Binnenland.
Stads- en ffewesteljjk Nieuws.
uitgekomen. Daar1, hebben wijl taf van krijgsgevan
genen gemaakt en een heilige gxioéné vlag ver
overd op ongeregelde Turksche lenden.
Russisch legerbericht. van gisteravond. In het
dal van de Jesjim Irmak hebben wij ae stad
Kialkit-Tsjewtlik bezet. In de richting van Er
2'indzjan zijn onze troepen de westelijke Eafra-
tes overgetrokken in de richting van de brug
van Ketoer Kerre. In de richting van Moss oei,
ten oosten van de streek van ftevandoesi strij
den de Turken telgen sterke Russische strijd
krachten.
ALLERLEI NIEUWS.
Re DuitsChe handeisduifcboot „Deutschland"
ligt nog slteeds in de haven van Baltimore en
wacht een gunstig ongenijik af om te vertrek
ken.
De gez.ant van Roemenië te St. Petersburg
heeft naar de „Messagero" uit Boekarest,
verneemt voor zijn vertrek uit Rusland naar
Roemenië een belangrijk onderhoud gehad met
den tsaar, den Russisöhen ministir van fiuitan-
landsdhe zaken en den overste van den Rus-
sischen generalen stat. Bij aankomst J.e Boekarest
werd hij terstond door den koning en den mi-
nister-preisident Briatanu ontvangen. Hij overhan
digde den koning een eigenhandige^ brief van
den tsaar, i
Men meldt uit Cadzand
In den nacht van Zaterdag pipi Zondag is er
een levendige actie op' de Noordzee waargenc-
tnen. Ren heelen nacht is er met zoeklichten
gewerkt, waartusschen men vuurpijlen meDver
schillende kleuren zag lichten. Terwijl get&nder
van geschut werd vernomen. Soms was het
schieten zeer hevig. Zondagochtend omstreeks
vijf uur zag men een achttal oorlogsvaartuigen,
vermoedelijk torpedojagers, de haven van Zee-
brugge .binnenvaren, kort na de binnenkomst
zag men er weer een de Noordzee instévéaén.
Alles duidde op een zeegevecht.
Het Oranjeboek.
Thans is verschenen het aangekondigde Oranje-
boek, waarin de minister van Buitenlandsche
Zaken een overzicht geeft van eenige in het tjjd-
vak October 1915 tot Juli 1916 door het ministe
rie van Buitenlandsche zaken behandelde aange
legenheden.
De relletjes te Soerabaja, de zeemiliciens,
Het Tweede Kamerlid, de heer Hugenholz, heeft
de volgende schriftelijke vragen tot den minister
van marine gericht
lo. Heef t de minister reeds een officieel rap
port ontvangen omtrent de gebeurtenissen op 7
Mei en volgende dagen te Soerabaja en op de
daar vertoevende oorlogsbodems, en zoo ja, is de
minister bereid dit rapport aan de Kamer over te
leggen
2o. Is den minister bekend om welke redenen
en op welke wijze de 47 marine-schepelingen, die
onlangs per s.s. «Rindjani* zijn gerepatrieerd en
te Hellevoetsluis ter beschikking van den minister
zijn gesteld, in Indië zijn aangewezen om uit het
gezamenlijke aantal manifestanten te worden voor
gedragen voor ontslag uit den dienst.
3o. Wat is de aanleiding geweest tot de nu
weder plaats gehad hebbende ongeregeldheden
te Hellevoètsluis onder de bovengenoemde 47
schepelingen en hoe hebben die zich toegedragen
4o. Kan de minister reeds mededeelen, welke
beslissing hij ten opzichte van deze 47 schepe
lingen denkt te nemen
5o. Is het waar, dat van de 50 milieiens,
wien bevolen was naar Indië te vertrekken, het
grootste deel is gedeserteerd, althans door achter
blijven, niet meer heeft kunnen gaan, en zoo ja,
op welke wijze is dit tekort aangevuld
Duitsche kinderen naar Nederland.
Naar wij vernemen, is door het Duitsche ge
zantschap te 's Gravenhage tot verschillende
liefdadigheidsinstelingen te Rotterdam die zich
bewegen op het gebied der kinderbescherming,
het verzoek gericht, of men gedurende de vacantie
een aantal Duitsche kinderen gastvrijheid kan
verleenen. Het verzoek werd ontvangen door de
vereenigingen van verschillende gezindten. Het ligt
in de bedoeling die kinderen hierheen te zenden,
die een goede voeding noodig hebben om aan te
sterken, een voeding die in het vaderland, wegens
het nijpende gebrek aan levensmiddelen, niet
meer te verkrijgen is.
