Binnenland.
Aan niemand wordt eenige overlast aangedaan
Om het dagelijksch leven leven weder op gewonen
gang te brengen, is het bepaald noodig. in het
bnlung van de Belgisch bevolking, dat de vluchte
lingen naar Antwerpen terugkeeren en hunne
bezigheden hervatten.
De consul-generaal voornoemd kan, naar aan
leiding van een onderhoud met den tegenwoordigen
gouverneur der stad Antwefpen, aan het boven
staande toevoegen, dat hem door genoemde au
toriteit de meest geruststellende verklaring werd
gegeven, te weten, dat Zijne Excellentie zich ge
heel zal houden aan de Haagsche Conventie' zoo
dat de belangen beider partijen worden gediend
door bij verdrag bepaalde voorwaarden, volgens
welke de privaat eigendommen, de persoonlijke
vrijheid en de eer van vrouwen en meisjes ten
volle worden gewaardigd.
Voorts, dat volgens de uitdrukkelijke verzekering
der Duitsche autoriteiten, ordelievende jonge lieden,
die niet tot het leger behooren, en burgerwachten
kunnen terugkeeren.
Genoemde autoriteiten denken er in het minst
niet aan, laatstbedoelde lieden krijgsgevangen te
maken, op te eischen of naar Duitschland te ver
voeren.
Het is de oprechte wensch der Duitsche auto
riteiten, dat de bevolking van Antwerpen en om
liggende plaatsen aan hen haar vertrouwen zal
schenken, opdat zij in het belang der burgers
zullen werkzaam zijn en rust en orde zullen kun
nen verzekeren.
Antwerpen, 17 October 1914.
De consul-generaal voornoemd,
J. A. VAN DEN BERGH.
FRANKRIJK.
Het officieele communiqué luidt
Op onzen linkervleugel hebben aanzienlijke
Duitsche troepen de hevige aanvallen voortgezet
met name rondom Dixmuiden, Warneton, Armen-
tières en La Bassée. De door de geallieerden inge
nomen posities werden gehandhaafd.
Op het overige front deed de vijand slechts
gedeeltelijke aanvallen, die alle werden afge
slagen, met name te Fricourt ten Oosten van
Albert, op het plateau Westelijk van Craonne in
de richting van Souain, in Argonne bij het Fort-
de-Paris Zuidwestelijk van Varennes, in de om
streken van Malancourt, iD Woëvre in de richting
van Champion, en Zuidoostelijk van St. Mihiel in
het bosch van Dailly.
Wij hebben in het Argonnerwoud en in Zuid-
Woëvre in de richting van het bosch van Mor-
temare geringe vorderingen gemaakt.
SchendiDg van verdragen door
Duitschland.
De Fransche Consul deelt mede
De mogendheid, die de plechtigste verdragen
geschonden heeft en die erkent deze slechts te
beschouwen als «waardeiooze papiersnippers",
tracht de nauwgezette waakzaamheid, die Frank
rijk vau zijn kant bij de naleving van zijn plich
ten oetracnt, in verdenking te brengen. Het is
met dit doel, dat de Reichs Anzeiger" van 20
October een mededeelmg publiceert, die ook in
een gedeelte der Nederlaudsche pers is opgenomen,
maar deze insinuaties zullen niemand op een
dwaalspoor brengen: nóch hen, die op de hoogte
zijn van de roemrijke wapenfeiten der Duitsche
legers te Leuven en te Dinant, nóch hen die in
aanraking kwamen met de Fransche autoriteiten,
of met het Fransche Roode Kruis en zich reken
schap konden geven van de solidariteit en mensch-
lievendheid waarmede men aan Fransche zijde
zijn taak opvat.
Op al deze beschuldigingen zal de regeering
der republiek antwoorden, als het het geschikte
oogenblik is gekomen. Maar om thans reeds de
handelwijze van onze vijanden op het terrein,
waarop zij zich thans plaatsen, te karakteriseeren,
is het voldoende op te merken, dat wij in het
bezit zijn van officieele en authentieke documen
ten, over de uitvaardiging van een dagorder van
een lluitschen generaal, wiens naam binnenkort
bekend gemaakt zal worden te samen met de
bewijsstukken. Deze generaal beval zijn
troepen geen kwartier te geven aan
gevangenomen Franschen en de ge
wonden af te maken. Eveneens zal men
den naam publiceeren van een kapitein, die over
de uitvoering van deze order gewaakt heeft. De
bewijzen zullen geleverd worden niet door Fran
schen, maar door de getuigenis van gevangen ge
nomen Duitsche soldaten, terwijl de «Reichs-
Anzeiger" zijn verklaring slechts door mededeelin-
gen van Duitsche onderdanen steunt.
