Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
f Ml rr fifj
40ste Jaargang.
Maandag 19 Februari 1917.
No. 11765
Gratis Ongevallen verzekering 410(111
ELIANE.
Angustinus Josephus Gallier,
oTereestomitü op de polis rermelae Toonaarden. 1 fj |j 4)
Officieele berichten.
FEUILLETON
Bureau: Boterstraat 50. Telèf. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
60 ci., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentién 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 20 ct. 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 40 ct. p. regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
levenslange 0 fj fe verlies van
geheele 8 I een hand,
invaliditeit; 4 fc, U IJ voet of oog;
De verzekering wordt gewaarborgd door de Bollandsche Algemeene Verzekeringsbank
by verlies
Tan
een duim;
te Schiedam.
1 IJ U wijsvinger; y
bij
verlies van
eiken ande
ren vinger.
BEPfcRRlNG VERBOD WGE WASSEN.
Burgemeester van Schiedam brengt ter ken-
nis van belanghebbenden, dat door Zijn Excel
lentie den Minister van Landbouw, Nijverheid
etl Handel zijn vastgesteld de navolgend© bepa
lingen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del-
Gelet op artikel 7 der Ddstributiewet 1916
(Staatsblad no. 416);
Gezien het Koninklijk Besluit van 3 Februari
1917 (Staatsblad no. 204) houdend© nadere aan
wijzing van de gewassen, waarvan het verbou
wen overeenkomstig artikel 7 der Distributie-
wet 1916 kan worden verboden, beperkt of niet
dan voorwaardelijk worden toegestaan.
Heeft goedgevonden te bepalen:
1- De verbouw van cichorei, Westerwoldsch
Daijgraszaad, radijszaad, sluitkool- en bloemkool
zaad, koolrapen en knollenzaad; peen, koolra-
Pen, knollen, kool, Spinazie, snijboonen en sper-
sieboonen wordt niet toegestaan dan onder de
voorwaarden
a. dat de verbouwer vóór 1 Maart 1917 opgave
höeft gedaan aan den Burgemeester der Ge
beente, waar zijn bedrijf is gevestigd, van de
oppervlakte der door hem in het oogstjaar 1917
®ót een of meer der voornoemde gewassen te
lateien en hem daarvoor door dien Burgemees
ter een verguningsbewiis volgens een door den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
vast te stellen model is uitgereikt;
b. dat de oppervlakte, door den aanvrager met
cichorei te betelen niet grooter zij dan het ge
middelde der oppervlakte, welke in het bedrijf,
Waarover de opgave loopt, in de jaren 1913,
1914 en 1915 met dit gewas in het geheel is be
teeld;
c-dat de oppervlakte, door den aanvrager in
het geheel met Westerwoldsch Raijgraszaad, ra
dijszaad, sluitkool- en bloemkoolzaad, kuolrapen-
en knollenzaad te betelen, niet grooter zij dan
70 o/0 van gemiddelde der oppervlakten, wel
ke ip het bedrijf waarover de aanvrage loopt,
in de. jaren 1913, 1914 en 1915 met deze ge-
Wassen in het geheel zijn beteeld;
d. dat de oppervlakte, door den aanvrager in
Zljn bedrijf met peen, koolrapen, knollen kool,
spinazie, snijboonen en spercieboonen te bete
ra, voor elk dezer gewassen niet grooter z(j
dan het gemiddelde der oppervlakten, welke in
het bedrijf, waarover de opgave loopt, in de
jaren 1913, 1914. en 1915 met elk dezer gewas-
zijn beteeld;
dat het vergunningsbewijs, bedoeld onder
a> op (eerste vordering wordt getoond aan de
ambtenaren, vermeld in artikel 19 dor Distributie-
wet 1916.
II. het bepaalde sub. I is niet van toepas
sing: i
Naar het Fransch.
