Dagblad voor Schiedam Omstreken.
kf 20 ij flÖÖ-flOB 1™
I OU .ZZ; I lü
De Oorlog.
Onschuldig veroordeeld.
Gratis Ongevallenverzekering f
j? p nTeriies 1*1 E
37ste Jaarifaii;
Woensdag 23 September 1914
No. 11035
FEUILLETON.
Bureau: Boterstraat 50.. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden 1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., franco p. post f 2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
OTereeatoistii op ie polis Terielie voorwaarden.
A d v e r ten tien: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën
regels J2 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
Officieele berichten.
De >ergekenng_ wordt gewaarborgdjiloordeHollaadscIie Algemene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam
by
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Levering Kachelkolan en Anthraciet,
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
zijn voornemens op Maandag 28 September a.s.
s namiddags 2 uur aan te besteden de levering van
127 ton Kachelkolen
i 300 H.L. Anthraciet.
te leveren franco in verschillende bergplaatsen.
Inlichtingen verkrijgbaar bij den Directeur van
Gemeentewerken.
De inschrijvingsbiljetten moeten in gesloten en
veloppe, waarop een aanduiding dat zij inschrij-
vlngstnljet bevat, vractitvrij worden ingeleverd in
de ten Raadhuize aanwezige bus voor des namid
dags 1 uur van den dag van aanbesteding.
Burgeravondschool te Schiedam.
Aan de Burgeravondschool wordt gevraagd een
Leerbar
in lynteekenen en projectieleer.
Aan deze betrekking is verbonden een salaris
van f 50.per wekelijks lesuur met 5 driejaar-
'ijksche verhoogingen van f2.50, per wekelijksch
lesuur.
Aantal lesuren 5.
Op zegel gestelde Sollicitatiën, voorzien van de
hij de wet gevorderde stukken, te zenden aan den
Burgemeester voor 1 October a.s.
Gasfabriek der Gem. Schiedam.
COKESPRIJZEN
Grof 55 ct. per II.L.
Geklopt 58
afgehaald aan de fabriek.
Thuisgebracht 5 ct. per H.L. meer.
De Directeur.
Schiedam, 24 September 1914.
Buitenlaiidsch Nieuws.
De berichten van het ooilogsterrein zijn schaars.
De Duitsche-r-s zoowel als de troepen der ge
allieerden staan opgesteld in sterke stellingen
zoiodat het terrein winnen van heide legers even
moeilijk is. Be Duitsche troepen staan behalve
tegenover Fransche en Engelsche S|Oidate:i ook
Bpg' tegenover de Turco's, die zooals men weet
koorts geruimen tijd in Frankrijk meevechten. Nu
volgens een bericht uit Duitsche bron 50.000
gewapende Indiërs het station Lyon gepasseerd.
Be begeestering: voor aen oorlog' onder hen
zou zeer gyopt zijn. Het „Giomale ci'Italia" meldt
Uit Londen, dat een bont mengsel van Indiërs,
^arofckaners en EgYpteiwen-op liet slagveld zijn
aangek-omen. Tevens zijn de Russen over: Ar
kangel in aantocht. Engeland heeft Japanseh
aanlioa van. 50.000 man geweigerd omdat het
Sr-vaar van het aanwezig! zijn van het gele ras
lfi Europa te groot werd geacht.
GROOTE BOEIENDE ROMAN.
Naar het Fransch.
112)
Gij liegt, zeide zij, gij ziet het welGij zult
miJ de vrijheid niet terug, schenken, want wie
verzekert u dat ik de Cendrière niet bereiken
Za' en dat ik er niet bij tijds zal komen om
ttijne vriendin te verwittigeu en uwe ondernemingen
e verijdelen? Wie hewijst u ook dat ik u de
gaarheid zeggen zal en dat de inlichtingen welke
u zal geven niet valsch zullen zijn
Daaraan had ik gedacht, kleine ik zie dat
8jJ een slim ding zijt. Indien gij hier wildet
hjven om met mij te werken, zouden wij spoedig
°.rtuin maken. Welnu, ik beken het, ik was
iet voornemens u aanstonds los te maken. Ik
°u u slechts in vrijheid hebben gelaten als de
a§ gedaan was.
Ik weiger iets te zeggen.
"Gij wilt dus sterven van honger
Mijne vrienden zullen mij voorzeker zoeken
n indien gij mij niet doodt, zullen zij mij wel
l^kk ken> Ik Ben overtuigd dat zij geraden
"en dat gij het zijt die mij wederhoudt. Hoe
Engelsche kruisers getorpedeerd.
287 Engelsche mutrozen in LJmuiden aan
wal gebracht.
