben de schuld dat zij moest lyden en sterven daar zij geroepen was om te leven en het recht heeft door iedereen bemind te worden. Zou hij dan toch machteloos zijn haar te ge nezen Welk geneesmiddel zou hij beproeven Tot wien zou hij zich in dit uiterste oogenblik wenden Hij beschouwde zich als overwonnen, hij. Madelor. Wat hij had beproefd was zonder uitslag gebleven... Maar konden anderen geleerden en bevoegder dan hij niet slagen. Was de men- schelijke wetenschap dan onmachtig tegenover dit jong meisje welk wanhopig vroeg om te blijven leven en dat meer geknakt was in de ziel dan in het lichaam Hij besloot een ambtgenoot te raadplegen, want hij verloor al zijnen moed. Hij schreef aan een dokter van Brussel dien hij gekend bad toen hij te Parijs studeerde en met wien hij uitmuntende betrekkingen had behouden. Hij ging een zijner collega's van Charleville opzoekendaar men aan het begin van December was, werd deze stad nog niet geblokeerd door de Pruisen iangs de linie van Givet. Alleen de baan van Meziéres naar Rethel was te Boul- zicaurs afgesneden door een bataljon Duitschers die alJaar post hadden gevat 's anderdaags na den veldslag van Sedan, om gemeenschap te be waren met deze laatste stad. Twee dagen nadat hy had geschreven, kwamen dokter Ingelbraes, van Brussel, en een dokter van Charleville, dokter Pierre le Bailly, by Madelor lo-g te beginnen, verklarende dat hij te oud was en in vrede wenisdite te sterven. Doch nieltegjen- s tri an de deze uitlatingen is de oorlog toch be gonnen, mede als gevolg! van den invloed van Aartshertog! Franz Ferdinand, In tusschen had' Duitschland gelegenheid het leger en de vloot voer te bereiden. Aan Italië zouden compensa ties in Tunis en Klein-Azië zijn beloofd. Doch de dood van Aartshertog' Franz Ferdi nand scheen de schpone droom fe zullen ver nietigen. 7oo hoorde men een Oio-stenrijksche militaire attaché na don dood van de chef van het leger zeggen: wat nu te doen? Er staat nu een man aan het hoofd van het leger die een kunstenaar is, een vorstenzoon uie slechts belangstelling heeft; voor de kleuren der uniformen doch ons niet tot de overwinning' kan leiden. Keizer Wilhelm II, aldus gaat het interview voort, wilde het plan van den oorlog voortzet ten. Hij seinde daartoe de meest intieme telegram men naar Weenen om de Vaderlandsliefde en stemming van den Keizer aan te wakkeren die inmiddels in g;roiote wioede was ontstaken over den m-otord en daarom de Serviërs en door hen de Russen wilde bestraffen. Duitschland en Oostenrijk bereidden zich voor vanaf den 23sten Juni tot den dag van het Oios- tertrijksche ultimatum- aan Servië. Af Fr moest evenwel een reden gevonden wor den ;om Frankrijk den oorlog te verklaren. Eiarr- cm was het dan ook dat de Duitsche gezant zich meermalen te voet door Parijs begaf om de me nigte te trotseeren en daarbij trachtte een aanval dor menigte uit te lokken in do hoo-p da,t het gepeupel van Parijs hem zou, aanvallen. Aan de andere zijde dient opgemerkt dat Duitschland een gunstige gelegenheid voor: den oorlog uitkoos. - President Po incaréi en Ministerpresident Viviani hadden St. Petersburg pas verlaten, de gemoe deren waren te Parijs door het prcces -Cailla-ux opgezweept, terwijl' senator Humbert op eenige te kortkomingen in het Fransche leger had gewezen. Bovendien waren te- St. Petersburg Russische art eiders in staking, terwijl in Ulster een revo lutie dreigde. Waar-om nog' langer te wachten, tot dat België zijn militaire maatregelen vervol maakt zou hebben? Engeland» huichelar-ij'. De „Wiener Allgemeine Zeitung" schrijft onder; dezen titel; Grey heeft als beweegreden van de "oorlogs verklaring van Engeland aan E-uitschland -de schen ding; van de onzijdigheid van België