Binnenland.
school voor Duitsehe rechts- en staatswetenschap
pen te Tokio, waren verscheidene latere Japansche
ambtenaren en politici zijn leerlingen en nog tot
aan het intreden van Japan in den huidigen oorlog
onderhield dr. Micbaëlis betrekkingen met Japan
sche kringen. In dezen oorlogstijd heeft dr. Michaëlis
als leider van het graanbureau te Gonstantinopel
en te Weenen vertoefd.
De nieuwe Kanselier bezit een groote werkkracht
en arbeidt zeer snel. Hij is een beslist Christelijke
persoonlijkheid. Zjjn militaire plichten heeft hjj
destijds by het Lijfgrenadierenregiment van Koning
Friedrich Wilhelm III vervuld.
De echtgenoote van den Kanselier heeft sedert
het begin van den oorlog sociale werkzaamheden
verricht.
De cBerl. Lokal Anzeiger» meldt uit parle
mentaire kringen, dat men gelooft, dat Michaëlis
Donderdag slechts een inleidingsrede, geen program
rede houden zal. Wel zal hjj stelling nemen tegen
over de reeds brandende quaesties van binnen-
en baitenlandsche politiek.
Het «Berliner Tageblatt» meent, dat Micbaëlis
geneigd is, verklaringen te doen, die ongeveer met
de vredesresolutie overeenkomen, maar hij heeft
zich tot nu toe niet bereid verklaard de resolutie
aan te nemen. Als hij de resolutie verwerpt, dan
zal bij dadelijk een sterke meerderheid tegen zich
hebben. Het blad zegt: de heer Michaëlis kan
niet wenschen by het begin van zijn Kanseliers
loopbaan zulk een meerderheid tegen zich te ver
eenigen. Hij mag niet overzien, dat ook de wijze
waarop hy de voorgenomen nieuwe bezetting der
Regeeringsposten geheel zonder den Ryksdag
overweegt, niet geschikt is om den noodigen rug
gesteun te verschaffen.
De «Vossische Zeitung» meent, dat er een weg
gezocht wordt om Hellferich in zijn ambt te houden.
BUSLANS.
Uit St. Petersburg, meldt men:
De regeering heeft besloten een afzonderlijk
secretariaat-generaal in te stellen als hoogste gezag
inzake het plaatselijk bestuur van de Oekraine.
Deze beslissing is genomen in overeenstemming
met den algemeenen Raad van de Oekraine.
Dit orgaan zal belast worden met de tenuit
voerlegging van maatregelen betreflende het leven
in en het bestuur van dat gebied.
Ook minister Stefanof (Koophandel) is afgetre.
den. De aftreding der vier ministers houdt ver
band met het Oekraine-vraagstuk.
Ofschoon zy voorstanders zijn van een zóó ver
mogelijk strekkende autonomie voor de Oekraine
weigerden de aftredende ministers zich te veree
nigen met de beschikking der regeering over de
Oekraine. Zy zijn van opvatting dat enkel de
Constituante de betrekkingen van de Oekraine
met de rest van Rusland zal kunnen vaststellen.
De minister van buitenlandsche zaken en die
van posterijen, die gisteren uit Kiëf zijn terugge
keerd te St. Petersburg reden, na aankomst,
onmiddellyk naar de woning van de minister
president, waar 's avonds een buitengewone kabi
netsraad werd gehouden, welke tot laat in den
nacht voortduurde.
De beide ministers brachten uitvoerig rapport
uit over hun conferenties met de leiders van de
Oekraine. Ook werd een regeeringsverklaring
voorgelezen. De ministers van de partij der
sKadetten" verzetten zich tegen de bewoordingen,
waarin de proclamatie wa3 vervat. Zij beweerden,
dat die onduidelijk en dubbelzinnig waren.
