Dagblad mor Schiedam en Omstreken.
Gratis Ongevallenverzekering
De Oorlog.
41ste jaargang.
Zaterdag 26 Januari 1918
No. 12050
Uit de Tweede Kamer.
üniteiilandscb h ten
Bureau; Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 89.
Abonnement»» p» 5 «uaaadss f 1.60, per week 12 coat, feaacts p.
posi 2. p cwertael. iizoncierl§ke nummert! 3 cent.
Incassokoster worden berekend.
Advertentiön: 15 regels fl.30 elke regel daarboven 25 ct. 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededelingen 50 ct. p. regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op asnvrag»
toegezonden. Op alle advertentiën in het Zaterdagavoudnummer 10 oorlogstoesiag.
Incassokosten worden berekend.
bij
dood
bij verlies
van
levenslange Öfjjl verlig T&n
geheele 111 een hand,
invaliditeit; I 6* |J |J voet o! oog; H U fj i U IJ e®n duim;
De vcrzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.
bij verlies
van een
wijsvinger;
bij
verlies van
eiken ande
ren 'vinger.
Bij of krachtens wetten of verordeningen
voorgeschreven en andere officieele af-
en aankondigingen en kennis
gevingen van het Gemeentebestuur.
HINDERWET,
Bij besluit van Gedeputeerde Staten van
J2/25 Januari 1918 is aan Burgemeester en
Wethouders van Schiedam voorwaardelijk ver-
gunning verleend tot het vergrooten van een
verbrandingsoven op het terrein der Ge
meentereiniging aan den Buitenhavenweg,
kadaster Sectie L. no. 113, en bijplaatsing
van een electromotor van 31/2 P.K., drij
vende een sturtevant-exhauster van 2370.
Schiedam, 26 Januari 1918.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
mengen ter openbare kennis dat bij hen is
ingekomen een verzoek van Gregorius
Adrianus Janse om vergunning voor
den verkoop van sterken drank in het klein
voor gebruik ter plaatse van verkoop in het
benedenvoorgedeelte in het pand Hoofdstraat
no. 191.
En herinneren dat binnen 2 weken na
deze bekendmaking tegen het verleenen van
de vergunning schriftelijk bij hun College
bezwaren kunnen worden ingebracht.
Schiedam, 26 Januari 1918.
De maximum-kleinhandelprijs voor geraf
fineerd zout, is bepaald op 9V2 ct. per Va
K.G. en 19 ct. per K.G.
Ter toelichting woedt opgewerkt, dat be-
do^le verhooging noodzakelijk is gebleken,
in de eerste plaats door de omstandigheid,
dat door Duitschland op den uitvoer van
zout thans een recht wordt geheven van
f 46, per 1000 K.G. en in de tweede plaats
wegens stijging van transport en andere kos
ten, voor het meerendeel in het land van
oorsprong.
Hoofdstuk V und keiné Ende.
„Men" had verwacht dat verleden Dinsdag
Hoofdstuk VIII aan de orde zou komen, doch
het zal fraai zijn wanneer Dinsdag e.k. daarmede
een begin kan worden gemaakt. Een geheele
week aldus gewijd aan Binnenl. Zaken, een week
boven de verwachting, een week besteed aan
ons lieftallig goddelijk staatskindeke het On
derwijs.
Toch is er iets nieuws onder de zon. Meer en
en meer beginnen de debatten aller aandacht
te vragen voor het middelbaar onderwijs
in tegenstelling met olim toen het lager onder
wijs (of liever onderwijzers) de hoofdmoot vorm
de. Men raakt nu slaags over de Hoogere Bur-
gei scholen, schitterend object trouwens voor
afgevaardigden om (in Juni in 't verkiezing)
hunne districten in het gevlei te komen. Weer
spiegelde de stem vanDuymaer van
1 wist niet „ietwat" dit streven.
Van meer belang lijkt ons de stem van
Troelstra.
