Binnenland.
tads* en (fewestelftfc Wienw^'
gche kolonie én de directeur der Duitsche school
spraken eveneens een welkomstwoord. Onderweg
was de geestdrift der dichte menigte zeergroot.
De stad is versierdvan de openbare gebou
wen wapperen de Bulgaarsche en Duitsche vlag
gen. De bladen wijden warm gestemde welkoms
artikelen aan den eersten souverein, die de Bul
gaarsche hoofdstad bezoekt. Generaal Marcof
die aan den persoon van den keizer is toege
voegd reisde den gast naar Nisj tegemset.
ECUADOR.
Uit Quito wordt gemeld
De minister van Buitenlandsche Zaken van
Ecuador heeft aan de Euiopeesche regeeringen
medegedeeld, dat lom redenen van Amerikaansche
solidariteit", de regeering van Ecuador geen di-
plomatieken vertegenwoordiger van Duitschland
meer wenscht ontvangen en dat bijgevolg de di
plomatieke betrekkingen tusschea Ecuador en
Duitschland als verbroken moeten worden be
schouwd.
ALLERLEI NIEUWS.
De ^Frankfurter Zeitung" verneemt uit Berlijn,
dat staatssecretaris von Capelle zijn ontslag zal
indienen.
Het stoomschip »Oranje< is binnengeloopen
in een haven van den Stillen Oceaan met een
groot aantal diplomaten aan boord, komend uit
het Oosten. Ambtenaren van den geheimen diehst
hebben zich aan boord het stoomschip begeven
Den diplomaten werd niet vergund aan land te
gaan, terwjji ook de post niet mocht gelost wor
den.
Robert Borden maakt bekend, dat de vor
ming van een Canadeesche coalitieregeering ver
zekerd is. Zij zal bestaan uit een gelijk aantal
liberalen en conservatieven.
Sedert den 4en October zjjn, volgens een
Havas-bericht, 6700 gevangenen door deFranschen
en Engelschen in het Westen gemaakt.
Distributieregeling van IJzer en Staal.
In aansluiting van het gisteren reeds vermelde
nog bet volgende
De op het tijdstip van de afkondiging van deze
beschikking door het U. B. reeds verleende ver-
voervergunningen, zijn vervallen.
De handelaren, industrieelen en groote verbrui
kers, die voor eene geregelde toebedeeling van
een aandeel in den te verwachten aanvoer uit het
buitenland in aanmerking wenschen te komen
kunnen door het U. B. tot wederopzegging als
importeurs worden erkend, nadat door hen eene
zekerheid is gesteld, waarvan het bedrag wordt
bepaald door het U. B. en eene verklaring is af
gegeven, waarbjj het U. B. wordt gemachtigd om,
bij niet-naleving door den importeur van de
krachtens de Distributiewet 1916 of deze beschik
king op hem rustende verplichtingen, die zeker
heid geheel of gedeeltelijk verbeurd te verklaren
ten bate van 'srijks schatkist;
van alle beslissingen, ingevolge dit artikel door
het U.B. genomen, staat beroep open op den
minister
ieder, die materialen in ijzer en staal, welke
zjjn vermeld in de bjj ,deze beschikking behoo-
rende lijst, uit het buitenland wenscht in te voe
ren, is verplicht;
om aan het U.B. daarvoor bestelbrieven aan
te vragen;
om aan het U.B. binnen 7 dagen na de ont
vangst van de materialen, onder inlevering van
de vervoervergunning, naukeurig medegedeeling
te doen van de op de bestelbrieven ontvangen
zendingen ijzer en staal.
De hier volgende ljjst vermeldt de bedoelde
materialen in ijzer en staal.
