Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Gratis Ongevallen verzekering
f m rr fi/j
De Oorlog.
40ste Jaargang.
Zaterdag 22 September 1917.
No. 11945.
m
#jÉU.
Kennisgeving.
Buitenlandsch Nieuws.
Het bemiddelingsvoorstel van
den Paus.
Bureau; Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39.
Abonnementen per 8 maanden £1.6o, per week 12 cent, trance p.
P10®' f 2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummer» 2 - cent.
Incassokosten worden berekend.
Advertentiën: 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 20 ct. 3 maal
plaatsen wordt. 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 40 ct. p. regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden.
Incassokosten worden berekend.
De
levenslange Ofjfj verliS van
geheele I B 8 18 1 een band,
invaliditeit; 8 kuU voet oi oog;
verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemeene
Verzekering «baak
b^j verlies
va»
een duim
te Schiedam.
1 UU wijsvinger^ (J
verlies van
eiken andw
ren vinger,
Bit nummer bestaat uit 2 bladen en een
®Blustreerd Zondagsblad.
°f Krachtens wetten of verordeningen
voorgeschreven en andere officieele af-
en aankondigingen en kennis
gevingen van het Gemeentebestuur.
do^U '>jU1Demeester en Wethouders van Schiedam
ineri.te weten, dat door den Raad dier Gemeente
v "jne vergadering van 5 September 1917 is
s%esteld de volgende
VERORDENING tot het beperken van
nachtarbeid in broodbakkerijen.
Artikel i.
Vei*>taa toePass'n<= ^ezer verordening worden
ouder brood bakkerijalle open of besloten
bel'111611' behoorende tot eene inrichting, waar ten
k 0eve van eene onderneming brood wordt gebak
je uitzondering van die ruimten, waar nim-
met de broodbereiding verband houdende
'kzaamheden worden verricht;
toe onder broodwinkel: alle voor het publiek
engfke,ijke plaatsen, waar brood wordt verkocht
afgeleverd voor gebruik elders dan ter plaatse
11 verkoop;
>er °n<*.er bakkersarbeidalle werkzaamheden,
Vu n^t in eene broodbakkerij, met uitzondering
le> welke dienen tot herstelling van ovens
Werktuigen, of tot herstelling of onderhoud van
k„,J°.Uwen, alsmede tot het aanmaken en onder-
°uden der vuren.
Art. 2.
b(Hk°udeus bet bepaalde in artikel 4, is het ver-
UUt.ei?' bakkersarbeid te verrichten tusschen negen
j es avonds en zes uur van den daaropvol-
6 nden voormiddag.
te !!et 18 verboden langs den openbaren weg brood
datet.Voe>;en vóór des middags 12 uur, behoudens
Art. 3.
f'tuiddags een aanvang mag nemen
jt| an dit verbod is uitgezonderd het vervoer
5 R p0rif'ei'lijk en gesloten pakket van ten hoogste
rij„ door of vanwege den dienst der poste
ra,, van een spoor- of trainwegmaatschappij,
ker' s|reeks naar de woning van den verbrui
den' mede het medebrengen van brood door
Cenij ^''bruiker of één van diens huisgenooten uit
hern kberij of eenen broodwinkel, of het inede-
0eu van brood door den verbruiker zelf.
Vo0rn61 buisgenooten van den verbruiker worden
°ok i toePass'Ug van dit artikel tevens verstaan,
a a Wonen zij niet bij den verbruiker in
k' diens kinderen en
gej(j dienstboden en andere personen, die gere-
uiselijke diensten bij hem verrichten.
He, ArL 4
des Zaterdags het vervoer om 9 uur des
g6^' ,van des Zaterdagsmorgens 2 tot 6 uur,
dool i voor de onder b. van dit artikel be-
°£de bakkerijen;
h°0fj v°,or eene broodbakkerij, waarvan liet
tuf., de bestuurder ten genoegen van Burge-
i'iiljR 61 en Wethouders doet blijken, dat zij onder
vau q1 toezicht werkt, des Vrijdags-morgens
c 6 uur;
jaarS(i°P den' dag voorafgaande aan den Nieuw-
des den Hemelvaartsdag of de Kerstdagen,
Morgens van 2-6 uur.
jj Art. 5.
kerij b°ofd of de bestuurder eener broodbak-
a 18 Verplicht te zorgen, dat:
richt -ln z'J.ne bakkerij geen arbeid worde ver
hel o.111 st,'ijd met de verbodsbepaling van arti-
b. \,-t
geen v Z1jne bakkerij of zijnen broodwinkel
boikk r°?d worde vervoerd in strijd met de ver-
bepaling van artikel 3.
verbod van bakkersarbeid geldt niet:
uit-
kep b°°fd 0f (je bestuurder van een broodwin
kel tevens hoofd of bestuurder eener binnen
's ver i'",eente gevestigde broodbakkerij zijnde,
bedrjjf'' te zorgen) dat ten behoeve van zijn
de vort ^.een brood worde vervoerd in strijd met
rt)odsbepaling van artikel 3.
