Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
f
.„«SU i onn f Qjjn rinn
De Oorlog.
Woensdag 30 Januari 1918.
No. 12053
'41siü Jaafgkii^.
B'ttffenJa&dscli Mïeam
P E U 1L L E T O N.
DE BERGHOEVE.
W&T
Ëi
BureauKoemarkt i.
iboBKemsataa
post f g.~- o, kwartaal.
Telef. 85, na fcantoorjtgd no. 148.
ï*r 3 maaadwi £1.50, p«r mm 12
&f»<mèedf§ke nuininars 3 cent.
Incassokosten worden berekend.
Postbus: 99.
cent, fraM© p.
Advertantiën: 1—5 regels fl.30 elke regel daarboven 25 ct. 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeehngen 50 ct. p. regel.
Speciale conditiën voor hernaaldeiijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden. Op alle adverteotiën in het Zaterdagavondnummer 10 óorlogstoesiag.
Incassokosten worden berekend.
invaliditeiti 0 0 voet oï ^og1 £l|lj d°°d' I |[||j m daim;
verzekering wordt gewaarborgd door de Hollaudsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.
bij verlies
van een
wijsvinger;
bij
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Bij of krachtens wetten of verordeningen
voorgeschreven en dndere officieels af-
en aankondigingen en kennis
gevingen van het Gemeentebestuur.
hinderwet,
Ingekomen is een verzoek van W. J. M.
NOLET om vergunning tot uitbreiding van zijn
stoombranderij in hel pand Nieuwe Haven
nos. 141143 kadaster Sectie M no. 2418,,door
bijplaatsing van een stoommachine van 60 P.K.,
ter vervanging van een stoommachine van 25
I .Iv.
Dit verzoek is met de bijlagen op de
Secretarie ter Visie gelegd. Op Woensdag 13
Februari a.s. des voormiddags 1.1% uur zal
ten Raadhiuze gelegenheid worden gegeven
<Jm bezwaren tegen het toestaan van dit ver
zoek in te brengen en die mondeling of
schriftelijk toe te lichten.
Gedurende drie dagen voor het tijdstip hier
boven genoemd, kan op de Secretarie der Ge
meente van de schrifturen, die terzake mochten
zijn ingekomen, kennis worden genomen. Vol
gen» de jurisprudentie zijn niet tot beroep op
een beslissing ingevolge de Hinderwet ge
rechtigd zij, die niet overeenkomstig art. 7
dier wet voor het Gemeentebestuur of een of
meer zijner leden zijn verschenen, teneinde
hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Schiedam, 30 Januari 1918.
de vredesonderhandelingen.
b it Brest-Litofsk wordt gemeldt
||.In den loop van den dag van eergisteren
zijn te Brest-Litofsk aangekomen 's middags
de Oostenrijk-Hongaarsche minister van bui-
tenlandsche zaken Czernin met de overige
leden van dc Oostenrijk-Hongaarsche afvaar
diging en 's avonds staatssecretaris von Kiihl-
mann, de -Beierschc staatsminister en voor
malige minister-president von Podewils met
gevolg en verder de grootvizier Talaat Pasja,
de minister van buitenlandsche zaken Hessim
Bei, de gezant Hakki Pasja met enkele an
dere Turksche heeren en eindelijk een deel
dei Bulgaarschef aivaardiging met overste
Grutsjog aan het hoofd.
Gisterochtend tegen half twaalf is ook volks
commissaris Trotsky te Brest aangekomen.
Op een verzoek van Russische zijde is de op
heden voorgenomen zitting van de politieke
commissie tot morgen verdaagd.
rv
21
Het scheen of na den val de koetsier zijne
tegenwoordigheid van geest had weer gekre
gen, hij stond op, liep haar het portier van het
rijtuig en liet twee angstig schreiende vrouwen
uitstijgen.
„Mijn hemel, voor welk een ongeluk heeft
God ons behoed riep een barer, eene elegant
gekleede oude dame. „Hadden de boxen en
steenhoop den wagen niet tegengehouden dan
lagen wij allen daar onde^ 'in de diepte, llelp
nu gauw dezen jongen man zeide ze tegen
den koetsier. „Mijn God, als hij maar niet
dood is Wat is hij bleek Leg hem op het gras
Lina gauw verbind zijn wonde, hij bloedt. Alle
drie stelden alles in het werk om den bewuste-
looze tot het leven terug te roepen te vergeefs,
hij bleef in onmacht.
Toen Lina hem verbonden had, vroeg zij
hare meesteres „Waar zullen we hem heten
brengen, er is hier nergens een huis te zien
„Waar denkt ge aan zei de dame op verwij
tenden toon. De ongelukkige heeft moedig zon
der schroom zijn leven voor ons op het spel ge
zet, we nemén nem mee naar de stad om hem
in het ziekenhuis te laten verplegen
DUITSCIILAND.
