eliane.
Zaterdag
13 Jan. 1917.
TWEEDE BLAD
Liturgie.
De Zondagen na „de
Openbaring des Heeren."
PEDILLETO
Stat en-Ge» er aal.
Binnenland.
No. 11734.
De Zondagen na het feest van 's Heeren open
baring zijn als een omlijsting van dien feestdag
zei ven. Immers de grondgedachte: Christus, de
arme, de onbekende van het stalletje in Beth-
ehem is en blijft onze God en Koning, wordt
op telkens nieuwe wijze ons voor den geest ge
steld. Reeds tijdens het octaaf treedt Christus
als koning voor ons op als Hij; de 12 jarige
jongeling, de vergrijsde leeraren der wet in ver'
wondering dott luisteren naar de wijsheid van
zijn vragen en antwoorden. Op den octaatdag
hooren wy Joannes getuigenis afleggen: Hij, die
daar als nederig zondaar komt om zich te laten
doopen is het Lam Gods, dat de zonden dei-
wereld wegneemt. Ik heb gezien, hoe de Geest
Gods op Hem bleef rusten en ik heb voor U
het getuigenis afgelegd, dat deze is de Zoon Gods.
Daarom noodigt de kerk op den 2den Zondag
ons uit om met geheel de aarde dien God te
aanbidden en den Naam des Allerhoogsten lof
oe te zingen. En dat doen we gaarne omdat
ristus zich weer in al Zijn grootheid toont.
wei kt zijn eerste wonder te Kana om zijn
gorie te openbaren en. opdat zijn leerlingen in
em gelooven. Dat geloot in Christus Godheid
is de waarachtige hulde die Hem moet gebracht
worden, waarvan Hij ons dan ook de volheid
van Zijn goddelijke-almacht ten dienst stelt, zoo
eert ons de 3de Zondag, waar we om hun groot
geloof den melaatsche en den hoofdman beloond
zien met wonderdadige genezing Lof en dank
baarheid zijn de natuurlijke gevoelens waarmede
de kerk het verder officie van dezen Zondag
aanvult, opdat ook wij ten bekwamen tijde met
groot geloof zullen gaan tot den Almachtige.
e 4de Zondag zal ons bemoedigen temidden
van de wereldsere bekommeringen. Het scheepje
van Petrus toch is het beeld der kerk. Maar
evenals Christus zijn koninklijke macht toonde
door den storm te bedaren die Petrus' scheepje
dreigt te vernietigen, evenzeer toont Hij zich
de koning van Zyn Kerk, door de stormen die-
haar bestaan bedreigen, als Zijn tijd gekomen
is, te bedaren ja zelfs ze tot heil van Zijn stich-
ïng t,e doen dienen En dan erkennen we in
het beeld der vreesachtige Apostelen ons zei ven
terug en we bidden God, die weet, dat wij in
onze menschelüke zwakheid niet kunnen stand
houden te midden van zooveel gevaren sterk
ons naar ziel en lichaam, opdat wij overwinnen
*n datgene wat we voor onze zonden moeten
lijden. De wereld is het natuurlijk met onze
opvatting van Christus' koningschap niet eens I
Ona nu te voorkomen dat haar valsche stellin
gen onzen vrede zouden verstoren stelt de kerk
op den 5deu Zondag zich op het standpunt der
wereld en vraagt Als Christus koning is en
zóó gemakkelijk de heerschappij voert in Zijn
keik waarom vinden we dan zooveel onkruid
tusschen de tarwe? En dan krügen we het ge
ruststellende antwoord, dat hoewel Christus
öen duivel heeft overwonnen, Hij toch zyn
werkzaamheid niet belemmert. Hoeveel men
schelijks echter, ja zelfs hoeveel slechts er in de
leden der kerk gevonden wordt, Christus blijft
haar koning, die ook uit,het slechte het goede
ooet geboren worden en die ten slotte in het
eindoordeel over al zijne vijanden zegeviert,
Dat is voor ons, menschen van goeden wil,
evens een aansporing te zorgen, dat wü in den
odsakker der kerk niet zyn als onkruid maar
als goede tarwe. Vandaar de vermaning van
PaulusAl wat ge doet in woord of werk
oet alles in den Naam onzes Heeren Jezus
ristus, God en den Vader dankzeggend door
ezus Christus onzen Heer Dan wordt ten slotte
P den 6den Zondag ons nog een heerlük beeld
worpen van de werking van Christus' koning
Naar het Fransch.
