Dagblad voor Schiedam Omstreken De Oorlog. Oog om Oog. Gratis Ongevallen verzekering 38ste Jaar saus. Maandag 11 Januari 1915 i\o. 11125 overeenkomstig op le polis Yermeiie voorwaarden. Buitenlandscli Nieuws. FEUILLETON. Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden f 1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., tranco p. post f 2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 15 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. bij verlies van by verlies van een wijsvinger; bij verlies van eiken ande ren vinger. Van het Westeljjk oorlogsterrein worden eenige vorderingen gemeld van de Bondgenooten ten noor den van Soisson. Eenige aanvallen van den vijand op verschillende punten van het front werden afgeslagen. In Champagne, van Reims tot Argonne, heeft ons geschut met groote uitwerking de Duitsche loopgraven beschoten. De Duitsche tegenaanval ten Westen van Per thes is teruggeslagen. In 't gebied buiten de hoeve Beau Séjour heb ben wij dubbele vorderingen gemaakt. Wij won nen er terrein naar 't Westen en namen een redoute ten Noorden van de hoeve. Ons geschut heeft een aanval in het bosch van Apremont tot staan gebracht. Uit Berlijn wordt officieel gemeld De pogingen des vijands om ons uit onze stel lingen bij Nieuwpoort te verdringen zijn mislukt. Ten Noordwesten van Soisson hebben de Fran- schen hun aanvallen herhaald. Deze aanvallen zÜn alle met voor de Franschen groote verliezen afgeslagen. Meer dan honderd gevangenen bleven in onze handen. Ten Westen en ten Oosten van Perthes hebben de Franschen opnieuw hevig aangevallen. Wij ®aakten daar 150 gevangenen. In Argonne gingen wij vooruit. Den Ssten Januari des avonds trachten de Franschen opnieuw het dorp Ober Burnhaupt door een nachtelijken aanval te nemen. De aanval mislukte volslagen en onze troepen namen nog 132 Franschen gevangen en namen een machine geweer, zoodat bij Ober-Burnhaupt nu twee offi eieren en 420 man zijn gevaDgen gemaakt en een machinegeweer is veroverd. In den Opper-Elzas hebben gisteren, slechts kleine gevechten plaats gevonden. Tegen midder nacht hebben onze troepen bij N ieder-Aspach een aanval der Franschen afgeslagen. Zaterdag zijn de Belgische kustplaatsen Heijst en Zeebrugge weder beschoten door Engelsche Oorlogsschepen. Naar men nit Sluis aan de «Maas bode" meldt hebben de Duitschers te Duinkerken een plaatsje aan de kust, dicht bij de Neder- 'andsche grens een zware betonvloer gelegd. Thans is daarop een 42 c.M.-kanon geplaatst, dat waarschijnlijk bestemd is om de Engelsche oorlogsschepen op eerbiedigen afstand te houden- Van het Oostelijk oorlogsterrein wordt uit Berlijn gemeld De toestand is onveranderd gebleven. Kleine Russische aanvallen ten zuiden van Mlawa zijn afgeslagen. In het officieele Russische bericht van Januari is beweerd dat de Russen het dorp Brzozow tusschen Pirasnysz en Mlawa hebben aangevallen en onze troepen bijna volkomen heb ben verslagen en de rest gevangen genomen. Dit 10) Wat verzekert gy dit stellig »Hoor nu eens, Alice, vroeger hebt gij tezeer op de edelmoedigheid der zuster geroemd, dat gij haar thans geen recht zoudt doen wedervaren, Zelinaa was zwaar ziek, de dokter had de zuster geboden, alle opwinding van haar verwijderd te houden, uwe weigering en uwe woorden moesten de Hindoesche beleedigen en opwinden, daar hare ontwikkeling verre boven die harer landslieden gaat, het was dus de plicht der zuster u tot matiging aan te manen. Had zij kunnen ver moeden, dat haar verzoek als een beleediging zou worden opgenomen, zeer zeker had zij een vorm gekozen, die zulk een opvatting onmogelijk maakte." De blauwe oogen der Engelsche schitterden van toorn. »Dus waagt gij het mij de schuld te geven sBlyf rustig, mijn liefste" zeide Donald ernstig, terwijl innige liefde door zijn woorden klonk, «gij Weet dat ik u liefheb, maar toch moet ik ge tuigen, dat gij u door uw toorn hebt laten me- desleepen. Gij zjjt te ver gegaan, doch dit kan bericht is een verzinsel. Het dorp Brzozow is nooit door onze troepen bezet