De berichten over de stakingsbeweging in
Duitschland zijn schaarsch. Blijkbaar is de
militaire censuur krachtig aan heb werk.
Uit geen enkel deel van Duitschland, be
halve Berlijn, zijn eenigë berichten ontvangen
over een ernstige stakingsbeweging. Met name
uit het Ruhrgebied wordt in alle bedrijven een
volledige en ongestoorde arbeid gemeld.
De stakingsbeweging van Groot-Bcrlijn heeft
zich tot Dinsdag-middag slechts weinig uitge
breid. Het aantal stakers bedraagt ongeveer
1/8 gedeelte van alle arbeiders van Groot-
Berlijn (ongeveer 800.000). Dc staking ont
sproot spontaan uit de arbeidersstand, de
sociaal-democratische partijleiding greep eerst
later in de staking in om de beweging op den
rechten weg te houden on haar zoo kalm mo
gelijk te doen afloopen. Op straat is de sta
king nauwelijks merkbaar. Het verkeer gaat
zijn gewonen gang, Trams en stadssporen rij
den als anders. Betoogingen en optochten
haddan nergen» plaats. Rust heerscht overal.
De bladen te Leipzig en Keulen melden
De toestand is sedert gistermiddag over het
algemeen niet veranderd. De schattingen over
het aantal stakers loopen echter zeer uiteen.
De burgerlijke bladen meenen, dat het aantal
stakers meer dan 500.000 man bedraagt. Het
uiterlijk van de straten te Berlijn is zoo goed
als geheel niet veranderd. Op sommige plaat
sen verzamelden de arbeiders zich voor de
tegen den avond uitgeschreven vergaderingen,
maar zij werden door de politie in zijstraten
geleid, waar zij zich geleidelijk verstrooiden.
De vertegenwoordigers van de-beide sociaal
democratische groepen hebben heden den
staatssecretaris van binnenlandsche'zaken om
een onderhoud verzocht, waaraan ook afge
vaardigden der stakende arbeiders zonden
deelnemen.
De staatssecretaris verklaarde, dat hij be
reid was sociaal-democratische afgevaardigden
te ontvangen. Met de arbeiders, die geen
zitting hebben in de volksvertegenwoordiging,
kon hij echter geen besprekingen voeren over
vraagstukken van algemeen-politieken inhoud
daar dergelijke besprekingen behooren veor
het forum van den rijksdag.
Het beraamde onderhoud heeft daarop
niet plaats gehad.
CONFERENTIE TE PARIJS.
Lloyd George, de Engelsche premier, lord
Milner, Engelsch staatsminister en lid van het
Engelsche oorlogscomité, Orlando de Italiaan-
sche minister-president, en Grespi, minister van
voedselregeling in Italië, zijn te- Parijs aange
komen. Glemenceau begaf zich naar het sta
tion, om de Engelsche en Italiaansche minis
ters te ontvangen. Na een vertrouwelijk on
derhoud zijn de heeren Lloyd George, lord
Milner, Orlando enCrespi in een auto gestapt
en onmiddellijk met hun gevolg naar Versailles
Lina en de koetsier legden Jan voorzichtig in
den wagen neer. De beide vrouwen stegen in
en de koetsier leidde de paarden bij den teugel
den berg af en naar dezelfde stad, waarheen de
Bergboor zijne dochter bracht.
De redding door zoor zijn zoon had op hem
boer een dieperen indruk gemaakt dan hij wel
wilde bekennen, voortdurend kwam de gedachte
boven, dat Jan toch wel onschuldig aan den
brand zijn zou waal-om het hem niet ronduit
gevraagd nog nooit had hij gelogen en zou dat
nu ook niet gedaan hebben.
Eerst bij het vallen van den avond bereikte
hij met Anna de stad.
Eenige uren later, toen de meeste bewoners
in rust lagen, hoorde men het gedruisch van een
langzaam naderenden wagen, die voor het zie
kenhuis stilhield. Eene zuster verscheen en
droeg met behulp van een dienaar een zieke
voorzichtig het gebouw binnen.
„Ik beveel de zieke aan uw bijzondere zorg,
zuster," zeide een oude dame. Ik blijf eenigen
tijd in mijn huis in de stad en kom eiken dag
even naar hem kijken. Ge denkt dus, dat hij er
hoven op zal komen
„De arme jongen heeft wel ernstige wonden,
mevrouw de gravin, als de wondkoorts niet te
hevig wordt, hopen we, dat hij in het leven
b ij it. Wij van onzen kant zullen ons uiterdte
best voor hem doen."