Groep IRuwijzer. Groep IIGegoten buizen
en hulpstukken. Groep IIIHalffabrikaten, als
gegoten staal en vloeiijzer, ongewalst (in blokken)
en voorgewa'.st in den handel genaamd Rohlup-
pen, Rohschienen (Milbars) Rohblöcke (Lingots)
Bramen, vorgewalzte Blöke, (Bloom), Platinen
Knüppel (Billets), Tiegelstahl in Blöcken)
Groep IVWalsfabrikaten en eenige afge
werkte artikelen daaruit vervaardigdbalkijzer,
U-ijzer, Zores-jjzerstaaf- en profielijzer (ook ge
smeed en getrokken staafijzer; handijzer en
strippenhoek- en ander profielijzergladde
zwarte platen; dik plaatyzer van 5 of meer mdi
meter dikte; middel en dunne platen van meer
dan 1 doch minder dan 5 milimeter diktedunne
platen van 1 millimeter of minder diktespeciaal
plaatijzer; zwarte en gegalvaniseerde gegolfde
platen; gestrektè platen; geruite, gewafelde en
Dopjesplaten plaatyzer met niet-edele metalen en
met legeeringen daaruit overtrokkenvertinde
platen (blik)verzinkte (gegalvaniseerde) platen
andere soorten, zooals 'die welke met een loodlaag
zjjn overtrokken en dergelijke draad gewalst
getrokken; verzinkt (gegalvaniseerd); andere;
buizen, gewalst ol getrokkenzwartverzinkt
gegalvaniseerd)materiaal voor spoorwegboven
bouw: rails voor spoorwegen uit smeedbaar ijzer,
met inbegrip van wissels, tandradrails vlakke rails,
rails voor veldbanen, hart- en kruisringstukken,
ook van gaten voorzien of aan den voet geklonken
tramrrilsijzeren dwarsliggers ijzeren lascta- en
klemplatenassen, wielen en onderdeelen van
wielen navenbanden, onderstellen, kransen, zoo
mede wielstellen.
Groep VUit plaatijzer vervaardigde onderdee-
'en geperst, gehamerd, geflensd, gelascht, gebogen,
gepoosd en geboordgegolfde vuurvangen.
Groep VIIJzerconstructies bruggen en onder- 1
deelen van bruggen; andere onderdeelen van
ijzeren bouwstukken.
Leder en schoennijverheid.
De correspondent van het „Hbld." te Waal
wijk schrijft;
De geringe voorraad van exotische huiden en
dito looimiddelen en de klimmende distributie
maatregelen, hoe noodzakelijk zij ook blijken te
zyn, werken zoo drukkend op de leder en schoen
nijverheid, dat de toestand inderdaad zorgwek
kend is. Men klaagt nog"meer over gebrek aan
steenkolen, grondstoffen en gefabriceerde waar;
dan over de enorm hooge prijzen. Voor vele ar
tikelen tracht men surrogaten te fabriceeren en
in den handel te brengen, maar voor leder is
tot dusver nog niets met eenige kans op suc
ces verkregen.
Een gunstige omstandigheid is voor onze in
dustrie nog aanwezig, die bestaat in den vol
doenden voorraad van inlandsche huiden, waar
van de uitvoer is verboden en die tegen billjjke
maximumprijzen te bekomen zijn, terwijl de
uitvoer van lichte kalfsvellen ook niet zoo groot
schijnt, of er blijft daarvan een genoegzaam
quantum over. Indien de toestand nog een tijd
lang zoo blijft, zal de looierij zich hoe langer
hoe meer moeten toeleggen op de bewerking
van inlandsche huiden en vellen, waarvan men
weleer door den grooten aanvoer van La Plata
en andere huidensoorten, van buitenlandschen
oorsprong, voor het meerendeel was afgeweken.
Uit een nationaal oogpunt en voor onze land
bouwbelangen is het te wenschen. Men beweert
zelfs, dat de looierij weer gedeeltelijk zou terug-
keeren tot het oude systeem, om inl. lichte
huiden, zoogenaamde twijfelaars en zware als
inl. ruggen te bereiden.
Bak- en braadvet en margarine.