48
«Het is er wel een, in mijn oogenU moet
mfj inderdaad beschouwén als de onwaardigste
wel de onverstandigste van alle menschen,
°m mij zoo iets te durven zeggen!"
„Ar mand I"
„Of neen, nu begrijp ik het, het is een wreede
uitvlucht, om geen rekening te houden met tyat
ik u gezegd heb en om mij het stilzwijgen op
te leggen. Het zij zoo, mevrouw, ik heb ook
verder niets te zeggen. Wees zoo goed u mijn
Woorden te herinneren en ze te overwegen, mijn
vriendschap voor Raynald verplicht mij er toe
U dat te verzoeken En als zij zonder uitwer
king blijven, dan geve de hemel, dat gij het
hooit zult te betreuren hebben I"
Bij deze woorden stond hij op en ging heen,
Zonder de markiezin tijd te laten iets te ant
woorden Terwijl dit gesprek plaats had, herlas
Eliane, zonder den storm te vermoeden, waar
van zij de oorzaak was en het onweer dat zich
boven haar hoofd samenpakte, voor den tweeden
tnata.1 den brief van haar nichttje met een ge-
a. op de teelt van sluitkqol- en bloemkoolzaad,
koolrapen en knollenzaad, verbouwd door war-
moeziers om te gebruiken voor eigen teelt en
op de teelt dezer zaden op die p -rceelen, waar
op het gewas reeds te velde staat;
b op de teelt van peen, koolrapen, knollen,
kool, spinazie, snijboonen en spersieboonen in
moestuinen voor eigen gebruik en op land, dat
in de jaren 1915 en 1916 voor tuinbouw in
gebruik was en deel uitmaakte van een zui
ver tuinbouwbedrijf;
c. op de teelt van peen, koolrapen, knollen,
kool. spinazie, snijboonen en spercieboonen, wel
ke als tusschen- of naöewas van bloembollen
en vroege aardappelen of afs nagewas na graan
gewassen worden verbouwd.
III. Het bepaalde dub. ld is niet \an toepas
sing op .de teelt van peen, koolrapen, knollen,
kool, spinazie, snijboonen en spercieboonen o>>
in den winter van 1916/1917 gescheurd of in
het voorjaar van 1917 nog te scheuren grasland,
geen klaverland zijnde.
IV. De Burgemeesters kunnen in afwijking van
vorenstaand© bepalingen in bijzondere gevallen,
na bekomen machtiging van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, vergunningsbe
wijzen voor de teelt van in deze beschikking
genoemde gewassen afgèven.
V. In deze beschikking wordt verstaan onder
p>e en:
alle soorten gele, rood© en overige wortelen van.
(het geslacht Dancus
koolrapen en knollen:
alle soorten rapen en knollen;
kool:
alle soorten witte, roode, gele en savoijekool,
bloemkool, boerenkool, spraitkool en kooirabi;
s p ij- en spercieboonen:
alle soorten boonen, waarvan de peul als groen
te in verschen of verduurzaamden staat wordt
gebruikt
zuiver t u i n b o u w b e d r ij f
het bedrijf, waarin in de jaren 1915—1916 uit
sluitend tuinbouwgewassen zijn geteeld.
Schiedam, 19 Februari 1917.
De Burgemeester voornoemd
M. L. HONNERLAGE GRETE.
BEVORDERING VAN TEELT VAN TUIN
BOUW GEWASSEN IN EIGEN TIINEN
De Burgemeester van Schiedam
bnmizt ter aUemeene /k^nnN, dat an Zijo
Excellent'* den Minister- »an Landbouw Nijverheid
en Handel it? ontvangen de. navolgende citculaire
De Minister vap Landttouw, Nij erhem en
Handel, bfkend m*t do gun-oige rHsnltaten ver
kregen door een werkgever, die overtuigd van de
nOod/ak'lijkbeid om zijnerzijds bij te drsgen tot
vernoinrtering van de bezwaren der levensmidde
leovoorziening aan zijn personeel tegeD geringe
vergoeding kleine perceeltjes tuingrond ter be
schikking heeft gegeven, nooriigt alle eigenaren
van gronden en in het bijzonder de werkgevers,
voel van voldoening en ontroering, die toch niet
enkel konden ontstaan door deD inhoud van het
schrijven.