A n t i-'c 1 e r i c a 1 i s m e.
Wij lezen in de „Msb."
Nu het anti-clericalisme weer herleeft, vond
de „Dépêche de Toulouse" het noodig ook weer
eens in hare kolommen de gewone anti-Katho
lieke hatelijkheden uit te stallen en met name
de vaderlandsliefde der Katholieken verdacht te
maken.
Mgr. de aartsbisschop van Auch antwoordt met
een in de kolommen van de „Dépêche" opge
nomen „lettre de rectification".
„Gij schrijft, zoo zegt Z. B< H, een woord
neer, het wreedste van alle, dat door niemand
uwer lezers, bij wien nog; een sprank van eer
lijkheid gebleven is, zal worden goedgekeurd:
„Men vraagt zich af, of het geloof het vader
land. niet vergeten doet". Hebben zij dan het
vadei land vergeten, de generaals, de officieren»
i onbewimpeld Christen, die uwe bewonnering
tuidwuigen; de soldaten, die om hun moed te j
doen herleven, bijna alle voor onze altaren zijn
neergeknieldde priesters, door den vijand uit
haat jegens Frankrijk neergeschoten; de priester
soldaten, waarvan velen voor Fiankrijk gedood'
zijn of met vreugde voor Frankrijk lijden; de
priester-ziekenverplegers, wier aanvoerders hun
ne verstandige toewijding roemen; de missionaris
sen, van. verre toegestroomd om aan, de roepstem
van het land te beantwoorden; de religieuzen,
uit wreede verbanning: teruggekeerd cim hun
plicht te doen; de hospitaal-zusters door Prui
sische kanonkogels getroffen aan de legerstede
der gewonden; de religieuzen, ongeduldig om
te arbeiden en die zich beklagen, niet genoeg
te kunnen doen voor de gewonnen? Heeft bij
al deze bewonderenswaardige werken het ge
le* .1 de vaderlandsliefde gehinderd? Of was het
geloof de beste bron van inspiratie en de sterkste
steun?.,,...." -
De censuur in Frankrijk begint ook te lief
hebberen in anti-clericalisme en zich op her
derlijke brieven te doen gevoelen. Zoo staat in
het Bulletin Catholique der Montauban het vol
gende i
Nieuwe verioordeeling van „La Dépêche".
Innig geliefde diocesanen.
(Door de censuur geschrapt.)
f PIERRE,
Bisschop van Montauban.
De verwoesting van het kast,eel
Baye. 1
Een medewerker van het „Journal de Genève",
die het slagveld aan de Marne bezichtigde, kwam
ook aan het kasteel Baye, welks eigenares, een
barones, den kroonprins in een brief ervan be
schuldigd heeft liet slot uitgeplunderd en het
geroofde in kisten weggevoerd te hebben. De
journalist trof het gebouw in onbeschadigder toe
stand.
De huishoudster zeide hem van niets te weten,
ofschoon zij tijdens de inkwartiering1 van de Duit
sche officieren aanwezig was geweest. Bescha
digd waren slechts twee glazen kasten, waar
van de glazen wanden gesprongen waren, ver
moedelijk ten gevolge van een ontploffing.
Blieven van k r ij gi s g e v a n g e n e n.
In de bladen der oorlogvoerende Mogendheden
worden van tijd. tot tijd, uit brieven van krijgs
gevangenen, mededeelingen en uittreksels gepu
bliceerd, waarin hoog opgegeven wordt van de
voortreffelijke behandeling; welke ae oriefschrij-
vers genieten van de autoriteiten in het land
hunner krijgsgevangenschap. Welke waarde aan
dergelijke uitingen moet worden gehecht blijkt
uit hetgeen een Fransoh blad, de „Moniteur du
Puy-de-Dömc",' naar aanleiding daarvan verhaalt
,onder het opschrift „Ruse ae prisonniers".
Een reservist, vertelt het blad, geboortig uit
een industrie-stadje in de omstreken van Saint-
Etienne, is krijgsgevangen in Duitschland. Hij
beeft zijn vrouw een brief geschreven, warrin
hij, in hoogdravende termen, vertelt, dat de Fuit-
schers hun krijgsgevangenen bewonderenswaardig
behandelen. Het regime, waaraan zij zijn onder
worpen, laat niets te wenschen.
„Wij wonden", zoo eindigt de briefschrijver,
„behandeld precies als de pensionnaires van moe
dei X...", Nu is deze moeder X. iemand, die.,
varkens houdt.