22
«Waarom vraag je mij die belofte
t vraag het je, omdat als mijn vooruitzich-
('dip J™ zu\len worden, als een hinderpaal,
èn inn i ?m zou zÜn) zicb tussehen haar
bü h!ï Plaatste. dan geloof ik, Raynald, dat je
y het leed van je eigen hart niet het verwijt
verstoord6n d6 fUSt Van h6t haie te hebben
in"?™ ^J°e i3Jhet zeer goed m°gelÜk, dat ze
u-3 anders ziet dan den broeder van
dat fp tp]>,Una^haJar eigen hoeder. Ik beken
lm- 8edarende de tochtjes, die wij gezamen-
Ulk gemaakt hebben, nooit getracht hebt haar
dip h n °P een in 1 oogloopende wijze en
npn haaf opmerkzaamheid of de onze had kun-
eenvnns^ is bovendien te trotsch, te
snnpm, j weinig vervuld van zichzelf om
tp hi™.- raden' wat zü inboezemt of misschièn
het nmÏÏ -Wat ziJ Sjoelt. Ik denk dus, dat
delen paf-.18 om als een eei'H]k man te han-
pnhöif, Wl1 zegëen als een man. onbekwaam
Defoite te doen, die hij weet dat hij niet
schap in zijn kerk Nieng als neL inosierznad
was de aanvang van de kerk maar tot een
reuzenboom, waarin de vogelen hun nesten
bouwen, is zie uitgegroeid. Wij zien de verwezen
lijking van dien groei waar we weten, dat de
kerk over de geheele wereld zich heeft verspreid
trots alle tegenwerking, trots haar schijnbare
zwakheid, die zonder de middelen der wereld
de machtigen dezer aarde overwon. Wij zien
hoe die zwakke kerk tot stand brengt wat geen
wereldmacht vermochtin blijvende eenheid
te verbinden de meest uiteenloopende elemen
ten der aardbewone s. Dat is de invloed van
Christus naar buiten. Inwendig echter is ook
zijn zegepraal een volkomene want de geest van
Christus werkt onweerstaanbaar op de zielen
van goeden wil, totdat ze geheel van dien geest
doortrokken zijn, zooals het deeg geheel doorde
semd wordt door den zuurdesem. Zoo willen
ook wij zijn en we biddenWe bidden U, o
Heer, dat wij gevoed met Uwe hemelsche ga
ven, altyd mogen verlangen naar die spijze
waardoor we waarlijk uw leven leiden.
Moge deze korte beschouwing over de Zonda
gen na 's Heeren openbaring er toe bijdragen,
dat Christus' koningschap onder ons meer en
meer gehuldigd worde mogen we met de gebe
den der liturgie op die Zondagen over ons af
bidden dien geest van Christus waardoor hij
onveranderlijk blijve de koning van onze harten.
Muurcominissiewet
voortgezet
De heer Mende ls handhaaft zün amende
menten.
De heer Nolens oefent kritiek op de wijze,
waarop de heer Mendels die amendementen
thans verdedigt.
Het amendemen t-M endels-Schaper
(te lezen 1 Januari 1915, in plaats van 1 Janu
ari 1916) wordt verworpen met 48 tegen 24
stemmen.
Het tweede amendement van denzelfden,
om de 10 pot. te doen vervallen, wordt
aangenomen met 39 tegen 33 stemmen.
Het amendement Ankerman. om den
nieuwbouw geheel vrte laten, wordt
verworpen met 51 tegen 21 stemmen.
Het ainendemen t-M e n d e 1 s, om den
njeuwbouw reeds 'by eerste verhuring onder de
huurcommissies te brengen, wordt verworpen
met 61 tegen 11 stemmen.
Art. 1 wordt zonder hoofdelyke stemming
aangenomen.
Daarna zyn aan de orde art. 2, dat voorstelt,
de beslissing van de huurcommissie te laten
terugwerken en de daarop ingediende amende
menten.
De heer Men dels verdedigt het amende
ment om de verlaging door de huuicommissië
te doen teruggaan tot een vroeger tydstip dan
16 October 1916
De heer de Geer verdedigt zijn amendement.
De heer de Savornin Lohman bestrijdt
het amendement Mendels
De - heer R u t, g e r s wil een andere redactie
van het artikel, i
De heer Ort, minister van Justitie verdedigt
den in het ontwerp Vastgestelden datum van
16 Oct. 1916 en maakt bezwaar tegen het
amendement-Schaper. Het amendement de
Geer noemt spr overbodig, omdat voor arbei
derswoDingen toch geen huurcontracten over
langer termijn worden gesloten.
Het amendement Mendels wordt verworpen.
