Binnenland.
delen te bereiken, wat hij met geweld niet had
kunnen verkrijgen. Maar waar zijn de Duit&che
vredesvoorstellen eigenlijk De geallieerden hebben
er om gevraagd, maar de Duitschers stelden geen
enkele voorwaarde. Zy spanden slechts een valstrik
door middel van schoone woorden. Zulke woorden
hebben ons eens verleid, maar de oogen van den
leeuw zyn thans opengegaan. Wij hebben geen
voorwaarden verworpen, maar wij hebben inge
zien, dat oorlog beter is dan vrede ten koste
van Pruisische overheersching in Europa.
De geallieerden hebben het in hun antwoord
aan Duitscbland duidelijk gemaakt en in hun
antwoord aan de Vereenigde Staten nog duide
lijker, dat zij, alvorens te kuoDen beproeven den
vredestempel weer op te bouwen, moeten toezien*
dat de grondslagen hecht zijn.
Ik ben juist teruggekeerd van den oorlogsraad
van vier groote geallieerde landen, op wie de
last van dezen vreeselijken oorlog rust. Ik kan
de daar genomen besluiten niet mededeelen, maar
laat men zich geen illusies maken over de grootte
van oDze taak en laat evenmin twijfel bestaan
over de resultaten. Wij hebben alle moeilijk
heden onder de oogen gezien wij hebben over
wogen en maatregelen getroffen om ze het hoofd
te bieden. Wij gingen uiteen in de overtuiging,
dat, zoo de overwinning al moeiljjk is, een neder
laag tot de onmogelijkheden behoort. Er is geen
weifeleD, wankelen, zwakheid of onzekerheid van
bedoeling. Er is slechts het grimmige besluit,
dat wij ten koste van eiken prijs het hooge doel
moeten bereiken, waarvoor wij de uitdaging van
de Pruisische militaire kaste aanvaardden, ten
einde de wereld voor goed van die bedreiging te
bevrijden.
Een ding, dat me op deze conferentie diep
trof, is het feit, dat de geallieerde volkeren in
steeds toenemende mate naar Groot Brittannie
opzien en vertrouwen op zijn frissche kracht en
groote hulpbronnen. Het is voor hee als een
groote toren in zee. Het wordt meer en meer
de hoop der verdrukten en de wanhoop van den
verdrukker.
Thans is het leger van Groot-Brittannie ge
weldiger dan ooit, goed gepefend en naar behoo
ren uitgerust. De natie kan er op rekenen, dat,
als zij het leger den noodigen steun geeft, dit
den weg naar de overwinning zal banen, te
midden van de gevaren der komende paar maan
den. Wij moeten het steunen; bet is het waard.
EEN DUITSCHE NOTA.
Het Wolfïüureau seint uit Berlijn
Den vertegenwoordigers der neutrale staten
alhier werd gisteren de noia overhandigd, waarin
den regeeringen der neutralen de opvatting der
Duitsche regeering over 'de situatie wordt uiteen
gezet, welke ten gevolge van het weigerend ant
woord der Entente op de Duitsche nota van den
12den December is ontstaan.
AAN HET WESTELIJK FRONT.
De Duitsche staf meldt d d. gister
In den boog van Yperen'en Wjjtschaete, aan
de Ancre, de Somme en aan weerskanten van
de Maas bereikten de artillerie- en myngevech-
ten op enkele uren van den dag een aanmer
kelijke kracht.
Ten N. van Yperen is een aanval van den
vijand, met zware verliezen voor hem, afge
slagen.
Op een smalle plaats binnengedrongen Engel-
scheu zijn door een tegenaanval teruggeworpen
Ook ten Z. van Yperen bleven voorwaartsche
bewegingen van vrij sterke patrouilles van den
vijand vruchteloos.
Bij Beaumont slaagde de vijand er in, een
vooruitspringend loopgraafstuk van onze stelling
te bezetten.
Onze vliegers schoten twee Engelsche kabel
ballons neer, die brandend neervielen.
Het Fransch avond communiqué meldt
Artillerie acties in den boven-Uzas, in Woevre
en bij Verdun.
Het Engelsch stafbericht van gister meldt:
Een aantal succesvolle kleine ondernemingen
gisterenavond. In den vroegen morgen had ten
N O. van Beaumont-Hamel een operatie op
groote schaal volledig succes. Een vijandelijke
loopgraaf werd genomen over een front van
drie kwart mijl en onze positie ii.gericht. Een
vijandelijke tegenaanval in den namiddag werd
opgevangen door onze artillerie en met verliezen
gebroken. Honderd zes en zeventig gevangenen,
waaronder 4 officieren, werden genomen. Wij
drongen gisteravond vijandelijke loopgraven
binnen ten Oosten van Armentieres en ten Noord-
Oosten van Yperen en brachten den vijand tal.
rijke verliezen toe.
