Dagblad voor Schiedam fDl]£C»t 3 TWEEDE BLAD. Gratis Ongevallenverzekering f 1 f] f] fl 38ste Jaar^:aii.£, Zaterg 2 Januari 1915 No. 11119 OTereeniomstig od de polis melde Toonaarden. j (J (J U mj tnn Binnenland. Verhalen van den oorlog. BureauBotersiraat 50, Telef, 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maan 50 ct., franco p. post ƒ2.— p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. bil dood ttj) verlies van levenslange J III j verlies van geheele f 111 J een hand, invaliditeity y voet of oogI y U I U U een duimw w verzekering wordi gewaarborgd dole Uollandsche Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam, jp> ft PI b« verlies (*41" bij verlies van eiken ande ren vinger. H. M. de Koningin heeft zich gister-,ochtend met Prinses Juliana te voet naar het paleis 'in het Lange Voorhout begeven tot het brengen van een bezoek aan de Koningin-Moeder. H. M. de Koningin nam gistermiddag, in te genwoordigheid van Z. K. H. den Prins en H. K. H. Prinses Juliana, bijl gelegenheid van het Nieuwjaar de gehjikwerischen in ontvangst van de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, de ministers, hoofden der bestuursdepartementen, den opper bevelhebber van zee- en landmacht, den vice- president van den Raad van State, den com missaris der Koningin in Zuid-Holland, den generaal-majoor, gouverneur der residentie, den burgemeester van 's-Gravenhage, den di recteur van Hr. Ms. Kabinet, zoomede van de in de residentie aanwezige dienstdoende da mes en heeren van het civiele en militaire Huis van H. M. Vermits deze ontvangst niet het karakter eerier offioieele receptie droeg, waren de bezoekers niet in ambtscostuum. H. M. de Koningin-Moeder ontving: in den loop van den dag de dames en heeren, behoo rende tot de hofhouding van H. M., ter Nieuw jaarsreceptie. Iemand vertelde me, dat er in garnizoens plaats door militairen pientbnarten in het gros werden gekocht en dat ze zoo goedkoop waren, dat elke soldatenbeurch op ruime schaal de weelde van verzen van dergelijke kaarten kon veroorloven. Maar het nieuwe voorschriftft den stroom toch Diet kunnen inperken. Ims de militairen beschrijven nu de prentbriefkaa met verschil lende mededeelingen, waardoorprentbriefkaart gemetamorfoseerd wordt in eeriefkaart en dus portvrij haar bestemming volgJf wel ze wor den eenvoudig in een enveloppstoken, welke, dichtgeplakt, dan als brief vriji port naet het opschrift militair iD zee gaat. Een practisch postbeambte, gaarne, evenals wij en ieder ander, den miren en hun, die met hen cerrespondeeren, vriji van port gun nen, wist er een betere metbop, waardoor de vrijdom van port wordt gadhaafd, doch de grens beperkt en overtollig lespondeeren kan voorkomen worden. Laat de militaire overheid,j luidde zijn ad vies, voor eiken militair b.'tn de acht dagen of op vaste tijdstippen een ze aantal envelop pen of brielkaarten op de n of andere wijze waarmerken voor vrij vervoe Dat waarmerken kan op eenvoudige en practis wijze heschieden. Zoo, meende hij, zou men zidoel op min om slachtige wijze volkomen fciken. De militair had zijn gerechtigheid en dest ware gebaat. Tevens zou een eenigszinsn banden gelegde correspondentie der mihtaii het overig corre- spondeerend menschdom temede komen. Want MQnen d°°r overste'P'nK van corresidentie is het niet Donderdag-morgen zijn op het strand te Cad- uiteaslote»' d<U andere br2n en stukken later *and vier aangespoelde mijnen onder militair toe- °P bestemm,ng komfdan °oodig ge zicht tot ontploffingen gebracht. wensc 1 1S' Wanneer men b.v. van e dienstmeisje hoort, dat ze op éen dag van ha hoffelijken cavalier, die onder de wapenen is, n minder dan zeven tien prentbriefkaarten ontvj, dan zal men toch wel moeten toegeven, dat de portvrye Amor toch wel wat te d beslag legt op den kostbaren tijd vaD het peoneel der posterijeD, dat het de laatste tijden to al vrij druk heeft. Verlol' geweigerd. De vereeniging De Hanze, gevestigd te Haar lem, heeft den minister van Oorlog verzocht een vierdaagsch verlof