De minister van landbouw heeft bepaald
het is verboden bak- en braadvet en marga
rine te verwerken
lo. in producten van bakkerij of banketbak
kerij
2o. in hotels, restaurants, sociëteiten en daar
mede gelijkstaande inrichtingèn bij het bereiden
van spijzen. (St.ct.)
Het broodrantsoen.
Naar wij vernemen bestaat het voornemen
binnenkort de samenstelling van het brood te
wijzigen. Het zal voortaan uit 50 °/o aardappel
meel bestaan.
De tijd waarvoor de broodkaarten strekken zal
echter van 11 op 9 dagen worden teruggebracht
wat dus gelijk staat met een verhooging van ons
broodrantsoen.
De stopzetting van het telegrafisch
handelsverkeer.
(Officieel). Het ministerie van buitenlandsche
zaken deelt ons het volgende mede omtrent de
Nederlandsche maatregelen tot handhaving der
onzijdigheid, welke aan de Britsche regeering
aanleiding gaven, de verzending van handels
telegrammen naar of van Nederland via de
Britsche kabels stop te zetten.
De Britsche regeering erkent niet den plicht
der Nederlandsche regeering, om ouder bepaalde,
na te noemen voorwaarden toe te stemmen in
den doorvoer van Duitsland naar België door
Nederland van zand, grint, steenslag, enz., als
mede in den doorvoer van metalen uit België
naar Duitschland, en eischt van haar, dat zij
dien doorvoer geheel verbieden.
De zienswijze der Nederlandsche regeering is
gegrond op de volgende overwegingen
Artikel 7 van het Landonzijdigheidsverdrag
erkent voor de onzijdige landen de vrijheid van
doorvoer van of naar een oorlogvoerend land
toe te laten, daar het zelfs doorvoer van krijgs-
benoodigdheden voor rekening van een oorlog
voerend land vrijlaat.
Bovendien is de Nederlandsche regeering
krachtens de Rynvaartakte verplicht, de vrije
vaart op den Rijn en de waterwegen, die dezen
met België verbind, te eerbiedigen.
Naast de hierboven genoemde tractaatsbepa-
lingen staat het voorschrift van artikel 2 van
het Landonzijdigheidsverdrag krachtens hetwelk
een onzijdige mogendheid niet mag toelaten,
dat over haar grondgebied de oorlogvoerenden
doen doortrekken troepen en convooien, munitie
of krijgsvoorraden.
Van den aanvang van den oorlog af heeft de
regeering nauwlettend toegezien, dat elk krach
tens artikel 2 ongeoorloofd vervoer werd belet.
Zq heeft zich bij de beoordeeling der vraag, of
eenig vervoer onder dat artikel viel, niet tevre
den gesteld met het weren van goederen, die
zij wegens hun aard niet anders dan als krijgs
voorraden kon beschouwen, maar zij heeft bo- i
vendien ten aanzien van alle goederen, waarvan
het vermoeden kon bestaan, dat zij voor oor- j
logsdoeleinden waren bestemd, binnen de gren
zen van het mogelijke onderzocht, welke de
ware bestemming daarvan was.
Voor wat in het bijzonder betreft den door
voer van zand, grint, steenslag, enz., naar Bel
gië, heeft de regeering met alle beschikbare
middelen getracht, zich de zekerheid te ver
schaffen, dat deze materialen niet als krijgs
voorraden voor de Duitsche strijdkrachten in
België dienen. Reeds dadelijk, toen de met het
toezicht op den doorvoer van deze materialen
een buitengewonen omvang had verkregen, heeft
zy voor het toelaten van verderen doorvoer als
voorwaarde gesteld, dat bij iedere lading een
verklaring der bevoegde Duitsche overheid zou
worden gevoegd, ten bewijze, dat de lading niet
voor militaire doeleinden zou worden gebruikt.
