Lwtite Berichte*.
&iada» en Mouw*.
Stateu-Generaal.
treiiieiigü JNieuwa.
Burgerlijke SS tand.
Jü»!i bertcn ujb
ling zou voorts een regeling moeten worden
getroffen omtrent de bestemming van haar be
zittingen, voor zooveel deze van derden zyn
verkregen. Aangezien nu de stads-aalmoeze-
nierskamer in den loop der eeuwen van haar
bestaan vele en bijzondere bezittingen heeft
veikiegen, zullen zich dan ongetwijfeld juridi
sche kwesties voordoen, bij welker oplossing
het zeer wel mogelijk is, dat zou blijken, dat
de opheffing van de instelling tengevolge had
het verlies van aan de kamer vermaakte be
zittingen, waarvan de gemeente thans het voor
deel geniet.
Komt het B. en W. alzoo, in verband met de
bepalingen der Armenwet, niet wel mogelijk
vooi, het burgerlijk armbestuur onder recht
streeks beheer van het gemeentebestuur te
btengen, er zijn bovendien andere redenen, op
grond waarvan h.i. zulks ook zeker ongewenschL
zou zijn. Regenten kunnen ongetwijfeld veel
meer voor armenzorg doen, wat met B. en W.
niet het geval is.
Winkelsl uiring,
A.s. Maandag treedt de verordening op de
winkelsluiting, welke heden is afgekondigd en
onder de »Officieele KennisgevevingeD" in ons
blad is opgenomen, in werking.
Alsverdachtvandiefstalvanlood
van eenige panden iu de Mariastraat zijn dooi
de politie aangehouden twee personen om
daaromtrent te worden gehoord.
Gisteren is door de politie aan ge
houden een persoon, die een zak steenkolen
vervoerde De steenkolen bleken ontvreemd van
een branderij.
Hoogwater te Schiedam. Zaterdag 13
Janudri 7.01 y.m., 7.06 n.m.
DIT ROTTERDAM.
ien einde personeel te vinden voor net lossen
van de vaartuigen heeft de firma Swartouw,
waai een staking onder de bootwerkers is uit-
gebioken, getracfit Duitscfie en Russische ar
beiders^ aan het werk te zetten De havenar
beiders-organisaties hebben daartegen gepro-
testeeid, doch den Duitschen en Rusischen ar
beideis werden kaarten volgens de Stuwadoors
wet verstrekt.
vond de Arnhemsche inspecteur Bros vervolgens
een gouden horloge en een armband, door twee
onbekende jongens verkocht, die eveneens bij
den genoemden diefstal te Arnhem gestolen
waren. Te Arnhem werd kort daarop een zekere
W. J. aangehouden, wiens signalement overeen
stemde met het door R. v. d. K. opgegevone
en die ook door dezen herkend werd. J. bekende
en noemde als zijn kameraad G J. v. E. die
weldra ook achter slot en grendel zat.
Deze laatste bekende de inbraak gepleegd te
hebben en ook betrokken te zijn bij een reeks
andere inbraken, o.a. in de poetsdoekeufabriek,
waar klokken en een rijwiel gestolen waren, in
een tweede fabriek waar eveneens de klokken
buit verklaard waren, in een fabriek en eene
particuliere woning waar geld vermist werd, in
een villa te Oosterbeek waar eveneens een
geldkistje vermist werd.
Ongelukken. Een bezoeker is in een café
aan den N. Z. Voorburgwal te Amsterdam ineen
kelder gevallen, methet gevolg dat hij onmid
dellijk dood was.
Schapenvleesch. Naar de »Vee en
Vleeschhandel" meldt, zijn de laatste 8 dagen
aan den Hoek van Holland in het openbaar export
slachthuis aldaar geslacht 2500 schapen voor export
naar Engeland.
Diefstal. De politie te Dordrecht heeft n
verzekerde bewaring genomen den 17 jarigen
P. v. N. aldaar, die ten nadeele van den brieven
besteller K. te Dordrecht een kistje met gelds-
waardigen inhoud ten bedrage van ongeveer 2000
gulden had ontvreemd. Het kisije had hij onuer
Bolnes in de Oude Maas geworpenhet is opge-
«ischt en in beslag genomen. Den inhoud had de
jongen verstopt onder een heg aan een dijk
tusschen Barendrecht en Bolnes.
De moord te Atnby. De mijnwerker
Bijlemans bekende in een vlaag van dionkemans-
waanzin Roemans, uit Amby, te hebben vermoord.
Tinnen orgelpijpen gerequireerd.
