Verspreide berichten. Binnenland. Htads- en öewestelyk Nieuws. men tegen het gewone tarief met Je i: am méde rijden. Behalve gebrek aan geld is er' ocfe' gebrek aan brandhout. Daarvoor kaplpen de soldaten de hoo rnen om. Diat ziet men zeer duidelijk bij Hcchtel en Houtboden. Daar wordt in oe groote bos- schen danig huisgehouden. Vooral met Kerstmis 'is dat het geval geweest. De Standaard van Maten en Gewichten. Te Brussel wordt bewaard een standaard van de normale, wetenschappelijk vastgestelde leng te en zwaartematen. Die Standaard is opgebor gen bij de archieven van den Senaat in een brandkast. Daarvan hebben or ie minstens den sleutel. De standaard zelf ligt in een doos, die ook met een geheim slot is gesloten. Hij is Van platina en heeft een waarde van circa F. 20.000 Thans is naar uit Havre gemeld wordt, die brandkast opengebrand met oxvgeengas ein de Belgische platina-normaalmaat is verdwenen, Ren troost is bet, dat er nog! een normaal-maat is te Londen en een namaak te Parijs, doch de vraag blijft waar is de Brusselscbe geble ven? Een novice der Paters Jezuïeten gefusill eerd. Den 27sten Augnstus werd de 22-jarige novice der Leuvensche Jezuïeten, pater Dupievreux, waar aan sprake is in het herderlijk schrijven van Z. Em. kardinaal Mercier door de Duitschers gefusil leerd. De »Tijd" verneemt nog over dezen moord De fusilatie had plaats in" tegenwoordigheid der hem vergezellende paters en den broeder van den novice, thans te Gemert vertoevende. Het slacht offer stierf, getroffen door Duitsche kogels, zonder een klachtkreet te slaken, een klacht te uiten of een verwijt. Hij had nauwelijks een kwartier, tijd om zich tot den dood voor te bereiden. Gelukkig was de gedachte aan den dood hem sinds lang niet vreemd Uit de brieven toch, die op het slachtoffer werden gevonden, citeerde zijn broeder het volgende »Ik zal sterven zonder iets van de schepselen op aarde mede te nemenwaarom hen te be minnen ten koste van de liefde jegens den Schepper Mijn weinige werken, dat is de ver dienste of niet-verdienste van mijn daden, verge zellen mij." De broeder van den gevallene, die deze regels overschreef, voegt hier aan toesik heb mijn broeder zien neerstortenik kan u verzekeren, dat hij da lelijk stierf." Dezelfde getuige verhaalt ook van 1de niet minder bewonderenswaardige heldhaftigheid der moeder. In de eerste dagen van September vertrok ik naar Brussel, om mijn ouders de droeve tijding te gaan brengen. Reeds hadden zij inlichtingen verzocht, doch men had met eenige onzekerheid de waarheid bedekt. Toen ik- aankwam, waren zij juist naar de kerke gegaan. Bij hun terugkomst vroeg mijn moeder mij snikkend sis het waar sJa," antwoordde ik. 8En heeft hij zich moedig getoond tot het einde sJa, moeder, hij was zoo kalm mogelijk zelfs zij, die hem doodschoten, waren er door getroffen." Ik vertelde het gebeurde in alle bijzonderheden. Men weende, doch was getroosten mijn moeder zei mij sik was maar voor één ding bevreesd, dot hij niet kalm zou 22 Uit het bezette land. Men schrijft ons uit Sluis De Duitschers beginnen zich steeds meer te roeren aan de Belgische kust. Dezer dagen zijn in Knoeke opnieuw een driehonderdtal Duitsche militairen aangekomen, terwijl de bewoners de aanzegging kregen, zich gereed te houden nog een duizendtal te herbergeü. Alles wat maar bruikbaar is, wordt ook daar door de Duitschers opgeëischt. De vorige week requireerden zjj te Knoeke op één dag 18.000 flesschen wjjn. Het voedsel wordt zeer schaarsch en brandstof is er niet meer. Ook petroleum is nagenoeg niet meer te verkrjjgen. Alle villa's op den zeedijk en Alle huizen langs den weg naar het oude dorp tot aan het gemeentehuis zijn ontruimd. De villa's zijn aan de zeezijde gebarricadeerd