Bovendien gaf zij tot twee malen toe (nl. in
Augustus 1916 en in September 1917) met
goedvinden der Duitsche regeering, aan twee
Nederlandsche genie-officieren de opdracht, om
zich in België zelf te vergewissen van den aard
der werken, waarvoor deze materialen werden
gebruikt.
Bij het in Augustus 1916 ingesteld onderzoek
kwamen de officieren tot de bevinding, dat de
hoeveelheden zand, grint, steenslag, enz., die
werden gebezigd voor niet-militaire werken, nl.
voor onderhoud, herstel en verbetering van be
staande verkeerswegen, benevens voor enkele
werken aan kaden en oeverbevestigingen, over
eenstemden met die, welke door Nederland
waren doorgevoerd.
Zekerheid, dat in den tijd, toen de Neder
landsche regeering nog geen verklaring nopens
het gebruik der materialen vorderde, deze niet
voor oorlogsdoeleinden waren gebezigd, konden
zij niet geven, doch aanwijzingen, dat de door
gevoerde materialen, ook nadat die verklaringen
werden geëischt, voor oorlogsdoeleinden waren
gebezigd, bestonden niet. De omvang der onder
nomen werken en dus ook van de hoeveelheden
daarvoor benoodigd materiaal, was het gevolg
van het feit, dat de wegen sedert den aanvang
van den oorlog sterk hadden geleden, zoodat het
herstel dikwijls een geheele hernieuwing werd
bovendien werd op groote schaal de vroegere
keibestrating door steenslag vervangen.
Daar de regeering van meening was dat, ten
gevolge van de in 1916 verrichte werkzaam
heden, de Belgische verkeerswegen in den nor
malen toestand waren teruggebracht, gaf zy in
den loop van dit jaar (1917), toen bleek, dat nog
steeds groote hoeveelheden werden doorgevoerd,
aan de Duitsche regeering te kennen, dat door
voer van een grootere hoeveelheid dan als nood
zakelijk voor onderhoud in vredestijd en met in
achtneming van de door de Duitsche overheden
gevolgde methode van bestrating kan worden
beschouwd, alleen dan als geoorloofde doorvoer
zou kunnen worden aangemerkt, wanneer door
een onderzoek der Nederlandsche officieren zou
zijn vastgesteld, of en zoo ja, welke voorraden
bovendien nog benoodigd waren voor bijzondere
werken van niet militairen aard, niet vallende
onder normaal onderhoud. De regeering voegde
daaraan toe, dat zij na 15 Augustus den door
voer van zand, grint, steenslag enz. niet meer
zou kunnen toelaten dan voorzoover het onder
zoek der officieren zou bewijzen, dat bovenbe
doelde buitengewone vredeswerken nog den aan
voer van bepaalde hoeveelheden eischten. Dien
overeenkomstig werden na 15 Augustus te Lobith
geen ladingen meer toegelaten.
Daar het onderzoek der officieren aantoonde,
dat ook de behoefte aan materialen voor de
bedoelde werken reeds was gedekt door hetgeen
tot 15 Augustus langs Lobith was vervoerd,
stelde de regeering vast, dat de doorvoer ver
boden bleef.
Aangezien evenwel in de wintermaanden het
vervoer langs de waterwegen door ijsgang en
dergelijke vrijwel onmogelijk is, heeft de regee
ring er in toegestemd, dat, op den voet van
hetgeen in 1916 was geschied, tusschen 15 Sep
tember en 15 November zouden worden door
gevoerd de hoeveelheden, noodig voor het nor
maal onderhoud van wegen in de eerste 3
ifiaanden van 1918. Op een nader verzoek van
Duitsche zijde om die tijdruimte te verlengen
gaf de Nederlandsche regeering een weigerend
antwoord.
Tusschen 15 November en 15 Maart zal dus
geenerlei doorvoer voor normaal oüderhoud van
wegen, enz. worden toegelaten.