Ook zeiden zy, dat de regeering geen machti
ging had verleend aan Terestsjenko en Tseretelli,
om een definitieve overeenkomst te sluiten ter zake
van het Oekraine-vraagstuk. Hun mandaat was
uitsluitend geweest, een plan te ontwerpen, om
tot een vergelijk te komen. Dit feit was een
avond of twee, drie te voren nog ten overvloede
verduidelijkt bij een telegrafische gedachtenwis-
seling tusschen het ministerie te St. Petersburg
en Terestsjenko te Kieff. De nkadetten" in het
ministerie bleven volhouden, dat de overeenkomst
een eind maakte aan alle macht van de voorloo-
pige regeering in de Oekraine.
Het secretariaat-generaal zou verantwoordelijk
zjjn aan den (Oekrainschen) Raad, en er zou een
onafhankelijk parlementair regime worden inge
voerd.
De kadetten wezen er op, dat er in de regee
ringsverklaring niets voorkwam over een verant
woordelijkheid van den Raad aan de voorloopige
regeering.
GRIEKENLAND.
Een redacteur van de „Corriere d'Italia" heeft,
naar uit Lausanne aan het „Hbld." gemeld
wordt, te Rome den heer Jonnart geïnterviewd.
De naar Parijs vertrekkende Fransche Commis
saris verklaarde overtuigd te zijn, dat Venizelos
van zins is Duitschland den oorlog te verklaren.
Openlijk sprak de Grieksche premier uit, het
vaste voornemen te hebben de verplichtingen
tegenover Servië aangegaan, getrouw te zullen
nakomen. In drie maanden tijds meent hy tien
divisies ter beschikking der Entente te kunnen
stellen. Deze zullen dan bij de eenheden dezer
Mogendheden worden ingelijfd.
Hieruit blijkt tweeërlei. Ten eerste, dat de
Entente niet van plan is Macedonië te verlaten
en Venizelos alleen het Balkanfront te laten
verdedigen. Ten tweede, dat de Entente niet voor
November op aanmerkelijke Grieksche verster
kingen hopen moet, zoodat ten gevolge der kli
matologische toestanden in Macedonië men niet
voor 1918 op een groot Balkanoffensief kan
rekenen.
AMERIKA.
De militaire commissie uit den Senaat heeft na
45 minuten beraadslagingen eenstemming een
gustig rapport uitgebracht over het regeerings-
vliegerwetsontwerp waarbij 640 millioen dollar
voor den aanbouw van vliegtuigen verleend wordt.
Het wetsontwerp is Zaterdag reeds door het huis
van afgevaardigden aangenomen.
ENGELAND.
De Parlementaire medewerker van de »Daily
Chronicles zegt dat de hardnekkige geruchten in
omloop zyn, dat Redmond zal aftreden als leider
van de Iersche Parlementaire (Nationalistische)
partij.
Zoo dit gerucht juist mocht blijken dan Red
mond's aftreden waarschijnlijk samenvallen met
een koersverandering in de Nationalistische Partij,
doch niet in de richting welke de Sin Feiners
voorstellen. Zij zal den eisch stellen, dat aan Ier
land autonomie wordt verleend als dominion, zoo
als Autralië of Canada in plaats van eene aan Enge
land ondergeschikte zelfregeering of Home Rule.
De beschieting der Duitsche vrachtschepen op
de Nederlandsche kust.
De Deutscher Nachrichten Dienst meldt ons het
volgende uit Bergen aan Zee:
De Noordzeedorpen Bergen, Schoorl en Egmond
met de daarbjj behoorende omgeving zyn ternau
wernood aan een groot onheil ontsnapt. Ziedaar
in korte bewoordingen onzen algemeenen indruk
van een bezoek aan deze vriendelijke kustplaatsjes,
die nu door een wezenlijk zeegevecht plotseling
uit hun rustige dagelijksche doen zyn opgeschrikt.
Wjj hadden het genoegen met verscheidene
autoriteiten en ooggetuigen een onderhoud te
hebben, waarbij wij nog tal van bijzonderheden
vernamen, die tot dusver niet werden gepubliceerd.
