IMghlad voor Schiedam en Omstreken,
ujft»,. f fi I] nJsf Q n wi f 1 n n zu~
41 «te Jaargang.
Zaterdag 5 Januari 1918.
No. 12031
Gratis Ongevallenverzekering
DE BERGHOEVE.
Binnenland.
FEUILLETON,
Bureau; Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: SS.
bon nemos, ter. psr ?na>ufede«i f 1.50, par w*0k 12 cent, tranen» p,
paai ƒ8.— kwartaalÏÖBioadierHjfcs aummsns 3 cent.
Incassokosten worden berekend.
Advertentie»: 15 rsgeis f 1.30 elke regel daarboven 25 ct. 3 maai
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 50 ct. p. regel,
Speciale conditiën vcor herhaaldelijk adverleeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden. Op alle advertentiën in het Zaterdagavondnummer 10 oorlogstosslsg.
Incassokosten worden berekend.
tUSSSu; I ZUUvoToï^; 1 Z I IUU
De verzekering wordt gewaarborgd door de Eollsndsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.
bij verlies
van een
wijsvinger
bij
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Duurtebjjslagregeling te Dordrecht.
B. en W. van Dordrecht hebben een nieuw
voorstel ingediend betreffende duurtebi.isiag aan
ambtenaren en werklieden der gemeente. De
bfjslag zal zich nu uitstrekken tot salarissen
van f 5000, ten minste f 156 en ten hoogste
f 300 per jaar bedragen. De kinderbijslag wordt
voorgesteld op 50 cent per week per kind be
neden 16 jaar.
Verder wordt voorgesteld, deze regeling ook
te doen gelden voor de onderwijzers, onder
voorwaarde, dat de rijksbij slag in mindering
wordt gebracht, en de regeling te doen ingaan
met 1 December 1917.
Over de maand December zullen de kosten
ongeveer f 4000 oedragen.
De totale kosten over 1918 worden begroot
op f 153,500.
Bet leveusmiddelenverdrüg met Duitschland*
Naar Het Volk verneemt, bestaat de ver
wachting dat einde Februari zal aangevangen
worden met de besprekingen tusschen Duitscüe
en Nederlandsche vertegenwoordigers over over
eenkomsten betreffende levensmiddelen e, a.
na 31 Maart a.s. Op dien datum namelijk; loopt
het levensmiddelen verdrag af.
Voedselvoorziening voor zieken.
Ter centralisatie van de voedselvoorziening
van zieken heeft de Minister van Landbouw
een geneeskundig bureau aan de afüeeling (Jri
siszaken ingericht onder directie van dr. Bikkel
die ook het bureau voor Dokteisnoodvoorziening
van de Ned. Mij. tot Bevordering der Genees
kunst onder zijn beheer heeft.
Zeventig visa ingetrokken.
Naar de .Tel" verneemt, zijn van een zeven
tigtal passagiers, welke met de „Nieuw-Amster-
dam" naar Amerika zouden vertrekken de visa
ingetrokken.
Bij informatie op het .Amerikaansche con
sulaat bleek het blad, dat men zich daar niet
gerechtigd achtte, de redenen, welke tot deze
intrekking aanleiding gaven, mede te deelen.
Vermindering van broodrantsoen.
Men meldt aan de -Stand:"
Van bevoegde zijde vernemen we, dat binnen
eenigen tijd de broodkaarten gebracht zullen
worden van 11 op 13 dagen.
Het drogen van groenten.
Door den heer Knobel zijn betreffende het
drogen van groenten de volgende schriftelijke
vragen tot den minister van Landbouw gericht
1. Indien het drogen van groenten, gelijk ver-
klaard in het antwoord van den Minister dd. 22
November 1.1. op vraag no. 48, in den regel ge
schiedt met de bedoeling het gedroogd product
uit te voeren, acht Zijne Exellentie dan een ar
tikel, waarvan in 1916 een waarde van 30 a
40 millioen - gulden moet zijn uitgevoerd, niet
belangrijk genoeg om te dienen als ruilmiddel,
voor hetwelk wij steenkolen en andere waren
kunnen verkrijgen
2. Zoo ja, vraagt 's Lands belang dan niet dat,
in plaats van millioerien kilo's groenten dage
lijks te laten bederven, de gelegenheid worde
gegeven aan de groentendroogers, door hun
brandstoffen te leveren,de hoeveelheid van hunne
productie zoo groot mogelijk te maken
3. Zoo neen, waarom worden dan wel steen
kolen en cokes alsmede peen en knolrapen
voor „Julienne" geleverd aan een enkele
groentendrogerijin tegenstelling van veel
oudere nijverheidsinrichtingen van denzelfden
aard, welke, rechtstreeks en op indirecte wijze,
aan duizenden menschen een behoorlijk inko
men hebben verzekerd, er voor zorgden |lat in
ons land steeds een belangrijke hoeveelheid
groenten als voedselreserve aanwezig was en
die alsnog bij de broodbereiding behulpzaam
kunnen zijn
Het antwoord van minister Postuma luidt
1. Blijkens inlichtingen van de Rijkscommis
sie van toezicht op de vereeniging „Groenten-
centrale" bedroeg de waarde der in 1916 uitge
voerde gedroogde groenten niet 30 a 40 millioen
gulden, als de vragensteller blijkbaar meent,
doelt 4.747.830 gulden.