toe te staan voor zaken- menschen om hun jaaradministratie in orde en hun balans op te maken. Op dit verzoek is afwijzend beschikt, als zijnde in strijd met de belangen van den dienst. Maïs-prjjzen. Ons wordt medegedeeld, dat, evenals voor alle van overzee aan te voeren artikelen, ook voor de prijzen van maïs gerekend zal moeten worden op een belangrijke stijging. Kon eenigen tijd geleden la Plata maïs, door de regeering inge voerd voor bepaalde doeleinden, verkocht worden tegen f 190, thans beweegt zich èn door de ver hooging van den prijs van het artikel zelf èn tengevolge van de verhoogde scheepswachten, öie prijs tusschen f210 en f220. Met Ameri- kaansche mixed-maïs ligt het geval eenigszins anders. Ook wat dit artikel betreft, zijn de verhoogde scheepsvrachten aanleiding geweest tot sterke stijging van den prijs, maar die stij- Oudejaarsavond onder 1 geïnterneerden. De Oudejaarsavond werte Groningen gevierd door een bal-masqué in e versierde kazerne. Voor de meest typische ctumes waren prijzen uitgeloofd. Op Nieuwjaarsdag gavi de geïnterneerden een feest voor arme kiteren. Voor dit doel was een collecte gehoutn onder de officieren en manschappen, die een rij aanzienlijk bedrag heeft opgebracht. Ondemeer werden 80 kin deren van Belgische vluctelingen, te Groningen gehuisvest, op versnaperijen onthaald. In de loo igraven. De sTemps" maakt eerbrief openbaar vaneen ging is voor een groot gedeelte gecompenseerd I Franschen officier, die cgens op het westelijke door de omstandigheid, dat het artikel, dat thans oorlogsterrein in een loopraaf ligt. Uit zijn brief verkocht wordt, afkomstig is van den nieuwen sPreekt een andere toondan die welke uit zoo- maïs-oogst in Amerikaeenige maanden geleden vee' brieven van het fron klinkt, waarin de grap- werd alleen het product van den ouden oogst P'8e zÜde vaD bet leven ;e velde zóó uitsluitend ingevoerd, dat tusschen f10 en f20 hooger in belicht wordt, dat men bjna vergeten zou dat er prijs gewaardeerd wordt. Zoo kan de prijs on ook no* rauwe ernst in at leven is. ge veer f230 blijven. Evenwel biedt het product -^e ve'1®®!' 'it den brief het volgende van den nieuwen oogst niet denzelfden waarborg fragment wat kwaliteit betreft, als dat van den ouden Geloo' echttr niet, zoo zegt de brielschryver na oogst. (»N. R. Ct.") een korte inleiding, dat we in een aanhoudende spanning leven geloof 'ooral niet op gezag van Vry briefport voor militairen. de couranten, dat we voc, tdurend op de tempera- Men schrijft aan het »Vad."tuur van de heldhaftigheid zijn en evenmin, dat Door de bladen werd ons bericht, dat prent- men zich tusschen de buitscbe en de Fransche briefkaarten, visite- of naamkaartjes enz. geadres- loopgraven cver en we3r met kazernegrappen seerd aan militairen en verzonden door militairen, amuzeert. Het verhaal v»n den soldaat, die door voortaan niet meer vrij van port mogen verzonden onvoorzichtigheid in een Duitsche loopgraaf te- wor en. rechtkwam tn daar vijanden vond, die uitgehon- De stroom van prentbriefkaarten door en naar gerd waren en niet wisten hoe gauw ze zich over militairen nam vooral bedenkelijke afmetingen zouden geven; het verhaal van het konijn, waar aan en bracht den postambtenren heel wat werk van beide kampen uit jacht op gemaakt wordt; aan en win eEr zijn militairen vooral zij, van de beleefde of onhebbelijke briefwisseling die er een liefste op na houden, en hoe enorm tusschen de Duitschers en ons; het verhaal van veei zyn er dat niet die dagelijks vaak drie, den Beierschen luitenant, die een Franschen kor- vier, vyf prentbriefkaarten naar hun schat ver- poraal teeder omhelsd en belooft te zullen waar zonaen, en deze liet zich ook met onbetuigd en ëchuwen als de Pruisen komen al die praatjes et V!iuk met gelÜke Voor wat, hoort schijnen ons den eenen dag ergerlijk, den anderen wat, an wie zal het hun euvel duiden dag om van te huilen dom. Belachelijk ook om te vertellen, dat wij onder een aanhoudenden hagel van granaten en kogels leven, dat onze bewonderenswaardige