Eenparig luidde echter het oordeel, dat het feit,
dat slechts eene onaanzienlijke materieele schade
werd aangericht, en dat geen kustbewoners gedood
werden, enkel en alleen aan een gelukkig toeval,
of wel aan eene voorbeschikking moet worden
toegeschreven. Doch laten wij onze zegslieden aan
het woord.
Een onderofficier der Nederlandsche kustwacht,
die even ten Noorden van Bergen eene wacht had
betrokken, en het voorgevallene van het begin
tot het einde medemaakte, gaf ons het volgende
overzicht der gebeurtenissen:
„Evenals reeds zoo vaak passeerde gisteren een
convooi Duitsche koopvaardijschepen onze post;
ik telde er zes. Plotseling kwam een groot aantal
Engelsche torpedojagers in zicht, die de Duitschers
onder vuur namen. Het gelukte aan drie der
Duitsche schepen op de kust te loopen, doch een
der schepen werd door drie torpedojagers weder
losgesleept. De bemanning van de Lavinia en
de Renate Leonhardt begaf zich toen in de booten,
en niettegenstaande deze schepen reeds vast op
de kust zaten, gingen de Engelschen voort mèt
vuren, waarbij de vluchtende bemanning voort
durend bedreigd werd. Ook enze kustwacht maakte
spannende oogenblikken mede, ten deele konden
de manschappen eenige dekking zoeken achter de
duinen, doch ik moest bij het telefoonhuis bljjven.
De kogels en granaten vlogen ons om de ooren
en wy zagen hoe zij in het verder gelegen duin
terrein in den grond sloegen. Het is een wonder>
dat niemand getroffen werd. Ziedaar in het kort
den loop der gebeurtenissen, zooals ik die heb
waargenomen, zonder everdiijving of opsmuk
weergegeven."
Wjj dankten onzen zegsman voor zijne mede-
deelingen en richtten onze schreden naar een
lunchroom, waar naar ons was medegedeeld, de
kapitein van de Renate Leonhardt verblijf hield.
Deze nuttigde juist in gezelschap van den tweeden
machinist, den stuurman en den timmerman zijn
ontbjjt, doch na onze aanbevelingsbrieven ingezien
te hebben, bleek hij onmiddellyk bereid tot het
geven van de meest uitvoerige inlichtingen. WQ
laten Kapitein Methling thans aan het woord,
doch hebben reeds bekende bijzonderheden uit het
onderhoud geschrapt:
„Wjj voeren op ongeveer twee en half myl
afstands van de Nederlandsche kust, echter binnen
de territoriale yrateren. Plotseling zag ik twee
schepen van ons konvooi recht op de kust aan.
stevenen, en in hetzelfde eogenblik kregen wij de
Engelsche torpedojagers in zicht. Ik wendde ook
de koers landwaarts en werd onder vuur genomen,
doch na eenige oogenblikken bewogen de torpedo
jagers zich in Zuideljjke richting, en veronder,
stellende, dat zij zich zouden terugtrekken, aan
gezien wy op het strand geloopen waren, liet ik
ten einde het schip te redden het anker vallen.
De bemanning wilde van boord, doch ik wist hen
te overtuigen, dat thans geen gevaar meer dreigde
en gelastte hen het ontbjjt gereed te maken.