Een ander Fransch krijgsgevangene, afkomstig!
uit dezelfde streek, schreef een brief, waarin hij,
in uitnemend Fransch, ae goede behandeling
roemt, welke hij en zijn medegevangenen onder
vinden. Maar in het post-scriptum, meldt hij in
het lonvervalschte patois van zijn streek
„En crève de fan", hetgeen wil zeggen- „ik
sterf van honger".
Een derde maakt van hetzelfde middel gebruik
en schrijft, in hetzelfde patois:
„Non crèsore re", hetgeen wil zeg'gen: „Ge
lóóf niets van hetgteen ik zeg"..
DUITSCHLAND.
De Pruisische Landdag.
Wolfl's bureau seint uit Berlyn
In het Huis zijn de tribunes geheel bezet. Vele
afgevaardigden, die deels gewond zijn, dragen
uniform.
De president verkrijgt machtiging om de Kei
zerin met haar geboortedag geluk te wenschen
ook de sociaal demoeraten stemmen voor deze
opdracht.
De ondervoorzitter van het Ministerie, Delbriick,
dient vervolgens de oorlogs-wetsontwerpen in.
«De haat en de afgunst van de naburige vol
ken van Duitschland", aldus de Minister, «hebben
ons in een oorlog gewikkeld, voor ons bestaan.
Het gaat er om te zijn of niet te zijn. Onze legers
strijden aan de grenzen, ten Westen en ten Oosten
De Keizer bevindt zich te midden zijner zegevie
rende troepen. De Rijkskanselier vergezeld hem
en betreurt het levendig verhinderd te zijn, de
wetsontwerpen hier te kunnen indienen die voor
den oorlog noodzakkelijk zijn.
Ik kwijt mij van een allerhoogste opdracht
(alle afgevaardigden, benevens de leden van de
RegeeriDg, verheffen zich van hun zitplaatsen),
door aan het Huis de hartelijkte groeten van on
zen geliefden Keizer en Koning over te brengen»
die mij, toen ik kortgeleden in het hoofdkwartier
vertoefde, mij deze opdracht gaf. De Keizer
volgt met levendige belangstelling uw ar
beid om de wonden te helen, door den oorlog
geslagen, en wenscht uw arbeid den grootsten voor-
spoed toe." (Levendige bijvalsbetuigingen). Ver
volgens liet Minister Delbrück de wetsontwerpen
toe, waaronder er een is, waarbij 1.500.000.000
Mk. wordt gevraagd.
Voortgaande zegt de Minister«Terwijl daar
buiten onze legers strijden en bloeden, is het de
taak van ons om het land naar alle kanten sterk
en gereed te houden. (Levendige stemming.)
Eischen zonder voorbeeld in de geschiedenis wor
den ons gesteld; reusachtige offers worden van
ons gevraagd Maar het zijn ook reusachtige
krachten, die in ons ontwaken. Ieder onzer weet,
dat wij de wapenen niet uit de hand zullen mo
gen leggen, voordat de overwinning is verkregen,
die ons een duurzamen vrede verzekert. (Storm
achtige bijval.) Ieder weet ook, dat wij over
krachten en middelen beschikken om door te
zetten, totdat die zegepraal behaald is (Her
nieuwde stormachtige bijval). Ik ben er zeker
van, dat ook uw beraadslagingen er van zullen
getuigen, dat het onze ijzeren wil is de overwin
ning te bevechten". (Opnieuw geestdriftige toe
juichingen.)
Na eenige korte verklaringen van den sociaal
democraat Hirsch en een vaderlandlievende toe
spraak van den president, keurde het Huis van
Afgevaardigden, met algemeene stemmen, dedrie
'ezingen van de oorlogswetsontwerpen goed.
Het schenden van het volkenrecht door
Frankrijk.
De Duitsche regeering publiceert een manifest
tegen de schending van de Conventie van Genève
van 6 Juli 1906, door de Fransche troepen en
door de Fransche frantireurs. In het manifest
wordt ten schepste geprotesteerd tegen een op
treden, hetwelk in strijd is met het volkerenrecht,
en wordt dit document in handen gesteld van de
Fransche regeering, en aan de regeeringen van de
neutrale mogendheden. Het manifest bewijst aan
de hand van talrijke gegevens, dat de Fransche
troepen en de Fransche franctireurs Duitsche
gewonden ruw hebben behandeld, beroofd, en
gedeeltelijk op bestiale wijze hebben verminkt en
vermoord, bijv. hebben de Franschen een Duitsche
automobiel met gewonden aangevallen, zij be
schoten een saniteitswagen, overvielen en beroofden
lazaretten, en namen de aanvoerders der sani-
teitscolonnes in hechteniszij fusilleerden den
dokter, die den gewonden hulp wilde brengen.
