Verspreide berichten. Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. puntbaarden. Ze geleidden een past" honilefd Djtiit- srhe k rijgs ge vangenen. Rond de groep levend in ,onze handen g'evaJlen vijanden (gebaarde kerels naast nauw tot man gewassen Knapen), reden nog andere Mooren. Teen overweldigde mij ineens de tragiek' van dit gebeuren. Welk een vernedering! Duitschers, wier grootste minachting1 de „wilden" go'dt, die door de Fransdhe en Engelsche „barbaren" pit verre werelddeelen waren aangevoerd orn „h e t cultuurvolk, oon Duitschland te bestrijden... denk u in... Duitschers werden hier in krijgsgevangen schap weggevoerd door die geminachte „wil den". Lustelops stapten de gevangenen voort. Som migen schenen de vernedering, welke ze hier ondergingen, niet te gevoelen, ze leken eerder blij nu „uit" den krijg te zijnanderen daartegen waren te meer gedrukt, hadden de ronde mut sen, aan welke klep nog nekbedekking vastzit, voer zoover dit kon, diep voor de oogen ge schoven. i Engelsche spionnage in België. De «Nordd. Aligem. Ztg." drukt als ambte lijke mededeeling het facsimilé af van een formulier, dat voorzien is van het stempel van het Britsche gezantschap te Brussel. Het is van den volgenden inhoud »E(tat) M(ajor) van het Engelsche leger. Ik ondergeteekende, Dale LoDg, attaché aan den E. M., vorder op, op den... 1914..." De «Nordd." teekent hierbij aan Van de hier boven afgedrukte circulaire werd een heel pak aangetrolïen in het bureau van de Engelsche spionnage-centrale te Brussel. Reeds lang voor den oorlog was bekend geworden dat een zekere Dale Long, die in Brussel woonde, zich met spi onnage voor Engeland tegen Duitschland afgaf. Het is ook gelukt een groot aantal van zijn hand langers aan den rechter over te leveren. Intus- schen kon niet met zekerheid worden geconsta teerd, dat Dale Long tot den Britschen generalen staf behoorde. Uit het thans ontdekte formulier blijkt echter, dat hij in geval van oorlog tot dien generalen staf zou toetreden en dat hij als be- hoorende tot het Engelsche leger de bevoegdheid had, in België opvorderingen te doen. Daar deze bevoegdheid door het Britsche gezantschap in Brussel gewaarmerkt is, zooals uit het stempel en uit het aanwezig zijn van een heel pak van de oningevulde formulieren blijkt, is hiermee duidelijk aangetoond, dat men met een mobilisa tiemaatregel te doen heeft, welke zonder toestem ming van de Belgische regeering in het geheel niet denkbaar zou zijn geweest. ENGELAND. Het beschieten van een Engelsche haven. Von Pohl, de chef van den marinestaf, deelt medeOp den 3en dezer hebben groote en kleine Duitsche kruisers een aanval gedaan op de Engel sche kust bij Yarmouth, daar de kustverdedi- gingswerken en enkele betrekkelijk kleine vaar tuigen die in de nabijheid voor anker lagen en geen aanval verwacht hadden, beschoten. Er waren geen sterke Engelsche strijdkrachten ter bescherming van de belangrijke haven aanwezig. De Engelsche duikboot D 5, die naar 't scheen onze kruisers volgde is, naar de Engelsche admi raliteit bekend heeft gemaakt, op een mijn ge- loopen en gezonken. De afsluiting van de Noordzee. Volgens een rondschrijven van de commissie voor oorlogsverzekering heeft de Zweedsche re geering geprotesteerd tegen de op de Noordzee betrekking hebbende bekendmaking van de En gelsche admiraliteit en behield zij daarbij haar volle vrijheid van handelen voor. De commissie laat de premiën, zoowel voor de totnogtoe ge volgde scheepvaartwegen als voor den nieuwen koers, op het oogenblik onveranderd. De pers protesteert tegen de Engelsche maat regelen in zake de Noordzee en een aantal bladen acht een gemeenschappelijk optreden van de onzijdige mogendheden wenschelijk. DUITSCHLAND. Krijgsgevangenen. Tot 1 November waren volgens ambtelijke be richten