Het te IJmuidien binnengekomen s.s, „hitna'
rapporteert dat op 20 mijlen ten N.VV. van den
Nieuwen Waterweg; de Engelsche kruisers „Ho
gue" en „Aboutier" door Dpitsche onderzeeërs
zijn getorpedeerd. Later werd de „Cressy" zinken
de aangetroffen. 287 man opgepikt en in Hospi
talen en inrichtingen van het Roode Kruis onder
gebracht. Een dooide verschillende gewonden.
In Hoek van Holland zijn 23 man en 5 dcoden
ondergebracht. Vermoedelijk zijn 1200 man omge
komen. De gezamenlijke bemanning van de krui
ser i bedroeg ongeveer 2400 man.
Men seint ons nader uit IJoiuiden:
20 mijlen ten N. W. van den Nieuwen Waterweg
zag het ss. «Flora" op weg van Rotterdam naar
Leith eenige booten drijven, die later bleken En
gelsche matrozen en officieren te bevatten, de
overblijvenden van de drie Engelsche kruisers
«Hogue", «Aboukir" en «Cressy", welke door
Duitsche onderzeeërs tot zinken waren gebracht.
Hedenmorgen 6 ,uur waren de «Hogue" en de
«Aboukir getorpedieerd en om acht uur smorgens
zag de «Flora" de «Cressy" overhellen en in de
diepte verdwijnen. De «Flora" is hier om half
zes in den namiddag met 267 leden van de be
manning der kruisers waaronder een doode en
eenige gewonden aangekomen. De matrozen zijn
ondergebracht in twee hospitalen en eenige hotels,
waar zij van Weeding werden voorzien. De ka
pitein van de «Flora" rapporteert nog dat het
ss. «Titan", dat vermoedelijk te hoek van Holland
zal aankomen ook een aantal geredden aan boord
heeft. De gezamenlijke bemanning der drie
gezonken kruisers bedraagt ongeveer 2400, waar
van vermoedelijk 1200 verdronken.
Ik verneem nog, dat de drie Engelsche kruisers
vanmorgen bij helder weer voeren tot plotseling
de «Aboukir zonk. Het schip verdween spoedig
in de diepte. Op de «Hogue" dacht men dat op
de «Aboukir" een ontploffing plaats had gevon
den en wilde men te hulp komen, maar weldra
werd ook de «Hogue door een onderzeeër be
schoten en werd spoedig tot zinken gebracht. De
.«Gressy" werd geruimen tijd later aangevallen
nadat deze kruiser nog kans had gezien een
tweetal Duitsche onderzeeërs in den grond te boren-
De overige onderzeeërs zes in getal, werden door
een Engelsch eskader achtervolgd.
Volgens de geredden hebben zij zes uur gezwom
men. Naar de kapitein van de «Titan" mede
deelde, heeft nog een Nederlandich stoomschip
volk gered. Bij het redden roeide men tusschen
de lijken door. Alle gereddeu waren bijna naakt.
„Het Vaderland" schrijft naar aanleiding van
deze berichten.
Die drie kruisers zijn, z,opa,ls uit de berichten
l.A.ikt, de Creasy, de La, Hogue en de Aboukir.
Zij behooren alle drie 'tot hetzelfde scheeps-
lype, dat in cte jaren 1899 tot 1.901 werd ge
bouwd, en dat in den regel genoemd wordt naar
de
goed uw schuilplaats ook verborgen weze, men
zal ze vinden.
Piéqueur maakte een gebaar van woede.
Ha I gij wilt niets zeggen, huilde hij.
Hij maakte zich meester van eenen stok die
in Zijn bereik lag en, zonder medelijdeu voor het
geschreeuw van bet kind, begon hij haar te slaan
tot dat haar hals, hare schouders, hare borst met
wonden overdekt waren.
En men zou gezegd hebben dat het geschreeuw
en de tranen van Rosa zijne wreedheid aan
hitsten.
Zijne oogen rolden in hunne holten en ver
toonden bloedige randen onder zijn zorgeloozen
baard bemerkte men eene verschrikkelijke bleek
heid zijne lippen braakten ijselijke vloeken uil.
't Was vreeselijk.
De ellendeling hield niet op dan nadat hij moede
geslagen was, en' Rosa in bezwijming was ge
vallen zoodat zijne slagen nog slechts een gevoel
loos lichaam troffen.
IV.
In den nacht werd Rosa wakker. Zij was zoo
zwak en ziek dat het haar scheen alsof zij sterven
ging-
Sedert twee dagen had zij niets meer gegeten,
sedert twee dagen niets mèer gedronken. Eene
hevige koorts verteerde haar.
Zij hoorde het geronk van Piéqueur die op
den stroozak lag, op eenige stappen van haar.