Nauweljjks had ik dit bevel gegeven, of twee der
torpedojagers keerden terug, naderden mij tot op
drie kwart zeemjjl afstands het schip was
toen circa -acht honderd meter van de kust ver
wijderd en openden een snelvuur op ons. Nu
werden de booten uitgezet, en juist wilde ik het
schip verlaten, toen een voltreffer mjjn eerste
machinist van mjjne zijde wegmaaideHjj riep
nog „au" een licht gekreun en toen was het
gedaan
Hier hield kapitein Methling even op, en stil
wachten wjj af tot hjj zijn treurig relaas zou
vervolgen. Na eenige oogenblikken ging' hjj voort
»Enfin, wij trachtten zoo goed mogeljjk in de
booten komen, wat echter nog aan twee leden l
van de bemanning het leven kostte. De Engelschen
bleven onafgebroken doorvuren, en ik zag hoe het
schip herhaaldelijk getroffen werd. In de open
booten hadden w|j het hard te verduren, de kogels
en shrapells kwamen overal om ons heen terecht,
en toen wij eenmaal geland waren, moesten wij
plat over den grond verder kruipen, want het
vuren hield aan. Wij zyn door de bevolking goed
verzorgd, en waardeeren dit natuurlijk zeer, doch
veel lust in eten of drinken hadden wij niet, zoo
als u zich wei denken kunt. Aan boord van het
schip is thans een soort wacht, de bevolking meent
echter het schip als strandvondst te mogen be
schouwen, wat ik teu zeerste bestrijdt, aangezien
de Renate Leonhart niet gestrand is, daar ik het
schip verankerd en daarna door oorlogsnoodzaak
verlaten heb. Ik zal nu trachten met mijn stuur
man, den tweeden machinist en den timmerman
het schip te bereiken en weder in bezit te nemen."
Of wij wellicht den kapitein op zjjn tocht
mochten vergezellen en de aangerichte schade
met eigen oogen mochten aanschouwen
»Met genoegen antwoordde de heer Meth-
linger als ik zelf maar eerst aan boord ben 1*'
Wjj begaven ons daarop in gezelschap van den
zeer tegemoetkomenden Duitschen kapitein, naar
het strad waar een vlet wachtte. Een stoere zee
man droeg ons door het water naar het dobbe
rende schuitje, en eenige oogenblikken later
schommelden wy over de kalme zee in de rich
ting van de Renate Leonhardt.
Onderweg vertelde, de tweede machinist ons
nog, dat tegel|jkert|jd met de uitvarende Duitsche
schepen een Belgisch reliefschip waarschjjnljjk
de aGothlBnd de Waterweg verlaten had, en
door hare eigenaardige bewegingen de aandacht
had getrokken. Er bestaat dan ook ernstige ver
denking, dat het schip de aanwezigheid der
Duitsche schepen door een draadloos bericht aan
de Engelsche marine heeft medegedeeld. Intusschen
waren wij de Leonhardt genaderd, en reeds aan
stonds bleek, dat nog de bewakingstroepen, noch
de prijsbemanning ons erg vriendschappelijk ge
zind waren. Men riep op dreigende toon, dat het
schip verlaten was gevonden, en weigerde den
kapitein toe te laten. Het werd ons daarbij duide
lijk, dat het hier feiteljjk om eene concurrentie
tusschen twee bergingsmaatschappijen, namelijk
Dirkzwager en Zur Mühlen. Laatgenoemde had
eene bemanning uit Petten aan boord gebracht,
die bezig was de lek in het achterschip te stoppen,
en daar men de vlet van kapitein Methling in de
nabijheid van esascoomschoeuer der firma Dirk
zwager had gezien, bestond de vrees, dat het
buitenkantje aan deze ten deel vallen zou vallen.
Derhalve weigerde men den kapitein eenvoudig
eenvoudig den toegang tot zyn schip. Doch deze
liet het niet hierbij, en zette met zjjn vlet koers
naar een op eenigen afstand koersenden Neder,
landschen torpedojager.
Kapitein Methling zette hierop aan den com
mandant van het oorlogsschip den toestand uiteen,
waarop deze verklaarde telegrafisch instructies te
Nieuwediep te zullen vragen. Een half uur ver
liep, welke tijd door den kapitein aan boord van
den topedojager werd doorgebracht, terwijl aan
de bemanning der vlet bereidwillig een bus met
warm voedsel werd verstrekt. Eindeljjk bracht
de Marconigraaf de beslissing.