«Lieve Elianet, schreet Blanche, „gjj verwon
dert u ovei mijn stilzwijgen, en g(j zult er mis
schien ongerust over zijn geweest indien geniet
geyveten hadt uit, mijn brieven, die ik dagelijks
aan mama schreet (de eenige. die ik kon schrij
ven, daar 1 de tijd, mij ontbrak), dat ik slechts
één dag in Oiecy gebleven ben. Over Crecy zal
ik later spieken en bovendien zul je er zelf over
kunnen oordeelen toen zijn wij naar Italië ver
trokken. 1 ij zijn maar twee dagen in Florence
gebleven en viei dagen in Rome en toen zijn
we naar Cöme gevlucht, waar we nu eindelijk
een beetje adem kunnen scheppen, hoewel wij
nog niet beveiligd zijn tegen de warmte' waar
door wi) zoo snel op onze schreden zijn terug-
gekeeid. Ondanks dat, hebben wij in Rome en
Florence alles gezien, wat wij bij mogelijkheid
zien konden, door onze tochten vroeg te begin
nen en laat er mee op te houden Maar ik heb
bespeuid. eerstens dat ik niet nieuwsgierig ben.
ten tweede dat ik met aljes weet wat ik moet
weten om belang in de kunst te stellen; en in
de deiae plaats dat ik niet genoeg op de hoogte
ben van wat er in Italië gebeurd is van vroegere
tijden af, om mij dadelijk te herinneren wat de
beroemde namen beteekenen die men mij noemt,
vooral die der Middeleeuwen want wat de Ro-
meinsche geschiedenis betreft, die zit nog frisch
in mijn geheugen/. En wat de museums aan-
voor zoover zij daarvoor terreinen vry hehten,
ut tot het beschikbaar stellen van tuingrond aan
hun personeel te willen overgaan, ten einde daar
door de zorg voor de levensmiddelenvoorziening
te helpen verlichten.
Schiedam, 19 Februari 4917.
De Burgemeester voornoemd,
M. L. HONNERLAGE CRETE.
UITZAAI VAN TARWE.
De Burgemeester van Schiedam
brengt ter kenuis van belanghebbenden, dat van
Zijn Excellentie den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel is ontvangen de navolgende
circulaire
In verband met de mogelijkheid dat tengevolge
van de vorst een meer of minder groot percentage
der te velde staande Wintergranen vernietigd kan
zijn, of althans zoodanig besehadigd, dat tot om
ploeging moet worden overgaaD, en zaaizaad van
Zomertarwe slechts in beperkte hoeveelheden
voorhanden is, brengt de Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel ter algemeene kennis, dat
het, volgens het oordeel1 van vele deskundigen,
'teer wel mogelijk is tot in het begin der maand
Maart sommige soorten wintertarwe te zaaien,
met name de bekende Wilhelminatarwe. De
Minister geeft den landbouwers in overweging
hiervan zoo ruim mogelijk gebruik te maken.
Voorts wordt aanbevolen het zaaikoren met
ontsmettende middelen te behandelen, waarom
trent aanwijzingen zullen worden gegeven door
den Phytopatbolosischen Dienst.
Schiedam, 49 Februari 4947.
De Burgemeester voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
brengen ter algemeene kennis, dat de H°°gstraai
het gedeelte van de Korte Dam tot aan de
Appelmarkt voor het verkeer met rjj- en voer
tuigen op Dinsdag 20 Februari a.s. zal zijn afge
sloten.
door de genade" Gods en de gunst van den
Apostolischen Stoel
BISSCHOP VAN HAARLEM,
Huisprelaat van Z. H. den Paus, Assistent-
Bisschop bij den Pauselijken troon,
aan de Geestelijkheid en de Geloovigen
van Ons Bisdom
Zaligheid in den Heer.