Zij behooren tot de gepantserde kruisers, zijn
gemiddeld 134 M. lang en hebben een water-
verr-.aatsing- van 12.000 t,cm; zij voeren 2 ka
nonnen van 23,4 qM. en 12 van 15 cM.;, de snel
heid is gemiddeld 22 mij!!. Die bemanning bestaat
uit jC-ngeveer 750 koppen.
Ofschoion deze schepen dus, tot een in ver
konding oud type behooren, althans niet meer
tot de jongste gerekend mogen worden, en het
verlies' van deze 3 vaartuigen voor de groote
Lngel.-vhe vloot betrekkelijk van wei,ajg' gewicht
is, zal de moreele indruk zeker van beteekenis
zijn, en is het verlies van zooveel measchenle-
vens weer een zwaar offer dat van Engeland
wordt geëischt.
Deze vemietigjing van drie Engelsche kruisers
door de onderzeeërs van Duitschlapd, is blijkbaar
als een antwoord te beschouwen op den min
ol meer uitdagjenden toon, waarmee in Engelsche
bieden telkens werd gevraagd: waar blijft de
Luitsche vlopt toch?
Het is een antwoord, dat van den moed en
■de doodsverachting der Duitsche bemanningen
ge.uigd.
Volgens een onzer berichten is liet vrij zeker,
ral 2 van de 3 Duitsche onderzeeërs hij- het ver-
.'-bten van hun taak ten onder gingen.
Tot nog' toe kunnen dan ook de Duilscbe ondor-
zorëns op meer succes wijzen dan ae Engelschen
en wij denken, dat op- de vraag1: Waar blijft de
Duitsche vloot van Duitsche zijde geantwoord
nl worden mét de wedervraag:En wat doen de
E tig elk-c he onderzeeërs
Dat het uitvaren met een onderzeeboot om
den vijand aan te vallen eigenlijk een zich ten
dopde wijden is, weet men reeds uit de vele
beschrijvingen, die in de pers de ronde hebben
gedaan, en ook' dat er buitengewoon veel op
offering en ontbering van de bemanning wordt
gevorderd, vóór het o,ogenblik om dat offer te
brengen, voor haar gekomen is.
I och is er- voor ons gevoel iets buitengewoon
weerzinwemrenas in deze wijze van oorlogvoe
ren. i
Laar drijven rustig' te midden der golven de
drie girojote sterke schepen, ieder oogenblik ge
reed tof bet gevecht. Zij vorrmen elk een kleine!
wereld op zich zelf, een samenleving- van 750
menseben, onder een gbect georganiseerde -lei
ding1, en vertrouwend op hun moed en op de
kracht van hun verdedigingsmiddelen.
Maar ergens in de diepte zwermen een drie
tal kleine stalen monsters, onzichtbaar voor bet
oog van de-genen, die aan boord zijn, om de
kolossen heen. Zij lichten zich onder water in
de richting; waar z,op rustig en mooi de .g'r-oote
schepen, liggen. Zij varen tot in hun nabijheid,
terwijl iedereen daarboven geheel onbewust is
van wat hem uit de diepte bedreigt, en het
Kven-aan boord zijn gewonen gang gaal.
Fn opeens,ontvangt het éé-ne schip na het
andere den noodlottigen schok. Het zinkt, ge
troffen door zijn onzichtbaren vijand en de bon-
om-c
den die het bevolkten gaan met hem naar de
Neen, al laten wij volle eer wedervaren aan
den moed van den aanvaller, die in vele, wel
licht in de meeste gevallen, mede ten onder gaat,
en dit van te voren weet, er is in dit alles
iets dat onze beste gevoelens kwetst
Het kind maakte geene enkele beweging, uit
vrees haren beul te wekken.
's Morgens stond hij op met den dageraad.
Zij ploot de oogen, hield haren adem in denkende
dat hij haar dood zou gelooven, maar hij bracht
haar eenen schop toe en zeide
Sta op. Ik wil niet dat gij sterft van honger
Ik zal u te eten geven.
Hij maakte hare handen los, trok uit een zakje
een stuk brood welk zij verslond.
Hij had aardappelen doen braden hij liet er
haar eenige van nemen, en, daar zij te zwak was
om de kruik met water op te lichten bracht hij
ze aan de lippen van het kind, altijd vloekend.
Ziedaar genoeg voor twee dagen, zeide hij.
Verstaat gij mij, kleine? Gij hebt nu eten en
drinken gehad voor acht en veertig uren,., tenzij
gij dezen avond gehoorzaam wilt wezen.
Hij bond hare handen stevig vast alvorens te
vertrekken, verzekerde zich dat de koorden goed
rond den boomstam waren gewonden, dat er in
het bereik van Rosa geen enkel voorwerp was,
geen gereedschap waarvan zij zich bedienen kon
om hare banden te verbreken en ging henen.
Hij had op zijnen schouder eeneu zak geworpen
en een zwaar pak koorden waaraan planken waren
vastgehecht.