Op 10 dezer is eene verordening in Duitschland
verschenen, waarbij alle tinnen pijpen aan orgels
die, welke van buitenaf zichtbaar zijn opge-
eischt worden.
UIT DEUFC.
Omtrent den brand, die op 29 December 1916
uitbrak in het magazijn van J. D. te Delft kun
nen we nog het volgende melden
In t laatst van November kwam D. in aan
raking met de heeren Z. en S. te 't-Gravenhage
die hem voorstelden een pand te huren om een
zaak te beginnen, daarin eenige goederen te
biengen en daarna den rooden haan te laten
kraaien als de inboedel natuurlijk ver boven
de waarde verzekerd was.
Afgesproken werd, dat D. in den avond van
Vrijdag den 29en December, des nam. ten 5 uur
afwezig zou- zijn om zijn alibi te kunnen be
wijzen.
In dien tyd kwamen de anderen die ook
een sleutel van het huis hadden en staken
den boel in b.and.
De verzekeringsagent B en de expert J. J. de
G. uit Leiden, die ook in het complot betrokken
waren, zouden gelijk deelen in de opbrengt. Na
aftrek van de kosten zou elk van hen 1/5 ge
deelte ontvaDgen.
Juist Maandag was door den expert de C. en
fien agent B. een accoord getroffen met den
vertegenwoordiger der Algemeene Brandwaarborg
Maatschappij te Rotterdam waarbij de inboedel
voor f 15.0U0 was verzekerd, doch doordat u.
niet tegenwoordig was deze bevond zichjuist
in arrest - zou opniew geconfereerd worden
de Maatschappij zou dan f 80.'0 uitbetalen.
Het mooiste van de historie is, dat de expert
de C. en diens handlanger B de anderen had
den wijsgemaakt, dat de Brandwaarborg Maat
schappij slechts 33 pet, van de waarde der
goderen, die verbrand waren, zou uitkeeren,
terwijl inderdaad 66 pet. zou worden uitgekeerd.
Een dievenbende ontdekt. Men
meldt ons uit ArnhemHet is aan de politie
hier en elders gelukt, een dievenbende op te
sporen, die sinds lang Arnhem en omstreken
onveilig maakte. Dinsdag werd te Rotterdam
door de politie een partij zilveren lepels en
vorken in besjag genomen, welke men ver
moedde afkomstig te zijn van een kort geleden
gepleegde inbraak in de Pallandtstraat te
Arnhem. De bestolen dame ging met een
inspecteur van politie uit Arnhem naar Rotterdam
en herkende het in beslag genomen tafelzilver
als haar eigendom.
Het bleek, dat zekere R. v. d. K. uit Amsterdam
het met een onbekende aan zfin broeder M. v.
d. 'K. in Rotterdam had verkocht. Met de
Amsterdamsche recherche werd het onderzoek
voortgezet en daarbij ontmoette men R. v. d. K.
op straat, waarop hq onmiddelijk gearresteerd
werd. De aangehoudene vertelde, dat hij met
twee andere Amsterdammers L. H. en A. B.
het zilver van twee onbekende jongens had
gekocht. Alle drie werden in verzekerde bewaring
gesteld.
Bij een verder onderzoek bij diverse opkoopers
Brand in de uni versiteits-bi blio heek te
Groningen.
Hedennacht omstreeks half een is tengevolge
van kortsluiting een groote uitslaande brand
ontstaan in de universiteits bibliotheek te Gro
ningen, tijdelijk ondergebracht in het oude post
kantoor aldaar De bovenste verdieping, waarin
geborgen verschillende jaargangen Staatscourant
disertatia en staatspapieren is uitgebrand en,,
vermeld, terwyl een aanzienlijke hoeveelheid
buitenlandsche geschriften en periodieken aan
zienlijke waterschade bekwamen.
De catalogus en portretten van hoogleeraren
alsmede een groote voorraad boeken zijn gered-
De duurste wetenschappelijke werken werden
gelukkig in de kelders van het academie-ge
bouw bewaard.
De brand is ontdekt door den commandant
van de brandweer, den heer M. Weiter. De
brandweer was den brand in minder dan geen
tijd met twee stralen op de waterleiding meester-
Geboren: 10 Jan. Cornelis Wilhelmus, z. v.
C. W. van Noort en M. de Koning, Goereesche-
straat. Pieter, z. v. P. Aleman en C. van
Harmelen, Christiaan Huygenstiaat. Wilhelmus
Pieter, z. v. A. Nijman en A. W. Verbeek, Pol
derstraat.