opgegeven en de Engelsche regeering1 heeft or'be et urb-i verkondigd, dat Engeland niet duldde, dat zijn onoei ieekening' van het verdrag1, waarbij de onzij digheid van België was gewaarborgd, niet werd geëerbiedigd. Maar volgens- de mededeelingen van -onzen zegs man had reeds; lord Lans-do wne, minister van builenlandsche zaken in het ministerie-Balfour, met den toenmaligen Franschen minister van bui- tonlanJsche zaken Eelcassé een verdrag van bond genootschap benevens een militaire -overeenkomst omwerpen, in welk document de verplichting van Engeland was vastgelegd, -om in geval van een oorlog tegen Duitschland 200,000 man in België te landen en met het Fransche leger, dat België oveneens zou binnenrukken, Duitschland van de Belgische grens uit aan te vallen. Of de toenmalige Belgische regeer ing' door En geland niet deze -ontworpen overeenkomsten in kennis is gesteld, weten wij niet, zegt het blad, maar het is een historisch feit, voor weiks juist heid wij volstrekt instaan, dat aldus negen jaren geleden de Engelsche regeering bereid was een verdrag te sluiten, dat verplichtingen lot schen ding van de onzijdigheid vair België inhield, Hel is -ook meer dan waarschijnlijk, dat men te Londen en te Parijs sedert op dit denkbeeld van koningi Eduard VII en Eelcassé is terug gekomen, en dat slechts het snelle, vastbeslo-ten -optreden van het Duitsche oppercommando door- de verovering van Luik het Engelsch-Fransche plan heeft kunnen verijdelen. aan. En daar bune eerste zorg was den vader van Maria te ondervragen over de ziekte zijner dochter was de grijsaard verplicht hun alle inlichtingen te geven. Eigenlijk gesproken, zeide hy, is het geene ziekte, geen enkel levensorgaan is aangetast, 't Is een algemeene verzwakking harer krachten. En hij moest hun uitleggen wat er was ge beurd, de liefde van Maria voor Jeroom, en de hinderpalen welke zich tegen hun huwelijk ver zette, Hij zeide niet welke deze hinderpalen waren, doch hij legde er zich op toe te toonen dat zij niet uit den weg konden geruimd worden. De dokters hadden met gespannen aandacht naar hem geluisterd. Toen hij had opgehouden te spreken, gingen zij in de kamer van Maria. Siméonne, verwittigd, wachtte met ontsteltenis en eene doodelijke onrust in de ziel Baar de uit spraak welke uit hunnen mond komen zou. Toen zij binnen kwamen, sliep Maria. Het gerucht dat zij maakten deed haar wakker worden. En daar zy de vreemdelingen met een onder vragend oog aanschouwde, stelde Madelor, die vreesde haar al te zeer te ontroeren met haar de waarheid te zeggen, haar de twee dokters voor, die, voegde hij er bij, toevallig naar Me- zieres waren gekomen. Maria haalde de schouders op. Waarom poogt gij te liegen P Ik lieg niet, zeide Madelor. Zij glimlachtte De geschiedenis van dit in het jaa: 1905 ..uit werpen verdrag; is echter in elk geval weer een duidelijk bewijis van de geringe mate van oprecht heid, welke de Engelsche politiek al dien tijd hoeft gekenmerkt. In den E1 z a s. Muhlhausen werd na hevige bajonefgevechten wederom door de Fransche troepen bezet. Zes kanonnen en eenige kisten met munitie werden op den vijand veroverd. Ons leger trekt o-p van het Ncordon van Straatsburg naar Delme langs M-oj'hange. Dit bericht kómt uit Parijs en uit Berlijn seint men: Beiersche en Badensche troepen sloegen de lui Vi eiler 15 kilometer noord-westelijk van Schleltslant doorgedrongen, 55ste Fransche infan- teriebriga-ae tof over de Vogezen terug en brach ten haar gro-ote verliezen toe. 5- e r v i Aan de „Reichspo-st wordt uit Chemnitz be richt, ciat de Oastemijksche troepen gistermid dag bij Proigar de Save overgetrokken en Servië lunnengedrongen zijn. Later in den namiddag be zetten de Oostenrijkers Obrenowatsch. B u 1 g a r ij e. Laar de internationale toestand voor Bulgarije geen renen tot bezorgdheid geeft, heeft die- mi nister-president besloten zich niet tot den Doming' te wenden betreffende de op-i-oeping' 'van den Ki '-onraad, hetwelk do-or de oppositie was ver langd. f© Budingen is Graaf d'Ursel ,in een loopgraaf door het vijandelijk lood getroffen en genood. Hij is de eenige bloeder van den hertog d'Ursel. De commissie die zich uit de Hollanders heeft gevormd heeft als; eerste storting een be-' drag van 1000 francs viqar de hulpbehoevende- heigen geschonken. 