AAN HET OOSTELIJK FRONT.
De Duitsche staf meldt:
Front piins Leopold van Beieren: Op feven-^
dige weikzaamheid van de artillerie tusschen
Riga en Smorgon volgden tegen verschillende
stellingen van dit punt gisteien, 's nachts en
vanochtend verscheidene aanvallen van de Rus
sen en voorwaartsche bewegingen van vrij
sterke afdeelingen, die zonder uitzondering afge
slagen zijn.
Russisch communiqué
Oostelijk frotit. Ten Zuiden van hèt Babit-meer
duurt de snijd voort.
Den lüen dezer hebben onze troepen een dorp*
dat ten Oosten van Kalutzem ligt en door den
vijand hardnekkig met een groot aantal mitrail
leurs werd verdedigd, genomen en twee tegen-
san vallen afgeslagen.
Zes werst ten Oosten van Kalutzem sloegen wij
drie aanvallen onder groote verliezen voor den
vijand af.
De Duitschers hebben een aanval gedaan op
onze troepen ten Noorwesten van Ixkoel, maar
werden door ons vuur uiteengedreven.
OP DEN BALKAN.
Duitsch communiqué van 11 Januari:
Front aartshertog Jozef: De dag van gisteren
bracht aan de Duitsche en Oostenrijksche troe
pen in een moeielijken strijd in het gebergte
tusschen het Uz en Sbsita dal nieuwe succes
sen. Verscheidene steunpunten zyn den vijand
afgenomen.
Ten N. van den Oituz weg nam het infante-
rie-regiment no 189, onder leiding van den
dapperen commandant, een sterke, hardnekkig
verdedigde stelling stormenderhand.
Bij Marasti en Racoasa is de genomen linie
tegen aanvallen van den vijand gehouden.
Aan gevangenen zijn 6 officieren en ruim 800
man. aan buit 6 machinegeweren binnengebracht.
MackensenGeen gebeurtenissen van bijzon
der belang.
Russisch communiqué van 11 Januari:
Het RoemeenBche front: Metkrachtigensteun
der artillerie heeft de vijand zich in herhaalde
aanvallen meester gemaakt van twee hoogten
ten Noorden van de Oitoz. In verwoede aan
vallen heeft hij de Roemeniërs ten Zuidoosten
van MonostirtsaKachinoel aan de Kassina
teruggedrongen en eveneens ten Noordwesten
van Kempoenule aan de Soechitza.
Onder benutting van den mist is de vijand
de Putna bij Ivenesoi, 10 werst ten Noorden
van Foesang overgetrokken en deed in een
sector van een onzer regimenten een aanval,
doch een k>achtige tegenaanval wierp hem na
een gevecht met de bajonet, onder groote ver
liezen over de rivier terug. De vijand liet ge
vangenen in onze handen.
ALLERLEI NIEUWS.
Volgens een telegram uit St. Petersburg aan
de Parjjsctae bladen hebben de koning en de ko
ningin van Roemenië, de kroonprins en Bratianu
den tsaar in diens hoofdkwartier bezocht en rijn
ze daar eenige dagen gebleven.
Dr. von Kutkowski, de burgemeester van
Lemberg die indertijd door de Russen bij de in
neming van Lemberg ais gijzelaar naar Rusland
is gevoerd, is thans vrijgelaten en te Stockholm
aangekomen.
Koning Albert heeft, naar de Engelsche
pers meldt, luitenant generaal Ruquoy in de
plaats van den overleden generaal Wielemans
tot chef van den Belgischen generalen staf be
noemd.
Generaal Ruquoy is 55 jaar oud. By het uit
breken van den oorlog bekleedde hy den rang
van kolonel. Hij werd tweemaal gewond, ge
durende het beleg van Antwerpen en daarna
aan den Yser. In Mei 1915 werd hem het bevel
over een divisie toevertrouwd Generaal
Ruquoy moet een krygsman zijn met groote be
kwaamheden en een geboren leider, die in het
jeger zeer veel vertrouwen geniet.
Ofschoon koning Albert opperbevelhebber
van het Belgische leger is. zal de nieuwbenoem
de chef van den generalen staf met de dage-
ljjksche leiding der operaties belast worden.