soldaten en hun eminente chefs allemaal helden zijn als uit een treurspel van Oornaille of brutale rakkers, onversaagd als helden uit de oudheid, ...Ik weet niet of de anecdoten van de dagbla den ooit op eenig punt van het front zyn voor gekomen. Maar wat ik wel wtet is, dat ik op ons front nooit iets dergelijks gezien heb en dat de werkelijkheid heel wat saaier en prozaischer is. Iedereen doet er zijn taak middelmatigzonder heldhaftigheid en zonder lafheid. Duitschers en Franschen blijven op hun eigen terrein, schieten op goed geluk eiken dag een paar granaten en wat geweerkogels op elkaar af, graven en spitten, ieder aan eigen kant, beschermen en versterken zich zoe goed mogelijk, patroeljeeren zoo voor zichtig mogelijk een beetje tusschen de linies en leven waarschijnlijk zoowat op dezelfde manier. Onze troepen en de hunne schijnen gelijk, onze bewapening en de hunne wegen tegen elkaar op, hun loopgraven en de onze zijn evenveel waard, hun stemming is als de onze. Ze wagen niet harder ons aan te vallen dan wij redelijkerwijze van hier hen kunnen doen. Het evenwicht, dat aldus sedert langer dan twee maanden is ingesteld zal, naar wij hopen, eenmaal verbroken worden. Ik heb niet dikwijls genoeg Joffre bezocht om te weten 'wanneer en hoe dat gebeuren zal. Maar het is voldoende de oogen open te zetten om te weten hoe de toestand thans is, waarom we niet opschieten. En vooral moesten de drukte makende journalisten en de gelegenheidsstrategen of be roepsdito's, die bedert vier maanden victorie kraaien en alle acht-en-veertig uur de beslissing voor zeker aankondigen, in dezelfde cel opgesloten worden. Laat men er mij maar eens eenige van hen voor acht dagen zenden ik zal ze wel gene zen en als ze op het ofiensief aandringen, goed, ik zal hen wel geleiden. Het eenige wat ik zonder voorbehoud onderschrijf is het uittreksel uit het bulletin des Arrnées, dat in alle bladen gestaan heeft; het verslag van den slag aan de Marne, een overzicht van de krijgsverrichtingen sedert dien slag tot aan den 2n December. Je hebt het zeker gelezen en je hebt het verschil in toon dus kunnen zien. De schrijver is zich stellig niet aan woorden te buiten gegaan en ziet de dingen zooals wij ze allemaal kunnen zien. Vadersen gaven zich over. Slechts een der Russen trachtte nog zijn revolver te trekken, werd echter door Fricke met de bajonet doodgestoken. Nu begon men eerst uit de Russische linie op de groep te vuren. Blijkbaar had men gemeend, dat de Russen het alleen wel met de paar Duitschers zouden klaar spelen. Onder dit vuur bracht Fricke met zijn manschappen den Oostenrijkschen gene raal want dat was de gevangene en de gevangen Russen achter het Duitsche front iin veiligheid. Het belangrijke gevolg van dit wapenfeit was echter dat met den Oostenrijkschen corpscom mandant Krezy zoo heette de generaal, die met zijn automobiel in de handen der Russen was gevallen, terwijl zijn beide adjudanten zich nog konden redden ook alle veldslagplannen, en opmarsch-linies der verbonden Duitsche en Oos- tenrijksche opperbevelhebbers door de Russchen buitgemaakt waren en hun door Fricke weer ont nomen werden. Welk een verandering zou er hebben plaats gehad, indien dat alles in het bezit van het Russische legerbestuur was geraakt Fricke werd voor den veldmaarschalk Von Hindenburg gebracht en door dezen gelukge- wenscht en lot sergeant-majoor bevorderd. Als onderscheidingen kreeg hij het IJzeren Kruis 2e en le klasse en bovendien de Oostenrijksche dap perheidsmedailles le en 2e klasse. Kort daarop werd hij naar het westen gezonden, waar hem de eer ten deel viel, bij keizer Wilhelm ontboden te worden. Deze reikte hem de hand en zei «Mijn zoon, spreek nu tot mij, alsof ik de vader was." Fricke gal nu een nauwkeurig verslag. De keizer klopte hem op den schouder, zeggende »Dat heb je flink gedaan, mijn jongen 1" en pre senteerde hem bij het weggaan een sigaar. Toen Fricke zich bij den corpscommandant meldde, werd hem megedeeld, dat hij tot luitenant benoemd