De regiering heeft zich zelf steeds ten streng
ste gehouden aan de aoor haar in den aanvang
van den oorlog kenbaar gemaakte zi©nswijze;
dat de doorvoer van in het bezet gebigd door
oorlogshandelingen verkregen goederen nieit valt
onder het handelsverkeer, dat volgens do Rijn
vaartakte moet worden toegelaten. Goederen, uit
België liet zij dan ook ter doorvoer naar Duitsch
land alleen dan toe, wanneer zy vergezeld gin
gen van eein verklaring van den bevoegden Ne-
deirlandschen consuiairen ambtenaar, dat zij niet
waren gerequireerd. De ten aanzien van de re
quisite van metalen in België uitgevaardigde ver
ordeningen gaven haar in d©n loop van dit jaar.
aanleiding den consuls m België op te1 d.ragen
geen verklaringen meer daarvoor af te geven,
daar metalen in het algemeen als geëquipeerd
zijn te beschouwen. Het is echter gebleken, dat
een uitzondering moest worden gemaakt voor
de metalen, afkomstig uit ertsen en metaalaf-
val, die te bewerking uit Duitschland naar Bel
gië werden gezonden. Het uit deze ertsen en
metaalafval verkregen zuiver metaal1 kan ni©t
als gerequireerd worden beschouwd en de re
geering zou tegen hare eigen regelen hande
len, wanneer zij daarvan den doorvoer uit Bel
gië langs de Nederlandsche waterwegen naar
Duitschland verbood.
Sedert geruimen tijd heeft de Britsche regee
ring doen b'lyken, dat zy zich op een glebe©!
ander standpunt stelt by de beoordeeling d©r
vraag, welke doorvoer een onzijdige regeering
over haar grondgebied kan toelaten, 'Zij is van
oordeel, dat op grond van algemeen© beginse
len van onzijdigheid de Nederlandsche reg®®*
ring geen doorvoer hoegenaamd van Duitsch
land naar België of in omgekeerde richting mag
toelaten, omdat zoowel in Duitschland als i®
België de Duitsche overheden d© macht heb
ben over het doorgevoerde te beschikken. 2y
meent, dat, als militair© voorraden moeten wor
den beschouwd, alle goederen, welke, zij bet
slechts middellijk, ten behoeve van h©t Duit
sche leger kunnen strekken, zooals metalen, «o»*
taaiertsen en steenkolen, di© immers kunn©®
worden gebezigd voor de munitiebereiding. Ten
slotte is zij van oordeel, dat het een bevoordee
ling van Duitschland1 is, wanneer de doorvoer
van goederen over Nederlandsch grondgebied
wordt toegelaten, omdat, indien zulks niet ge*
scbiexlde, de Duitsche verkeerswegen zwaarder
belast zouden worden.
D© Nederlandsch© regeering he^ft daartegefl'
over opgemerkt, dat, waar de Tweed© VredeS'
conferentie, juist om1 verschil van gevoelen tus
schen de oorlogvoerenden en onzijdigen te voor
komen, nadrukkelijk h©eft bepaald, welken 'doof-
voer de onzijdigen wèl en welken zij niet mo
gen toelaten, h©t, een onzijdig© regeering
vrijstaat van di© bepaling af te wijken. Het
is duidelijk, dat de omstandigheid, dat d© distri
butie van verscheiden© handelswaren zoowel i®
Duitschland als in België in handen van Duit
sche overheden is, aan de handelswaren niet het
karakter van krijgsvoorraden in den zin van ®r"
tikel 2 van het landsonzijdigheidsv©rdrag ver
leent. Evenmin kan worden toegeven, dat dé
in dat artikel gebezigd© benaming krijgsvoorrade®
toepasselijk is op goederen, die, zooals met®'
len, metaalertsen en steenkolen, niet b©hcoreO
tot jde voorraden, waarvan zich e£n leger he*
dient.