Art. 6.
Oetie ^'oeester en Wethouders zijn bevoegd
Verleendan niet voorwaardelijke ontheffing te
^ehing.' n van de verbodsbepalingen dezer veror
den oj:'?erneen ten aanzien van alle broodbakke-
te Wii»„ °?dwinkels voor enkele, door hen aan
b, ten' dagen of uren;
•f bro0,i" ?anzien van bepaalde broodbakkerijen
winkels, in gevallen, dat de noodzake-
Art. 7.
lijkheid of billijkheid daarvan voldoende is aan
getoond.
Van de ontheffingen, sub a en b bedoeld,
wordt door Burgemeester en Wethouders open
bare kennisgeving gedaan.
Art. 8.
Onverminderd de bepalingen van art. 8 van
het wetboek van strafvordering zijn met het
opsporen van overtredingen dezer verordening be
last de ambtenaren van de Gemeente-politic.
Zij zijn bevoegd om, voor zooveel de woningen
betreft, met inachtneming der voorschriften van
de wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad no.
83), ondanks de bewoners, eigenaars of gebrui
kers, alle woningen, gebouwen en al dan niet
afgesloten ruimten ten allen tijde binnen te
treden, teneinde voor de naleving dezer veror
dening te waken of tot hare uitvoering mede
te werken.
Art. 9.
Overtreding van een van de bepalingen dezer
verordening wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste zes dagen of geldboete van ten
hoogste vijf en twintig gulden."
Waar het betreft zedelijke lichamen, ven
nootschappen of vereenigingen, zijn de bestuur
ders voor de naleving van deze verordening aan
sprakelijk.
Art. 10.
Deze verordening treedt in werking den dag na
dien, waarop zij is afgekondigd.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland volgens hun bericht van
den 11/13 September 1917, B, no. 1238 (2e afd.)
G. S. no. 28 in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 22sten September 1917.
De Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Het door den Oostenrijksch-Hongaarschen
minister van buitenlandsche zaken aan den Pause
lijken muntius teWeenen den 20sten overhandigde
antwoord van Z. M. op de nota van den H.
Vader van 1 Augustus j 1., luidt als volgt
H. Vader! Met verschuldigden eerbied en diepe
ontroering hebben wij van den nieuwen stap
kennis genomen, welken Uwe Heiligheid ter
vervulling van het U door God toevertrouwde
heilige ambt bij ons en bij de hoofden der an
dere oorlogvoerende staten ondernomen heeft
met de edele bedoeling om de zwaarbeproefde
volkeren tot een overeenstemming te brengen,
welke hun den vrede zal terugschenken.
Met dankbaar hart ontvangen wij deze nieu
we gave van vaderlijke voorzorg, welke Gij, H.
Vader allen volkeren steeds zonder onderscheid
hebt doen toekomen.
Uit het diepste onzer ziel begroeten wjj de
hartroerende vermaning, welke Uw Heiliheid
tot de regeeringen der oorlogvoerende volkeren
richtte.
Gedurende dezen gruwelijken oorlog hebben
wij steeds tot Uwe Heiligheid, Die, krachtens
Haar boven het aardsche reikende zending en
dank zy de hooge opvatting van de Haar op
gelegde plichten, nog boven de oorlogvoerende
volkeren staat en voor elke beïnvloeding on
toegankelijk is, opgezien, of Zy den weg kon
vinden, welke tot de verwezenlijking van ons
eigen verlangen naar een bly venden en voor
alle partyen eervollen vrede zou kunnen voeren.
Sinds wy den troon onzer voorvaderen beste
gen hebben wy, in het volle bewustzijn der
verantwoordelijkheid, welke wy voor God en
vöor de menschen voor het ons toevertrouwde
lot der Oostenryk-Hongaarsche monarchie dra
gen, nooit het hooge doel uit de oogen verloren
om onze volkeren zoo spoedig mogelijk weder
den zegeningen van den vrede deelachtig te
doen worden,
Kort nadat wij de regeering aanvaard hadden
was het ons dan ook vergund in gemeenschap
met onze bondgenooten een reeds door onzen
verheven voorganger, wijlen keizer en koning
Frans Joseph, overwogen en voorbereiden stap
ter inlijving van een eervollen en blij venden
vrede te ondernemen.