»Aan kapitein mag den toegang niet worden
geweigerd". Onmiddellyk daarop begaf de tor
pedojager zich naar de vRenate Leonhardt®, en
gaf de bemanning van het schip door een scheeps-
trompet den last den kapitein toe te laten. Aan
dit bevel werd gevolg gegeven, en kort daarop
betraden wij het dek van het geteisterde schip.
Het leverde een treurigen aanblik op. De brug
was met houtsplinters bedekt, het kaartenhuis
door meerdere kogels doorboord, de wanden der
hutten midscheeps waren op verschillende punten
letterlijk doorzeefd, terwijl de ernstige schade aan
zijkanten toegebracht, en de putten in het metaal
op het gebruik van shrapnells wezen. De ver
schillende kajniten zagen er desolaat uit, patrijs
poorten waren vernield, flesschen en glazen ge
broken, verschillende gebruiksvoorwerpen stukge
schoten, en de grond, de kasten de tafels, kortom
alles was bedekt met een fijne hagel van glas
splinters. In de hut van den kapitein stond de
ontbyttafel nog gedekt, aardappelen en haring
was het menu 1 Hier had overigens ook de prjjs-
bemanning huis gehouden... de ledige Moezel- en
Cognacflesschen lagen over de vloer verspreid-
In de machinekamer stond een paar voet water,
doch daar de lenspompen niet defect bleken,
bestaai er alle kans op, dat het schip nog spoedig
naar IJmuiden kan worden gebracht. Wjj zetten
onzen rondgong aan boord voort, doch overal was
het aspect gelijk, hout- en metaalsplinters en
glasscherven.
Kapitein Methling toonde ons nog de kaart,
waarop de routes die het schip had gevolgd
stond aangegeven. Met een kruis was het punt
aangeduid, waar de »Renathe Leonard!® aange
vallen was, binnen de territoriale wateren. Na
den kapitein voor zjjne bereidwilligheid bedankt
te hebben keerden wij ten slotte alleen in de vlet
terug, want de kapitein, bleef aan boord met
drie man zjjner equipage.
Te Bergen teruggekeerd maakten wjj nog eene
wandeling door de omstreken, en vopden op ver
schillende plaatsen in de duinen granaatscherven.
Een man van de kustwacht deelde ons mede, dat
in totaal circa honderd schoten waren gelost-
Wjj hadden daarop nog verschillende gesprekken
met villa-bewoners en dorpelingen doch hunne
mededeelingen komen allen in hoofdtaak j>P
reeds gemelde neer. Een villa-bewoner vork 9
dat hjj geconstateerd had, dat het tijdsve^^
tusschen vlam en knal vier seconden was ge
De Engelsche admiraliteit meldtie
Eenige onzer lichte patrouilles, die e„
Noordzee kruisten, ontmoetten eergister®
een aantal Duitsche schepen, seinden de
stoppen en te verlaten. Er werden schoten
de boeg gelost. Dit bevel werd niet in aC^e(jef-
nomen, en de schepen koersten naar de
landsche kust. Twee ervan bereikten de
nadat ze ernstig door ons vuur beschadig®
De overige werden opgevangen en buitge
Onze torpedojagers, die prysbemanningea
boord der schepen plaatsten, namen ze op
stoom mede. ;Bg
Twee dezer schepen waren door de bom
verlaten. De bemanning van twee andere
gevangen genomen.
Vier schepen liggen nu in Engelsche
n.l. de Peil worm», de »Brietsig» de
Horn» en de »Heinz Blumberg".
De „Lavinia" is door de groote sluis ^a0<je
en in het binnentoeleidingskanaal gelegd-
„Magdalena Blumenthal" is men begonnen
deklast cokes in zee te werpen om het sc
lichten. De „Renata Leonhard" was M
afzenden van dit bericht nog niet vlot.
Bier.
Men meldt aan de »Tel."
