Binnenland. Staten-Generaal. Stads- en Gewestelijk de stad zelf betrekkelijk kalm. Slechts hier en daar kwamfa opstootjes voor. In de buitenwij ken daarentegen zijn verscheidene winkels ge plunderd. De schade wordt op meer dan 2.400.000 geschat. Maandagnacht bedroeg het aantal gedooden 22 en dat der gewonden 300. In het geheel wér den circa 300 personen gearresteerd. De Veenbrand. H. M. de Koningin en Z. K. H. dé Prins ver trokken gisterenavond per Staatsspoor van 7.11 uur uit Den Haag naar Drenthe voor het voor genomen bezoek aan ae door den vembrand geteisterde streken. Zij werden vergezeld van de hofdame Freule Six, den adjudant generaal-ma- joor Graaf Schimmelpenninck en den kamerheer en particulier-secretaris Baron van Geen. In den trein werden een aantal kisten met kleedingstuk- ken medegevoerd. De reis ging eerst naar Meppel, waar op het stationsemplacement in den Koninklijken trein wordt overnacht, teneinde hedenmorgen vroeg van daaruit per auto de tocht door de veenstreken aan te vangen. Bij het vertrek van oen trein werden aan Ko ningin en Prins de militaire honneurs bewezen door de stadonswacht, onder commando van den tijde lijken stations-commandant luitenant-kolonel De Jong van Lier, Ds crisis aan oorlog Naar de „Maasb." verneemt, is de luitenant- kolonel van den generalen staf J. L. -ten Bosch, inspecteur der etappen te Rotterdam, werkzaam gesteld aan het Ministerie van Oor log als adviseur van den Minister van Marine, ad interim van Oorlog, in een functie staande boven die van de andere ambtenaren van het departement. De textielnijverheid. Het Kamerliü Albarda beeft in het laatst der vorige "week de volgende schriftelijke vragen ge richt tot den minister van landbouw, nijverheid en hanael 1. jHeeft ae minister, met het oog op" de zeer ernstige moeilijkheden, die de Twentsche nijver heid tlhans ondervindt en vermoedelijk nog gerui- men tijd in stijgende mate ondervinden zal, bij zondere maatregelen getroffen en bevarJerd, waardoor die moeilijkheden kunnen worden ver minderd, zoodat, zoowel door het verstrekken van jsteun als door het verschaffen van pas sende productieven arbeid, de nood kan wor den gelenigd? Zoo ja, is de minister Aan bereid mede te deelen, welke die maatregelen zijn? 2. Is de minister bereid het daarheen te lei den, (dat hij de uitvoering der hierboven be doelde fcnaatregelên, de arbeidersorganisaties baar medewerking kunnen yerleenen Petroleum. Het Nederlandsche stoomschip »Wieldrecht" is van Amerika te IJmuiden binnengekomen met petroleum. Het stoomschip ïMijdrecht", eveneens met petroleum, kan heden binnenkomen. Monopoliseering verzekeringsbedry f In (een t4 's-Gravenbagei gehouden vergade ring (van de af deeling „Buitendienst" der Ver eeniging voor Levensverzekering is de; volgen de motie aangenomen: De ,afdeeling „Buitendienst" van de Vereeni- ging (voor Levensverzekering acht voorloopig een afzonderlijk optreden of ageeren van de verschillende beambten-vereenigingen, in ver band met de plannen van minister Trenb, on- gewenscht en ontijdig en niet in het belang der betrokkenen. Zij spreekt" intusschen. de verwachting uit, dat zoowel de door minister Treub, benoemde commissie, «als de commissie, gekozlen door de maatschappijten, tot behoud van de bédryfsvrijL heid, aanleiding zullen vinden beambten uit den (buitendienst in deze aangelegenheid te hooren jen hunne conclusies in de uit te brengen rapporten op te nemen. Zij besluit deze motie ter kennis van beid® commissies te brengen. Eigen hulp. „De Tijd" schrijft: Nu (Je Regeering haar subsidie aan de „Solda ten-courant" piet meer kan verleenen, heeft de uitgever besloten zijn onderneming toch voort te zetten. Volgens een bencht is hij daartoe in (staat gesteld „van andere zijde." Dat bewijst weer eens te meer, hoe wijs degenen, hebbén gedaan, die zich hebben verzet tegen liet sub- sideeren van deze courant van Rijkswege. Nu er geen subsidie meer is, zal zij toch