geweest. Daaren tegen hebben in den nacht van 5 op 6 Januari ongeveer 3 Russische compagnieën, die langs den weg van Grudusk in gesloten kolonnes oprukten, het dorp Borziale Rodzwart aangevallen. De aan val is zonder veel moeite afgeslagen. Onzerzijds is een man verwond. Er zijn geen Duitschers gevangen genomen. De verliezen der Russen kon den bij de hevige sneeuwjacht, die dien nacht woedde, niet worden vastgesteld. Uit Weenen wordt eveneens gemeld, dat de algemeene toestand niet veranderd is. Ten zuiden van den Weichsel beschoten de Russen onze stellingen zonder eenig succes. Zij richtten hun vuur vooral op een heuvel ten noordoosten van Zaklaczyn. dien wij hebben bezet. Ten noorden van den Weichsel hebben hier en daar hevige artiüeriegevechten plaats gehad. Een poging van de Russen om met zwakke strijdkrachten de Nida over te trekken, mislukte. Van het Turksch-Russische front worden geen nieuwe bijzonderheden gemeld. BELGIë. De requisities. Men meldt uit Sluis aan de »N R. Ct." Evenals overal anders in het gebied, dat door de Duitschers in België is bezet, staan ook de grensprovincies in het teeken van de requsities. Ik kan geen boer spreken, of hij begint zijn nood te klagen. «Ik ben een gewone boeren-arbeider," zei er een heden tegen me. sik bewoon in Moerkerke' een arbeidershuis en heb dank zij mijn hard wer ken en de zuinigheid van mijne vrouw een stui vertje kunnen overleggen, Daarvoor had ik twee jaar geleden een stukje land gekocht, vlak achter mijn huis. In mijn vrijen tijd bebouwde ik het, zoodat ik er 't vorige jaar aardappelen voor den geheelen winter en nog wat kool ook van heb getrokken. Ik had er plezier van, en mijne vrouw niet minder. Als je zoo iets tastbaars door vlijt en spaarzaamheid kunt oververdienen, och, dan voel je je rijker dan de heele wereld, en wil je met niemand ruilen. En ik heb er dit jaar nog een klein stukje land kunnen bijkoopen, waarop ik ook groente heb gebouwd, 't Liet zich alles goed aanzien, en het bleek dan ook dat ik voor den winter genoeg aardappelen en groente vooi mijn gezin had. Maar daar komen opeens die Dutsen en eischen 300 kilo patatten (aardappelen) wil je je koeien nu redden uit de handen van de Duitschers?" vroeg ik belangstellend. «Als we dat maar konden, dan zouden we nu hier niet met die koebeesten loopen," antwoordde een van de twee boeren. sNeen", we brengen ze weer naar België terug." Ik zag hem verbaasd aan, en mijne verwondering begrijpende, ging de ander voortsla, u staat daar van te kijken, maar ik zal u vertellen, hoe we daartoe gedwongen zijn. Mijn broer en ik hadden bijtijds onze beesten, 23 in getal, over de grens naar Ileile gebracht, en waren toen naar onze hofstede teruggekeerd Maar jawel, daar kwamen ze. Hoe ze 't wisten, ik kan 't me niet begrijpenmaar ze wisten 't dat was zeker. We moesten beloven, binnen 48 uur 15 vette koebeesten te Heyst te leveren zoo niet, dan kregen we de kogel en de hofstede zou in brand gestoken worden. En om dit nu te ont gaan, brengen we 15 van onze beesten naar de oude stal terug." Nog een paar voorbeeldenBrugge moet vijf milioen kilo aardappelen leveren en voorloopig dertig duizend sigaren per dag. In Knocke zijn 300 koeien opgeëischt. De burgemeester van Weslcapelle moet 10 koeien leveren, een boer Piet P., twintig stuks. Ik zou deze verhalen nog met tientallen kunnen vermeerderen, ware het niet, dat ze alle op het zelfde neerkomenRequisition und kein Ende. direct te leveren. Met de revolver in de hand stonden ze voor mij. Mijn vrouw smeekte f»l om genade, en ook de kinderen schreeuwden om 't hardst. Ik heb de woede, die 't eerste oogenblik in mij opkwam, maar onderdrukt, en heb mijn geheele wintervoorraad aan die lui moeten afstaan. Gelukkig heb ik het koebeest, dat ik had, nog kunnen redden dat heb ik midden jn den nacht over de gren3 gebracht in Holland." Ik wandelde een eindje verder en ontmoette twee boeren, die 15 koeien voortdreven. Algauw had ik een gesprek met hen aangeknoopt. «En Dappere Belgen. Een treilend staaltje van zelfverloochening