Het verzoek is hier met veel sympathie ontvangen-
Afgezien van pro- of antigevoelens voor de
verschillende oorlogsvoerenden, is men terecht van
meening, dat het in den zin van kinderbescherming
ligt, Duitsche kinderen als onschuldige slachtoffers
van den oorlog, hulp te bieden, indien dat gevraagd
wordt. Zoo verklaarde de vereeniging «Liefdewerk
voor Kinderbescherming® zich bereid, de zorg
voor 300 kinderen op zich te nemen. De eerste
zending is zeer spoedig te verwachten. «Tel®
Invoer van origineele Petküser rogge.
Het „Nederlandsch Landbouwweekblad" meldt
dat de regeering pogingen aanwendt teneinde
van de Duitsche regeering vergunning te ver- j
krijgen tot den invoer van origineele Petküser
rogge. Deze pogingen zullen waarschijnlijk met
gunstigen uitslag bekroond worden. De'Kunink-
lijke Nederlandsche Landbouwvereeniging is
aangewezen als centraal lichaam voor den invoer
en de distributie.
Alle bestellingen moeten ten spoedigste, doch
uiterlijk 5 Augustus schriftelijk gericht worden
tot de Koninklijke Nederlandscbe.Landbouw
vereeniging, Prins Hendrikplein 11, Den Haag.
De leveringsvoorwaarden zijn
De levering geschiedt uitsluitend aan hande
laren en inkoopvereenigingen. Ieder landbouwer
moet zijn bestelling dus bij zijn gewonen leve
rancier doen. De prijzen zijnvoor partijen van
5000 k.g. of minder 19.50 mark per 50 k.g.,
voor partijen van meer dan 5000 k.g. 19 mark
per k.g., alles ex-clusief zak en franco kweek
plaats.
De levering geschiedt in geplombeerde zakken
van 100 k.g., voor de zakken wordt 2.30 mark
berekendledige zakken worden niet terugge
nomen.
De prijs van de rogge (met inbegrip van het
zakkengeld en vracht) moet vooruitbetaald
worden aan dè Koninklijke Nederlandsche Land
bouwvereeniging, waarbij de mark berekend
wordt op f0.59. Hetgeen van de vooruitbetaalde
bedragen na aftrek van de algemeene onkosten,
overblijft, wordt aan de bestellers ("handelaren
en vereenigingen) uitgekeerd, evenals eventueele
provisie voor den tusschenhandel.
De gebruikelijke, door den heer Van Lochem
vastgestelde voorwaarden betreffende kwaliteit»
onderwicht enz. blijven van kracht.
Alvorens de aflevering geschiedt, zal een ga
rantie gevraagd worden, dat geen uitvoer plaats
vindt.
Voorts moet voor iedere hoeveelheid Petküser
rogge een gelijke hoeveelheid prima broodrogge
geleverd worden, waarvoor de tijdens de levering
geldende hoogste Berlijnsche marktnoteering,
na aftrek van eventueele vrachten, vergoed
wordt. De leveringsplaats in Nedeiland wordt
nader bekend gemaakt.
Dr. Kuyper aan 't woord.
Een medewerker van de «Leipziger Abendzei-
tung« heeft een onderhoud gehad met dr. A
Kuyper, die zich uitvoerig en voornamelijk uitliet
over de tegenwoordige levensmiddelen-crisis in
Nederland
Dr. Kuyper zeide daarbij o.m.De oeconomische
druk,, dien Engeland op ons oefent, is verschrik
kelijk. Niet alleen wil men ons verbieden dat
gene naar Duitschland uit te voeren wat wy over
Engeland bekomen, men wil ons zelfs beletten de
producten van ons eigen land naar Duitschland te
verkoopen. Dit is weergaloos onrecht. Men be
denke, dat alles wat Nederland aan landbouw
producten voortbrengt, zooals aardappelen, tarwe
groenten en ooft, van de beste kwaliteit is. En
geland koopt deze producten bij onze boeren tut
eiken prys en levert ons by v. daarvoor slechts zijn
eigen zeer twijfelachtige qualiteit meel enz. Na-
tuurlijk zjjn daardoor de pryzen tot 't uiterste
opgedreven en dat nog wel voor veel slechtere
waar.
Voorts moet men nog aanmerking nemen, dat
de mobilisatie-druk voor Nederland niet veel ge
ringer is dan voor Duitschland.