Den negen en twintigsten Juni a.s. zal het vijf
tig jaren geleden zijn, dat Z. H. Paus Pius IX,
om de aan hem toevertrouwde kudde van Chris
tus in het H. Katholiek Geloof te bewaren en te
versterken, en tot den strijd tegen ongeloof en
zonde aan te sporen, onze Martelaren van Gor-
cum plechtig inschreef op de lijst der Heiligen,
en het heerlijk voorbeeld dier allerdapperste
krijgers van Christus ter navolging voorstelde.
gaat, moet ik je eerlijk bekennen, dat het mij
schijnt, alsof zij alle dezelfde schilderijen èn
standbeelden bevatten. Je zult mij wel dwaas
vinden, Eliane, jij. die zooveel belang stelt in al
die zaken en plaatsen, die gij nooit gezien hebt,
en waarvan gij de naam van buiten kent I Maar
ik moet je de waarheid bekennen. Ik doe m(j
nooit - anders voor dan ik ben, zooals je weet,
vooral bitj jou die ik zoo lief heb, en waarvan ik
houd zooals je bent. met je verstand, dat mij
niet ih verlegenheid brengt, en je wijsheid, die
mijgeen vrees inboezemt En toch ben ik zeer
gelukkig, Eliane I Mijn man houdt van mij en
schijnt geen gebrek in mij te ontdekken; en ik
bespeur er ook geen in hem In alles wat ik je
hierboven verteld heb. stemmen wij overeen,
i Wij bewonderen samen de mooie streken, die
wij doorgereisd zijn. maar vooral snakken wij er
naar om naar Crecy terug te keeren.
„Yves' doet er nieuwe aanplantingen aanleggen
en bouwt er een school. Hij bemoeit zich met
honderd zaken, die mij evenveel aantrekken als
hem en deze plaats die ik slechts één dag be-
zocht hpb. schijnt mij het mooist van alles wat
ik tot nu toe gezien heb. We hebben ons beiden
vermaakt met overal veel inkoopen te doen om
onze woning te meubelen en te verfraaien. Je
weet. dat Yves daar veel verstand van heeften
dat hij zeer veel smaak bezit voor dergelijke
dingen de hoeveelheid kandelaars schilderijen,
meubels tapijten, dié hij gekocht heett is bui
i tengewoon! Groote spiegels ook negers, beeld- i
Dien gedenkdag hopen Wij dezen zomer-
met passenden luister te vieren, maar reeds nu
wenschen Wij in uw geheugen terug te roepen
den helfdhaftigen dood dier Mirtoiaren en de
reden, waarom Zij dien ondergingen; immers in
onze dagen zijn misschien meer dan ooit
zulke lichtende voorbeelden van zelfverlooche
ning en offervaardigheid noodig, om de goeden
van wille moed te geven en de lichtzinnigen
op den goeden weg terug te brengen.
Gij weet allen, Beminde Geloovigen, en Wij
behoeven niet te beschrijven, hoeveel verguizing
en spot, hoeveel ontbering en lijdeii onze Mar
telaren te verduren hebben gehad, met hoeveel
lijdensmoed en blijde offervaardigheid zij dit alles
verdragen hebben en hoe zij, God dankend en
den lofzang „Te Deum laudamus" zingend,
den dood zijn ingegaan; maar met het oog op
hetgeen Wij telkens weer onder onze Katholieken
kunnen waarnemen, achten Wij het zeer ge-
wenscht om uwe aandacht te vestigen op de
waarheden, waarvoor zij den marteldood zoo blij
moedig hebben verduurd. Herhaaldelijk werd hun
beloofd, dat zij vrij zouden uitgaan, wanneer zij
verzaken wilden aan den Roomschen Opper
priester, en het geloof aan de waarachtige te
genwoordigheid van Jezus Christus in het H.