In onze bij de opening van den Oostenrijk-
schen rijksraad gehouden troonrede, hebben wy
aan dezen wensch uitdrukking gegeven en daar
bij verklaard, dat wy naar een vrede streven
welke het verdere leven der volkeren van wrok
en dorst naar wraak bevrijdt en die hen voor
vele geslachten voor wapengeweld vrijwaart.
Onze gemeenschappelijke regeering heeft in-
tusschen niet nagelaten in herhaalde, dringende
in de geheele wereld hoorbare verklaringen
onzen wil en dien der volkeren van de Oosten
ryk-Hongaarsche monarchie tot uiting te
brengen, een wil, die hetzelfde doel nastreeft
als (het verlangen van Uw Heiligheid om een
einde aan den oorlog te maken.
Gelukkig door de gedachte, dat onze wenschen
van begin of op hetzelfde doel gericht waren
als die van Uwe Heiligheid, zooals uit de jong
ste ons toegekomen concrete en practische aan
sporingen van Uwe Heiligheid bly kt, hebben
wy deze aan een (diepgaand onderzoek onder
worpen dat tot het volgende resultaat geleid
heeft.
Met de kracht van een diep-gewortelde over
tuiging begroeten wij de leidende gedachte
Uwer Heiligheid, dat de toekomstige wereld
orde, met uitschakeling van het geweld der
wapenen, op de moreele macht van het recht,
op de heerschappij der internationale rechtvaar
digheid en wettigheid moet steunen.
Ook zijn wij van de hoop doordrongen dat
een verheffing van het rechtsbewustzijn de
raenschheid zedelijk zal doen herleven.
Wy stemmen daarom in de opvatting Uwer
Heiligheid toe, dat onderhandelingen der oorlog-
logvoerenden tot overeenstemming moeten en
kunnen leiden, hoe door het in het leven roe
pen van voldoende waarborgen, de uitrustingen
te land en ter zee en in de luchten, gelijktijdig
wederzijds en methodisch, tot een bepaalde
grens verminderd kunnen worden en hoe de
van rechtswege aan alle volkeren der aarde
behoorende zeeën, van de heerschappij of over
macht van enkelen bevrijd ter gelijkmatige be
nuttiging voor allen geopend kunnen worden.
Ten volle bewust van de vredestichtende be-
teekenis van het door Uw Heiligheid voorge
stelde middel om de internationale strydkwes-
ties aan een verplicht scheidsgerecht te onder
werpen, zijn wy bereid ook over dit voorstel
van Uw Heiligheid in onderhandelingen te tre
den,
Als het, zooals wij van ganscher harte hopen
gelukken zou om tot onderhandelingen tusschen
de oorlogvoerenden te komen, welke deze ver
heven gedachte zou verwezenlijken en daarmede
de Oostenryk-Hongaarsch monarchie de zeker
heid van haar onbelemmerde toekomstige ont
wikkeling zou geven, dan kan het ook niet
zwaar vallen de overige tusschen de oorlogvoe
rende staten nog te regelen kwesties in den
geest van rechtvaardigheid en billijk rekening
houden met de wederzijasche bestaansvoorwaar
den tot een bevredigende oplossing te brengen.
Als de volkeren der aarde in den zin van
deze voorstellen van Uwe Heiligheid vredelie
vend met elkaar in onderhandelingen traden,
dan zou daaruit de blijvende vrede kunnen op
bloeien. Zy houden volkomen bewegingsvrijheid
op de hooge zee verwerven. Zware materieele
lasten konden van hunne schouders genomen
en nieuwe bronnen van welstand voor hen ge
opend worden.
Door den geest van gematigdheid en verzoe
ningsgezindheid geleid, zien wij in de door Uw
Heiligheid gedane voorstellen een geschikten
grondslag voor het begin van onderhandelingen
ter voorbereiding van een voor alles rechtvaar
digen en duurzamen vrede. En wij hopen vurig,
dat ook onze huidige vijanden door denzelfden
geest bezield mogen zijn.
In dezen geest bidden wy den Almachtige,
dat Hy het door Uw Heiligheid ingeleide vre
deswerk zegene.
Wij hebben de eer te teekenen als de zeer
gehoorzame zoon van Uw Heiligheid.