Ondertrouwd: 11 Jan. G. Wessel, 24 j.
en E. J. Winkelman, 22 j. C. H. van Wijk,
22 j. en H. J. van Rijswijk, 22 j. J. Kre^mer,
19 j. en J W. Erkens, 24 j. L. van Eijk, 24
j. en G. van Son, 21 j. - J. Vermeulen, 25j.en
M. Michels, 20 j.
Gehuwd: 11 Jan. H. Tombrink, 21 j. en A.
Weima, 25 j. L. B. Rollof, 25 j. en P. dé
Jager, 26 j.
Overleden: 11 Jan. Adrianus Petrus v. d
Lely, oud 74 j. en 5 mud., N. Haven.
BEURS VAN SCHIEDAM 12 Jan. 1917
Moutwijn.
Officieele noteering van de Commissie uit de
Kamer van Koophandel voor de Beurs.
9 Jan. i 10 Jan. 11 Jan. 12 Jan.
35-
35-
35—
35—
petr Hectoliter zonder fust en zonder belasting
Namens de Commissie voor. de
noteering
a A\ J. WfTTKAMPF.
Bond van Distillateurs i
ill Jan 12 Jan
Moutwgut141— f41—
JeneveriU 45f 45—
Amsterdamsche proeft...46'/, 46</,
Spoelingi.|f 3.20 3.-
Stemming op hedeni prijshoudend.
Graanspiritus i.
Melasse-spiritus i.
Ruwe spiritus i...
Spiritus.
11 Jan.
f 92—af-1)
f 90éi t-i)
f38- if1)
12 Jan.
f 92—af
f90—af
38- f—
Stemming op hedeni kalm.
0 per H.L, ad. 100%, per H.L. ad. 50%.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag li Januari.
De heer Mondeis verdedigt zyn toelichting
van het amendement Schaper op art. 1. Spreker
verdedigt zijn amendement om ook de huren
van woningen ca 1 Januari 1916 gebouwd, door
de commissie te laten bepalen.
De heer A n k e r m a n verdedigt zijn amende
ment dat tot strekking heeft den Dieuwbouw van
woningen zooveel mogelijk te bevorderen, en be
doelt de wet, niet van toepassing te doen zijn op
woningen na 1 Januari 1916 gebouwd.
De heer M e n d e I s bestrijdt het amendement
Ankerman Hij gelooft met dat daardoor de nieuw
bouw zou worden bevorderd.
De heer R o o d e a b u r g wil de 10 opslag
veschrapt zien.
De heer de Savornin Lohman zegt, dat
de nieuwhouw door deze wet belemmerd zal
wodeo. Spr. zeet, dat bjj prijszetting van wo
ningen een paiiiculier belang wordt getroffen.
De heer v. Sasse van IJsselt meent, dat
de amendementen Mendels in sirijd zijn met de
strekking van het wetsontwerp, dat zich tegen de
onredelijke huuropdrjjving richt. Spr. vindt de 10
opslag gemotiveerd.
De heer Ankerman verdedigt de 10
huurverhooging.
Üe heer Rutgers stelt een redactiewijziging
voor in het tweede lid.
De heer J a n n i n k noemt een der groote
bezwaren tegen het ontwerp, dat het vrjje be-
schikkingsreeht -den huiseigenaren wordt ont
nomen.
De heer Snoeck H e n k e m a n s zegt, dat
z.i. de 10 alleen mogen worden toegepast tot
dekking van meerdere exploitatiekosten.
De heer O r t, minister van Justitie, verklaart
zich tegen het eerste amendement Mendels, om
niet den toestand van 1 Januari 1916, maar dien
van 1 Januari 1915 als uitgangspunt aan te ne
men. Eerst na 1 Januari 1916 zijn over huurop
drjjving klachten ingekomen.
De bijslag van 10 pet. heeft haar ontstaan te
danken aan den algemeenen toestand der duurte.
De nieuwbouw werd n het ontwerp opgenomen,
nadat de regeering nader was ingelicht omtrent
deze kwestie. Belemmerende bepalingen werden
echter vermeden, daarom is ook eerste vaststelling
der huur vrijgelaten. Het amendement Lohman
raadt spreker niet aan, omdat reeds voldoende is
gezorgd voor de belangen van verhuurder en
verbouwer. Spr. brengt een wijziging in de re
dactie van de tweede alinea van het eerste
artikel.
De vergadering wordt na repliek van den heer
Mendels gesloten.
Oorlogsbegrooting.
Aan de Memorie van Antwoord wordt het
volgende ontleend
Beleid van den minister.