De Bond van Nederlandsche Brouwerijen
aan de handelaars in bieren het volgende s
ven gezonden ie
Daar teB gevolge van de moeilijkheden
verkrijging van grondstoffen e.d., de brou*1^^
niet meer ten volle kunnen instaan voor
liteit, resp. de houdbaarheid der bieren,
het bestuur van den Bond van Neder!®0
be
Brouwerijen zich tot zjjn leedwezen geD°0
gezien, het besluit te nemen, dat door zij0
geen vergoeding meer mag worden verstre®
bier, dat wegens smaak- of kwaliteitsaf
wordt teruggezonden.
In
Gebrek aan plaatijzer. #9ji
verband met den heerschenden °°°^99r'
lle°
plaatijzer, dienstig voor émail-doeleinden,
door verschillende inrichtingen gedwongen 'iet
zjjn te stoppen en duizenden werklieden 1 jb
werk zullen komen, is door de verse®1
emailfabrikanten hier te lande een adres g e„
aan den Minister van Landbouw, Njjver'ie'ffePf
Handel om zoo mogeljjk maatregelen te
dat hierin worde voorzien.
Vee-uitvoer.
Naar aanleiding van de geruchten, dat
stuks rund vee wegens den onvoldoenden 9 jylt
van veevoeder z«l geslacht worden en ge®
voor uitvoer zal worden bestemd, verneem"
Volk» dat van een voorgenomen uitvoer 10 je
verre geen sprake is geweest. Men verze(jj0 i"
aan het blad voorts, dat de maatregelen' ^j,
voorbereiding zijn, waarborgen, dat er efl®^ g0
doende vleeschvoorraaff in het land zal bly" ^gC(
dat door middel van een distributiestelse
een behoorljjke verdeeling zal worden z°
dragen.
Tegen de export-centrale.
De algemeene vereeniging van Nederk®
lm- en Exporteurs heeft gisteren een a"r. \,e'
de Tweede Kamer gezonden, waarin eD tegeP'
zwaren, die, wordt het ontwerp in d®0 e°
woordigen vorm aangenomen, voor den 1 0g-
experthandel, niettegenstaande de zeer rpl
rige nadere regeeringstoelichting op bet °n
daaraan blijven kleven, worden aangegeV yjP
De onvermijdelijkheid van de instelh
de Export-Centrale buiten bespreking
is z|j ook dan nog van oordeel, dat
1. Het persoonlijk initiatief van i®" ^0fdc
porteurs in bedenkelijke mate gedoofd ^1
o.m. door het verloren gaan van de
inspanning verkregen handelsverbinding
het buitenland; yotëeI>
2. het er toe leiden zal, dat het te
systeem groote onzekerheid zal me 0a d0f
omtrent de prijzen en omtrent de ®D yOer0lJ
gelden, die ten slotte voor de uit te
goederen zullen verkregen worden; .je®"'
3. door die onzekerheid het gevaar r«>;
beeldig is, dat de productie, hetzy d'0 jjja9'
dering der energie, hetzij door opzetteli)9
regelen, hetzij door noodzaak, belang
inkrimpenCe^l
4. niet voldoende blijkt, .dat de Export* ^0°
voor den invoer van voedingsmiddelen j. jet
zaldoch, dat zij zich niet met den d®
voedselvoorziening behoeft in te laten
5. mede niet vaststaat op welke toeê8'
handel en nijverheid invloed zal worden
kend. te
Adr. geeft daarom als hare meening ^jpi)11
nen, dat aan deze bezwaren eeniger®9
tegemoet te komen door: rggee
a. De Export-Centrale geheel tot ee
ringsinstelling te makenteP,
b. de Export-Centrale zoo in te ric
deze met volle behoud van reebtsz0
voor den handel zooveel mogelijk
dige koopmanschap te werk ga
Men meldt uit IJmuiden
mat maa. tnn nnlld Irtinnan motaan VflHl ÓS
ief'
ïtil