Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
f
f
ibüJ13
De Oorlog.
Het licht aan het venster.
Gratis Ongevallen verzekering
3/ste Jaargang.
Maandag 26 October 1914
No. 11063
I* fï n Terlies jp4 r
OYereenioistif op 4e polis rantlie yoorwaarflen.
Of&cieel« berichten.
Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., tranco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën
1—6 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maa! plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
by
levenslange
geheele
invaliditeit
De verzekering wordt gewaarborgd door
de
b*j
verlies van
een hand,
voet of oog;
Ilollandsche Algemeene
verlies
van
een duim
Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam.
bij
verlies van
eiken ande*
ren vinger.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam;
Gelet op artikel 12 der Drankwet
Brengen ter openbare kennis, dat bij hen is in
gekomen een verzoek van Cornelia Maria Pot,
echtgenoote van Wilhelmus Jacobus Zwei-
nenberg, om vergunning voor den verkoop van
sterken drank in het klein, voor gebruik ter plaatse
van verkoop in het benedenlokaal van het pand
Lange Haven no. 118.
En herinneren dat binnen 2 weken na deze
bekendmaking tegen het verleenen van de ver
gunning schriftelijk bij hun College bezwaren
kunnen worden ingebracht.
Schiedam, 26 October 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
i M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
De stryd bij Nieuwpoort en Dixmuijden duurt
met groote hevigheid voert. Naar de admiraliteit
meedeelt hebben de monitors en andere Engelsche
oorlogsschepen gisteren den geheelen dag den
Duitschen rechtervleugel krachtig en met succe
beschoten in samenwerking met het Belgische
leger. Alle aanvallen der Duitschers op Nieuw
poort zijn afgeslagen. Hun is veel afbreuk gedaan
door 't vuur van het scheepsgeschut, dat hun
linies bestrijkt en krijgsgevangenen getuigen van
de groote verliezen door dat vuur in de Duitsche
gelederen aangericht. In den namiddag zijn ook
de Duitsche batterijen nabij Ostende beschoten.
Admiraal Hood beschikt nu over een flottille,
die zeer geschikt is voor dit doel, maar overigens
niet veel waard is voor de vloot. Den geheelen
dag hebben Duitsche duikbooten herhaaldelijk
aanvallen gedaan op de Engelsche schepen en op
twee ervan torpedo's afgevuurd, die echter geen
doel hebben getroffen. Andere Engelsche schepen
hebben die duikbooten aangevallen.
Vliegtuigen én luchtballons dienden om het
vuur op de Duitsche stellingen te richten.
Toch schijnen de Duitschers eenige voordeelen
behaald te hebben. De Berliner sLokalanzeiger"
meldtDe Duitschers dringen uit het noorden en
oosten tegelijkertijd op. Hunne geheele sterke
troepenmacht, die ze eerst aan de noordkust
saamgetrokken hadden, marcheerde zuidwaarts
naar Nieuwpoort waar zich een slag ontwikkelde.
Toen de Duitschers daar dreigden de linies dei-
verbondenen te omvatten, grepen nog op het
laatste oogenblik... Engelsche oorlogsschepen in en
redden zoodoende den toestand. Ze hielden de
Duitsche batterijen bezig. Intusschen had het
landleger der verbondenen wat ruimte gekregen
en kon toen ten westen van de Yser gaan ope-
reeren.
Ook bij Rijssel deden de Duitschers een for-
i)
«Emiel, ik zal het licht laten branden en aan het
venster zetten, totdat gy thuis komt".
«Doe het niet, moeder, het mocht eens laat
Worden", antwoordde de jongeling en trad met
een zekere wankelmoedigheid de deur uit.
«Het is donker in het straatje en zoo gij eens
viel, zou het een verkeerde zuinigheid zijn, een
Weinig licht te laten branden".
Het was een gezonde, krachtige vrouw, die ter
wijl zy met haar zoon sprak, naarstig het strijk
ijzer hanteerde en het gestreken linnen, helder
als pasgevallen sneeuw, in een groote mand naast
zich neerstapelde. Om haar heen bevonden zich
nog vier jeugdige telgen, te jong om iets tot hun
onderhoud bij te dragen. Emiel echter telde acht
tien jaar en was een vroolijk, levenslustig jonge
ling. «Ware hij ernstiger en verstandiger", zuchtte
de moeder halfluidhij dacht evenwel niet over
de moederlijke zorg der weduwe.