en vaderlandsliefde spreekt uit den brief van een in Holland geïnterneerden Belg aan zijn ouders, door dr. Jaak Boonen in de N. Koerier gepubliceerd Lieve- Ouders. Zalig Nieuwjaar is de wensch waarmede ik u bij het intreden van het nieuwe jaar wil groeteDj want al zijn de tijden veranderd, de oude ge woonten blijven. Ik wensch U allen heil en zegen voor 1915 en het einde van de verschrikkingen, die U in het oude jaar hebben geteisterd. Ik wensch U weer de vrijheid en den vrede in ons weldra vrijge vochten vaderland. Dit weze mijn beste Nieuw jaarsgeschenk Intusschen ben ik hier half ver doofd of liever half verijsd in het vochtige Hol land, dat ons wel heel gastvrij behandelt maar ons toch ver van onze makkers houdt, die nog steeds moedig tegen den vijand strijden. Ik weet niet of gij mij zult goedkeuren, maar als alles meevalt, zijn mijn boeien gebroken, als gij dezen brief leest en dan dobber ik misschien reeds op de zee naar Engeland, naar het heldhaftige leger van den moedigen koning Albert. Ik heb genoeg van deze opsluiting en krijg nog liever een Hollandschen kogel op mijn vlucht dan hier nog langer te versuften. Maar, alles zal wel op wieletjes loopen, hoop ik. God zal mij bijstaan in mijn vurige vaderlandsliefde. Mocht ik ook op het slagveld sneuvelen, dan heb ik mijn plicht gedaan. Roekeloos zal ik mij niet in gevaar stellen, maar ook geen duimbreed wijken. Slechts de dood vermag het, een echten Belg te weer houden dat te hernemen wat hem van rechte toekomt. »Zij wilden wat was recht en wonnen wat zij wilden." Daarom roep ik u een laatste vaarwel toe en hoop dat gij mij nu en dan eens zult gedenken evenals een dier velen, die strijden voor het vaderland. En mocht ik al vechtende sterven, ik zal mij troosten met de gedachte dat ik door mijn vader- landsche daad rijkelijk vergoed wat ik vroeger mocht verpeuterd hebben. Vaarwel, teergeliefden, of liever tot weerziens, want zoo lang wij leven is ei hoop en waarom de schaduwzijde des levens beschouwen als wij zonneschijn kunnen genieten. Tot weerziens in ons vrijgevochten vaderland." Kardinaal Mercier. Graaf Hoensbroeck schrijft, aan de „Tagl. Rund schau" omtrent, het^ herderlijk schrijven van Z.Em. kardinaal Mercier: Het gaat verre .ie grenzen van het toelaatbare te buiten, dat de hoogste bisseftap- van een door ons veroverd land, welks bestuur volgens oorlogsrecht in onze hanuen is, in zijn kerken zóó oyer ons spreekt. Ik wil mijn woorden matigen, doch de heer Mercier verdient, dat tegen hem wordt opgetreden. Dos te meer, daar deze reeds éénmaal op 1: angst onge paste wijze zich oyer Duitschland t-n ce Duitsche oorlog voering heeft uitgelaten. Ook uit het op tieden van Mercier üen 14den September 1914 in Landen blijkt, dat hij een persoonlijkheid is, die voor de tegenwoordige toestanden in België geheel en al ongeschikt genoemd moet worden, Eu nu weer deze „herderlijke brief'Bestaat er dan in België geen censuur'? Uit Keulen wiordt aan „De Tijd" ge me! a Aan de censuur is streng, gelast te waken, zoowel tegen publicatie van den herderlijken blief van kardinaal Mercier en van citaten daaruit, als tegen aan de Duitsche zaak ongunstige com mentaren. Bij de Duitsche Katholieken, die on danks alles van het schrijven konden 'tennis ne men, is een houding van verlegenheid ontstaan. Men wil echter de bekendmaking Lij liet Katho lieke Duitsche volk tot eiken prijs voorkomen. om uwe opvoeding en door de macht der ge woonte verontschuldigd worden. Ongelukkig echter rekenen onze landlieden het tot den goeden toon de Hindoe's koud en met verachting te behandelen hetgeen reeds uit zui«er menschelijk standpunt veroordeeld moet worden Uwe sympathie voor de negers is bekend," on derbrak Alice hem spottend, «zij zal u nog aan den spot van allen prijsgeven." Weer trilde Donald, en de hand, die op den knop der degen rustte, sidderde. «Zulke spot zal mij niet beleedigen," antwoordde hij rustig, ofschoon lichte smart door zijn stem heen klonk. «Gij zijt in deze vooroordeelen groot gebracht. Ik hoopte immer, dat