Dat gedroogde groenten belangrijk ruilarti-
kel kunnen vormen, in den geest als door den
heer Knobel bedoeld, wordt door onderge-
kende gaarne erkend bij de beoordeeling van
de belangrijkheid van gedroogde groenten als
ruilartikel dient echter niet uit het oog te wor
den verloren, dat de versche groenten, welke
voor de bereiding der gedroogde groenten heb
ben gediend, ook een waardevol ruilobject
vormen.
2. Dat millioenen kilo's groenten dagelijks
zouden bederven, doordat aan de groentendro-
gers geen brandstoffen ter beschikking worden
gesteld, is onjuist.
In het algemeen toch kunnen voor het dro
gen alleen die partijen groenten in aanmerking
komen, welke voor uitvoer zijn aangewezen. In
dien een droger dus wegens gebrek aan brand
stof geen kans ziet die groenten te drogen, dan
zal hij ze niet koopen. In dat geval worden die
groenten uitgevoerd en liggen ze hier niet te
bederven.
3.. De eene enkele groentendrogerij aan wel
ke wel steenkolen en cokes worden geleverd is
de Codro, de coöperatieve groentendrogerij
voor de bloembollenstreek.
Ten aanzien van deze drogerij meent onder-
geteekende inderdaad eeh ander standpunt te
moeten innemen en wel op de volgende gron
den
Door de abnormale tijdsomstandigheden
wordt geen streek van ons land zoo zw«ar ge-
getroffen als de bloembollenstreek. Voor den oor
log was de bloembollenstreek een bloeiende
tak van tuinbouw, een bedrijf waarin vele dui
zenden een middel van bestaan vonden. De
afzet van het product, de, diverse soorten j arbeiders toegezegden loonbijslag kunnen uit-
voor niet of niet voldoende instructies zijn ont
vangen.
Dit heeft voor de bakkers weliswaar geen
belang, maar het gevolg is, aldus adressante,
dat deze ook niet de door den minister den
bloembollen, geschiedde voor het overgroote
deel naar het buitenland dat buitenland heeft
echter allengs den invoer van bloembollen ver
boden, ten gevolge waarvan het onmogelijk is
het bedrijf nog loonend uit te oefenen. Het ka
pitaal der bloembollenkweekers, hun z.g.
„kraam", is buitendien zeer belangrijk in waarde
achteruigegaan.
In plaats van bloembollen verbouwen de bol-
lenkweekers thans verschillende groenten. Met
de eigenlijke groentenkweekers kunnen zij ech
ter in menig opzicht niet concurreeren een be
langrijke factor in hun nadeel is wel deze, dat
de bloembollengronden in het algemeen tegen
veel hoogere prijzen dan die welke gewoonlijk
voor tuinland worden betaald, gemiddeld wel
f8000 a f 10.000 per H.A., zijn gekocht.
De minister acht het daarom in 's Lands be
lang ten opzichte van de bona fide bloembollen
kweekers zoodanige maatregelen te nemen, dat
ondanks de ongunstige omstandigheden, waar
in zij thans verkeeren, de teelt van groenten
rendabel voor hen is.
Een dier maatregelen is, hun toe te staan een
deel van de door hen verbouwde groenten te
drogen in de cooparatieve drogerij „de Codro"
.waarvan iedere bloembollenkweeker lid kan
worden. Zal deze maatregel goed kunnen wer
ken, dan moeten aan die drogerij brandstoffen
ter beschikking worden gesteld.
Broodbakkers.
De llaagsche Broodbakkerspatroons Veree
niging afdeeling van den Nederl. Bakkersbond,
heeft een brief gericht tot het Centraal Brood
kantoor, waarin dringend verzocht wordt om
verhooging van het gewicht der grondstoffen
voor bereiding van 100 K.G. brood.
Betoogd wordt, dat uit nauwgezette proef-
nëmingen is gebleken, dat bij de meest zorgzame
behandeling uit 75 K.G. bloem onmogelijk 10
K.G. brood te bakken, dat aan de voorschriften
voldoet.