Ten slotte lydt het g©en twijfel, dat van "he'
oogenMik af, dat voor de Nederlandsche rege®*
ring vaststaat, dat zij ingevolge <fe Rijnvaartakt0
den doorvoer moet toelaten, de omstandigheid
dat tengevolge van het vervoer door Nederland
de Duitsche verkeerswegen minder zwaar be
last worden, buiten beschouwing blijft. Het z°u
trouwens met d© onpartijdigheid, die het k©®"
merk der onzijdigheid is, in strijd zijn, een ge"
oorloofden doorvoer te verbieden, teneinde e©®
oorlogvoerende te noodzaken zijn verkeerswe
gen zwaarder te belasten.
Tegenover de door de Britsche regeering Se
uile zienswijze, dat de door de wegen in Bei*
gië gebezigde materialen moeten worden be
schouwd als voor militaire doeleinden bestem^
stelt de Nederlandsche regeering het fgit, dat,
al zijn goede verkeerswegen voor een lager va0
groot belang, die weg©n ook in een bezet \aO-d
hun natuurlijk karakter van vredeswerken be
houden.
Bovendien verplicht artikel 43 van hBt Land
oorlogsreglement den militairen bezetter om i®
het "bezette gebied de ojjenbare ord© en hét
openbare leven zooveel mogielyk te herstel'011
en te verzekeren en het zou in strijd zijn me'
de onzijdigheid hem daarin te belemmeren.
Aan den wensch der Britsche regeering o01
den doorvoer van zand, grint en steenslag naaf
België te verhinderen, zal de Nederlandsche re
geering slechts kunnen voldoen, wanne©r de Brit*
sche regeering haar aantoont, dat, in strijd i®0'
de. verklaringen der Duitsche overheden en do
bevindingen der Nederlandsch© officieren, d®
dooigevoerd© materialen voor oorlogswerkeP
worden gebezigd.
Aan Hr Ms. gezant te Londietn is opgödrag0®
de Britsche regeering t© verzoeken om1 mededéé*
ling van het bewijsmateriaal, dat zij dien®®0'
gaande mocht bezitten.
Reuter seint uit Londen, dd. 13* Oct.:
Het Reuter-agentschap verneemt, dat Z. M- re'
geering geneigd is, de kwesti© van het vervV
van zand en, grint over Nederlandsche wat©r'
wegen, in ©en ernstig licht te beschouwen. W
tistieken toonen aan, dat aanzienlijke hoevee''l£r
den van dit matenaal haar weg vinden n®®^
het hezett© België; hoeveelheden, di© buitén.
le verhouding staan tot die, welke in vredest1^
voor niet-militaire doeleinden werden verzond0®
en het is duidelijk dat z© dten vijand, van ft®0'
zienlijk nut zijn.
De stappen, die de Britsche regeering heeft
domeinen, ten einde dit vervoer te doen ®ta'
ken, waren tev©rgeefsch ©n zij is onder tie 9*
geven omstandigheden van oordeel-, dat zij
langer kan voortgaan met het toestaan van
zondere faciliteiten voor d© doorzending f®0
Nederlandsche handeistefegramrciien over de
der Britsche oontról© staand© kabelfe.
Hierbij kan worden opgemerkt, dat het gebn®l£
der Britsche kabels ©en concessie ist, welke ®'°f
als eenr echt kan worden gieëisebt, daar het do°c'
laten van berichten langs dezen weg als c61'
welwillendheid moet worden beschouwd.
De Hanze.
Gisterenavond hield de Hanze een algem«e°0
ledenvergadering. De 2e voorzitter, de heer
S. Kamp, heette de aanwezige loden welkoi»e0
opende de vergadering met den Christel. ST°et'
Door den secretaris, den heer C. C. Stee®®'
werden de notulen der vorige» vergadering *°°r'
gelezen en onveranderd goedgekeurd. Hi01®3,
werd voorlezing gedaan varj een ing«kot®e0
schrijven van ;het Bestuur van deq N. R-