Tegen de schending van het verdrag, hetwelk
door alle staten van de wereld wordt erkend,
protesteert de Duitsche regeering op plechtige
wijze.
Olie vö,or Duitsche
vliegmachines?
Volgens een correspondentie uit New York zijn
binnen zeer korten tijd 10 schepen van New York
en Philadelphia uitgeklaard, voornamelijk geladen
met olie. i
Naar Holland waren daarvan bestemd de „Rot
terdam" (1.700.000 Gallons) de „Sun" (2.063.000
Gallons) „La Campené" (751,450 Gallons) de „Am-
steldijk" (125.113 Gallons). De opmerking! wordt
gemaakt, dat slechts een klein deel der ver
scheepte olie naar Kopenhagen ging, maar dat
het glrpotste deel voor Duitsche vliegmachines zal
moeten dienen, daar Duitschland enorme hoeveel
heden olie noodig heeft.
RUSLAND
Het gjevecht g,an dei Weichsel.
De corresp. van de „Times'"' schrijft ü,d. 20
Oct. j
Het getij van den veldslag rolt van War
schau terug. De ingezetenen kunnen het bul
deren van het geschut niet meer hooren. En
kel uit den aanhoudenden stroom van krijgs
gevangenen en gewonden, alsook uit de aan
wezigheid van groote massa's Russische troe
pen die de Polen „onze troepen" noemen
leidt iedereen af, dat de groote strijd op de
Pooische vlakte over den Weichsel nog gaan
de is. Het is nog maai- kort geleden, dat War
schau's burgers nog op een kanonschoi afstand
van den strijd waren.
Hoe groot het gevaar voor genoemde stad
geweest, blijkt zoowel uit ingezonden stuk
ken en telegrammen in do bladen, als uit par
ticuliere correspondenties. 11 en 12 October
brachten de ingezetenen van Warschau uren
van hevigen angst door. Er was een loos ge
lucht verspreid, dat de oorlog dc- opoffering
dei stad eischte, en dat de Russen naar het
oosten van de Weichsel waren teruggetrok
ken. De voorbereidingen bij zekere publieke
kantoren, o.a. de consulaten, gemaakt, om de
stad te verlaten, gaf den geruchten een schijn
van waarheid. En toen reeksen boerenwagens,
sommige van Sandomir afkomstig', in de; bui
ten wijken arriveerden en de verhalen van den
opmarsch der- Duitschers1 de ronae deden, be
gonnen velen zich op het ergste voor te be
reiden. Volgens een der berichten, te Peters
burg gepubliceerd, organiseerde hef sta Je be
stuur zelfs een speciale militie, om tijdens de
Duitsche bezetting de orde te Warschau te
handhaven. - j
Een overweldigend gevoel van vreugde
maakte zich van de bevolking meester, toen zij
begreep, dat de geruchten omtrent de overgave
dei stad valsch waren en dat, als men de
Duitschers zoo ver naar voren liet gaan, dit
geschiedde om hen des te beter te kunnen
vasthouden en te straffen.
Pe gruwelen van den veldslag en het lot der
"Vluchtelingen weid door het onbeschrijflijk slechte
weer verergerd, maar ondanks de aanhoudende
regens hebben de burgers de sol laten blijmoedig'
geholpen.
Afschuwelijke bijzonderheden werden iti de oor
logsverhalen gemeld. Toen de slag aan ae Weich
sel heviger werd, voerde het water massa's lij
ken de stad voorbij' en de bruggen stonden vol
nieuwsgierigen, om de doode vijanden te zien
drijven.
PORTUGAL.
Be houding! van Portugal.
Een Reuter-telegxam uit Madrid meldt:
De Portugeesche gezant, senor Vasódncel-
lés, heeft den 19en dezer een bezoek gebracht
aan den Spaanschen premier en in poli time
kringen heeft dit bezoek groote belangstel
ling, gebracht, hetgeen foe te schrijven is aan
het feit, dat Portugal reeds tot mobilisatie
zijner strijdmacht is overgegaan.
Senor Vaisconcelles verklaarde echter, dat
aan zijn bezoek hij den Spaanschen minister
president geen bijzondere beteefcenis moet toege
schreven worden.