Verder wordt het een onbetwistbaar feit ge
noemd, dat een toegewezen hoeveelheid grond
stof nooit in haar geheel tot nuttig effect komt.
Daardoor zagen de bakkers gaandeweg hun voor
raad slinken.
De Vereeniging verzoekt het omrekencijfer
flink te herzien en tevens voor eenmaal een
extra-bijslag vast te stellen voor iederen bakker
in verhouding tot den omvang van zijn bedrijf,
tot, herstel van geleden schade.
In een tweeden brief wordt opgemerkt, dat
het Gemeentelijk Distributiebedrijf te 's-Gra-
enhage geen uitvoering geeft aan het besluit
van den minister tot terugbetaling van de meel-
prijsvermindering tot 15 Juli 1917, omdat daar-
betalen. Aangezien die betaling, eenmaal be
loofd zijnde, in den winter van veel nut kan zijn
voor de betrokkenen en uitstel voor de bakkers
alleen meer kans! op verwarring kan opleveren,
verzoekt de vereeniging, dat het centraal brood
kantoor zijn aandacht aan de eindelijke afwik
keling van deze zaak zal geven.
Aardappelen.
Met jngang van heden rijden er op werkdagen
drie extra-treinen voor aanvoer van aardappe
len uit de Noordelijke provincies naar de stations
der lijnen UtrechtRotterdam, Schiedam
Hoek van Holland en RotterdamLeiden.
Vervoer van hout.
De minister van landbouw hebft, overwegend»,
dat thans een grootere hoeveelheid aan scheeps-
ruimte is beschikbaar geworden, bepaald
I. Het vervoer van alle hout per water is met
ingang van 15 dezer toegestaan.
II. Deze beschikking geeft geen ontheffing
van het verbod van vervoer per spoor of tram
weg, Deze verboden blijven van toepassing met
uitzondering van
1. teen of griendhout, ook genaamd twijg
hout
2. waarden- of rijihout, mits geen brandhout
zijnde
3. esschenhakhout, bestemd Yoor den tuin
bouw of voor waterwerken-,
4. dwarsliggers
5. palenen ander hout bestemd voor Rijks
telegraaf- en telefoonlijnen voor den openbaren
dienst en voor de mijnen in Limburg.
I.
Een heerlijke Zondagvrede lag over het vroo
lijke landschap. De Julizon wierp haar gouden
stralen over het berg en dal, over bosch en veld.
De vogels sjilpten en piepten in het hout op
den berg, waarover de groote heirbaan voerde
die twee voorname plaatsen verbond. De weel
derige koren- en aardappelvelden, de frissche
groene weiden, die zich rechts van de heirbaan
onder in het dal uitstrekten, lagen daar als
uitgestorven. Doch neen, niet geheel uitgestor
ven, het is slechts een ander volkje dat heden
zich in het veld beweegt, als wat gisteren hier
zoo druk bezig was. Even vlijtig als gisteren
de landlieden, zijn vandaag daar bijen bezig,
en in plaats van het vroolijk gezang, dat gis
teren daar weerklonk, hoort men nu het vroo-
lyk gezoem der nijvere diertjes, die voortdu
rend van halm tot halm, van bloem tot bloem
vliegen, om overal den zoeten honing te halen.
Daar klonk vanaf den berg een vreugdevol
gejuich, door den echo der tegenoverliggende
velden weerkaatst, en nu zag men van alle
kanten, langs verschillende wegen, groepen, ook
enkele paartjs, landlieden opduiken, jonge, mooi
opgesmukte meisjes met fladderende linten op
de mutsjes, jongelieden, die den met een veer
of bloem versierden hoed in de lucht zwaaiden,
ook ouderen van dagen met kinderen aan de
hand. Op ieders gezicht stond geluk en vreug
devolle afwachting uitgedrukt.
Op de heirbaan, waarop die verschillende
wegen uitliepen, kwamen die verscheidene
groepjes tezamen en begroetten elkaar met
vreugdegeroep en vroolijk gejuich, en samen
wandelden zij voort naar het schilderachtig
mooi gelegen dorp.
„Heisa, hoepsaLang leve de kermis
jubelden eenige der knapen, „Heisa hoepsa
Ik zou zoo graag eens dansen, kom hier meiske,
hier op den weg moesten we maar beginnen 1"
daarmee sloeg hij zijn arm om het naastbij zijnde
meisje en trok haar in een kring mee voort.
„Laat'los,-schei uit, wat moet dat beteekenen
zoo verweerde zij zich. „Nu, doe maar niet
zoo voornaam alsof ge de dochter zelf waart van
den boer der berghoeve," antwoordde de jonge
man, haar vrijgevend, ge bent daar toch maar
dienstmeid, hoewel ge daar sinds uwe kinder
jaren zijt en de boerin zaliger een moeder voor
je was, toch zijt ge daar maar meid, zoovel ik
als daar maar knecht ben."