Dag in dag uit slenterde hij met zijn kameraden
langs het strand, de aangekomen booten opwach
tende of hy vermaakte zich met steenen in 't
water te werpen, die door den grooten Newfound-
schen aanval. In een hardnekkig gevecht hielden
de Franschen stand dientengevolge kon het Bel
gische leger in de buurt van Veurne een beetje
lucht krijgen, De Duitschers trokken intusschen
steeds meer in zuidelijke richting op en kregen
nog groote versterking. Voor alles trachtten zij
bij Dixmuiden een zwaren druk uit te oefenen,
om op iets grooteren afstand van de kust en van
de Engelsche seheepsartillerie naar Duinkerken en
Calais te kunnen oprukken. Nieuwpoort' werd in
allerijl versterkt, maar toch konden de Engelsche
marinetroepen en het Engelsche geschut worden
ontscheept.
De dorpen en steden die tengevolge van 't bom
bardement leden, bieden een troosteloos beeld van
verlatenheid en vernieling.
Op grond van de laatste Fransche officieele
berichten meent men, dat de Duitschers in die
streken nog terrein gewonnen hebben.
Fransche telegrammen uit particuliere bron te
Genève ontvangen, geven toe dat men aan de
Duitsche aanvallen, zoowel in België als in Fran
krijk merken kaD, dat ze numeriek sterker zijn
geworden, grooter vertrouwen en meer elan too-
nen. Niet minder dan 21 Fransche generaals zijn
reeds gevallen.
Naar de «Frankfurter Zeitung" meldt vecht nu
ook de Fransche cavallerie te voet met de kara
bijn en werkt mede aan het opwerpen van ver
schansingen.
De «Daily Chronicle" constateert, dat een
Fransch smaldeel aan den kust-strijd deelneemt.
De dijken zijn doorgebroken, zoodat de aanvan
kelijk doorweekte bodem thans geheel overstroomd
is.
Het Fransche communiqué luidt:
Op onzen linkervleugel duurt de slag voort. De
vijand is gevorderd ten Noorden van Dixmuyden
en om la Bassée.
Wij zijn aanmerkelijk gevorderd ten Oosten
van Nieuwpoort, in de buurt van LaDgmarsch
en in de streek tnsschen Armentiéras en Rijsel
(Lille).
Op het overige gedeelte van het front zijn vele
aanvallen van de Duitschers bij dag en bij nacht
afgeslagen. Op vele punten zijn wij lichtelijk ge
vorderd.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt
De gevechten aan het kanaal YserYperenzijn
buitengewoon hardnekkig. In het Noorden is
het onze troepen gelukt in aanmerkelijke getale
over het kanaal te komen Ten Oosten van
Yperen en ten Zuidwesten van Rijsel (Lille) zijn
onze troepen in hevige gevechten langzaam voor
uitgedrongen.
Ostende is gisteren volkomen doelloos door
Engelsche schepen beschoten.
In het Argonner woud zijn onze troepen ook
vooruitgekomen. Hier werden verscheidene ma
chinegewei en veroverd en een aantal krijgsge
vangenen gemaakt. Twee Fransche vliegtuigen
werden hier neergeschoten.
Bij Florey, ten Noorden van Toul, hebben de
Franschen den wapenstilstand, dien wij aanboden
om hun in grooten getale voor het front liggende
lander «Sultan", den viervoetigen lieveling van
het dorp, den vriend van groot en klein, werden
opgedoken en terugbracht- De moeder vond daar
in geen bezwaar. Als het echter avond werd,
deden zich de zaken anders voor en met kloppend
hart begluurde de eerzame weduwe en bezorgde
moeder de schreden haars zoons en de vrees ver
vulde haar moederlijk hart bij de gedachtehij
mocht eens te veel drinken.
Toen zij dezen avond Emiel zoo frisch en ge
zond aan de deur harer schamele woning zag staan
was het niet te verwonderen, dat de moedertrots
en de zoete verwachting, die zij koesterde, haar
deze woorden deden fluisteren«eenmaal zal hij
wel tot inkeer komen en mij ter zijde staan in
de opvoeding mijner kinderen".
Ijverig bleef zij aan het strijken, tot haar dag
werk volbracht was. Daarna zette zij, zooals zij
gezegd had, het licht aan het venster, opdat hij
bij zijn terugkeer niet in het donker zou behoeven
rond te tasten. Het kaarsje brandde op en doofde
flikkerend uit, maar geen Emiel kwam opdagen
Emiel Cameron, zoo was zijn familienaam, was
er van doorgegaan, maar niemand wist waarheen.
Het leven tehuis scheen hem zoo hard toe,
het waakzaam moederoog ergerde hem en het
verlangen zijn eigen wil en weg te kunnen volgen
deed hem helaas het ouderlijke huis verlaten die
woorden echter ik zal het licht laten branden,
Emiel, tot gij thuis komt", kon hij niet uit zijn
geest verbannen
Ofschoon wellicht de ydele hoop op rykdom,
dooden te bgraven en hun gewonden te befgen,
afgewezen-
Wat betreft de strijd in het Oosten, daarover
meldt een officieel Oostenrijksch communiqué, dat
aan de Beneden San hevige gevechten worden
geleverd.