De Handelsvereeniging en de Kamer van
Koophander te Semarang hebben telegrafisch
een adres tot de Tweede Kamer der Staten-
Generaal gericht waarin zij nadrukkelijk de
aandacüt vestigen op de gevolgen voor den In-
dischen handel en de inlandsche bevolking als
de scheepsruimte voor lading weer verminderd
zou worden. Verder wordt in het telegram ge
zegd, dat het departement van koloniën er niet
in geslaagd is de opwinding te doen bedaren,
omdat dit departement alleen heeft medege
deeld, dat de geregelde gemeenschap zou wor
den gehandhaafd, maar niet dat vermindering
van voor afscheping beschikbare scheepsruimte
uitgesloten is.
De Kamerverkiezingen in 1917.
In een hoofdartikel in „De Tribune" wordt
verklaard dat de S. D. P. in de Grondwetsher
ziening van mr. Cort van der Linden niet een
versterking van de democratie, maar van het
imperialisme ziet, en dat zy niet van plan is,
die zonder strijd te aanvaarden. Met haar en
de B.C. S. zal geen overleg mogelijk zijn.
Militaire missie naar het Engelsche front.
Reuter seint d.d. 11 dezer
De „Times" meldtDe drie Nederlandsche
officieren, generaal majoor Burger, kolonel jhr-
Röell en kapitein Oirschot, die de Britsche re
geering tot een bezoek aan het Britsche front
had uitgenoodigd, zijn op het punt om naar
Frankrijk te vertrekken. Ze hebben eenige da
gen in Londen getoefd en brachten een kort
bezoek aan het Noorden van Engeland. De hun
ten deel gevallen ontvangst heeft hen zeer aan
genaam getroffen. Ze zeiden: „We wisten van
hooren zeggen, wat Britsche gastvrijheid is en
onze verwachtingen waren hoog gespannen*
maar de vriendelijkheid, ons hier betoond,-heeft
die verre overtroffen."
Gisteren waren de officieren in het Neder
landsche gezantschap te gast.
Prins Hendrik.
Naar wij vernemen, zal tijdelijk als adjudant
aan Z. K. H. worden toegevoegd Jhr. J. Schim-
melpenninck, woonachtig op de buitenplaats
Heimerstein.
Aankoop vliegtuigen
De Minister van Oorlog deelt in de Memorie
van Antwoord nopens de Oorlogsbegrooting voor
1917 mede, dat met goedvinden van de betrok
ken Mogendheden, verscheiden der hier geïnter
neerde vliegtuigen zijn aangekocht. Bestellin
gen zijn voorts sinds lang loopende en onder
onderhandelingen zyn nog steeds gaande.
Jhr. van Nispen. f
De begrafenis van het Tweede Kamerlid voor
Rheden, jhr. J. W. van Nispen tot Sevenaer,
zal a.s. Zaterdag te Zevenaar plaats hebben.
Vrijdagavond zal het stoffelyk overschot van
uit het sterfhuis worden overgebracht naar de
parochiekerk van Onze Lieve Vrouwe van Goe
den Raad, aan het Bezuidenhout, en nadat in
deze kerk Zaterdagochtend halfnegen een plech
tige uitvaartdienst zal zijn gecelebreerd, zal het
stoffelyk overschot per auto naar het R. K.
kerkhof te Zevenaar worden overgebracht
Het s.s. nlmport
Naar wy vernemen, bevindt zich onder de
ruim 600 ton lading stukgoed, van het naar
Zeebrugge opgebrachte stoomschip „Import")
geen contrabande.
De Amerikaansche gezant.
De Koningin heeft gisteravond ten paleize den
vertrekkenden gezant der Vereenigde Staten van
Amerika, dr. Henry van Dyke in afscheidsgehoor
ontvangen na afloop waarvan het gebruikelijke
afscheidsmaal plaats vond.
De schepenvordering.
De correspondent van de N.R Crt. te Semarang
seint1
Wegvoering van Belgen naar Duitschland.