voort bestaan en wel „op dezelfde wijze." Het blijkt dus weer, dat men uit eigen kracht meer tan doen dan wat men had voorgegeven en men (dus eenvoudig op eigen kracht heeft be spaard. L Er worden meerdere soldatencouranten uitge geven zonder Rijkssubsidie en zij bestaan toch. Het gebeurde is een les voor de toekomst. De „Soldatencourint" is er nu een ais elke andere. Een Nederlandsche tjalk tot zinken gebracht. Het kustvisschersvaaituig IJM 360 heeft gister middag te IJmuiden aangebracht de vier opvaren den van de Nederlandsche tjalk sVoorwaarts", thuis behoorende te Groningen, eigendom van en bevaren door kapitein Bonninga, welke tjalk, van Karlskrona gekomen en naar Rotterdam bestemd met een lading hout, op de Noordzee, ter hoogte van Texel, door een Duitsche duikboot met brand bommen tot zinken is gebracht. Opgebracht. De bemanning van den teruggekeerden stoom- treiler »Batavier II" heeft bij aankomst te IJmui den meegedeeld, dat de treiler werd opgebracht wegens verdenking van spionnagediensten ten be hoeve van Engelsche oorlogsschepen en van ver keer in het versperde gebied. Beide beschuldigingen werden met nadruk ont kend men had gedurende de acht vischdagen geen enkel Engelsch oorlogsschip gezien, en men was evenmin in het versperde gebied als een ïh de nabijheid visschende zeilbeuger, die door de duikboot ongemoeid gelaten werd. De tBatavier" was door eenige schoten van de Duitsche duikboot tot stoppen gedwongen, en een Duitsche matroos kwam met brandbommen aan boord om de sBatavier" tot zinken te brengen. Men wist evenwel den duikboot-commandant te bewegen, om van dit voornemen af te zien, waar op deze besloot, den treiler te laten opbrengen. De eerste plaats van bestemming was Helgoland. Na twee dagen werd de treiler naar Wilbelms- hafen opgebracht, waar de opvarenden van boord werden gehaald en in een kazerne opgesloten. Daar zyn ze negen dagen als gevangenen behan deld, alle verkeer met de buitenwereld werd hun ontzegd en streDg werd bun verboden naar huis te schryven of te telegrafeeren. De voeding was slechtzwart, zuur, hard brood en soep van koolrapen of groenten zonder vet of vleescb was al wat men kreeg, slechts éénmaal afgewisseld door gort met pruimen en twee eieren. Met den consul mocht men zich niet in ver binding stellen. Na negen dagen afzondering werd de bemanning ontslagen en mocht men met de Batavier" vertrekken. De door de ïBatavier" gevangen visch was tegen goeden prijs voor de Duitsche regeering opgeëischt. Van den stoomtreiler »Simon", waarvan men hoopt, dat ook hy is opgebracht, had men niets gezien. Snelle groei. Het aantal leden, aangesloten bij het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie, steeg in het eerste kwartaal van dit jaar met bijna 5000. De begroo ting voor 1917 is gebasseerd op een gemiddeld aantal leden van 60.000, terwyl einde Maart reeds 60.953 leden waren aangesloten. Katholiek Vredesinitiatief. Diocesane werklieden-vereenigingen in ons land zyn met toestemming der kerkelijke Overheid doende een groote actie op touw te zetten voor den vrede. De Katholieke werklieden-vereenigin gen in alle landen zouden worden opgewekt, om de vredespogingen van den H. Vader door ver- toogen aan bün regeeringen te steunen. Rijksmiddelen. In de maand April hebben de verschillende bronnen van Staatsinkomsten zoo rijkelijk gevloeid, dat er 2.3 millioen meer is ontvangen dan in 1916, Het is vooral de inkomstenbelasting, die den doorslag gaf. In 't geheel is er in vier maanden 66 millioen ontvangen tegen 58.5 in het vorige jaar, terwyl de gemidelde raming voor 4 maanden is 64.4 millioen. Bovendien zyn nog ontvangen 27.7 millioen aan belastingen in verband met de buitengewone omstandigheden en 10.6 millioen voor het leeningg- fonds 1914. In het geheel is dus byna 104 millioen gedokt, d.i. 1 millioen per werkdag. Graanschepen. De minister van Landbouw, Nyverheid, en Handel heeft krachtens de schepenvorderingswet, telegrafisch totaal 22 schepen gerequireerd, om in ballast uit te varen teneinde via Halifax in de Vereenigde Staten graan voor de regeering te gaan halen. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 23 Mei, De behandeling van de Interpel latie Marchant. wordt voortgezet. De heer Marchant acht beide antwoorden, gisteren van de ministerstafel gegeven, bedenkelijk en onbevredigend. Spr. betreurt, dat gaan ent'"'8 zijn genoemd omtrent het aantal landstormplich- tigen, dat onder de wapenen is en waardoor al leen had kunnen worden uitgemaakt, of de door de wet geëischte noodzakelijkheid van de oproe ping, om tot aflossing te komeo, aanwezig was. Voorts heeft de minister van oorlog ad interim met da door hem verdedigde aflossing van jon geren door «oderen een standpunt ingenomen, dat in strijd is met 4é bedoeliDg van de wet van 31 Juli 1915. Spr. wjjst er op, dat lauastormplichtigen even ongeoefend zijn als milieplichtigen ,ep zoo noodig zij kunnen worden opgeroepen, die met klein ver lof zyn. Zoolang men geeo poging tot vervroegde oproeping van de militie-lichting 1918 heeft ge daan, kan men niet zeggen, dat het onnaogelyk is. Spreke*'# bezwaar, dat de regeering den indruk had gevestigd, welbewust het conflict met de Kamer te hebbes bestendigd, is door de ant woorden van beide ministers bevestigd. Dat de premier op 10 Met niet mededeelde, hoe het ka binet over de zaak dacht, getuigt niet van defe rentie jegens de Kamer. Het kabinet heeft welbewust den invloed van een nieuwen bewindsman afgesneden en het con flict opzettelyk gecontinueerd door zelfs van den volgenden bewindsman bij voorbaat instemming te eischen. Spr. vindt verder de gronden, door den premier aangegeven voor zyn houding tegen over de motie, geen van alle aannemelijk en oefent kritiek ook op zijn algemeene constitutio neel opvattingen. Ten slotte geeft spr. als zjjn oordeel te kennen, dat de Kamer gich zal moeten bepalen tot een ernstig protest, nu zy door overmacht gedwongen is te berusten. Alleen deze overweging weer houd spr. en zijn politieke vrienden van het uit lokken van een votum der Kamer. De heer Nolens bestrydt de opvatting van den heer Marchant omtrent de draagkracht eener motie in het algemeen en die van de moties van 4 en 10 Mei in het byzonder. Ook„dat zyn op vattingen omtrent de toepassing van staatsrech terlijke beginselen in de Kamer algemeen gedeeld worden, betwist spr. Hy zet verder uiteen, waarom het zou te be treuren zyn, indien het kabinet struikelde over een staatsrechterlijke kwestie, terwyl het hem eveneens spijten zou, indien men in het land zeide, dat de Kamer een conflict alleen vermijdt met het oog op de buitengewone omstandigheden. Ook een motie van vertrouwen acht spr. onnoodig. Spr. geeft met betrekking tot de technische kwestie in overweging, de bepalingen omtrent de opkomst te wyzigen, ten einde de gevolgen voor de landstormplichtigen zooveel mogelyk te ver zachten. De heer Schaper kan zich grootendeels aansluiten bij de rede van den heer Mar chant. Hy is het zakelyk met dezen eens. Spr. waarschuwt de regeeriDg, dat de toekom stige neutrale periode niet extra-militairistisch mag zyn. De heer Duymaer van Twist betoogt, dat de oproepiDg van de landstormjaarklasse 1908 zonder bezwaar achterwege had kunnen bljjven. Hy meent, dat de regeeiing luchthartig heeft gehandeld. De heer de MontéVerLoren verduide lijkt de motiveering zijner stem over de tweede motie-Marchant. Hij meent, dat de toevoeging van nieuwe manschappen geschiedt in een zoo snel tempo, dat het legerbessuur het niet kan verduren. De beer Ter Laan zegt, dat als het nu een zaak is van het Kabinet het dat ook resds was by de crisis aan Oorlog. Thans is de zaak niets veranderd, alleen zit in de plaats van den heer Bos boom de minister Rambonuet. Drijft men dan nu de zaak al niet op de spits, de breuk bljjft beslaan. Wat de minister ad interim thans betoogt om trent de oproeping van oude manoen