Uit Petrograd wordt bericht, dat de Russen met
een energiek offensief in een breed front de Weich-
sel zijn overgetrokken. Volgens de Oostenrijkers
hebben deze de Russen over de Weichsel laten
trekken om hen daar te kunnen aanvallen en te
verslaan. Meer dan duizend Russen moeten zij
bij Jarzeka hebben gevangen genomen en 3000
man bij Ivangorod. Op de Save is de Oosten-
rijksche kanonneerboot «Ternes" op een mijn ge-
stooten en gezonken na een succesvolle actie op
de die rivier. Van bemanning worden 33 man
vermist, de anderen zijn gered.
Op Zee.
De Duitsche vloot laat zich geducht gevoelen.
De «Embden" alleen heeft den vijand reeds een
schade berokkend van 50 tot 60 millioen mark.
De Japansche kruiser «Takashio" is niet op
een mijn gestooten, maar is bij een aanval door
de torpedoboot »S 90 vernield geworden. De »S
90" is de oudste van de grootere Duitsche torpe
dobooten, en de bemanning heeft het scheepje in
de lucht doen vliegen.
De Duitsche duikboot de »U 9", die de drie
Engelsche kruisers in de Noordzee heeft getorpe
deerd, heeft den 20e October de Engelsche krui
ser «Glitra" op de Noorsche kunst laten zinken
door het openen der ventielen. De bemanning
had het schip in booten verlaten.
De «Karlsruhe" heeft de volgende schepen in
den grond geboord
Strathroy 2.807 ton Maple Branch 2.761 ton
Highland Hope 3.323 tonIndrani Cornish
City 2.431 ton; Rio Iguassu 2442 ton; Farn 2.735
ton Niceto de Larrinaga 3.173 ton Cervantes
2.932 ton Pruth 2.867 ton Lynrowan 2 098 ton;
Maria 3.649 ton; Condor 1.958 ton.
De Cornish City voer met 6000 ton steenkool
van Cardiff naar Rio, de Farn met 4000 ton naar
Montevideo. De Karlsruhe heeft zich dus ruim
schoots -van kolen kunnen voorzien en zal er nut
van kunnen hebben, nu er volgens de Engelsche
admiraliteit 70 kruisers, waaronder de snelste van
de geheele vloot, zijn uitgezonden om de negen
Duitsche oorlogsschepen, die in den Atlantischen
Oceaan, de Stille Zuidzee en den Indischen Oceaan
jacht maken op Engelsche koopvaardijschepen
onschadelijk te maken.
De Engelsehe torpedojager Badger heeft uit de
Nederlandsche kust een Duitsche duikboot geramd
en in den grond geboord.
De boeg van de Badger is een weinig bescha
digd.
BELGIë.
Een dankbetuiging.
Z.Em. kardinaal Mercier zond het volgend
schryven aan den aartsbisschop van Utrecht
Archeveché
de Malines.
de gedachten, door een samenloop van gunstige
omstandigheden een steun te kunnen worden voor
de zijnen, het hunne er toe bijgedragen hadden,
was toch de groote drijfveer zijner verdwijning
het verlangen van het moederlijk toezicht ont
slagen te zijn.
Den volgenden morgen scheepte Emiel zich als
matroos in en begon in waarheid een woest en
ruw matrozenleven te leiden, zoo beviel het hem.
Maar als de bulderende storm, met onweer
staanbaar, woest geweld, de bruisende baren op
zweepte en door de duisternis de signaal vuren
van een vuurtoren van uit de verte heen flikkerden
rees de herinnering aan het licht aan 't venster
wederom in zijn geest op en meende hij zijn
moeder nog te hooren zeggen «Ik zal het licht
laten branden tot gij terugkomt". Ook menig
maal was het hem, als hoorde hij zelfs te midden
van luidruchtige vreugde, de zwakke stem zijner
moeder liederen of godsdienstige gezangen zingen
maar toch waren deze inwendige vermaningen
niet bij machte, hem tot zijn plicht terug te
brengen.
De tijd vloog voorbij en de gewetenswroeging
hield op hem te pijnigen. Het scheepsvolk oud en
jong gaf zich aan den drank over en Emiel niet
uitgezonderd. De zonnestralen bruinden zijne
wangen. Zijne stem was zwaar en ruw geworden.
Hij was minder goed mensch dan goed matroos.
Mettertijd werd hij scheepsluitenant op een prachtig
zeeschip «Agamemnon" genaamd. De zee was
voor hem beter dan de vaste bodem, het zee-
Excellentie,
Onze priesters en geloovigen, bij het terugkee-
ren in hunne woonstede, kunnen met niet genoeg
lof spreken over de milde ontvangst vanwege het
Nederlandsche volk.