Ten aanzien van de verhouding tusschen den
minister en de legeraanvoering, kan de minister
verwijzen naar hetgeen ten vorigen jare ter ver
dedigicg van het beleid is aangevoerd. Een nieuw
gezichtspunt kan hij niet openen; bij stelt er
alleen prijs op hier te verklareD, dat die verhou
ding, waarbij het nimmer aan wederzijdsch ver
trouwen heeft ontbroken, maar uiteraard niet
steeds gelijkheid van inzicht kan bestaan, in geen
enkel opzicht afbreuk heeft gedaan aan de beves
tiging van onze weerkracht.
Wanneer men overigens betwijfelt of onder
'e ministers leiding gedurende de jaren, dat de
oorlog nu rèeds duurt, die weerbaarheid we|
zoodanig is verhoogd als mogelijk ware, kan de
minister uiteraard het tegendeel niet bewijzen.
Hij kan dan alleen als zijne overtuiging uitspre
ken, dat in de gegeven omstandigheden wel al
het mogelijke is gedaan. Dat er gewerkt is, be
wijzen alleen reeds de bedragen, welke sedert 1
Aug. 1914 ter verhooging van onze weerkracht
zijn besteed. Er zijn echter omstandigheden,
waarin men zelfs voor millioenen niet verkrijgen
kan wat het meest noodig is. In soortgelijke m-
standigheden bevinden wij ons ten aanzien van de
artillerie. Tal van pogingen zijn en worden nog
gedaan om uit het buitenland geschut te verkrij
gen dat deze pogingen dikwjjls mislukten, is niet
het gevolg van lang beraad over de gedane aan
biedingen. Het behoeft hier niet gezegd te worden,
dat alle fabrieken van Oorlogstuig, overladen zjjn
met bestellingen voor de oorlogvoerenden dat,
wanneer dan nog levering aan onzijdigen mogelijk
blijkt, er nog kwesties zijn van politieken aard,
en dat, als men in de oplossing ook van die
moeilijkheden slaagt, er nog 't Vervoer is en de
vraag naar scheepsruimtealles afgescheiden van
de technische eischen eD de prjjzen.
Ten aanzien van het vliegwezen is het al even
zoo.
Er is gedaan wat gedaan kon wordenzelfs
is men er toe overgegaan, met goedkeuring van
de betrokken mogendheden verscheidene der hier
geinterneerde vliegtuigen aan te koopen Bestel
lingen zijn voorts sinds lang loopende en onder
handelingen daarover zijn nog steeds gaande.
Wat eindelijk betreft de geoefendheid der
troepen, tegenover de mededeeling, dat die in de
oogen van bevoegde beoordeelaars niet onverdeeld
kon worden geroemd, stelt hij zija overtuiging,
dat de opperbevelhebber van land- en zeemacht
zich zeker niet met een mindere mate van ge
oefendheid zal tevreden stellen, dat in de gegeven
omstandigheden is te verkrijgen.
De troepen te velde worden dan ook behoorlijk
geoefend.
De minister betreurt, dat eenige leden ook in
de tegenwoordige omstandigheden volharden bij
de afwijzende houding, welke zij tegenover de
begrooting, van oorlog plegen in te nemen.
Wegzending met klein verlof
De mededeeling in de Troonrede, dat de regee
ring opnieuw de mogelijkheid zou overwegen,
om den druk der mobilisatie te verlichten, had
ten doel te doen uitkomen, dat zij zich telkens
weer de vraag steit, of in die richting niet ver-
der gegaan kon worden en dat dus niet een last
op de bevolking wordt gelegd wordt, waarvan de
noodzakelijkheid niet telkens opnieuw wordt over-
wogeh. Een zoodanige vermindering van de onder
de wapen staande troepenmacht, dat men van ge
deeltelijke demobilisatie zou kunnen spreken, lag
geenszins in het voornemen wel werden maat
regelen beoogd, welke verlichting zouden aan
brengen.
Deze zijn tot stand gekomen, doordat de bij
zondere verloven van 10 pCt. -op 20 pCt. zjjn ge
bracht en het tempo van aflossing nog eeniger
mate werd versneld.
Naar het oordeel van den minister generali
seert men dan ook te veel door alleen heil te
verwachten van het met verlof zenden der andere
lichtingen als middel ter vermindering van den
mobilisatiedruk.
De meening, dat de oudste lichtingen in haar
geheel het meeste belang bij terugkeer naar hare
haardsteden hebben is niet geheel juist, zooals
o. m. hieruit bljjkt, dat by vertrek eener lichting
aanvankelijk gemiddeld 9 der sterkte vrijwillig
onder de wapenen bljjft.