De minister van buitenlandsche zaken heeft
gisteren ten vervolge op de beantwoordmg van de
vragen van den heer Duys betreffende het weg
voeren van Belgen naar Duitschland, het volgende
antwoord ingezonden
In aansluiting op mijn medeaeeliog van 4 De
cember jl. naar aanleiding van de vragen van het
lid der Kamer, den heer Duys, betreffende de
wegvoering van Belgen naar Duitschland, heb ik
de eer te doen weten, dat ik, door tusschenkomst
van den Nederlandschen gezant te Berlijn, in
antwoord op de nota der Nederlandsche regeering
van 29 November jl., een nota van de Duitsche
regeering ontvangen heb, waarin het volgende
wordt medegedeeld
Naar de meening der Duitsche regeering moet
de ordonnantie van het gouvernement-generaal te
Brussel van '15 Mei 1916, waarhij gevangenisstraf
of gedwongen arbeid bedreigd wordt tegen een
ieder die openbare ondersteuning geniet, terwy'
hij zonder voldoende redenen weigert te arbeiden
naar evenredigheid zijner krachten, beschouwd
worden in overeenstemming te zijn met artikel
43 van het reglement, gevoegd bij de IVdeHaag-
sche Conventie van 1907, nopens de wetten en
gebruiken van den oorlog te land. x) Volgens de
inzichten der Duitsche regeering is het ongetwij
feld in het belang van de openbare orde om
zooveel mogelijk te voorkomen dat personen tot
werken in staat, ten laste der liefdadigheid komen
en om hen te dwingen tot een loongevend werk.
Zij is van meening, dat de onderstand door de
Amerikaansche »Relief Comm'ssion", een instelling
die m de bestaande omstandigheden een openbaar
karakter heeft, aan werkloozen en mitsdien be-
hoeftigen verstrekt, als openbare ondersteuning te
beschouwen is.
Aangezien de ongunstige toestand der Belgische
nijverheid belet dat de werkloozen op genoegzame
wyze in België zelf in hun onderhoud kunnen
voorzien, wordt hun, zoo vervolgt de Duitsche
regeering, loongevend werk in Duitschland ver
schaft; een groot aantal hunner is er reeds vrij
willig werkzaam tegen de werkloozen, die dat
voorbeeld niet volgen, is dwang volgens de voor
schriften van de ordonnantie van 15 Mei 1916
onvermijdelijk; arbeid waartoe een vijandelijke
bevolking volgens de regelen van het volkenrecht
niet gedwongen kan worden, is natuurlijkerwijs
uitgesloten.
De Duitsche regeering is mitsdien van oordeel,
dat het overbrengen van werkiooze Belgen naar
Duitschland niet in strijd is met het volkenrecht,
in het bijzonder niet met art. 52 van bovengemeld
reglement.
Wat ten slotte de verzekeringen betreft, ge
geven door baron von Huene, gouverneur van
Antwerpen, ten gunste van die Belgen, die naar
Nederland waren uitgeweken, zoo merkt de
Duitsche regeering op, dat genoemde generaal
zich in verbinding had gesteld met mr. Franck,
voorzitter der Intercommunale Commissie te Ant
werpen, ten einde in samenwerking met hem de
vrees der vluchtelingen te verdry»en, dat Belgen
van militairen leeftijd zouden worden ingeljjfd by
het Duitsche leger of gedwongen in Duitschland
te arbeiden. Deze twee heeren kwamen overeen,
dat de teruggekeerde Belgische vluchtelingen, die
zich rustig zonden gedragen en hun vak zouden
uitoefenen zonder van hun vyandelijke gevoelens
te doen blijken, op geenerlei wijze zouden worden
lastig gevallen. Het ts aan deze overeenkomst,
dat de proclamaties beantwoordden, welke gepu
bliceerd werden. In dit verband legt de Duitsche
regeering er nadruk op, dat in de bekendmaking
van mr. Franck van den 13en October 1914
uitdrukkelijk gezegd werd, dat slechts die bewo
ners van Antwerpen, Borgerhout en BergeD, die
een vast salaris genoten, door de Duitsche auto
riteiten in het rayon der vesting zouden worden
toegelaten, wat derhalve zeker niet sloeg op de
werkloozen. De verklaring van baron von Huene,
opgenomen in dezelfde proclamatie met en on
middellijk onder de bekendmaking van mr. Franck,
kan volgens de Duitsche regeering slechts uitgelegd
worden in overeenstemming met deze bekend
making en kan niet daarvan worden losgemaakt
als ware zij een algemeene verzekering ook ten
bate van hen, die niet wenschen te werkende
verklaringen, door baron von Hnene afgelegd
tegenover den consul generaal der Nederlanden
te Antwerpen en tegenover andere Nederlanders
moeten in dienzelfden zin worden uitgelegd,
evenals de publicatie van genoemden consul-
generaal van den 17en October 1914, waarin
formeel gesproken werd van ordelievende jonge
lieden, die naar Antwerpen zouden kunnen
terugkeeren.