met balken, plan ken en alles wat daarvoor maar eenigszins bruik baar is, tot matrassen toe. In de muren van tal van huizen zijn schietgaten gemaakt, waarachter mitrailleuses zijn geplaatst. De binnenmuren van de aaneengebouwde villa's op den zeedijk zijn opengebroken, zoodat een doorgang is gemaakt van de eerste tot de laatste villa. Bij Duijnbergen, een klein badplaatsje tusschen Knoeke en Heyst staan 11 zware kanonnen, be hoorlijk verdekt opgesteld, met den mond naar zee gericht. De vorige week wat en de Duitschers tusschen Ileyst en Heyst-ïas bezig een zware betouvloer te leggen, waarschijnlijk bestemd voor een 42 c.M. mortier. De inwoners van Knoeke mogen thans hun dorp niet meer verlaten en niemand mag zich in de buurt van Heyst vertoonen. De Duitschers reden zeer streng op en de minste overtreding wordt onmiddellijk met een week gevangenisstraf bestraft. De indruk, dien men krijgt, wanneer men met Duitsche soldaten spreekt, is dat allen wel naar huis verlangen maar niet voor de over winning is behaald. Dat er onder de Duitschers groote moedeloosheid zou heerschen, zooals velen hebben verklaard, is beslist overdreven. Aan de greDs, waar de wachten nog voortdurend worden verscherpt, blijft het rustig. In den nacht van 31 D' cember werden door de grensposten schoten gelost, doch dit waren saluutschoten, die de eene post aan de andere zond. Bleef het tot dusver in het Belgische dorp Middelburg rustig, thans beginnen de Duitschers ook daar woelig te worden. Gisteren zijn de burgemeester en secretaris dier gemeente door de Duitschers gevangen geno men en naar Heyst overgebracht. Volgens een later bericht zou de gemeentesecretaris weer zijn vrijgelaten. De reden dier gevangenneming schijnt te zijn, dat de door de Duitsche overheid gegeven orders niet waren uitgevoerd. Zoo meldde ik reeds dat last was gegeven dat alle slooten en grachten binnen 14 dagen dioog gelegd hadden moeten worden Aan dit bevel kon natuurlijk onmogelijk voldaan worden. Tegen heden moeten de boeren in Middelburg 100 stuks vee voor het Duitsche leger leveren. Bij niet voldoening aan de requisitie zal de Gemeente verantwoordelijk worden gesteld. Zeebrugge. Via Kopenhagen wordt aan Duitsche bladen gemeld, dat de sluizen van Zeebrugge, welke door het bombardement der Engelsche oorlogsschepen gedeeltelijk vernield waren, weer hersteld zijn. De Duitsche onderzeeërs kunnen nu weer in en uit varen. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Ec-n rede van aartshertog: Friedridh. De opperbevelhebber van het leger, aartsher tog Friedrich, ontving gisteren de vereeoigde Ocstenrijk-llongaarseho en buitenlaruische cor respondenten en 'kunstenaars en lkt zich aan enkelen voorstellen, waarbij hij ieder van hen de hand reikte. Daarna hield hij tot de aanwe zigen een toespraak. Hij danste eerst voor de hem gebrachte Nieuwsjaarswenschen en ver volgde: Ik maak mij deze gelegenheid ten nut te om u voor uw succesvollen. arbeid, zoowei als voior de loyale patriottische houding der pers mijn bijzondere erkentelijkhdd uit te spreken. Ik hoop stellig, dat gij ook in het nieuwe jaar, dat ,ons hopenlijk een volkomen succes en een eervollen vrede zal brengen, uw plichten op even patriottische wijze zult ver vullen. Gij zult binnenkort gelegenheid hebben, om groepsgewijze naar het front te gaan en daar de bewonderenswaardige houding van pnze heldhaftige troepen uit eigen aanschouwing te leeren kennen. Ik ben overtuigd, dat gij een zeer goeden indruk zult krijgen en dezen ten beste der gemeenschappelijke zaak zult gebrui ken. Men meldt eins uit Roermond: Zondagmiddag werd te Meliek aan de Duitsche grens door de Nederlandsche grenspost een Bel gisch sergeant aangehouden die uit üusseldorf, waar