in de krijgsgevangenen-kampen hospitalen enz. ondergebracht: Franschen 3138 officieren, 188618 manschappen, Russen 3121 officieren, 186779 manschappenBelgen 537 officieren, 34907 manschappenEngelschen 417 officieren, 15730 manschappentezamen 7213 officieren en 426034 manschappen, hieronder zijn de krijgsge vangenen op transport naar de kampen nog niet medegeteld. Dit opvallend hoogere getal, dan in de berichten benoemd werd laat zich in de eerste plaats ver klaren, door aanzienlijke vermeerderingen en ten tweede, doordat de krijgsvangenen in de hospi talen en zij, die buiten de kampen aan den arbeid waren gezet, niet medegeteld waren. Nieuw vlootmateriaal. De «Daily Chronicle" meldt, dat duikbooten over land naar Zeebrugge worden vervoerd. De «Daily Mail" meldt, dat er te Hamburg in deu Elbemond twee reusachtige duikbooten proefvaar ten maken. Ze moeten viermaal zoo groot zijn als de grootste der tot heden gebouwde en in staat zijn 40 dagen in zee te blijven, zonder hun voor raad te behoeven aan te vullen of van een moe derschip (afhanhelijk te zijn. Ook moeten de Duitschers heimeljjk onderzeevernielers bouwen van ongehoorde snelheid en beweeglijkheid. De Duitsche keizer in het Bismarckhuisje. Een medewerker van «De Tijd" te Berlijn schrijft In het FraDsche plaatsje Donchery, waar dit jaar evenals in 1870 de oorlog heeft gewoed, vindt men een smalle strook tuin tusschen landstraat en spoordijk, die in een kerkhof is herschapen Gelijkvormige witte kruisen geven er de laatste rustplaats aan van Duitschers en Franschen. Helm en kepie zijn er op elk graf opgesteld. Een paar passen van de straat af, ietwat ter aan een helling, staat het nederige lage huisje, dat u daar ieder kind zal aanwijzen, als »La maison de la première entrevue". Hier had Na poleon op den morgen van 2 September 1870 het vermaarde onderhoud met Bismarck, waarin de keizer te vergeefs moeite deed, om een beetje meer meegaandheid in de voorwaarden van over gave te verkrijgen. Ieder Duitsch slagveldbezoeker kent het huis en zijn geschiedenis en hij d^nkt er aan op iederen Sedandag. Kort geleden heeft naar uit een ooriogscerrespondentie in de «Duitsche Tagez", bleek de Duitsche keizer aan dit een - voudige plekje gronds een bezoek gebracht. Langs een smal houten trapje komt men in de woning der -eigenares, Madame Fournaise Libau, een eenvoudige, opgewekte oude dame van 71 jaar. Zij kan zich de gebeurtenissen, die zich eens onder haar eenvoudig dak in 1870 afspeelden, nog zeer goed herinneren en vertelde aan den correspondent Ik was 28 jaar oud en wist in 1870 heel goed, wie die twee grootheden waren en waarover ze met elkaar in mijn eenvoudige woonkamer praatten. Maar stel U voor, toen de vorige week Uw keizer kwam. heb ik een tijdlang niet geweten, wie er zoo vriendelijk met me sprak. Reeds hadden we ons een kwartier lang onderhouden, geheel onge dwongen, zooals ik met iedereen spreek, toen hij had verteld, hoe de Franschen thans in den oor log tegen Duitschland wilde volksstammen ge bruikten, Senegaleezen, Marokkanen en weet ik veel wat nog meer. En toen pas heb ik door een opmerking van een der hooge officieren gemerkt met wien ik sprak." Madame Fournaise is vol bewondering over de «beminnelijkheid des keizers, die haar, als souvenir aan zijn bezoek, vier goudstukjes heeft gegeven met zijn beeldenaar er op. Ook de Rijkskanselier, van wien ze met verbaasde oogen vertelt»Oh qu'il es grand, grand en die «niet zulke booze oogen maakte als Bismarck," heeft haar een gou den aandenken achtergelaten. Ten slotte heeft ook Prins Waldemar haar een twintigmarkstuk met een beeldenaar van den ouden keizer geschonken en haar gevraagd, of zij op het munstuk zijn overgrootvader nog herkende. TURKIJS. Van Duitsche zijde wordt gemeld: Iemand die uit Konstantinopel