De gravin en hare dienstmaagd stegen in den
wagen en en het gerol daarvan verstomde in de
verte5
lerwijl Anna in dezen eersten nacht hare
vertrokken. Sonnino, de Italiaansche minister
van buitenlandsche zaken, is Maandagavond
via Rome naar Parijs vertrokken. Woensdag
ochtend zal een conferentie plaats hebben,
's Namiddags zal Glemenceau het geïnteralli-
eerde oorlogcomité te Versailles presideeren.
FRANKRIJK.
De heer Jonnart is tot gouverneur-generaal
van Algiers benoemd. In den ministerraad van
Dinsdag heeft de president der republiek een
decreet onderteekend, waarbij Jonnart totgou-.,
verneur- generaal van Algiers wordt benoemd,
als plaatsvervanger van Lutaud. Jonnart, die
reeds verscheiden malen minister was (van
openbare werken, buitenlandsche zaken en
blókkade-minister) en die een beslissende rol
speelde bij het regelen der zaken in Grieken
land, was reeds gouverneur-generaal van Al
giers van 19001910. De bladen zeggen, dat
Lutaud belast zal worden met een belangrijke
diplomatieke missie.
ZWITSERLAND.
De Neue Zürcher Zeit., volstrekt geen sen
satieblad, schrijft, naar het Hbld. uit Zürich
verneemt
Er behoeft niet meer aan getwijfeld te wor
den dat op het oogenblik in ons land een be
weging gaande is, die met kracht werkt aan
het omverwerpen der bestaande sociale orde.
De voorteekenenen nemen toe met den dag,
dat de revolutionnaire groepen en hun aanvoer
ders den tijd gekomen achten, om van het
woord tot de daad over te gaan.
De Zwitsersche sociaal-democratie is het bol
werk geworden van die klachten, welke het be
staan des lands bedreigen. Sedert zij in haar
vaandel het parool schreef „De arbeider heeft
geen vaderland te verdedigen" (Ubi bene, ibi
patria) is zij tot het anti-militarisine vervallen.
Het artikel maakt dan gewag van bedenke
lijke gevallen van rebellie in de laatste weken
en van de toenemende ontevredenheid in het
leger orh daaruit de gevolgtrekking te maken
„sie wollen die Revolution a tout prix, sozusagen
als Selbstzweck." En als bewijs, dat dit geen
overdrijving is, citeert de sclir. dezen zin uit de
Forderung (een der nieuwste anarchistische
blaadjes.) „Und vor allemNieder mit der
Partei- und Gewerkschaftbourgeoise', nieder mit
dern roten Pfaffentum, hoch die proletarischen
Sovjets."
Aan het slot betoogt het artikel, dat men
hier niet maar alleen voor holle frasen staat.
Het droevige en bedenkelijke is, meent het,
dat dergelijke lieden er in geslaagd zijn, de
door kommer en zorgen gedrukte volksmassa
voor hun wagen te spannen. De tijdsomstan
digheden zijn gunstig geweest voor hun propa
ganda, en zijn 'het nog. De socialistische lei
ders van gisteren hebben de massa niet meer
in handen instee van te schuiven worden
zij zeiven geschoven. Het gaat afwaarts naar
een politiek van het geweld.
Videant consulesvermaant de schrijver
toekomstdroomen droomde, lag haar broeder
slechts weinige straten daarvandaan in hevige
ijlkoortsen. Ook de Bergboer vond in dezen
nacht geen rust. Eerst was het ongewone leven
in de straten, dan was het zijn geweten, dat hem
zijne handelwijze tegenover zijn zoon verweet.
Toen hij in de stilte van den nacht het rollen
van een wagen hoorde, stond hij op om te zien,
wat er nu weer te doen was en het bleeke licht
der gaslantaarn zag hij een rijtuig bespannen
met een paar prachtige, doch zeer vermoeide
paarden. Een ongekend vreemd en pijnlijk ge
voel schokte den ouden man.
Was het een voorgevoel dat daar in dien wa
gen een edelmoedige dame zat die liefderijk
hem opgenomen en verzorgd had, dien hij ver
oordeeld en van zich afgestoten had
Zoover mogelijk blikte hij den wagen na.