In Nederland staan er thans driehonderdduizend
man onder de wapen. Wat dat kost en hoe dat
door belastingen weer moet opgebracht worden,
behoef ik, aldus dr. Kuyper niet nader uiteen te
zetten. Bovendien hebben wy geen krijgsgevan
genen om arbeid op het land te laten verrichten.
Door dit alles is het te verklaren, dat zelfs voor
de goed gesalarieerde kleinere beambten de levens,
omstandigheden byna ondragelijk zijn geworden.
Dit is de diepere oorzaak van de levensmiddelen
opstootjes waarvan men in de kranten leest.
Ten opzichte van de mogelijkheid om een eind
te maken aan den oorlog en vredesbemiddeling te
verleenen, meende dr. Kuyper, dat neutrale be
middeling nadeelig is zoolang er geen zekerheid
bestaat dat aan beide strijdende partyen bemid
deling welkom zou zyn.
Opmerkelijk vond dr. Kuyper het, dat in de
Duitsche pers te weinig aandacht besteed wordt
aan het feit, dat de Nederlandsche regeering be
sloot tot de oprichting van een gezantschapszetel
by den H. Stoel. Nederland toch is van huis
uit Calvinistisch gezind, ook in zyn politieke op
vattingen. Daarom was er toe nu toe geen meer
derheid voor de stichting van dit gezantschap.
Wanneer thans alle partygroepen in Nederland
dit besluit goedkeur, - ook ik, zei dr. Kuyper»
verklaarde my er mee ingeomen, dan is dit
een zeer opmerkelijk verschijnsel.
Soe.-democr. dagblad voor Rotterdam en
omstreken.
Volgens het «I£olksweekblad® heeft de federatie
S. D. A. P. te Rotterdam op hare twee laatste
vergaderingen, na ampele besprekingen, een be
sluit genomen om over te gaan tot de vorming
van een fonds voor een eigen sociaal-democratisch
dagblad voor Rotterdam en omstreken.
Het opbrengen van haringloggers.
Het volgende telegram is gezonden aan den
Engelschen Gezant te Den Haag:
„De Nederlandsche Zeemansvereeniging „Vol
harding" te Rotterdam nam kennis van den
eisch der Engelsche regeering om de Neder-
landsche visschersvloot stop te zetten, aan
welken eisch kracht wordt bijgezet door het
opbrengen der vreedzame visschers vaartuigen*
Ze brengt onder uw aandacht, dat deze wille
keurige maatregel voert tot werkloosheid van
ruim 10.000 arbeiders, die bij het visschersbedrijf
betrokken en er van afhankelijk zijn en die bij
doorvoering van den Engelschen eisch aan bit
teren nood en diepe armoede worden overge
leverd. Zij protesteertenergiek tegen deze
poging van grove rechtschennis gepleegd door
eene regeering, die zich voordraagt als de be
schermster van de belangen der kleinere.
De in de te 's-Gravenhage gehouden leden
vergadering van de Reedersvereeniging van de
Nederlandsche Haringvisscherij met algemeene
stemmen aangenomen motie luidt als volgt
De ledenvergadering van de Reedersvereeni
ging van de Nederlandsche Haringvisschery ver
tegenwoordigend ruim 800 Nederlandsche ha
ringschepen, gehouden te s'-Gravenhage op 21
Juli 1916;
kennis nemende van de aaa het hoofdbestuur
medegedeelde eischen van de Britsche regeering,
welke niets minder bevatten dan algeheele stop
zetting van het haring visschersbedrijf, en welke
reeds werden voorafgegaan door het opbrengen
van een aantal dezei schepen- en het brengen
dier schepen en ladingen voor het prijsgerecht
overwegende, dat de Britsche regeering zich
niet ontziet een belangrijk onderdeel van onze
nationale nijverheid met ondergang te bedreigen
zonder acht te slaan op de verstrekkende na
doelen, die daarvan het gevolg zyn voor reeders,
kooplieden, visschers, kuipers, boetsters en vele
anderen, die direct of indirect aan het bédrijf
verwant zyn en daarin hun bestaan vinden
overwegende, dat voor de Britsche regeering
of de Britsche handelaars even goed dé gele
genheid als voor andere afnemers openstaat om
dit product op de „vrije neutrale markt in te
koopen, en dat aan de genoemde regeering reeds
vroeger en thans opnieuw daartoe de gelegen
heid nadrukkelijk is aangeboden
overwegende', dat de Britsche regeering met
de door haar gedreigde maatregelen het tevens
practisch onmogelijk maakt, om dedoorNeaer-
landsche schepen gevangen haring te verkoopen
aan afnemers in neutrale landen, zooals de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika en Zweden,
en evenzeer om het door onze Nederlandsche
regeering door onze eigen bevolking verlangde
quantum haring beschikbaar te stellen
overwegende, dat onze reederijen hare schepen
voor deze visscherij hebben gereedgemaakt onder
de moeilijkste omstandigheden 'en met groote
geldelijke offers, zonder dat vanwege de Britsche
regeering gewaarschuwd is, dat zy op eenige
manier tegen ,ons bedrijf en onze belangen zou
ageeren.