Zie, er zitten in Helmond Katholieken, wier
beginselvastheid noch politiek wij vermogen te
te vatten, ofschoon heeren als v. d. Hout en van
Wel toch ook R.-K.-Politiek aspiraties hebben.
Wanneer onze Kath. Staatspartij met zoodanige
hulptroepen in 1918 versterkt moet worden,
mogen wij wel uitroepen non tali auxilio
Zij ijveren voor een R. H. B. S. Er is tusschen
uit gevallen het unitiaaltje K'\ Want men
moest aldaar toch ijveren voor een R. K. Hoo
gere Burgerschool.
De liberale hartstocht kwam boven. De al
oude tierigheid der makke II kamer. De tijden
van Heemskerk herleefden.Dresselhuvs Teenstra
Mulder staken van wal. Bitse interrup
tie flitsten door de lucht. De Kamer wordt ge
zellig als het grover wordt. Ik mag dat wel en
hoop ook nog eens mede te doen. Du choc des
opinions jaillit la verité.
len slotte. Jammerlijk ontsprong thans geen
waarheiduit de stemmingen over de motie-
Ieenstra en de amendementen Dresselhuys- j
Drion, Schaper en v. Gilse. Rechts tegen links
Werden zij aanvaard. Rechts tegen links
Ware Troelstra er niet geweest.
Vrijdag 25 Januari 1918 is deswegen een merk
waardige dag in onze parlementaire historie.
Wij vermochten reeds in de Kamer liberale
samenspraakjes op te vangen tintelend van
glundere blijdschap over mr. Troelstra's mis
zet. De liberale massa zou er straks bij de gtem-
bus garen bij spinnen. Wij voor ons betwijfelen
dat. De starre frontmakerij van Otto III zal
o n s te hoop doen loopen om art .192 welks
uitvoering wij slechts aan Chr. handen toever
trouwen.
Er zijn momenten dat men over mirakelen
moet peinzen in de II Kamer. Is het reeds een
wonder dat de socialistische fractie gescheiden
stemt, nog vreemder is t dut dit geschied in
de. meest principieele zaak Onderwijs, en nog
gekker is't dat heel de socialistische
fractie haar leider alleen liet
staan, ofschoon deze den vorigen dag zijn
stem contra Dresselhuys gemotiveerd had. Het
geschiedde dus bewust, niet bij»-overrom
peling.
Wie even nadenkt, zal begrijpen Wij coali
tie, wij Katholieken vooral (voor de anti's ver
troebelde Duymaer v. Twist de zaak leelijk),
wij spinnen garen uit deze gestie van den roo-
den leider. Juist nu, nu de zaken geloopen zijn
zooals zij Vrijdagmiddag liepen heel de roode
fractie bij de frontmakers, doch de roode koning,
des volks afgod openlijk frontmakend in zijn
rede en in zijn stem voor ons, voor ons recht,
voor onze billijkheid in de Onderwijspolitiek.
Wat bezielde Troelstra Eensdeels wordt
gedachthij wilde aan de Chr. arbeiders het
stembuswapen van „192 Grondwet" uit de
hand slaan en een zuigkracht op onze mannen
uitoefenen, wat zouden onze arbeiders immers
te vragen hebben van een Troelstra die zich op
onderwijsgebied„geheel vereenigde met de rede
van mr. Rutgers"
Andersdeels wordt gemeend dat Troelstra
hier geen politiek spel speelde, maar waarachtig
getuigde van zijn beuheid van de linksche front-
makerij voor het openbaar onderwijs. Wij ge-
looven dat.
Maar hoe het ook zij de stem van Troelstra
is goud waard. Is goud waard in de tijden waar
in ons volk moet ingelicht over het uitbrengen
van zijn stem. Wie dat niet vat, vat niemendal.