hij krijgsgevangen werd gehouden was ont vlucht. Hij had zidh in Duitschland van bnrger- kleeren weten te voorzien. Volgens zijn zeggen was de behandeling van de Belgische krijgsge vangenen daar vrij goed. Overeenkomstig de be palingen betreffende gevluchte militairen werd hij onmiddellijk vrijgelaten. Zijn bedoeling is over Engeland het Belgisclhe leger weder te bereiken De kos'ten van den oorlog. De Duitsche economist Julius Wolff hééft een brochure uitgegeven, waarin hij een vergelijken de studie maakt omtrent de kosten van den oor log voor de landen, die er aan deelnomen. Volgens hem kost de oorlog 25 mitlioen gul den per dag aan Duitschland, 12%g millinen aan Oostenrijk-Hongarije en 5 61/4 millioen aan de bondgenooten; dus een totaal van 9334 millioen gulden per dag voor de oorlogvoerende Staten. Indien deze berekening! juist is, zou de oorlog, die reeds een 156 dagen duurt, van den 2n Augus tus tot nu 14 milliard1 625 millioen hebben ge kost. Daarvan zou Duitschlana hebben besteed 3 milliard 900 millioen gulden, Oostenrijk 1 mil liard 950 millinen en de honrtgenooten 8 mil liard 775 millioen gulden. Het hielp toch. De „Standaard" schrijft: Van het hinderlijke geval dat een jeugdig offi cier op grievende wijze met de Veldpredikiag den spot had gedreven, was ook bij ons bericht ingekomen. Liever dan het aanstonds te puhli- ceeren, gaf onze redactie er kennis van aan den Minister van Oorlog. Deze stelde daarop een on derzoek in, en gisteren ontvingen we 't bescheid, dat de zaak onderzocht was, en gebleken was „overdreven en ten deele onwaar te zijn". Sober bescheid zou men denken, maar voorts werd ons bericht, dat „voor zoover het ten laste gelegde juist was", de officier die zich misging, daarover „ernstig! is onderhouden, en dat maat regelen getroffen zijn, our herhaling van dergelijke feiten te voorkomen". Daar andere organen der Pers die gelijk be richt ontvingen, de zaak publiek maakten, heb ben we het geraden en billijk geacht, dit ant woord van Oorlog ter algemeeae kennis te! bren gen. We zijn dan nu toch zoover, dat Oorlog mee werkt om dergelijke onvoegzaamheden tegen te gaan, en, zoo mogelijk, uit de wereld van ons leger te helpen. Er is nu, nog' een geval hangende, dat nóg grievender Was. Hieropi is nog geen antwoord ontvangen. Mats. Zooals bekend is, heeft de minister van land bouw, nijverheid en handel onlangs een brief gerieht tot de commissarissen der Koningin, waarin werd medegedeeld, dat de regeering wenschte tegemoet te komen aan de bezwaren) die het zandbedrijf van de inbeslagneming van de rogge ondervindt, en bereid was mais recht streeks beschikbaar te stellen voor die gemeenten, waarvan kan worden aangenomen, dat die inbe zitneming een noodtoestand heeft doen ontstaan. De mais zal dan tegen kostenden prijs worden verstrektde distributie zal plaats hebben door de locale landbouworganisaties. Aan de commissarissen der Koningin werd daarbij verzocht, in overleg met de burgemees ters hieromtrent de noodige gegevens te ver strekken. Deze gegevens zijn naar de N. R. Ct. verneemt reeds verstrekt, zoodat de mais voor die provincie beschikbaar kan worden gesteld. Verder zijn ontvangen gegevens aangaande de provincies Overjjsel en Friesland, waaromtrent nog nadere inlichtingen worden ingewonnen, na ontvangst waarvan ook voor deze provincies mais kan worden verstrekt. In Zeeland is geen noodtoestand aanwezig. Nederlandscli Comité tot Steun van Belgische en andere Slachtoffers. Een en twintigste verantwoording van den Penningmeeeterin totaal is bij het Comité inge komen f 496,303.41frs. 5,552,47£ en M. 138.12. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 5 Jan., medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 756.4 te Memel. Laagste barometerstand 744.2 te Hambnrg. Verwachting tot den avond van den volgenden dagzwakke tot matige winden uit W. richtin gen tijdelyk opklarend, later wellicht toenemende bewolking en kans op regen, mogelijk nachtvorst, iets zachter overdag. De Raad dezer gemeente zal Dins- dag 19 Januari a.s. des namiddags te 2 ure in openbare vergadering bijeenkomen. Steun-comité 1914 Schiedam. Behalve de gewone wekelijksche bijdragen zijn gedurende de afgeloopen week giften ingekomen van het personeel der Ambachtsschool f23.de sluis- en brugwachters 12.60; Buurtcomité Gas straat en omgeving iMej. Bovenberg) f4.N N. f 25.het personeel der firma A. F Smulders f31.-. Comité voor Belgische Vluchtelingen. Be leveranciers worden dringend verzocht hun 'rekeningen over 1914 beslist voor of op 9 Ja nuari in te leveren. Ook worden de houders van bons verzocht deze ter inwisseling in te leveren. Tevens wordt er aan herinnerd, dal, niet p. o. mag worden geteekend en hot plakzegel niet in rekening mag worden gebracht. Gisteren werd <>p verzoek van zijn compagniescommandant een militair aoor de po litie gearresteerd, die na bet eindigen van zijin veïlofteirmijn niet naar zijn garnizoen wa3 terug gekeerd. Hij is ter beschikking van den garni zoenscommandant te Rotterdam gesteld. De Rotterdammer A. K. die Zon dagavond bij de vechtpartij op de Koemarkt eenige messteken in den rug opliep, vervoegde zich bij de politie aan de Aelbrechtskolk te Oud- Delftshaven om te worden verbonden. Hij had veel bloed verloren en het was noodzakelijk hem ter verpleging naar het ziekenhuis over te bren gen. Hoogwater te Sc h i e d a mWoensdag 6 Jan. 7.12 v.m., 7.22 n.m. Nederl. Zuid-Afrikaansche Vereeniging. De afdeeling Schiedam van bovengenoemde vereeniging hield gisterenavond in sMusis Sacrum" de aangekondigde vergadering waar als spr. op trad prof. dr. H. D. J. Bodenstein, met het onder werp: »De burgeroorlog in Zuid Afrika". De opkomst was niet bijster groot. Uit de in leidende woorden van den heer Lechner, die in naam van de presidente, mevr. de Groot, de ver gadering opende, vernamen wjj, dat er voor deze lezing kaarten waren beschikbaar gesteld voor werkloozen en Belgen, waarvan een vjjftigtal ge bruik hadden gemaakt. De heer Lechner heette de spreker en de aan wezigen welkom en verleende het woord aan prof. Bodenstein. Prof. Bodenstein dankt voor de gelegenheid hem gegeven van zijn geboorteland te kunnen spreken. Spr. begon met uiteen te zetten hoe de verhouding tusschen de Engelsche kolonies met zelfstandig bestuur en het moederland is. De Engelsche politiek huldigt het stelsel om de koloniën niet aan zich te binden door dwingende wetten. De koloniën kregen zelfbestuur en dit wordt een groote vrijheid van beweging toegestaan. Zoo kon het gebeuren, dat de koloniën eigen troepen hebben, waarover de Engelsche regeering niets heeft te zeggen. Bij het uitbreken van dezen oorlog konden de Zuid-Afrikaansche republieken op geen enkele wijze gedwongen worden met hun troepen actief aan den strijd deel te nemen. Bij het uitbreken van den oorlog verzocht Bo tha. namens de Z. Afr. regeering. het restant der Engelsche bezettingstroepen uit Afrika weg te nemen. Aan dit verzoek werd door de Engelsche regeering voldaan. De Engelsche bevolking was met dezen maat regel niet ingenomen en verweet der regeering gebrek aan loyauieit. Botha voorzag nu, dat het Engelsche element in Zuid-Afrika zich zou aan eensluiten en zoodoende een zeer gespannen ver houding tusschen de Hollandsche en Engelsche bevolking zou ontstaan. Botha's politiek is er nu steeds op gericht geweest, de Engelsche bevolking aan zich te binden. Hij zon dus op middelen om deze minder gewenschte verhouding te