overwegende, dat de Britsche regeering onze
reederijen een vage toezegging doet van een
belooning wanneer het bedrijf wordt stopgezet.
spreekt hare diepe afkeuring en groote ver
ontwaardiging uit over de handelingen en maat
regelen van de Britsche regeering jegens onze
Nederlandsche haringreederijen, beschouwt hare
eischen als gelijkstaande met een willekeurige
atopzetting van het bedrijf, teekent een ernstig
protest aan tegen en spreekt hare sterke ver
ontwaardiging uit over de houding van de Brit
sche regeering in deze, waar blijkbaar alleen
het recht van de sterkste wordt toegepast.
spreekt de verontwaardiging uit, en eischt dit
tevens van de Britsche regeering, dat deze onze
visschersschepen met de bemanningen en la
dingen onverwijld zal vrijlaten en de betrokken
reederijen zal schadeloosstellen, en dat bedoelde
regeering, getrouw aan hare traditie, loyaal en
fair zij, door zich alsnog bereid te verklaren om
desgewenscht een gedeelte van de haring af te
nemen en deze visschery verder ongemoeid to
laten.
brengt deze motie ter kennis van Zijne Ex
cellentie den minister van Buitenlandsche Zaken,
in het vertrouwen, dat de inhoud ervan onver
wijld worde overgebracht aan de Britsche re
geering, en dat dit tot gevolg moge hebben,
dat onze thans in Engeland vertoevende depu
tatie alsnog in hare onderhandelingen met de
Britsche regeering moge slagen.
WEERBERICHT.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 25 Juli, medegedeeld door het
Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt.
Hoogste barometerstand 768.1 te Christiansund.
Laagste barometerstand 760 te O.-Duitschland.
Verwachting tot den volgenden dagZwakke
tot matigen noordelijken wind, nevelig tot half
bewolkt, weinig of geen regen, zelfde tempe
ratuur.
A. C A. Nolet. f
Met diep leedwezen zal in breede kringen de
ontstellende tyding vernomen worden van het
overlijden van een onzer meest achtenswaardige,
sympathieke ingezetenen, den heer A. C. A. Nolet.
Zaterdag 15 Juli was hy op zyn kantoor onwel
geworden, zoodat hij per rytuig naar huis moest
worden gebracht en sedert dien is de ziekte,
welke hem overviel, geleidelijk verergerd.
Gister- (Zondag)morgeD om 7£ uur is de heer
Nolet zeer kalm overleden,
Het heengaan van dezen hoogst verdienstelijken
werker op verschillend godsdienstig en maat
schappelijk gebied is voor het katholieke Schie
dam een zeer groot, schier onherstelbaar verlies*
Arnoldus Cornelis Aloysius Nolet werd 20 Mei
1846 te Schiedam geboren.
Hij behoorde tot een dier oude katholieke
Schiedamsche patriciërsfamilies, die tot den bloei
en de welvaart van Schiedam zoo veel hebben
bijgedragen.
Doorkneed in den handel, stond hij jaren aan
het hoofd van zijn omvangrijke distillateurs- en
andere zaken. Daarnaast vond hij nog met zeld-
zame energie gelegenheid zijn aandacht te schen
ken aan tal van handelsondernemingen.
De belangen van Schiedam, de stad zijB0r
geboorte en van zyn voorzaten, waren hem bi
zonder lief. Moest er voor Schiedams welvaart
iets gedaan worden, men kon hem steeds gaarn0
daartoe bereid vinden.
In de dagen dat de haringvisscherjjvloot nage
noeg de Schiedamsche havens niet meer opzocht»
was hij het die met den heer A. van den Toorn
Jzn. te Scheveningen, zorgde dat de haringvaart»
welke aan zoo vele ingezetenen ten voordeel was»
weer vanuit deze oude havenstad tot meerderen
bloei werd gebracht.