Het amendement de Geer wordt aangenomen.
Art. 2 wordt z h st aangenomen.
De heer D e K a n te r verdedigt zyn amendfe-
ment.
Minister Ort acht het regeeringsvoorstel beter
al heeft hij geen bezwaar tegen het amende
ment de Kanter.
De heer Snoeck Henkemans gelooft
niet dat het amendement een verbetering zal
brengen.
De heer de Kanter trekt zyn amendement
in.
De heer Ort minister van Justitie, deelt
op een desbetreffende vraag mede, dat bij alge-
meenen maatregel van bestuur huurcommissies
zullen worden samengesteld waarbij de aanspra
kelykheid zal worden gewaarborgd.
Art. 2 wordt zonder hopfdelijke stemming aan-
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag 12 Januari.
Er wordt voortgegaan met de beraadslagingen
over net ontwerp-
Huur commissie wet.
Na repliek van de heeren Lohman en
Snoeck Henkemans. bepleit de heer
Mar chant aanneming van het amendement-
Mendels om de 10 percent te laten vervallen.
Het is, meent spreker, voor de huurde s thans
niet mogelijk, zich tegen afzetterij te verzetten
daarom moet het recht worden gewijzigd, en de
vrijheid van een der contractanten beperkt
worden. f
De heer J a n n i n k meent, dat de heer Mar-
chant voorbijziet, dat aan de wet terugwerkende
kracht wordt verleend.
De heer Nolens voelt zeer veel neiging het
amendement Mendels te steunen.
De heer D.e Geer heeft daarentegen de 10
percent zeer toegejuicht, omdat nu duizenden
zaken niet bij de huurcommissies zullen komen. A1L, -L
Bovendien zijn de 10 percent gevraagd op grond genomen.
van de hoogere exploitatiekosten. Overgegaan wordt tot behandeling van art, 4
Na repliek van den heer Anker man be s™- z v.,-;
veelt de heer Drion het amendement Anker
man Lohman aan. (Dat het artikel niet van
toepassing zal zijn op een nieuw gebouwde
woning na 1 Januari 1916 voor het eerst in
gebruik genomen
De heer Yan den Tempel meent, dat er
alleen by aanneming van het amendement-
Mendels een juiste toestand wordt geschapen.
Het, gewijzigde regeeringsvoorstel zal e^n ver
hooging van huishuren over de geheele linie
brengen
De minister van justitie verklaart by
dupliek dat er bij de regeering geen bezwaar
tégen het amendement De Geer bestaat.
Installatie.
Het nieuwe lid voor Den Haag II de heer
J. W. IJzerman wordt geïnstalleerd.
Regeling werkzaamheden
De voorzitter deelt mede. dat a.s Don
derdag o. a.-het ontwerp voor de Drinkwater
leidingen en dat van de duurtebyslagen in de
afdeelingen zal vordeh onderzocht
Hy stelt voor, a.s Dinsdag en Donderdagavond
te vergaderen.
De heeren Noléns en Mendels bestrijden,
dit Voorstel
Het wordt aangenomen met 54 tegen 31
stemmen.
Deportatie Belgen.
De heer Duys zegt dat hij na het antwoord
'van den minister van buitenlandsche zaken op
zyn vragen, de interpellatie inzake de
deportatie van Belgen niet meer noodig
acht. Wat hij daarover, te zeggen heeft, kan hij
bij de behandeling van de begrooting van bui
tenlandsche zaken doen.
Daarna wordt de behandeling van de
hóuden kan."
Raynald bleef een tijd nadenken, en hernam
toen ernst, g:
„Je weet, Armand hoe ik myn moeder ver
eer en bemin zelfs zoo dat, ik niet wil onder
zoeken of het haar mogelijk zou zijn in de een
of andere omstandigheid misbruik te maken
van haar macht Toch, ik herhaal het. als zij
zoo ds men dat in P trijs zegt, my zou willen
uithuwen, naar haar zin meer dan naar den mij
ne, en dat zij mij. ondanks mijn zesentwintig
jaar niet verloofde naar mijn wénsch over mijn
eigen lot t« beslissen, dan zal je mij toch toe
stemmen, niet waar, dat ik gewettigd zou zyn
mij te verzetten
„Jaj honderd maal ja, maar van dat tot.
„O ja, ik weet het, van dat tot zelf een keus
te maken al was die zoo redelyk als 't maar
kan, waaraan zij haar toestemming onthield, is
een tusschenweg, die myn liefde en myn eerj
bied mij verbieden te overschrijden."
Malseigne knikte met het hoofd.