voorkomen. Daarbij verkeerde Zuid-Afrika in financieele moeilijkheden. Engeland bood aan 7 millioen te leenen en gaf bij de aanbieding daarvan te ken nen, dat het gaarne zou zien, dat de Unie eenige krijgsoperaties in Duitsch Zuid-West-Afrika zou willen uitvoeren. Botha besloot in overleg.met het ministerie, aan het verzoek der Engelsche regeering gevolg te geven en riep het Parlement bijeen om dit regeeringsbesluit te bekrachten. In de zitting van het Parlement kwam Botha met een heel onschuldig uitziende motie, maar uit de toelichting van Botha bleek, dat de regee ring reeds toezegging had gedaan om een inval te doen in Duitsch Zuid-West. Botha heeft zich geen oogenblik gesteld op het standpunt van Zuid-Afrika. Hij was van mee ning, dat wij als Engelsche koloniale onderdanen, de regeering in dezen oorlog moesten steunen. Hertog vroeg om uitstel van de beslissing wel ke niet werd toegestaan. Hij verdedigde daarop zijn standpunt als Afrikaner en bestreed heftig de meening van Botha. Al verkeerde Engeland in gevaar, dan kon de inval in Duitsch-Zuid-West toch geen verande ring brengen in den toestand ten gunste van En geland. Botha wist in deze zitting toch de regeerings- motie aangenomen te krijgen en de Unie ver klaarde daarop Duitschland den oorlog. Als gevolg van dit besluit nam generaal Beijers ontslag als commandant-generaal van de Burger wacht. In zijn bedankbrief ontkende de generaal ten stelligste, dat de Duitschers de grenzen der Unie zouden overschreden hebben. Hij verklaarde ver der, dat hij gaarne aan het hoofd der Afrikaan- sche troepen zou hebben gestaan wanneer het gold de vryheid van het land te verdedigen maar dat hij de troepen niet wilde aanvoeren om een strooptocht te houden. Hierop volgde het verzet van kolonel Maritz. Maritz maakte gebruik van de ontevredenheid der bevolking, die tegen een oorlog met Duitschland waren. Hij beging echter de groote fout, door een verbond te sluiten met de Duitschers, waar door zijn handelwijze hoogverraad werd. Het verraad van Maritz kwam Botha goed te pas en vele gematigde elementen, die zich aan vankelijk tegen de regeering hadden verzet, schaarden zich nu aan de zijde van Botha. Kort daarop namen ook Beijers en de Wet de wapens op. Maritz wilde de Engelsche vlag uit de Unie verdrijven, maat hadden Bejjers en de Wet ook diezelfde bedoeling Spr. gelooft van niet. De beide generaals moe ten wel hebben ingezien, dat er op het oogenblik geen kans bestond een vrije republiek te stichten. Deze kan slechts tot stand komen met medewer king van alle partijen, maar niet door een bur geroorlog. Er bestond ook niet veel reden het Engelsche juk thans af te schudden. De Engelschen hebben ons goed behandeld zegt spr., en ons veel vrijheid gelaten. Dat wij ge dwongen werden tegen onzen wil aan den oorlog deel te nemen, is te wijten aan de lamlendigheid van ons eigen bestuur. Het doel van Bejjers en de Wet is geweest te protesteeren tegen het besluit van de regeering om tegen Duitsch Z.-W, Afrika op te trekken. In Zuid-Afrika bestaat de algemeene dienst plicht. Een Afrikaner zou dus worden gedwongen aan een oorlog deel te nemen, dien hjj niet ge wild beeft, terwjjl een Engelschman niet kan worden gedwongen de wapens op te nemen. Wij zijn geen huurlingen, en zulk een dwang kon ons volk zich niet laten welgevallen. Wij hadaen geen reden om oorlog te voeren. Ons land was niet in gevaar. Niemand geloofde het, dat de Duitschers plannen hadden om de Unie binnen te vallen. Op constitutioneele wjjze konden Bejjers en de Wet hun recht niet verkrijgen en het voorbeeld der Ulstermannen heeft hen zeker voor oogen ge staan toen zij hun toevlucht namen tot gewapend verzet.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 2