De namen «Liduina®, «Maria® en «Catharinai»
die hem dierbaar waren, vindt men nog steeds
onder de namen der loggers, die van hier *er
haringvangst gaan.
Als commissaris van de «Provinciale Crediet'
en Spaarbank® alhier is hy ook tal van j*reP
nuttig werkzaam geweest.
Bovenal was hy een degelijk, beginselvast
katholiek, een katholiek van de oude generatie
die zijne vele gaven op het breede veld van bet
katholiek godsdienstig en openbaar leven op de
beste manier ten toon spreidde.
Wat hij voor de katholieke charitas, tydec5
zijn werkzaam leven, heeft verricht, valt moeilijk
te omschrijven. Veel, zeer veel zyn tal van ka
tholieke instellingen te dezer stede aan be®0
verplicht.
28 Februari 1872 werd hij benoemd tot lid v811
het R. K. Parochiaal Armbestuur, tevens bet
bestuur vormend van het R. K. Weeshuis.
deze instelling is hy jaren lang penningmeester
geweest. Den 19den Juli 1895 is hy als bestuur9'
lid afgetreden.
De vereeniging van den H. Vincentins v8°
Paulo, welke in zoo menig gezin, en voor z°°
menig katholiek heil en zegen brengt, behoorde
ook tot die instellingen, waaraan hij zyn beste
krachten wydde. Hij was tot aan zijn dood i'd
van den Hooidraad, zetelend te 's Gravenhage e°
voorzitter van den Bizonderen Raad te dezer
stede. Laatstgenoemde functie bekleedde hij va8
26 September 1884 af.
Geen wonder, dat zyne bizonder groote ver
diensten door de kerkelijke overheid zoozeer
werden gewaardeerd, dat hem de Pauselijk®
onderscheiding »Pro Ecclesia et Pontifice" *et
geschonken.
De katholieke pers vond by den heer NoR
steeds den grootst mogelyken steun en &ede'
werking. Hij was een van die weinigen, die z'c
er volkomen van bewust zyn welke groote w*°D
de katholieke pers, in 't bijzonder de locale pefs
bezit en welk een krachtig wapen zy is ter b®
strijding van de tegenstanders van het katb0'1
cisme.
Als president-commissaris van ons blad be0
hij tal van jaren de belangen van de
Schiedamsche Courant op de meest loyale etl
onbekrompen wjjze bevorderd en gesteund.
Met innig leedwezen zagen wij hem aan
bestuur van onze courant ontvallen. Zyn aage
dachtenis zal by zyn medebestuurders en bij alle0'
die aan de Nieuwe Schiedamsche Courant v0f
bonden zijn, in hooge eere worden gehouden-
Op katholiek politiek terrein is hij steeds 0
der hoofdfiguren in onze stad geweest.
Maakte hij reeds als secretaris van de
lieke vereeniging «De Grondwet® de periode j
dat de katholieken nog den zwaarsten stl'j0
hadden te voeren om voor hunne belangen °F
komen, als secretaris, later als voorzitter va»
R. K. Kiesvereeniging «Recht, Plicht en t„
die «Grondwet" verving, heeft hij groote, onscb
bare verdiensten verworven. |0
Schiedams katholieken zullen hem daar
lengte van jaren dankbaar voor zyn.
19 Juni 1906 werd hy tot lid van den Geto0e
teraad gekozen.
Van 11 Juni 1907 tot de periodieke
gen in 1913 had hy voor het district Scb'.0
zitting in de Provinciale Staten van Zuid-Ho"811^
Toen het lid van Ged. Staten van dit geW0St
heer A. H. C. M. J. IJzermans te VlaardingeD,k^r„
te overlijden, werd hy door de Rechtsche me0r
heid van de Zuid-Holl. Staten tot lid van
puteerden gekozen. Deze functie heeft hij
zyn uitgebreide werkzaamheden van No*001
1912 tot Juni 1913 bèkleed. ,j#
Wegens zijn benoeming tot lid van
teerden bedankte hy, ingevolge art. 23 de' ^g{
meentewet, als lid van den Gemeenteraad
district I, waarin hy nog tot 1915 zitting
By de periodieke Gemeeuteraadsverki0^
in Juni 1913, werd de heer Nolet, daar **0^,
mandaat als lid van de Prov. Staten 0D
volgens ook van Gedep. Staten niet her»10 j
zag, wederom candidaat voor den G0na6eIltejods
gesteld. Hij werd andermaal gekozen en i® 3 j
dien onafgebroken lid van Schiedams Gem000'6
geweest.
In tal van gemeentelijke commissies, °-9'