Dank de hulp der komiteiten, overal opgericht,
ontmoetten zij in inrichtingen van allerlei aard
en privaatwoningen de gulste gastvrijheid. Door
haren warmen toeroep tot de bevolking gericht,
verdient de pers een diepgevoelden dank. In éen
woord, komt het gansehe Nederlandsche volk,
zonder onderscheid van meening of godsdienst,
een hartelijke hulde toe.
Te midden der hartverscheurende smart van
het afscheid was het voor ons vaderhart een
machtige troost, te vernemen, hoe edelmoedig
onze zoo diepbedroefde bevolking in Nederland
onthaald werd.
Wij betuigen aan het volk van Nederland onze
welgemeende dankbaarheid.
Hoewel die verhevene houding in ons geen
verwondering verwekte daar de sympathie van
Nederland voor België hier algemeen bekend
stond heeft niettemin het Nederlandsche volk
door zijne liefdadigheid een nieuwen titel op onze
bewondering verworven.
Zegene God onze Noorderbroeders voor hunne
milddadigheid tegenover onze medeburgers I Moge
een zoo bewonderenswaardige zielegrootheid op
uw en ons volk Godes ruilden zegen, dié ons op
dit oogenblik zoo onontbeerlijk is, overvloedig doen
nederdalen 1
Gelief, Excellentie, de uiting mijner eerbiedige
w.g. f D. Kard. MERCIER,.
Aartsb. van Mechelen.
Antwerpen, 17 Oct. 1914.
In. Antwerpen.
Be coarosp. van „De Tijd"' schrijft:
Terwijl in Antwerpen zich het gewcdie leven
zaichtkens aan herstelt, en zich kon herstellen,
omdat er betrekkelijk althans weinig; vernield
is. blijkt dit niet het geval met tie omliggende
plaatsen. Hoe vreeselijk Dendennendo, Mechelen,
Lier, en tal van andere plaatsen 'geleden heb
ben is reeds uitvoerig: vermeld.
Allertreurigst zijn de verwoestingen door l.et
geschut aangericht, maar treurig ook, dat er nog
zooveel vernield en geroofd wordt omdat de
bewoners weg' blijven, zoowel te Antwerpen als
elders. Men kan het zich licht voorstellen Po
litiemacht is er niet voldoende, op Verre na niet.
de Boitschers passen wel op, maar hebben nu
wel wat anders te doen, dan politiedienst en zijn
zuidwaarts getrokken meerenüeels.
Het uitvaagsel der maatschappij rooft en plun
dert, al wordt er nu en dan een plunderaar
door de Duitschers doodgeschoten. Bovendien:
Ket geschutvuur heeft vooral de (taken ier hui
zen en de zolders verwoest Weer en wind heb
ben nu vrij sjiel en menig onaangeroerd geble
ven huisraad is vernield door den invallenden
regen, terwijl veel had gespaard gebleven, indien
de bewoners tijdig terug waren geweest,
mansleven deed hem immer de gedachten aan
«moeder" vergeten.
Hij beeld zich in vrienden te hebben, in
mannen, die wisten, dat er thalers in zijn zak
rinkelden. Onze zeeman was volstrekt niet gierig,
zeer dikwijls gaf hij zijn laatste geldstuk aan een
armen bedelaar. Ontmoette de «Agamemnon" een
schip in Dood, dan was hij de dapperste der
dapperen, maar zoo grootmoedig of heldhaftig
was hij niet, dat hij naar de haven terugkeerde,
waar zijne moeder zich ophield. Vijf, tien, vijf
tien, twintig jaren waren reeds voorbij sinds zijn
vertrek uit de ouderlijke woning.
Emiel Cameron telde thans bijna veertig jaar
en was een man geworden, die brandewijn als
water dronk en zich God niet meer herinnerde
dan in vloekwoorden toen op zekeren keer de
«Agamemnon" na een lange stormachtige vaart
een vuurtoren in 't gezicht kreeg.
Door woeste golven geslingerd, door geweldige
stormen langs klippen voortgedreven, zette het
drijvende huis zijn koers naar de haven moedig
voort en den volgenden avond zou de bemanning
wederom vasten grond onder de voeten hebben.
Allen verheugden zich reeds in eenige dagen
rust, zelfs Emiel Cameron niet uitgezonderd. Op
geruimd stond hij op het dek en blikte naar den
vuurtoren in de verte. Het was een verpoozing,
die noodlottige gvolgen na zich zou sleepen.
(Slot volgt).
en broedcvlüko vorlsloc£dh«i<J to a«nuoanlon.