„Het zij zoo", zei Raynald, „ik geef dat onder
scheid toe zo >veel te eer, daar Eliane zonder
twijfel, nog minder dan ik goed zou vinden om
het zonder toestemming mijner moeder te doen
„Ik ben er zeker van en dat is een reden te
meer om mij de belofte te doen die ik je vraag
Raynald dacht nog een oogenblik na en zei toen
„Welnu Armand hier is mijn hand ik zal
zwygen. ik geef je,myn woord van eer, zoolang
ik de toestemming niet heb verkregen. Ik hoop
waarop intusschen door aanneming bij art. 1
van het amendement Mendels. het amendement-
De Geer komt te vervallen.
De heer Mendels verdedigt allereerst het
amendement om den laatsten slotzin te laten
vervallen van art. 4. Door de in den laatsten
zin gewraakte uitzondering loopt het heele stel
sel gevaar
Sc hepenvorderingwet.
De commiesgriffier leest voor een voorstel
van de commissie van rapporteurs om de nota
van wijzigingen betreffende de schepen vordering
wet waarby de minister de bevoegdheid krijgt
de schepen met de equipages te vorderen eerst
in de afdeelingen te onderzoekeh.
De Voorzitter stelt voor dit voorstel ter
stond te behandelen.
Daartoe wordt zonder hoofdelyke stemming
besloten
Het voorstel wordt na discussie aangenomen.
Zaterdag zal het afdeelingsonderzoek plaats
hebben.
Vluchtelingenkamp te Ede.
De heer Hugenholtz stelt de volgende
vraag aan den Minister van Binnenlandsche Za
ken
„Is de Minister bereidt de slooping van het
vluchtelingenoord te Ede te schorsen, totdat
de Kamer bij de behandeling van diet vfjfde
hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1917 gele
genheid zal hebben gehad over deze zaak met
de Regeering van gedachten te wisselen
De heer Cort vauderLinden, minister
van Binnenlandsche Zaken, deelt mede. dat met
de afbraak van barakken ten einde deze over
te brengen naar Nunspeet, reeds is begonnen,
doch verdere afbraak van barakken voor de be-
haadeiiug van noofdstuk V met zal plaais heb
ben.
Huurcomissiewet.
Aan de orde is art. 4.
De heer De Wijkerslooth de Weer
de s t ij n licht zijn amendement toe om als
basis te nemen de normale huurwaarde op 1
Jan. 1915.
De heer Drion ondersteunt dit amendement.
De heer L o e f f wenscht in het artikel te
zien neergelegd dat de huurcommissie haar be
slissingen zal motiveeren.
De heer O r t, minister van Justitie, moti
veert de laatste alinea van art. 4, die niet is
opgenomen om den verhuurder eenig voordeel
te geven, ofschoon spreker zich niet wil ver
zetten tegen het amendement Mendels.
De Minister erkent de wenschelijkheid van
het, amendement Wijkerslooth.
De opmerkiDg van den heer Loeff noemt spr.
juist en hij stelt zich voor daarin te voorzien
bij art. 6.
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag
half twaalf.
echter, dat deze belofte niet van langen duur
zal zijn
Raynald hield de belofte die hy gedaan had
zoo eel te gemakkelijker, omdat hij den volgen
den dag uit Parys vertrok om een kleine bezit
ting te gaan bezoeken, die hy onverwacht geërfd
had en hijnauwelijks tijd had om zijn nichtje
weer tq zien tot op den dag van het huwelijk.
Daardoor woonde hy ook het ohgenoegen niet
bij, waaraan het kdrakter van zijn toekomstigen
schoonbroeder en van zyn moeder voor een
oogenblik dreigde eenig belang te gevenD'
Wij hebben het reeds gezegd dat mijnheer
de Monléon koppig was,1 en het was weldra
aardig de uitwerking na te gaan van dit ge
brek of van deze hoedanigheid (al naar de
omstandigheid) tegenover deze zelfde hoeda
nigheid of ditzelfde gebrek dat eveneens in 't
oog viel bij vevrouw de Lirhinges zijn toekom
stige schoonmoeder.,
By het paardrijden was er reeds een botsing
geweest, waarbij Yves een eerste overwinning
behaald had nu w.ts het de zaak een tweede'
te behalen over een ander punt, dat belang
rijker was én waarin zij volstrekt niet van
dezelfde meening waren.
Yves was de meening toegedaan dat hij,
zonder de minste mo -ite te doen aan een jong
meisje te behagen, toch met de grootste zeker
heid haar tot zijn levensgezellin kon kiezen.