Hij ging eiken van hunne schors berooven. Hij
had de bijl genomen en het snoeimes in een hoek
van de hut geworpen rechtover de plaats waar
hij Rosa had gelaten.
Welaan, tot wederziens, zeide hij met zyn
Een der geredden van de Engelsche kruisers
vertelt aan een redacteur van de „Maasbode";
De man ver-telde ons het volgendeij-, de drie
kruisers „Aboukir", „Hogue" en „Creasy" voe
ren sincis enkele dagen in de N,oordzee me-t de
cpdtacht'daar mogelijk vijandelijke schepen aan
te vallen, uen ingang van het Kanaal te be
waken en alle schepen aan te houden Maan
dagmorgen voeren wij zeer dicht onder de Ne
uerJ.andsche kust (zoo dicht, zelfs dat zij van-
ai. Hoek van Holland- werden gezien en de
„Hogue" vlak voor IJmuiden het stoomschip
„Hectcr" heeft aangehouden om te zien ol het
geen ver-boden waar aan boord had. iioQ"!)
Koe zeer wij ook op onze hoede waren, wij
ontdekten niets. Van vijandelijke schepen was
e-r geen spoor te- vinden en toen gisteren het
weer wat beter werd, was er bij ons aan Loord
oen genoeglijke stemming;,
lloe geheel anders werd dat hedenmorgen...;
Toen moest er eindelijk eens gevochten
w-arden, vielen wij- hem in de rede.
Vechten? Van vechten was geen sprake.
Wij werden verrast en kunnen zelf nog niet ver
klaren hoe het zoo spoedig' algeloopea was.
't Was 6 uur in de morgen en de, dug nog
nauwelijks a,an de lucht. Wij' voeren -op on
geveer 20 mijlen ten Westen van liet vuur
schip Maas, de „Aboukir" en do „Hogue" vrij
•licht bij elkaar, de „Cressy" op givoo-teren afstand.
P vtseling een seliok' en de „Aboukir" vloog
in ie lucht. In korten tijd was liet schip naar
den kelder. De „Hogue", die op oe plaats- des
onheils afstevende onderging hetzelfde lot en
toen eer-st begueep ik dat wij- de buit waren
gew orden van Duitsche onderzeeërs. Vijf Duit
sche onderzeeërs moeten onze twee schepen
hebben aangevallen en drie a mi ere loerden
op de „Cressy". Deze kruiser, ziende wat er
graaide was, vuurde nog enkele schoten af, doch
nauwelijks waren deze gelost of hij onderging
h zelfde lot als de „Aboukir" en de „Hogue",
In een korte spanne tijds lag de zee met
lijken bezaaid; van de 2500 man, die -o|> de drie
kruisers waren, moeten velen in hon slaap zijn
gedood. Talrijke leden der bemanning werden
ook gewond en het Wa,s een hartverscheurend
to moei te zien hoe deze ongetu'k'kigen met dan
dol d worstelden. U hebt zoo- juist den matroos
gezien met zijn gebreken beenen Hij heeft
zich 6 uur lang', ondanks zijn hevige pijnen
bicven water weten te houden.
Ik zelf heb met dien kleine jongen daar van
15 jaar even zoo lang in het water- rondge
zwommen. De jongen is geloof ik mijn redder
wreeden lach, tot wederziens I
En hij sloot de deur.
Evenals daags te voren, hoorde zij de stappen
van Piéqueur die zich verwijderde onder de
hoornen, vervolgens niets meer.
Zij bevond zich alweer alleen.
Zij ademde ruimer.
Het stukje brood dat zij had gegeten, had haar
vtrsche krachten gegeven. Haar moed, geheel haar
wilskracht was teruggekomen. Daar de koorts
haar echter niet had verlaten, bestórmden eene
menige gedachten, allerhande zonderlinge plannen
haren geest.
Zij had zich neergezet met den rug geleund
tegen den boomstam en gaf zich over aan al die
droomerijen gemengd met afgrijzen en waarin
het verschrikkelijk beeld van Piéqueur vóór haar
ontsteld gemoed zweefde.
Hare oogen dwaalden, zonder zich ergens stil
te houden, op de minste voorwerpen welke zich
in de hut bevonden, alsof zij hare verbeelding
hadde willen dwingen een plan tot ontvluchting
te vinden dat kon uitgevoerd worden.
Plotseling trof een vonk die aan den haard
ontsnapte werktuigelijk hare blikken.
Dan sidderde zij, stond op, zette zich op de
knieën, met de oogeu wijd open, starlings gevestigd
op de gloeiende kolen die voortbrandden.
Zij kwam het middel te vinden welk zij zocht
Die brandende kolen zouden haat' te pas komen
L- O&ordt vm20la.il