De meening van verscheidene leden, die ver
klaarden, dat wel eene demobilisatie in techni-
schen zin uitgesloten moest worden geacht, maar
die het toch toelaatbaar oordeelden een groot
aantal manschappen lichtingsgewjjs met zooge
naamd klein verlof naar huis te zenden, bljjkt te
berusten op de onbevooroordeelde beschouwing
dier leden van de politieke en strategische ver-
houdincen, die volgens hen slechts tot slotsom
kannen voeren, dat het gevaar van in den krijg
te worden betrokken met van dien aard is, dat
een groote krijgsmacht onder de wapenen voort
durend onontbeerlijk is te achten. De regeering
veroorlooft zich die zaak, even onbevooroordeeld,
anders in te zien. L gt de verdediging van het
politieke inzicht der regeering niet op den weg
van den minister, ten aanzien van den militairen
toestand wil hij hier slechts herinneren aan het
geen ieder laatstelijk in de dagbladen beeft kun
nen lezen over den aanleg van verdedigingswerken
aan onze oostgrens.
De regeering komt er tegen op, dat haar
standpunt beschouwd wordt als een, dat haar
gemakkelijk maakt de verantwoording voor alle
gebeurlijkheden te dragen. De minister is met
de verlofsverleening zoover gegaan, dat het te
voorzien is, dat de lichtingen, welke in Aug 1914
onder de wapenen waren, in Aug. a.s. alle in het
genot van onbepaald klein verlof zullen kunnen
worden gesteld.
De onder de wapenen zijnde sterkte is thans
van dien aard, dat niet dan met moeite kan
worden voorzien in de dageljjksche diensten.
De minister kan er niet toe overgaan om thans
op nog ruimere schaal klein verlof te verleenen
hij waarschuwt daarbij tegen een overdreven
voorstelling van den druk der mobilisatietoestand,
zooals deze geworden is na de door hem geno
men maatregelen.
Militie, landweer, landstorm.
Onder de wapenen zijn: lo. van de militie de
lichtingen 1911—1916; 2o. van de bereden
korpsen, de pantserfort-artillerie en de torpe-
disten bovendien de militielichtingen 1909 en
19103o. van den landstorm de jaarklassen
1910-1916.
De gezamenlijke sterkte van de met verlof
gezonden groepen meent de minister niet in een
voor openbaarheid bestemd stuk te moeten ver
melden.
Wat de tijdstippen van wegzending van vol
gende lichtingen betreft, wenscht hij zich te
houden aan de tot dusver gevolgde gedragslijn,
om n.l. aan elk dier tijdstippen geen bekendheid
te geven, alvorens tot de wegzending van eene
lichting is besloten.
De oudste lichtingen der militie in het veld
leger kunnen nog niet naar de landweer over
gaan, omdat de wettelijke daarvoor vastgestelde
tijdstippen nog niet ïjjn aangebroken.
Het streven is er steeds op gericht, van bij
zondere bekwaamheden van dienstplichtigen zoo
veel mogelijk partij te trekken.
Niettegenstaande vele vijjwilligers bjj den land
storm militie- of landstormplichtig zijn geworden
en nog worden, blyf het aantal vrijwilligers,
hoewel in den laatsten tijd iets afnemend, toch
vrjj aanzienlijk. De sterkte op 1 April 1916
bedroeg 7533 hoofden, op 1 Nov. 1916 was dit
cijfer 7300, w.o. officeren en onderofficieren.
Vermits niet alle mannelijke ingezetenen, die
geschikt zijn de wapenen te araceo, worden inge
deeld bij militie- of dienstplichtigen landstorm,
heeft de vrijwillige landstorm zeker zijn reden
van bestaan behouden. Bovendien kunnen jonge
lieden van 1719 jarigen leeftijd eene verbinte
nis aangaan, zoodat de militaire kennis bij den
landstorm verkregen, hen later reeds gedeeltelijk
geoefend in 't leger brengt.
Verloven.
Door deze- laatste wijzigingen in de regeling
der bjjzondere verloven, wordt wel degelijk eene
niet onbelangrijke besparing van de kosten der
mobilisatie verkregen.
Eene verlofregeling, die een nog vrijgeviger
karakter draagt, dan de thans van kracht zijnde,
zou slechts in te voeren zjjn door aan het vast
gestelde percentage van de toelaatbare afwezigheid
nog verbere uitbreiding te geven hetgeen voors
hands niet in de bedoeling der Regeering lij?t.
In verband met den door enkele leden uitge
sproken wenscb, om te worden ingelicht, omtren
een order, welke door den opperbevelhebber zou