Hy beweerde zelfs dat de liefde op dit punt
slechts verblindt, terwyl inlichtingen uit goede
Het scheepvaartbedrijf,
Het bestuur van de zeemansvereeniging, Vol
harding te Rotterdam deelt mede
De zeemansvereeniging Volharding heeft gis-
ochtend Vergaderd over de moeilykheden \in
verband met de machinistenstaking. De verga
dering was druk bezocht. Bij de Scheepvaart
Vereeniging was aangedrongen op te werkstel
ling of andets ondersteuning van de werklooze
zeelieden. Het bestuur van Volharding heeft nu
alle hoop dat een steunregeling tot stand zal
komen en heden, een eerste uitkeering zal kun
nen plaats hebben ten kantore van Volharding.
Verder besprak de vergadering de wijziging
der Schepenvorderingswet, waarby de zeelieden
zullen kunnen worden genoodzaakt aan boord
van een hun aangewezen schip dienst te nemen
en weigering strafrechtelyk vervolgbaar wordt.
Er mag op worden gewezen, dat tydens den
ganschen duur van den oorlog de zeelieden
met groote on verschrokken en heid het bedrijf
hebben uitgeoefend en zij slechts zeer matige
en uiterst billijke eischen hebben gesteld.
Hun zal nu als dank voor hnn werk alle
vrijheid worden ontnomen Het weinigje vrijheid
tusschen af en aanmonstering zal komen te
'vervallen, met de verplichting dienst te nemen
op schepen of reizen te-ondernemen, die den
gedwongene niet aanstaan.
Naast berooving van persoonlyke vrijheid is
dit ontneming van stakingsrecht.
Het werk der zeelieden, zoomede het gema
tigde optreden van hun organisaties die er
steeds op bedacht zyn geweest conficten en
stakingen te vermijden, ontneemt elke reden
tot dezen dwangmaatregel.
De vergadering sprak ernötig het verlangen,
uit, dat deze wetsbepaling zal worden ingetrok
ken.
De commissie van rapporteurs uit de Tweede
Kamer betreffende het wetsontwerp tot vorde
ring van schepen heeft gisterochtend een bij
eenkomst gehad met minister Posthuma.
Positieverbetering onderwijzers.
Behoudens tusschenkomende omstandigheden
zouden de voorzitters der zeven politieke par
tyen van de Tweede Kamer as Maandag 15
dezer met 'minister Cort van der Linden het
onlangs vermelde voo>genomen onderhoud heb
ben inzake de positie verbetering reeds nu, van
de onderwyzers bij het lager onderwys.
Mr. Kolkman.
Men meldt uit Den Haag
Onder de zieke parlementariërs behoort ook
mr. Kolkman. Voor enkele weken leed hy aan
een lichten aanval van influenza Te gauw weer
aan den arbeid gegaan, is hy ingestort en heeft
het met een tiental dagen bedblyven moeten
bezuren. De patiënt is nu weer op, maar moet
nog zijn kamer houden. De ziekte heeft een
normaal verloop.
bronnen zekere waarborgen, die een man, door
het feit alleen, dat hij verliefd was, onbekwaam
was in te winnen. Totzoover was alles overeen-
kom-tig de denkbeelden van de markiezin. Bo
vendien had hij evenals zij. groote vooioordeelen
tegen Engeland en zonder het in het minst
te kennen, verfoeide hij a priori alles wat van
dit naburig eiland kwam. Toch nam hij zonder
het te weten, veel vewoonten er van over Toen
men hem daarop opmerkzaam maakte wilde hij
(dit-tot lof voor zijn onafhankelykheid) niet van
meening veranderen. Zoo was het, dat ten
opzichte van'de vroege tochten, die plaats ge
had hadden, mevrouw D6 Liminges hem reeds
dikwyls gezegd had dat dit Engelsche manie
ren waren en dat hy zich gedroeg als een En -
gelschman, door zoo aan te dringen als hy
deedtoch had Y -es het niet willen 1 iten en
de markiezin had toegegeven, zich vleiende dat
niemand er iets van zou weten.
Maar nu trachtte hy met niet minder hard
nekkigheid een andere gewoonte ingang te doen
vinden, die thans bijna algemeen is geworden,
maa> die het toen nog niet was en waartegen
de markiezin de Liminges zich bovendien altijd
luide had verzet namelijk om zich te onttrek
ken aan het diner en aan het avondfeest, dat
vroeger het slot vormie van een huwelijks
dag, door met zyn vrouw onmiddellyk na de
plechiigheid te verDekken
Wordt vervolgd.)