„Ik ben niet voornaam en wil ook wel in
de danszaal of in de tent met je dansen, maar
dit wilde en woeste ronddraaien op den grooten
weg, ja dat staat mij tegen," antwoordde zij
Zweepgeklap onderbrak dit gesprek, een
lichte, groengeverfde jachtwagen met twee brui
nen bespannen rolde den berg af en het jonge
volk stoof uit elkaar. In den wagen zaten drie
personen, een bejaard man met gerimpeld voor
hoofd en wangen, maar verstandige en helblin
kende oogen. De scherp geteekende trekken
kenmerkten een vast, onbuigzaam karakter.
Naast hem zat een jong meisje, naar het scheen
de dochter van den bejaarden man, ze had het
zelfde hooge voorhoofd, de groote blauwe oogen
en ook denzelfden hoogmoedigen trek om neus
en mond als de man naast haar. Haar rijke
Brandstoffen.
Nagenoeg al de besturen van de bijzondere
lagere scholen en vakscholen, de bijzoiMere
hoogere Burgerscholen en het Christelijk gym
nasium, alemede «nkele bewaarscholen te
Utrecht, hebben, naar het „U. D." meldt, een
adres gericht aan den minister van landbouw,
nijverheid en handel, en een aan den minister
van binnenlandsche zaken. In het eerstgenoemde
wordt verzocht, de benoodigde distibutiebrand-
stoffen tegen belangrijk verlaagde prijzen be
schikbaar te stellen in het andere adres wordt
gevraagd om steun voor dit vèrzoek, en, mocht
het voor inwilliging niet vatbaar zijn, om toe
kenning van een subsidie ter bestrijding van de
kosten, die het gevolg zijn van de brandstoffen
prijzen.
we elkaar."
De jonge man dreef de paarden aan en het
lichte, wagentje verdween in een stofwolk, die
opgestoven werd door de paarden en de raderen.
„Eeh trotsch, hoovaardig ding, die Anna van
de Berghoeve," zeide een derjongelui, den
wagen nastarend,
„Nu ja," zeide jeen der meisjes, „ze is nog
niet aan het eind.
„Hoogmoed komt voor den val zegt een ouc
en mond ais ae man naast naai. naai J _„:j0 andere
gouden sieraden fonkelden in den zonneschijn, spieetwoor riej<][ die Anna dat
en op het groote gouden kruis, dat aan een „Ze is toch een flinke meid, hoRr
om haar hals hing schitterd
moet iedereen toegeven,'' zeide een jonge 00
Marie ging stilzwijgend door, als ging
jonkman, die de j het gesprek niet aan en dacht Z1J yan
Destemeer maakte zij het onderv i
zware ketting
een edelsteen.
Op de voorste bank zat een
paarden menden, Deze had donkere oogen en - n -n ijj wagen,
licht gekruld haar zooals het meisje, zijn wangen het gesprek der perso
waren levendiger gekleurd en in plaats van den j
hoogmoedigen trek, droeg zijn gezicht het ken
merk der goedheid en gemoedelijkheid, doch de
donkere schitterende oogen zeiden toch, dat bok j
hij een krachtigen wil had.
Toen zij het groepje landlieden genaderd
waren, liet de jonge man de paarden stapvoets
gaan.
„Marie wilt ge niet meerijden vroeg hij
het jonge meisje, dat op de Berghoeve woonde.
Deze wierp een haastigen blik op het meisje
in den wagen en de onwillige uitdrukking op
gezicht, zoowel als haar ongeduldig schouder
ophalen waren oorzaak van Marie s antwoord
„Neen Jan, ik dank u, ik zal hier bij het ge
zelschap blijven."
„Zooals gij wlitIn de herberg ontmoeten
Wat moet dat toch beduiden, Jan, vioeg
Anna, „waarom Marie verzoeken mee te rij
je doet alsof ze-ik weet niet wie Wc;s-
.Alsof ze God weet niet w
as Neen, alsof
ze'mijne zuster ware, V d?j Anna
.Daarvoor zou ik toch danken,
snibbig,
niet.
Ik ben je zuster en
een andere ken ik
„Marie is toch met ons op onze b°^'d"1ji'
ons huis opgegr
heeft haar steeds als eigen een
hernam de broeder. en ik wil
)cr niet onze zustei en ik wu
juster beschouwen," zei
„Daarom is ze nog
ze dan toch niet als ze
Anna driftig.
Wordt vervolgd
.fIS
ac was