0-ok werden lijnwaden, ma' trassen, mondvoorraad enz. doo-r deze commissie beschikbaar gesteld. De- Ministerraad heeft het besluit van den Parijsthen gemeenteraad goedgekeurd waar bij de straatnaam Rue de Berlin veranderd is in Rue de Lif ge en de ,a[venue d'Allmagne, voortaan avenue Jean Jaures zal heeten. De economische toestand. Mr. Belinfante, directeur van het Nederlandsch (Haagsch) correspondentiebureau voor Dagbladen beeft een onderhoud gehad met Minister Treub over den economischen toestand en deelt het vol gende mede. De Minister zeide, dat in het begin van den huidigen toestand de rente, die de bankiers voor beleeningen enz. vorderden, inderdaad zooals werd geklaagd te hoog is geweest, maar dat daartegen over staat, dat niemand kon voorzien, hoe de toestand zich verder ontwikkelen zou en er ge rechtvaardigde vrees was, dat indien niet het vragen van crediet zou worden bemoeilijkt, er een overstelpend aantal aanvragen zou komen, waaraan niet zou kunnen worden voldaan. Na voorts te hebben herinnerd hoe van alle zijden uit de financieele wereld met de Regeering is medegewerkt om tot een normalen rentetoestand te komen, gat de Minister als zijn meening te kennen, dat in deze nog niet het laatste woord gesproken is, waarom het te hopen zou zijn, dat de strijd die dreigt te ontbranden tusschen ver schillende organisaties van het Nederlandsche cre- dietwezen en flnantieele bladen of personen uit het publiek, die hun gemoed in ingezonden stuk ken meenen te moeten lucht geven, zal worden bewaard tot kalmer tijd, ook omdat op het oogen blik een pennestrijd slechts kwaad zou kunnen doen en de taak der regeering om er toe mede te werken dat er op het gebied van den geld handel een meer normalen toestand komt, zou bemoeilijken. De Minister sprak de hoop uit, dat er nu ook aan het ongerechtvaardigde en in vele gevallen verregaand onbehoorlijke weigeren van betaling door het publiek van zijne rekeningen een eind zal komen. Het gerucht dat van rijkswege de inkomende Deze heeren zijn gekomen omdat zij voor een consult werden gevraagd. Kan men zulke dingen aan mij verbergen, de dochter eens re- neesheeren En, zich met denzelfde glimlach tot de heeren Ingelrans en le Bailly wendend Ondervraagt my, dokters... En zij voegde er zeer stil bij En doet mij leven ik verlang niet te sterven gelooft my... Madelor weende. De twee vreemdelingen waren diep ontroerd Dan ondervraagden zij haar, deden haar ademen en spreken. Vervolgens verwijderden zij zich cm elkander hunne aanmerkingen mee te deelen. Madelor had hen alleen gelaten: Hij was niet koelbloedig ge noeg om eenen redetwist te aanhooren waarin het vraagstuk werd besproken of er Maria nog kans van leven overbleef. En toch kon hij zich met voorstellen, Maria te moeten verliezen. Hy kon zich niet indenken dat jeugdige leven, nu reeds te zien eindigen. Hy was de schuld, dat Maria reeds zooveel leed had moeten verduren, dat alle vreugde uit haar hart was geweken. En nu... zou zy moeten sterven Zou het oordeel der bekwame dokters luiden dat zy onherroepelijk verloren was Hij mocht er niet aan denken. (W-ordt verwlQil, I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2