Ware de roode fractie Troelstra gevolgd, wel,
de taak onzer Kath. volksredenaars, debaters
en propagandisten zoude vrijwat hachelijker
en moeilijker zijn. Nu slaan wij de roode broe
ders met Troelstra om de ooren.
Haarlem, mr. BOMANS.
DE REDE VAN DEN DUITSCIIEN
KANSELIER.
In de scheeve voorstellingen der Duitsche
politiek, die ook thans in Wilson's Boodschap
te vinden zijn, wil ik hier niet treden, ver
klaarde graaf von Mert.ling, doch slechts de
niet minder dan 14 punten bespreken, waarin
Wilson zijn vredesprogram heeft vervat en ik
roep uw geduld in, wanneer ik deze 14 punten
zoo kort als mogelijk hier behandelen zal.
Het eerste punt verlangt, dat geen geheime
internationale overeenkomsten meer zullen wor
den gesloten.
Mijne heeren, de geschiedenis leert, dat wij
hebben verklaard met een wijd ver
spreide openbaarmaking van diplomatieke over
eenkomsten in te stemmen. Ik herinner er aan,
dat ons defensief vjerbond met Oostenrijk-Hon-
garije sedert 1888 aan de geheele wereld be
kend was, terwijl de offensieve overeenkomsten
tusschen de vijandelijke staten pas in den loop
van dezen oorlog, het laatst door de onthulling
der Russische geheime verdragen, het licht der
openbaarhied aanschouwden. Dit bewijst, dat wij
volstrekt bereid kunnen zijn op in het voorstel
te treden de publiciteit der onderhandelingen
tot politieken grondslag te verklaren.
In het tweede punt eischt Wilson de vrijheid
der zee.
De volkomen vrijheid voor de scheepvaart
ter zee tijdens oorlog en vrede wordt ook door
Duitschland als een eersten gewichtigen eisch
voor de toekomst gesteld. Hier bestaat dus
geen meeningsverschil.
In hooge mate gewichtig voor de toekomstige
vrijheid van de scheepvaart zou het zijn, indien
ook van de krachtig versterkte vlootsteunpun-
ten aan belangrijke internationale verkeers
wegen, gelijk Engeland deze in Gibraltar, Malta,
Aden, Hongkong, op de Falklandseilanden en
op vele punten onderhoudt, kon worden afge-
j zien.
Het derde punt van Wilson betrof de ophef-
j fing van alle economische beperkingen.
Ook wij zijn voor opheffing van de econo-
j mische beperkingen, die op overbodige wijze
j in den handdel ingrijpen. Ook wij veroordeelen
den economischen oorlog, die onvermijdelijk de
j oorzaken voor latere militaire verwikkelingen
j in zich zou dragen.
Als vierde punt kwam de beperking der bewa
pening.
Zoo als reeds vroeger door ons verklaard
werd, is de gedachte van de beperking der bewa-
piening zeer wel voor discussie vatbaar. De
financieele positie van alle Europeesche staten
j na den oorlog zal een bevredigende oplossing
zeer in de hand werken. (Zeer juist),
t Men ziet dus, vervolgde de kanselier dat men
1 over de 4 eerste punten van het program zonder
moeilijkheden tot overeenstemming kan gera
ken.
Thans ga ik over tot het vijfde puntde be
slechting van alle koloniale geschillen.
De practische uitvoering van het door Wil
son aangegeven beginsel zal inderdaad wel
eenige moeilijkheden ontmoeten. In elk
geval geloof ik, dat het in de eerste plaats
aan het groote Engelsche koloniale rijk kan
worden overgelaten, hoe het dit voorstel van
zijn bondgenoot zal opnemen. Bij de onvoorwaar
delijk ook door ons geëischte reorganisatie van
het koloniaal bezit zal over dit programpunt
nog gesproken moeten worden.
Punt 6 betreft de ontruiming van het Russi
sche gebied.