gij genoeg waarheidszin, genoeg kracht bezitten zoudt u daarvan te be vrijden, maar ik heb mij bedrogen. Gij hebt de wereld slechts leeren kennen van het egoistisch standpunt, waarop uwe opvoeding u plaatste. Daarom kan het verontschuldigd worden dat gij weigerdet bij Zelima te blijven, maar het is niet edel, de zuster beleedigingen toe te dichten, die geheel niet bestaan." «Weigert gij dus met allen ernst' mij vol doening te geven »Gij weet wel, dat ik u nimmer ongestraft zou laten beleedigen. Zoolang ik echter geen belee diging vermag te ontdekken, kan ik ze ook niet wreken, sik zou zelfs, als gij op uwe plannen blijft staan, genoodzaakt zijn, ze te verijdelen." '«Zoudt gij dat durven wagen de oogen der Miss bliksemden en op kouden en ruwen toon vroeg zij sis dat de warme liefde, welke kapi tein UoDald aan zijne verloofde schenkt?" «Miss, gij zoudt mij toornig maken," antwoordde de kapitein onwillig. sZoo gij werkelijk met dit verlangen mijn liefdé op den proef wilt stellen, zou ik er niet op kunnen ingaan, reeds daerom niet, omdat ik uw toorn minder vrees dan uwe verachting. En verachteD zoudt gij mij, zoo ik aan uw kleingeestig verlangen gehoor gaf." De jonge dame stond op. Blijf Alice, ik laat u niet toornig van mij henengaan. wees nu eens verstandig en maak toch om die ingebeelde beleediging geen vijanden wier hulp gij misschien eenmaal zult behoevpn. Het kan u geen geheim meer zijn," ging hij voort toen er een minachtend lachje om hare lippen speelde, sdat er iets in dit land broeit, en dat wij aan den vooravond staao van gewichtige ge beurtenissen. Ik vrees, dat wij op een vulkaan dansen." «Bah, inbeeldingen... en al ware het zoo? »Nu dan kan men licht in omstandigheden komen, waarin het niet goed is vijanden te be zitten." De Miss lachte verachterlijk. De Dicht van den resident zou niemand een haar durven krenken." »Gij onderschat het gevaar, gelijk al onze land genoteD, ofschoon niemand durft te ontkennen, dat er iets dreigt. Ik vrees dat hun de oogen eerst zullen opengaan, wanueer het te laat is, Typhus in het Duitsche leger. Men meldt uit Brussel aan de „Tel Sedert eenigen tijd heerschen er jn 'i Duitsche leger typhus en longontsteking in hevige mate. Als bewijs van de epidemische wijze, waartop deze ziekte wioedt, diene, dat het klooster van Froyennes (een dorp, gelegen aan ue Belgische gjrens in de omstreken van Veraun) dat aan de Fransehe geestelijkheid toebehoort, 700 bedden bevat, en sedert het begin van den oorlog inge richt was als hospitaal voor gewonden, thans uitsluitend yoior de lijders aan deze ziekten, in gebruik is. Het gemiddelde sterftecijfer per dag bedraagt 5. Deze warden in een nabijgelegen veld begraven, hetgeen van uit de venste-.s van het hospitaal dagelijks is waar te nemen. Het aantal sterfgevallen is zoo groot, dat o<? gezondhe-i-ls- oommissie van Henegouwen zich lot ae Duitsche want breekt het oproer eenmaal los, dan zal het, daarvan ben ik overtuigd, vreeselijk zijn." «Was het dus vrees voor dreigend gevaar, dat gij zoo aanhoudend er op aandrongt, dat wy In- dië verlaten zouden Thans sprong de officier op, krampachtig om klemde hij den degen, toch bedwong hij zich nogmaals. »Wilt gij het vrees noemen, zoo goed dan,' antwoordde hij rustig, ofschoon men aan zijn stem hooren kon, welke moeite hij zich gaf om bedaard te blijven. «Wees er echter van over tuigd, dat ik alleen daarom het land zou verlaten omdat ik de verdrukking harer bewoners niet langer kan aanzien. Eens zal er een dag komen, dat gij zult inzien hoe gegrond mijne waarschu wingen warengeve de hemel slechts, dat uw vermetel vertrouwen dan niet gewroken worde." Miss Soldins stond op, trok hsar shawl vaster om de schouders en zeide «Het is hier koud en vervelend, ik wil mij nu een weinig atnuseeren en hoop wel een kavalier te vinden, die eerder bereid zal zijn een beleedigde dame te wreken, dan kapitein Donald zijn bruid 1" Donald trad haar in den weg. Wordt vervolgd). vaD mij, 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1915 | | pagina 1