VI
Mevrouw Pfeifer was een deftige dame met'
innemend uiterlijk. Haar gelaat droeg nog ken-
teekenen van vroegere schoonheid. Als kind
van rijke ouders had zij een uitstekende opvoe-
ding genoten. Na den vroegen dood harer ouders
kwam zij in het huis van haar voogd, een verre
verwant die zelf een zoon had, echter veel ouder
dan zijn pupil. Niemand verwonderde er zich
over, dat de jonge Pfeifer met de pupil zijns
vaders trouwde deze jonge man had veel geld
noodig en daarvoor was de pupil zijns vaders
goed. Er werden eenige dochters geboren er
werd in weelde geleefd, wijl Pfeifer het zoo wilde
hun, die het roer van staat in handen hebben.
De ernst van den toestand eischt krachtige
maatregelen. Maar men zij ook voorzichtig
met zekere nieuwigheden als de burgerlijke
dienstplicht, e. d.
FINLAND.
Uit Helsingfors is den 28en 's middags ge
seind
Het spoorwegverkeer is overal tot stilstand
gekomen. Verscheidene openbare gebouwen,
waaronder dat van den Senaat, zijn door de
Boode Garde (bolsjewiki) bezet.
De universiteit is gesloten en de bladen
verschijnen niet meer.
Het verkeer op de straten is zeer levendig.
De Roode Gardes patrouilleeren overal. De
telefoonverbindingen zijn in het geheele land
verbroken.
De zittingen van den Landdag zijn opgt-
heven.
De spoorbrug bij Koris-Baaparaiki is in d«
lucht gevlogen.
De leden van den senaat bevinden zich in
veiligheid.
De National Tidende verneemt nog uit
Stockholm
Met het uur wordt de toestand in Finland
hachelijker. De wederzijdsche verbittering groeit
steeds. Laatstleden Donderdag had er aan
boord van een oorlogsschip te Helsingfors een
bijeenkomst plaats tusschen de leden der re-
geering en het socialistische comité der Oost-
zeevloot. Men eischte van deu senaat uitleve
ring van de wapens der burgergarde aan de
Roode Garde, anders zou men Helsingfors met
den grond gelijk maken. Toen om vier uur
's morgens de vergadering gesloten werd was
het den voorzitter Svin Hufvud gelukt om van
de aanwezigen een belofte te krijgen, dat zij
zouden bijdragen tot geruststelling der gemoe
deren.
Van de bladen verschijnt nog alleen maar
dat der Roode Garde. Vele leden der Roode
Garde vertrokken naar Petrograd om daar ver
sterkingen te gaan halen.
At'tonblad verneemt uit Haparanda, dat de
Roode Gardes den senaat te Helsingfors hebben
ontbonden. De nieuwbenoemde Zweedsche ge
zant is naar Tornea gevlucht en bevindt zich
op weg naar Stockholm. Ook het districtshoofd
Heikel is uit Wasa meteen bijzondere opdracht
naar Zweden vertrokken.
ALLERLEI NIEUWS.
Lansing heeft zijn verrassing te kennen
gegeven over de berichten, volgens welke men
aan Wilson een afschrift heeft doen toeko
men van Czernin's rede, voor dat deze werd
uitgesproken.
Lansing verklaart, dat er geen afschrift is
ontvangen, noch vóór de publicatie van de
rede, noch ook daarna..
De „Köjnische Zeitung" verneemt u:t
en als onverwacht de dood een einde aan zijn
leven maakte liet hij de vrouw en dochters zoo
goed aK verarmd achter.
De weduwe begon een jonge dames pension
doch nam er niet meer dan 5 aan. Hier ook
werd Anne opgenomen. In den voormiddag
moesten de meisjes in de huishouding
helpen, 's middags werd onderricht gegeven.
Af en toe ging mevrouw met de jonge dames
uit, of wel naar concerten, ofwel naar groote
tuinen buiten de stad en ze leerde dan de jonge
dames, hoe zich in de wereld te gedragen.
Anna schikte zich aanstonds best in haar
nieuw leven, terwijl zij des morgens door haar
nieuw tehuis werd rondgeleid, ving de Bergboer
zijne terugreis aan. Op den weg keek hij overal
rond of hij Jan niet zag. Hij wilde ernstig en
verstandig met hem redeneeren en zoo het kon
hem mee naar huis nemen. Hij zag wel een paai
steenkloppers, zijn zoon echter niet. Als hij
aan de plaats kwam waar hij bijna verongelukt
was, zag hij bloedvlekken op den steenhoop.
Ontsteld sprong hij van den Wagen en vroeg
zich af, of dat soms het bloed van zijn kind was.
Uit zijn humeur kwam hij op de hoeve terug,
hoe leeg was het nu hier Onder den spiege m
de kamer hing het pertret van hem zelf, zqn
vrouw, hun twee kinderen. Hij nam he s an
den muur en een paar heete tranen yie en op
de door den tijd en het licht verbleekte beeltenis.
(Wordt vervolgd.)