Sacrament des Altaars wilden opgeven; vooral
voor deze twee punten van ons H. Geloof zjjn
zij gestorven.
Wanneer wij de vraag stellen, waarom de vij
anden van de Katholieke Kerk zooveel hechtten
aan hetgeen onze Martelaren geloofden, dus eigen
lijk inwendig dachten óver het gezag van dien
Paus ten over het Hoogheilig Sacrament, dan
ligt het antwoord voor de hand: omdat zij wel
wisten,- dat wie zich aan het gezag van den
Roomschen Opperpriester onttrekt, niet meer
Katholiek wil wezen in zijn handel en wandel,
en dat hij, die het H. Sacrament des Altaars
verwerpt en dus aan de H. Communie verzaakt,
niet meer Katholiek kan blijven leven Wat die
ruwe en meestal onontwikkelde vijanden' van ons
H. Geloof begrepen, behoeven Wij natuurlijk
niet nader toe t e lichten en te bewijzenmaar
als wij erkennen, dat zonder dat geloof, zonder
die inwendige instemming van ons verstand aan
die geloofswaarheden, ook ons inwendig geloofs
leven moet afsterven, het is niet minder waar,
dat een leven" in strijd met die waarheden op
den duur ons geloof zal aantasten en in ieder
geval zulk een geloof tot ©en dooi geloof maken
en eenmaal tot grootere veroordeeling leiden zal.
Den ontrouwen dienstknecht, die wist en ge
loofde maar er niet naar handelde wordt naar
het woord van Onzen Heer Jezus Christus zei
ven toegevoegd: „De ore tuo to judico, serve
nequam; Uw eigen mond spreekt uw veroordee
ling uit, foooze dienstknecht" (Luc. XIX, 22);
daarmede is dus door onzen Heer het vonnis
geveld over al diegenen, die zich katholiek blijven
noemen en op de vraag, of zij het w e r k e 1 ij k
zijn, met verontwaardiging zouden antwoorden,
dal zij toch dagelijks aan God betuigen: „in en
jes, en vooral een kast, zooals gij er nog nooit
een gezien hebt. Over het algemeen houden wij
meer van winkels dan van museums Waartoe
dient het toch ook eigenlijk, om zooveel mooie
dingen te zien. die men nooit kan bezitten In
plaats daarvan wat een genot is het niet, om,
als wij weer thuis zijn al onze schatten in het
kasteel te verspreiden. En ook Eliane, om jou
weer te zien. want je weet het, mama heeft mij
beloofd, dat zij in October met jou naar Crecy
te komen. Yves zal je met blijdschap ontvan
gen en wat mij betreft, behoef ik je te zeggen,
hoe blij ik zal zijn Neen, niet waar Want je
raadt het ea zelfs wil ik gelooven, datje dit ook
gevoelt, door de gedachte aan het weerzien en
het omhelzen van je trouwe, kleine Blanche."
Men ziet, deze brief bevatte niets bijzonders
en toch drukte Eliane hem aan haar lippen met
ontroering en teedprheid, want. Blanche had zich
op dit oogenblik ten volle gewroken voor dat
oogen blik van vergetelheid waaraan Eliane zich
op haar huwelijksdag had schuldig gemaakt,.
Na dien avond en den ochtend, die er op ge
volgd was, veranderde alles voor haar op een
manier, waarvan zij de oorzaak niet keDde. Niet
alleen bemerkte zij, dat Raynald haar zoo ge
dwongen toesprak, maar meurouw de Liminges
was ook veranderd. Haar blik hartelijk en goed
keurend tot nu toe. was veranderd nu
eens volgde deze haar onrustig, dan weer keek
zjj haar koel aan,
Wordt vmxngd.)