is terugge keerd, deelt in de „Zuricher Zeitung" mede, dat de Turksche soldaten geheel zijn uitgerust voor een woestijncampagne. Ze dragen allen tropen helmen met sluiers en hebben nieuwe inrich tingen voor watertransport en benoodigdheden voor het vervoer van zwaar geschut over zand vlakten. Tal van treinen worden nog verder vervoerd dan de Hedjazspoorweg, zoodat aan te nemen is, dat ook een troepenbeweging over de Roode Zee wordt beoogd. RUSLAND Het voort rukkende leger. De bladen maken met voldoening melding van een tocht gedurende dertig uur van een uit de drie wapens bestaande troepenmacht ddor diep onder de sneeuw liggende bergpassen hetgeen geacht wordt een der grootste prestaties te zijn van het Russische leger in dezen oorlog. De Russen trokken op over een front van ruim 100 mijlen. De eerste groote ontmoeting zal waar schijnlijk plaats hebben bij Erzeroem, waar de Turksche sttijdkracht wordt samengetrokken. Van deskundige zijde wordt de totaalsterkte al daar van de Turken geschat op 90.000 man, vormende zeven divisies van het negende, tiende en elide legercorps waarvan de normale sterkte ongeveer 80 bataljons is met 55 tot 60 batterijen en 35 tot 40 eskadrons cavalerie, waarbij dan nog komen ongeveer 20.000 man ongeregelde Koerdische troepen. Een gedeelte van dit leger zal ongetwijfeld ge detacheerd worden voor de dekking der Zwarte Zeekust, zoodat ongeveer twee tot, twee en een halve legercorps in de omgeving van Erzeroem zal worden opgesteld. Men gelooft dat generaal Limau van Sanders het'bevel voort. De Tsaar is hij het leger te velde aangekomen. ZUID-AFRIKA. Van den Boeren opstand bereiken ons weinig of geen berichten. De Engelsche berichten doen het voorkomen alsof de opstand niet veel te be- teekenen heeft. Reuter seint uit Durbar, dat generaal Smuts in een toespraak tot de Kamer van Koophandel gezegd heeft, dat er volstrekt geen reden was voor bezorgdheid. De opstand zou spoedig met een sisser ofloopen en indien dat niet het geval was, zou de regeering maatregelen nemen om de beweging binnen de engste grenzen te beperken. De te Berlijn verschijnende Continental Times heeft een onderhoud gehad met den generaal- kwartiermeester der Boeren tijdens hun oorlog tegen Engeland, generaal Pearson. Deze zeide o.m. Ik kan tusschen de regels van de Engelsche berichten door lezen, dat de zaken tienmaal slech ter voor de Engelschen staan dan in het openbaar wordt toegegeven. Elke «burger" zal boerencom- mandanten als De Wet en Beijers volgen. Geheel Zuid Afrika zal de gehate Engelsche heerschappij afwerpen. Een voorloopige regeering is reeds ingesteld. Het is kenteekenend, dat haar zetel zich niet in de een of andere onbeduidende plaats bevindt, doch te Heilbronn, dat aan den spoorweg is gelegen en zoowel uit Bloemfontein als uit Johannesburg gemakkelijk te bereiken is. Een artillerie - duel. Een minister, die onlangs op het oostelijk front een veldslag bijwoonde, beschreef als volgt het artillerie duel: Ik stond op een hoogte, welke uitzicht gaf over het breede operatieter rein. Er namen aan weerskanten zeker wei honderdduizend man aan de gevechten deel. En op de uitgestrekte vlakte zag men niemand. Geen Fransch soldaat, geen vijand, geen batterij, geen paard.... Het kanon donderde. Een doffe slag en een rookwolk, welke zeer spoedig uit eendreef; het was onze 75 m.M. een heldere slag, een dichte rook aan de andere zijde van het slagveld dat was het zware Duitsche kanon. Verder stilte, volkomen stilte. En de vlakte. Alleen in dé lucht ballons welke aan d,p ver borgen batterijen de schietrichting aangaven; de tweemaal honderd duizend man, die aan deze actie deelnamen, zaten onder den grond.... Kon. Nat. Steuncomité. Het Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914 heeft eenige zeer belangrijke