was. Demodder aan ct e Yser. Aan oen veldposlbrief aan het „Bei! Tagebl." is ontleend Op een nacht gingen we bij stortregen 0» weg, 21 'kilometer marcheerend in b dein loos slijk. In het donker struikelde een paard en de bespanning: van het kanon viel in een aiepen g:ranaatkuil, die geheel met slijk voigeloopen en daarom niet te zien was. Van het paard zag men niets meer dan den kop, en drie kwartier hebben we met spade en touwen moeten werken voor we het paard en de affuit weer er uit gehaald hadden. Zulke kuilen moet men zien. Groote granaten slaan vaak gaten van twee meter diepte en drie tot vier meter doorsnede in den akkergrond. Meestal zijn ze zóó rond, alsof ze met den pas ser getrokken waren. Nu bij den aanhoudenden regen staan ze ongeveer voor drie kwart, vol water en vormen zoo de mooiste goudvisch- vijvers, die men zich denken kan. In het begin van November, toen het hier nog vrij warm was, heeft een van onze korporaals een volledig bad genomen in zulk een kuil. Eer we onze stelling bereikten, zonken ook nog onze kanonnen en ammunitievvagehs weg in de modder. De ammunitie moest afgeladen worden, de bespanning' van zes tot tien paarden versterkt en zoo kregen wij met eindeloozie moeite ieder kanon en iederen anwnuniti; wagen naar de stelling gesleept, waar we om zeven uur 's morgens aankwamen. Op de plaats van het ergste slijk, waar we een poos lang in het geheel niet konden vooruit komen, kregten we plotseling eren paar shrap nel Is van den vijand, die met hengen knal en een hevigen vuurschijn in de lacht ontploften. Gelukkig echter een weinig ter zijde van ons. Onaangenaam was het echter in de modder vast te zitten en hulpeloos aan het bombarde ment bloot gesteld te zijn. De stcrtiegens en de bodem looze bagger ver lammen den strijdlust. Niemand san hier dan ook voorloopig iets' bereiken. Het water en de modder zijn onze ergste vijanden, want de eeuwige nattigheid en de bodemlooze derrie demoraliseeren niter dan de eigenlijke strijd. In onze schuilplaatsen heefcen we op baiken Van musketier tot luitenant. Een buitengewoon succes had, volgens een Duitsch blad, de zoon van den gewezen tolopziener Friks te Krossen a. d. Oder, door een wapenfeit, dat invloed had op den afloop van een heelen veld slag. De jongeman, die een gevangenentranspoit uit het westen naar Duitschland geleid en veer tien dagen verlof gekregen had, deed het volgende verhaal over zijn avnoturen In den herfst van 1912 bij het le bataljon in Krossen geplaatst, rukte hij met de derde com pagnie naar het westelijk oorlogstoneel. Daar werd hij spoedig bevorderd en kon reeds twee maanden geleden, omdat hij licht aan den voet gewond was, met een transport van gevangenen naar Duitschland terugkeeren en zijn oude garni zoensplaats bezoeken. Toen hij weer van Keulen uil naar het front willen trekken, wilde het toeval dat hij de stationscommandant wees hem een trein, met de mededeeling dat deze ook naar het front ging naar het oostelijk oorlogstooneel vervoerd werd. Hij sloot zich daar bij een afdeeling aan en kreeg in de gevechten bij Soewalki de opdracht met twee manschappen de ronde op een hofstede te doen, om te zien zien of deze vrij van vijanden was. Toen ze daarbij op ongeveer 30 M. afstand van een brug lagen, met de Russische linies 800 M. achter zich, bespeurden zij een troep van 18 Russen, die een bejaarden Oostenrijkschen officier opbrachten. Dadelijk werden de vijanden in het vizier genomen en het gelukte aan de pa trouille er 9 neer te schieten. Daar verder schie ten den gevangen officier, om wien de overige Russen zich geschaard hadden, in gevaar zou brengen, gaf Fricks bevel tot den aanval. Een zijner manschappen riep»Dat is onze dood Fricke dreigde echter, ieder neer te schieten, die zijn bevel niet uitvoerde. En zoo rukten de drie mannen voorwaarts. Toen zij de Russen naderden hieven dezen de handen omhoog, roepende«Niet schieten, huis- t een planken vloer liggen. En daaronder klotst

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 1