Nademaal de geallieerden hebben geweigerd
binnen den door Rusland met de centralen over
eengekomen termijn aan de onderhandelingen
deel te nemen, moet ik mij uit naam van laatst
genoemden tegen inmenging achteraf verklaren.
Wij staan hier voor kwesties, die alleen Rus
land en centralen aangaan. Ik blijf de hoop
voeden, dat bij erkenning van het zelfbeschik
kingsrecht van het voormalige Russische rijk
wij erin zullen slagen een goede verstand
houding zoowel met de volken als met het ove
rige Rusland te zullen verkrijgen, aangezien wij
herstel van de orde en welvaart en gewaarborgde
verhoudingen ten zeerste wenschen.
Punt zeven betreft de Belgische quaestie.
Wat de Belgische quaestie betreft, is door
mijn ambtsvoorganger herhaaldelijk verklaard,
dat nooit tijdens den oorlog een gewelddadige
bijeenvoeging van België en Duitschland een
punt van het program der Duitsche politiek
heeft uitgemaakt. De Belgische quaestie be-
j hoort tot het complex der quaesties, waarvan
I de bizonderheden bij de vredesonderhande
lingen moeten worden geregeld.
Zoolang onze tegenstanders zich niet zonder
eenig voorbehoud op het standpunt plaatsen,
dat de integriteit van de rijken der centralende
eenige mogelijke basis voor de vredesbespre
kingen kan vormen, moet ik mij het tot nu toe
ingenomen standpunt houden en van de hand
wijzen, bij voorbaat de Belgische quaestie van
de algemeene discussies uit te schakelen.
Het bezette deel van Frankrijk is een kost
baar vuistpunt in onze hand. Ook hier maakt
gewelddadige inlijving geen deel uit van de
Duitsche politiek. Over de voorwaarden tot en
het hoe van de ontruiming, waarbij met het
levensbelang van Duitschland rekening moet
worden gehouden, moeten Duitschland en Frank
rijk het eehs worden.
Ik kan er slechts nogmaals den nadruk op
leggen, dat van afscheiding van rijksgebied
(Elzas-Lotharingen) nooit of te nimmer sprake
kan zijn. Het rijksland, dat zich innerlijk steeds
meer bij het „Deutchtum" heeft aangesloten,
dat zich op verheugende wijze economisch
steeds verder ontwikkeld heeft, van wiens be
woners meer dan 87 percent het Duitsch als
moedertaal spreekt, zullen wij ons door de vijan
den, onder welke mooie frazes ook, niet weer
laten ontnemen. (Levendig bravo).
9, 10 en 11. Italiaansche grenzen, nationali
teitskwestie der Donaumonarchie, Balkan-sta
ten. Wat de door Wilson onder 9, 10 en 11 be
handelde kwesties betreft, zoo raken zij zoowel
de Italiaansche grenskwestie als die van de toe
komstige ontwikkeling der Oostenrijk-IIon-
gaarsche monarchie en de kwesties van de toe
komst der Balkanstaten, punten, waarhij voor
het grootste gedeelte politieke belangen van
onzen bondgenoot Oostenrijk-Hongarije over
wegend zijn.
Waar Duitsche belangen in het spel zijn,
zullen wij die met den meesten nadruk hand
haven. Toch zou ik de beantwoording van de
voorstellen van Wilson in deze punten in de
eerste plaats aan den minister van buitenland-
sche zaken der Oostenrijk-Hongaarsche mo-
narshie willen overlaten.
De nauwe verbinding met de Donaumonar
chie is het middelpunt van onze huidige poli
tiek en moet het richtsnoer voor de toekomst
zijn.
De trouwe wapenbrdfederschap, welke ge
durende den oorlog zoo schitterend gehand
haafd is, moet ook in vredestijd nawerken. Zoo
zullen wij ook onzerzijds alles in het werk stellen
opdat voor Oostenrijk-Hongarije een vrede tot
stand komt, welke met zijn rechtvaardige ver
langens rekening houdt.