zijn argu menten waaraan men geen waarde kan toekennen. Alleen indien men thans nog de lichtiog militie 1918 oproept, vóór den landstorm, meent spr. dat de breuk nog is te heelen. De Minister van Binnen 1. Zaken zegt dat het niet aangaat, dat de interpellant in zijn debat betrekt een antecedent uit de Eerste Kamer. De minister heeft naar aanleiding der moties destjjds gezegd dat by daarin geen reden vond om zich nader te verklaren doch dat 't niette voorzien was dat deze kwestie zoo hoog zou loopen. Het is in de tegenwoordige omstandigheden absoluut noodzakelijk wil de Minister zyn gezag handhaven dat hy kan steunen op de houding der Kamer. Ingrjjpen mynerzyds kon, toen dit vertrouwen bleek te ontbreken, mogelyk het leven van den minister rekken, zegt spr. Maar deze zelf voelde zich zijn gezag ontzinken en daaraan was niets te veranderen. Bij de keuze van een nieuwen opvolger was het niet de beslissing van den Ministerraad, maar van de Kroon. Het is in overeenstemming met de constitutioneele beginselen dat de regeering zich voegt naar de Kamer. De heer Marchant zegt nu echter dat de regeering opzettelyk een conflict heeft gezocht en voortgezetmaar het zich niet geheel voegen naar de Kamer is daarom nog geen conflict. Een votum van de Kamer is nog geen bevel van de Kamer. Deze houding is waarlijk piet in strijd met de ministerieele verantwoor delijkheid. Deze heeft de Kamer in werking te stellen en daaruit heeft de regeering of het Ka binet zyn conclusies te trekken. Dan gaat de regeering of heen of doet de Kamer voor de regeering Wijken door haar te ontbinden. De Kacner vindt de argumenten van de regeering niet deugdelijk, maar de regeering aebt deze argu menten juist en dat is een verschil. De regee ring is in deze tyden genoodzaakt soms te han delen zonder voorafgaand overleg, maar men heeft geen recht dit toe te schrijven aan een inconsti- tutionelen zin der regeering. De regeering wensebt eveneens harmonische samenwerking maar de omstandigheden maakten dit niet altyd mogelyk. De heer Marchant wil de znak niet op de spits dryven, gezien de moeiljjke omstandigheden. Voor dezen steun is spr. den interpellant dankbaar, voor de regeering, maar niet voor zyn persoon. Hy zelf zou in normale omstandigheden hebben gezegd: houd u dien steun. Maar het is in het belang van het land, dat deze regeering haar taak pinde verrichtj Dp M i tl 181 e v a h M a r i d5 ad interim van Oorlog zegt dat wel overwogen moet wor den hoever men kan gaan zoowel in het belang der aflossing als in het belang van het leger zelf. Alle landweerlichtingen zijn afgelost en land- stormers ingelijfd. Tijdig dienen een aantal la^dfjtormers geoefend, want duurt de oorlog lang voort day kan men eenvoudig piet door gaan door aflossingen met jonge lichtingen. Wat de wet van 15 betreft, zeker niet op de vergrooting van het leger is deze gebaseerd maar op de aflossing en bedoelde men geen jongeren door ouderen af te laten lossen maar bij de aanvulling3wet van 29 Juli 1916 moest dit standpunt wel verlaten worden. Spr. haalt dan de desbetreffende passage aan. De minister was toen bevoegd landstorm plichtigen te doen opkomen. De moeilijkheid zit hierin, dat twee belangen in strijd zijn, die van het leger en van de burgers Over de sterkte v^n hpt leger wil spr zich niet in het open- r baar uitlatenhij is bereid aan leden van de volksvertegenwoordiging $e jijt verlangen cijv fers over te leggen. j De heer Marchant repliceert en eonsta- I teerd dat hij het met den premier niet gertfj0 kelyk eens zal worden over de minister^ verantwoordelijkheid. Spr. begrijpt ook de on scheiding niet welke de minister maakt at zegt de benoeming van een nieuwen opvo'tej blijft aan de Kroon, niet aan den Ministerr En wat een conflict betreft als de Kamer :et votum uitspreekt en de regeering zich daar aan stoort dan is er eenmaal een conflict. L*e nister voor zich wijst den steun van deD terpellant af, maar deze zou