giften uit Neder- landsch Indië ontvangen. Behalve de reeds in de laatste verantwoording vaa den penningmeester vermelde bijdrage van f 50.900 van de Javasche Bank, ontving het Kon. Nat. Steuncomité telegra fisch de mededeeling, dat in Deli een som van 1 75.000 is bijeengebracht, in het vertrouwen, dat vóór 1 Januari nog een bedrag van 40.000 zal volgen. Dat deze blijken van groote offer vaardigheid van uit ons Insulinde op hoogen prijs worden gesteld, ligt voor de hand. Begrooting. Op de conferentie tusschen de voorzitters der Kamerfracties en de Ministers Cort van der Lin den en Treub heeft men zich, naar wij vernemen, verstaan over de wijze van behandeling der be grooting. In verband hiermede vordert het af- deelingsonderzoek buitengewoon Wel. Gisteren begon men aan de algemeene beschouwing en omtrent de afdeelingen vernemen wij, dat men gisterenavond was gevorderd tot in hoofdstuk V, terwijl de andere afdeelingan in het zelfde tem po moeten werken, zoodat het afdeelingsonder- zoek der Begrooting waarschijnlijk nog heden zal afloopen. Tengevolge der besprekingen op ge noemde conferentie zal men in de Kamer prin- cipieele vraagstukkenen beginselpunten laten rusten Verlof voor militairen. Door het Tweede Kamerlid Duymaer van Twist is de volgende vraag tot den Minister van Oorlog gericht Acht de Minister den algemeenen toestand niet zoo gewijzigd, dat de mogelijkheid kan overwo gen worden om verloven aan militairen op ruimer schaal te verleenen dan tot op heden plaats heeft Zoo ja, is de Minister dan bereid een regeling te treffen, waarhij zooveel mogelijk rekening gehou den wordt met de maatschappelijke belangen van hen, die met de mobilisatie onder de wapenen zijn gekomen. Geïnterneerden. In verband met het bericht in de bladen als zou de Minister van Ooi log hebben bepaald, dat de Engelsche geïnterneerden thans te Groningen, naar een andere plaats zu[len worden overge bracht, vernemen wij uit goeden bron, dat een dergelijke bepaling nog niet definitief is gemaakt. Of zulk een besluit zal worden genomen hangt af van de plaats, die men voor de lichting 1915) die volgens de wet 15 Januari onder de wapens zal moeten komen beschikbaar zal moeten stellen en de kazerne te Groningen door de nieuwe lich ting zal moeten worden betrokken. Men zal dan de geïnterneerden in een ander soort van lokali teiten moeten onderbrengen. Mjjnen. Men meldt uit IJmuiden aan de N. R. Ct. De sleepboot «Wodan" rapport Dinsdagavond gepraaid te hebben den logger K.W. 99, waarvan door een mijn de geheele vleet weggeslagen was en het schip eenige lekkage bekwam, en den logger MA 92, waarvan de halve vleet door een mijn weggeslagen was. De bemanningen waren allen wel, en de schepen zeilen naar huis. Een injjn op de Nederlandsche kust. Visschersvaartuigen rapporteerden bij aankomst te IJmuideD, bezuiden Zandvoort op de 5 vaam een verankerde mijn te hebhen zien leggen. (Tel.) Uitvoer van vee. Op de vraag van den heer SchaperAcht de minister niet den tijd gekomen om den uitvoer van vee, in het bijzonder van varkens, te ver bieden, in het helang van een behoorlijlke voeding onzer min- en onvermogende landgenooten heeft de heer Treub, minister van Landbouw, nijverheid on handel a.i., het volgende geantwoord. Het verbieden van den uitvoer van vee, in het bijzonder van varkens, zou een tegenovergestelde werking hebben dan er mede wordt bedoeld. Het zou de fokkerij en mesterij, die tegenwoordig toch al met buitengewone moeilijkheden hebben te kampen, nog meer belemmeren en daardoor de vl^eschproductie doen afnemen. Daarentegen wordt een uitvoer van gezouten, gedroogd en gerookt varkensvleesch en spek, als mede van reuzel en van gesmolten varkens- en rund vet, voorbereid. Nederlandsche Anti-Oorlog Raad. De Nederlandsche Anti-Ourlog Raad (Secrtari- aat: Theresiastraat 51, 's-Gravenhage) heeft een schrijven gericht tot eenige honderden personen in het buitenland, waarin hun wordt medegedeeld de totstandkoming van deze centrale Nederlandsche vredesorganisatie en aangedrongen wordt op de vorming van Centrale Raden ook in de andere landen, althans in de onzijdige Staten. De Raad wijst in dit schrijven op onvoldoende samenwerking, die vóór den oorlog tusschen de verschillende tegenstanders van den oorlog be stond. Niet alleen bestond onvoldoende voe ling tusschen de personen van uiteenloopende politie richting, maar bovendien werkten de we tenschappelijke en de meer propagandistische lichamen niet krachtig genoeg samen. In het schrijven wordt verder de taak van de op te richten Nationale Raden besproken. De bakkers en de crisis. In de nota van den minister van landbouw, handel en nijverheid a.i. betreffende den econo- mischen toestand in ons land, wordt o.m. gezegd, dat de bakkerijen onder den toestand niet te lijden* hebben gehad. Naar aanleiding van deze opvatting van den minister, heeft het bestuur van den Nederland- schen Bakkersbond zich tot den minister gewend met een adres, waarin wordt aangedrongen op de benoeming van een speciale commissie van brood bakkers om den minister van advies te dienen. Het adres zegt, dat de minister in bedoelde nota den schijn heeft gewekt, dat de algemeene toestand der broodbakkerij gunstig zou zijn. De groote vergadering van het centraal- en hoofdbestuur van den Bond was echter 4 Nov. eenstemmig van meening, dat de toestand alles behalve rooskleurig is voor het overgroote deel van de Nederlandsche broodbakkers, doch dot alleen enkele bevoorrechte bakkers, die groote voorraad bloem hadden, goede zaken gemaakt hebben. Die vergadering was zeis van meening, dat, wanneer niet binnen korten tijd verhooging der broodprijzen plaats heeft en ook tegen de door de regeering vastgestelde prijzen, bloem verkrijg baar is, vele bakkers te gronde zullen gaan. Waarschijnlijk hebben, zegt adr., de hoogere pi ijzen van brood en broodjes, die in Den Haag thans gelden, den minister tot deze uiting over den toestand der bakkers geleid, terwijl in verre weg de meeste gemeenten van ons land lagere prijzen gemaakt worden. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 7 Nov. medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 768.4 te Memel. Laagste barometerstand 759.0 te Haparanda. Verwachting tot den -volgenden dagzwakke tot matige winden uit zuidelijke richtingen, nevelig tot zwaarbewolkt, weinig of geen regen, zelfde temperatuur. Mist. De passagiersboot «Maasnymph", die gisteren door den mist niet heeft kunnen varen, is heden nacht om half een vertrokken. Heden om half tien lagen voor de haven op de Maas ten anker eenige zeebooten en het Noorsche stoomschip «Figaro", ledig van Rotterdam uitgaande naar zee. Heden morgen om 10 uur raakte de aak «Deo Gloria", geladen met zand, door den lagen waterstand, binnen de Varkenssluis aan den grond. Men hoopt de aak om 6 uur met het hooge water weer vlot te krijgen. 25-jarig jubileum. Heden herdacht de agent van politie le klas F. v. d. Mark den dag, waarop hij vóór 25 jaar als agent 2e klas bij het corps werd aangesteld. Door den voorzitter en den secretaris van de politie-agentenvereeniging „Onderling Vertrou wen" werd de jubilaris per automobiel van zijn woonhuis afgehaald en naar de feestelijk door zijn collega's met groen versierde wachtkamer van het politiebureau gebracht, waar hij door het gezamenlijk politiecorps ontvangen werd. Hier verschenen ook om 10 uur de edelachtbare heer Burgemeester, de commissaris, en de in specteurs van politie. De commissaris sprak den jubilaris toe en wenschte hem geluk met dezen feestdag. Het A

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2