12. Turkije.
Eveneens zou ik in de onder 12 door Wilson
genoemde aangelegenheid, welke onzen trou
wen, dapperen en machtigen bondgenoot Tur
kije aangaat, geenszins op het positie kiezen
der Turksche staatslieden willen vooruit loopen.
De integriteit van Turkije en de beschernimg
van zijn hoofdstad, welke met de kwestie der
zeeëngten nauw verband houdt, zijn gewichtige
levensbelangen ook voor het Duitsche rijk.
Onze bondgenoot kan hierbij steeds op^onze
krachtdadige hulp rekenen.
Over de Poolsche kwestie verklaarde de kan
selier het volgedne
Niet de entente, die voor Polen slechts holle
woorden vond en voor den oorlog nooit bij Rus-
land voor Polen opgekomen is, maar het Duit
sche rijk en Oostenrijk-Hongarije waren het,
die Polen van het tsaristische regime dat zijn
nationaal karakter onderdrukte, bevrijdden
Laat men het daarom aan Duitschland, Oos
tenrijk-Hongarije en Polen overlaten over de
toekomstige inrichting van Polen tot overeen
stemming te komen.
Von Hertling betuigde vervolgens zijn sym
pathie voor een volkren-bond.
De militaire positie der Centrale mogendheden
was nooit zoo sterk als thans.
Ten slotte gaf graaf von Hertling aan Lloyd
George en Wilson in overweging hun vredes-
eischen nog eens aan een reconsideration te
onderwerpen.
Verklaringenvan
Von Kuhlmann.
Na de rijkskanselier sprak staatssecretaris von
Kuhlmann. Deze betoogde met grooten nadruk
dat de Duitsche politiek reeds voor het aftreden
van von Bethmann Hollweg gericht was op
een regeling der vraagstukken aan de Oost
grenzen. Oplen, Lithauen en Koerland moeten
grensstaten worden ter beveiliging van Duitsch
land.
Dat wordt ook bij de onderhandelingen te
Berst-Litowsk nagestreefd.
Bij de debatten die op deze verklaringen volg
den, werden geen nieuwe gezichtspunten geo
pend.
De „Kolnische Ztg." verneemt uit Berlijn
De zittingen van de hoofdcommissie van den
Rijksdag zullen waarschijnlijk Zaterdag ver
daagd worden. De Rijksdag zal den 15en Febr.
in openbare'zitting samenkomen.
VERKLARINGEN VAN CZERNIN.
In de Oostenrijksche commissie van buiten-
lendsche zaken heeft graaf Czernin de staat
kundige gevolgen van Brest-Litowsk ^an een
onderzoek onderworpen.
De Oostenrijksche staatssman zeide o.a.
Wat Polen aangaat, welks grenzen overigens
nog niet nauwkeurig zijn vastgesteld, willen wij
in het geheel niets van dezen staat, De be
volking van Polen moet vrij en zonder iemands
invloed haar eigen lot kiezen: Ik wil slechts
een vrijwillige aansluiting van Polen en zie,
slechts daarin een waarborg voor blijvende ovei-
eenstemming. Ik houd onherroepelijk vast aan
standpunt, dat het Poolsehe vraagstuk het
sluiten van den vrede niet een dag mag vei-
tragen. Wil Polen na het sluiten van den
vrede toenadering tot ons zoeken, dan zu en
wij het gaarne opnemen. De vrede mag en
zal door het Poolsche vraagstuk geen gevaar
loopen. De minister zou gaarne hebben gezien,
dat vertegenwoordigers van Polen aan ce \ie
desonderhandelingen hadden deelgenomen. Aan
gezien echter de Petersbursche regeering de
tegenwoordige Poolsche regeer ng me a s e
voegd beschouwt, om uit naam van haar land
te spreken, hebben wij daarvan afgezien, om
niet een of ander conflict in het leven te roepen.