zijn steun hebben gegeven als de omstandigheden niet tóe leidden. De heer Schaper zegt thans te cons ren dat de minister zijn beslissing heeft men zonder de legerautoriteiten te kennen- men daaruit dan concludeeren, dat de mini alles deed om de Kamer ter wille te zijn- r. De heer Nolens merkt op dat de Kou leden door de ministers wel wat zachter K nen behandeld worden. Intusschen kan spr- staatsrechtelijken zin hier geen conflict De Minister ad interim zegt n aanleiding van de nog gemaakte opmerking dat hij gedurende vier jaar lang steeds n» betrokken is geweest bij het Dep. van Oor Hierop werd de vergadering gesloten iö' daar state®' 3cb' WEERBERICHT. Telegrafisch weerbericht naar waarnem—.j verricht in den morgen van 24 Mei, medeged door het Kon. Ned. Met. lost. te De Bildt Hoogste barometerstand 770 te Zuidoost-Du1*5 land. Laagste barometerstand 759.1 te Hapar»0' Verwachting tot den volgenden dag matige zuideljjke tot westeljjken wind, t>3' j zwaar bewolkt, waarschjjnljjk enkele tege° onweersbuien, zelfde temperatuur. d«- ptil' tjO>' De timmerliedenstaking. Op nagenoeg alle bouwwerken in de stad alles, voor zoover het timmerwerk betreft» Slechts hier en daar werkt nog een enkel© merman, maar men kan gerust zeggen, <*at staking algemeen is. Zooals reeds gemeld, heeft dé timrnerb©0j patroonsvereeniging „Ons Belang" het re®u van de 21 Mei gehouden vergadering aaJ1 Plaatselijk Looncomité, hetwelk de looö® voert, medegedeeld. c0. Na ontvangst van dit schrijven heeft h© mité het onderstaande aan de patroonsver ging berichtf, „Hét schrijven van Uwe vereeniging, Mei 1917, werd in de vergadering van de et- de timmerlieden besproken. jjt De vergadering constateerde met genoeg'011' j in Uw aanbod tot toekenning van 2 oe®* uur duurtetoeslag aan gehuwde timmerlied©0'^ erkenning ligt, aat ook naar Uw ©orde©* eerste aanbod onvoldoende was gi llet stelsel wat gij evenwel terzake beidsvoorwaarden voor de timmerlieden wt .g, passen, brengt in ons bearijf zooveel m<>el den met zich, dat dit nergens wordt aan1'3*^ Ook onze vergadering sprak zich met stemmen uit, dat deze, door U aangeboden waarden, voor haar geen aamoiding ka® om de werkstaking op te heffen. qjtV Voorts bemerkte onze vergadering uit schrijven, dat Uwe vereeniging zich he©'1 gesproken tegen „directe invoering" T3[1 overige verlangens. r;n- Hieruit valt dus af te lledden, dat gij_ cipe het rechtvaardige van onze verlang© kent. Een en ander kan dus worden t©1' bracht tot een kwestie van zakelyk vets0 Reeds eerder merkten wy aan U op, d-1 kelijko verschillen" slechts tot oplossing" nen worden gehraclit, wanneer partyen da11 besprekingen voeren. Onze organisaties zyn daartoe bereid- Wij verzoeken Uwe vereeniging zich 'eSf^a tot samenspreking bereid te doen verkin1® Mocht dit iaatste het geval' zijn en duS conferentie kunnen gehouden worden, da"1 ^tS zoeken wij U reeds bij voorbaat, tijd cn der te houden samenkomst te wiilea b©l Duitsche zwarte ljjst. Van de Duitsche fyst B is afgevoerd Brandery, Gistfabriek en Distilleerderij JansenC. Jansen en Herman Jansen, b© Belasting. 0 de" Door de Raadsleden de heeren W.'H. T® (j«(l Toorn, B. van der Zee en J. H. Evers i3 a g e" Gemeenteraad voorgesteld te besluiten, totjepi^ W. het verzoek te richten om een ver°r pg op de heffing en invordering eener bel®®1' 9 t5 op openbare vermakkelykheden in het roepen. Havenreglement. Door wethouder Goslinga is bet schrijven bij den burgemeester, voorzr den Gemeenteraad ingediend: Ik heb de eer U mee te deelén dat 1 ittrf intrekking van het door miji in de raa< ring van 8 Mei jl. ingediende voorstel f vanging van art. 46 van het 0ntwerp-H® ment, thans wensch voor té stellen doen luiden als volgt: pi% Voor den aanleg en de exploitatie van ^r- we of de uitbreiding eener bestaande ha©© een vergunning veredscht van den ge®0© -„d De Geöieedteraad kan aan pem Of mq

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1917 | | pagina 2