De publieke opinie in Portugal zooi zeide
hij verder was ten zeerste voor interventie
in het Europeesch conflict. Het parlement
zou in dezen geheel de wenschen der regee-
ïing volgen. Portugal waren door zijn ver
dragen verplichtingen opgelegd en deze ver
plichtingen zou het nakomen, ofschoon de
handelsbetrekkingen met Duitschland van zeer
h&rtelijken aard waren.
Portugal had de garnizoenen in zijn koloniën
en zijn artillerie versterkt.
De Winkelsluiting.
De Gemeenteraad van Amsterdam besloot in
haar laatste zitting, de verordening op de Win
kelsluiting te handhaven. Evenwel met deze wijzi
ging dat bepaaldelijk aangewezen winkels, die
voor t grootste deel van avond verkoop moeten
bestaan (vooral in de nabijheid van de schouw
burgen e. d.) na 9 uur mogen openblijven.
In deze winkels mag de verkoop na 't sluitings
uur geschieden door den winkelier zelve en zijn
echtgenoote en inwonende familieleden boven
16 jaar.
Het voorstel Ter Haar om de geheele veror
dening in te trekken werd verworpen met 28
tegen 13 stemmen.
tiranje-blanje-bleu.
Wij plaatsten gisteren een artikeltje, overgeno
men uit de «Limburger Koerier" waarin werd
aangedrongen, om het rood-wit-blauw, voor onze
vlag te veranderen,in het oude OraDje-blanje-bleu,
vooral ook om verwarring met de vlag van andere
landen te voorkomen. De »Rsb." geeft hierop de
volgende geschiedkundige aanteekeningen.
In een drietal hoogstbelangrijke studiën van
den hoogleeraar Robert Fruin van 1863 tot 1885
verschenen, wordt de kwestie van de Nederlaud
sche vlag behandeld. In strijd met een bewering
dat de rood-wit-en-blauwe kleuren, die vroeger
wel door de Beiersche graven gevoerd zijn, door
de Loevesteijnsche fractie bij het eerste stadhou-
derlooze tijdperk na den dood van Willem II in
plaats van de oude Prinsenvlag gesteld werden,
toont de hoogleeraar aan, dat rood-wit-blauw wel
degelijk de oude Prinsenvlag was.
Wat was dan het oranje-blanje-bleu?
Ook dat was de oude Prinsenvlag. Maar beiden
waren hetzelfdede kleuren van 's Prinsen livrei.
Ware niet het bezit van het Prinsdom Oranje
van eigenaardigen invloed geweest, graaf Willem
van Nassau, door de erfenis van zijn neef René
van Chalons Prins van OraDje geworden, zou nooit
het oranje-wit en blauw gekozen hebben.
Maar hoe kwam men dan aan het rood Een
voudig omdat door het gebruik in obscure weers
gesteldheid het oranje te gauw verschoot. Dien
tengevolge sprak men van oranje-blanje-bleu,
waar men rood-wit-blauw voerde.
Feitelijk is onze vlag het eerst door de Water
geuzen in 1572 ontplooid en deze voerden, naar
(toenmalig zeegebruik, de kleuren van den admi-
raad «die hun commissie had gegeven." Die ad
miraal, waarvan .Lumey de luitenant was, was
niemand anders dan de Prins van Oranje. Dien
tengevolge voerden de Watergeuzen de Prinsen
vlag, die oranje-blanje-bleu genoemd werd, maar
feitelijk rood-wit blauw was.
Iu 1865 bij de feesten van Neerlands Onaf
hankelijkheid, keerden velen door een verkeerd
historisch inzicht, tot het oranje-wit-blauw te ruil.
Spoedig zag men in misschien daarbij ook aan
het Beiersche Huis denkende dat om eenheid
van kleurschakeering te verkrijgen, ook het lich
ter blauw moest gekozen worden, zooals dat thans
nog in de Beiersche vlag gevoerd wordt.
Men kreeg toen spoedig verschietend oranje,
wit en flets blauw. En die kleuren voldeden
tegen onzen grijzen hemel veel minder goed dan
de vlag in forscher tonen die als Prinsenvlag in
1572 in den opstand tegen Spanje ontplooid was.
Ziehier in zeer korte woorden samengevat wat
de prachtige studies van onze groote Fruin ver
tellen.
1) Vóór 1572 werd ook door de Nederlaudsche
partij ofwel de Spaansche vlag, rood, wit en geel
of de Bourgondische vlag, een Andrieskruis in
wit of in rood op een veld van rood of van wit,
of wel een groene of wit groene vlag gevoerd.
Dit lag missehien hieraan, dat in het begin van
opstand de Zwijger nog niet zóó duidelyk in
IJ' 'li-