Op grond van het voorgaande meent de Duitsche
regeering, dat de genoemde verklaring van baron
von Huene, alsmede zijn daarop volgende mede-
deelingen niet in tegenspraak zijn met de maat
regelen genomen tegen Belgische werkloozen.
Evenwel is de Duitsche regeering, rekening
houdende met de mogelijkheid van misverstand
van de zijde der Nederlandsche autoriteiten of der
naar Nederland gevluchte Belgen, bereid om die
Belgische vluchtelingen weder van Duitschland
naar Belgié te doen repatrieeren die, tengevolge
van de bedoelde verzekering, uit Nederland naar
het rayon van Antwerpen waren teruggekeerd.
Aangezien de Duitsche regeering echter om bo-
vengeuoemde redenen niet kan-gedoogen, dat
werkloozen in België ten laste van de liefda
digheid komen, verklaart zy deze tegemoetko
ming afhankelijk te moeten maken van de
formeele voorwaarde, dat de Nederlandsche
regeering diegenen onder hen weder tot zich
neme voor wie in België geen werk mocht zyn.
Naar aanleiding van deze mededeeling heb ik
aan de Duitsche regeering te kennen gegeven,
dat laatstbedoeld voorstèl door de Nederlandsche
regeering aanvaard wordt.
Door tusschenkomst van het Nederlandsche
gezantschap te Brussel zijn verscheidene naam
lijsten ontvangen van inder yd onder de voor
melde omstandigheden uit Nederland naar
Antwerpen teruggekeerde en thans naar Duit
schland weggevoerde Belgen. Deze lijsten worden
ter kennis van de Duitsche regeering gebracht.
1) Art. 43. Wanneer het gezag van de wet
telijke'overheid feitelijk is overgegaan in handen
van dengene die het gebied heeft bezet, neemt
deze alle maatregelen, die in zyn vermogen
staan, ten einde voor zooveel mogelijk de openbare
orde en het openbaar leven te herstellen en te
verzekeren en zulks, behoudens volstrekte
verhindering met eerbiediging van de in het
land geldende wetten.
2) Art 52 Requisition in natura en persoon
lijke diensten kunnen van de gemeente of van
de bewoners niet worden geeischt, dan ter voor
ziening in de behoeften van het bezettingsleger.
Zij moeten in verhouding staan tot de hulp
middelen van het land en van dien aard zijn,
dat zy voor de bevolking niet de verplichting
medebrengen om aan de krijgsverrichtingen
tegen haar vaderland deel te nemen.
Uitvoer van Paarden.
(Officieel.) De minister van landbouw, nijver
heid en handel deelt mede, naar aanleiding van
verscheiden bij hem ingekomen vragen, dat de
12,000 paarden, waarvan thans uitvoer plaats
heeft, zyn hengst- en rundveulens beneden den
leeftijd van 20 maanden, dieren dus, die voor
het gebruik nog te jong en in geen geval voor
legerdoeleinden geschikt zyn.
Uitvoer van paaiden heeft ieder jaar geregeld
plaats. Zoo bedroeg onze uitvoer in de jaren
1912 en 1918 respectievelijk 19,359 en 22,456
stuks. Sedert den aanvang van den tegen-
woordigen oorlog zyn echter als regel slechts
hengst- en rundveulens beneden den leeftijd
van 20 maanden uitgevoerd. Die uitvoer bé-
droeg in 1914 1 7,700 en in 1915 17,171 stuks.
Uitvoer van andere paarden had, met uitzonde
ring van een zeer gering aantal afgekeurde
hengsten en koetspaarden, niet plaats. In 1916
werden geen jonge paarden, doch wel een 3000-
tal oudere dieren uitgevoerd.
Armenzorg te Utrecht.
Men meldt uit Utrecht
Bij de behandeling van de begrooting voor
1917 van de stads-aalmoezenierskamer, in de
raadszitting van 27 October, heeft de heer Van
Leeuwen voorgesteld, het burgerlijk armbestuur
onder rechtatreeksch beheer van het gemeente
bestuur te brengen, en B. en W. uit te noo
digen, voorstellen daartoe by den raad in te
dienen.
B. en W. hebben thans den raad de gronden
medegedeeld, waarop zy aanneming van dit
voorstel ontraden. Zij meenen, dat bezwaarlijk
zal kunnen worden aangetoond, dat het belang
van de armenverzorging de opheffing van de
Aalmoezenierskamer vordert. Regenten hebben
toch het beheer op een behoorlijke wyze gewerd
en steeds ten behoeve van het aanbrengen van
verbeteringen hunne volle medewerking ver
leend. Bij eventueele opheffing van de instel-