Het antwoord der keizerlijke Duitsche regee
ring op het vredesvoorstel van Z. H. den Paus
is als volgt
Heer Kardinaal
Uwe Eminentie heeft de goedheid gehad, Zijne
Majesteit den keizer en koning, mijn allergena-
digsten heer, bij schrijven van den 2den der
vorige maand een verklaring van Zyne Heilig
heid den Paus, te doen toekomen, waarin Zyne
Heiligheid vol kommer over de verwoestingen
van den wereldoorlog een dringenden vredesop
roep tot de staatshoofden der oorlogvoerende
volkeren richt.
Sinds geruimen tijd volgt Zijne Majesteit met
groote achting en oprechte dankbaarheid de be
moeiingen, door Zjjne Heiligheid in den geest
van ware onpartijdigheid gedaan om het lijden
van den oorlog naar vermogen te verminderen
en het einde der vijandelijkheden te verhaasten.
De keizer ziet in den jongsten stap van Zijne
Heiligheid een nieuw bewys van edele en
menschlievende gezindheid en koestert den
levendigen wensch, dat tot heil der gansche
wereld de oproep des Pausen succes moge heb
ben.
Het streven van Paus Benedictus XV om een
overeenstemming onder de volkeren tot stand te
doen komen, kan des te zekerder op de sym
pathieke ontvangst en den overtuigingsvollen
steun van Zijne Majesteit rekenen, daar de kei
zer van de aanvaarding zijner regeering af, zijn
voornaamste en heiligs: e taak hierin gezien heelt:
voor het Duitsche volk en voor de wereld de
zegeningen van den vrede te behouden.
In de eerste troonrede bij de opening van den
Duitschen rijksdag op 25 Juni 1883 beloofde de
keizer, dat de liefde tot het Duitsche leger en
zyn positie tegenover hetzelve hem nooit in de
verleiding zouden brengen de weldaden des rredes
te veronachtzamen, wanneer de oorlog niet door
een aanval op het Ryk of op de bondgenooten
daarvan een ons opgedragen noodzakelijkheid
zou worden.
Het Duitsche leger moest ons den vrede ver
zekeren en wanneer hy niettemin toch verbroken
zou worden, dan zou het in staat zijn hem (den
vrede) met eere te verwerven.
De keizer heeft de belofte, die hy toen afleg
de, in 26 jaren zegenrijke regeering ondanks alle,
vijandelijke uitingen en beproevingen door daden
gestaald.
Ook in de crisis, die tot den tegen woordigen
wereldbrand leidde, is het streven van Zyne
Majesteit tot het laatste oogenblik er op gericht
geweest, het geschil door vredelievende middelen
te beslechten.
Nadat de oorlog tegen zyn wensch en wil uit
gebroken was, heeft de keizer in vereeniging
met zyn hooge bondgenooten het eerst de be
reidwilligheid om vredesonderhandelingen te be
ginnen plechtig bekend gemaakt.
Achter Z. M. stond in werkdadigen wil tot
den vrede het Duitsche volk.
Duitschland zoeht binnen de nationale grenzen
dn vrije ontwikkeling van zyn geestelijke en
materieele goederen, buiten het rijksgebied den
onbelemmerenden wedstrijd met gelijkberechtig
de en gelyk-geachte naties.
Een onbelemmerd spel der vreedzaam in de
wereld met elkaar strijdende krachten zou tot
de hoogste vervolmaking det edelste mensche-
lyke goederen geleid hebben.
Een onheilvolle samanketening van gebeurte
nissen heeft in 1914 een hoop vollen ontwikke
lingsgang plotseling onderbroken en Europa in
een bloedig oorlogstooneel veranderd.
De beteekenis erkennende, die de verklaring
van Zijne Heiligheid heeft, is de keizerlijke
regeering niet in gebreke gebleven, de daarin
vervatte- aansporingen aan een ernstig en nauw
gezet onderzoek te onderwerpen. De bijzondere
maatregelen die zij in het nauwste contact met
de vertegenwoordiging van het Duitsche volk
voor de beraadslaging over en de beantwoording
van de opgeworpen vragen heeft getroffen leg
gen er getuigenis vanaf, hoezeer het haar ter harte
gaat, in overeenstemming met de wenschen van
Zijne Heiligheid en de vredesverklaring van den
rijksdag van 19 Juli van dit jaar bruikbare
grondslagen voor een rechtvaardigen en duur
zamen vrede te vinden.
Met bijzondere sympathie begroet de keizer
lijke regeering de leidende gedachten van den
vredesoproep, waarin Zyne Heiligheid op duide
lijke wijze de overtuiging uitspreekt, dat in de