S «r.t t jt,
l M r.
7ATERDAG 2 FEBRUARI 1918.
B
jaar
1886
1896
1906
1916
een beduidende koopstad,
10
128 1628V2
119 2150V2
1889
1898
1908
1916
66
112
120
62
7
S Ze oSn; 'spWtuMabriek"vanW. J. M. Nolet
135
309
181
240
>71
146
151
i
401
342
164
318
F
groote vlucht, I boekdrukkerij der linn. H. A. M
De reederijen zijn door ae groote viuwn, uumu''""«tnnmbranderii
die de stoomvaart nam, geleidelijk opgeheven met 29 man perse DerSoneel),
Ken blik werpend op Schiedam in 1876 zien j ^liaansche'"vlag"7° Fra'nsche vlag 3, Idawai-
wij m deze stad als hoofdtak van bestaan de
branderijen met verschillende neven-industrieën, v as
daarnaast een uitgebreid handels- en scheep
vaartverkeer.
Het eene hing ten nauwste samen met het
ander. Voor de branderijen moesten granen en
steenkool van overzee worden aangevoerd, waar
door de navigatie op Schiedam werkelijk van
groote beteekenis was.
Naast cargadoors- en makelaarskantoren
vond men hier belangrijke handelsfirma's en
reederijen
De onderstaande cijfers geven een beeld
van de scheepvaartbeweging in de opvolgende
10-jarige tijdvakken.
De scheepstimmerwerven, waarvan de werf
de „Nijverheid aan het Hoofd, de voor
naamste was, ondergingen hetzelfde lot. Ook
inan J-/*-* - -
van T. C. Melchers Co., (20 man personeel)
in welke inrichting 1 stoomwerktuig van loO
P K. stond, zijnde het grootst aantal paarde-
I f L„l/ulr h 1 Ar OOT1-
nnengekomen zeeschepen,
zeilsch. stoomsch. totaal inhoud
112 57
68 55
17 72
78 35
naamste was, ondergingen nevzeiiue iut. vu* fabriek hier aan-
de lang kwijnende slcephelling der firma Gips j krachten hetwelk
- i- trof.
eaenjen. ij Bij een geleidelijke ontwikkeling der ou...
De Beurs was buitengewoon druk bezocht. vaart had, in verband met den grooteren
Men had vaak moeite om de bezoekers te vinden. „unenbunon i„ 'f Vdi7nnder der sto
houd der zeeschepen, in 't bijzonder der stoom-
schepen, de tonnemaat veel aanzienlijker
moeten zijn.
Jammer, dat er over het 40-jarig tijdvak
geen gespecificeerde cijfers bestaan met betrek-
king tot het havengeld van zee- en riviervaar-
tuigen (binnen- en buitenlandsche) daar men
I dan een beter overzicht had over den achter-
Co. ging te niet
Verder bestonden te Schiedam de bierbrou-
Schiedam thans
Eigenaardig is het, dat
177.355 M3.
Schiedam gold in de zeventiger jaren voor
waar over het geheel veel vertier heerschte.
Veel verscheidenheid in de industrieën was
er niet. Alles circuleerde immers om de bran
derij-industrie. Ging 't deze hoofd-industrie
slecht, dan werd daarvan dadelijk in de gansche
stad de terugslag ondervonden.
Het jaar 1876 behoorde al niet meer tot
den grootsten bloeitijd van deze stad. Niet lang
na den Fransch-Duitschen oorlog (1870) kwam
in de branderij-industrie een periode van stil-
stand en achteruitgang, die langzaam ook het
geheele scheepvaart- en handelsverkeer tot on-
dergang doemde.
Wel klom het getal branderijen na 1876,
waarschijnlijk in de hoop op gunstiger tijden,
nog van 318 en 1 stoombranderij (vertegen-
woordigende 12 branderijen) tot 369 branderijen
en 3 stoombranderijen (vertegenwoordigende
23 1/2 branderij) in 1882, maar, nadat dit getal
zijnde 't hoogste dat ooit bereikt is tot
1884 gehandhaafd was gebleven, begon in 1885
de achteruitgang.
De reactie in de branderij-industrie nam be-
denkelijke proporties aan. Telde Schiedam in I2j°" crv,;priaTnsche havens
„Neerlandia" en schoener „Johanna" opge
richt, die, wanneer de tijden daarvoor gunstig
worden, in hoofdzaak voor de glasfabriek
„De Schie" flesschen naar Engeland zullen
vervoeren.
De zeevisscherij,
hoewel in vroegere eeuwen een der hoofdbe-
st^ansbronnen van deze stad, was in het
dan een beter overzicnt nau ovei ueu «u.».
uito-anc der zeevaart en vooruitgang der bin- t midden der 19e eeuw in diep verval
uitga g Omstreeks 1888 deden zich verschijnselen
nenvaart.
zooveel bezwaren tegen de Schiedamsche ha
ven uitgespeeld, dat men dit voornemen liet
varen. Nu
1916 tot 26!
Toch had Schiedam, wanneer men er tijdig
de bakens had weten te verzetten toen het
getij begon te verloopen, als scheepvaart- en
handelscentrum niet zoo'n groote debacle be
hoeven mee te maken als de jaren na 1876
te aanschouwen gaven.
Dat
de achteruitgang
van den handel en de scheepvaart niet uit-
sluitend aan de malaise in de branderij-industrie
moet worden toegeschreven, blijkt uit het
jaarverslag van 1876 der Kamer van Koop-
handel en Fabrieken alhier. In dat verslag
lezen wij f
„Jammer slechts dat de beperkte ruimte
„onzer havens zulk 'n grooten hinderpaal in
„den weg legt aan de ontwikkeling der bron-
„nen van welvaart. Ieder is overtuigd van de
„noodzakelijkheid der uitbreiding onzer havens
„een plan daartoe is reeds sedert geruimen
„tijd door den Gemeenteraad vastgesteld, doch
„evenals in 1875 werd ook in het afgeloopen
„jaar de Kamer in hare verwachtingen teleur-
„gesteld. Op een begin van uitvoering kan zij bajng jiaven weer ontnomen
„niet wijzen, ja hoorde zelfs niet eens van
„een poging daartoe gewagen.
„Hoe noodzakelijk intusschen de uitbreiding
„is, blijkt uit de omstandigheid dat reeds vele
„schepen wegens de belemmeringen, welke de
„ontvangers hier ondervinden, naar elders ter
„outlossing werden gedesigncerd en tal van
„schepen genoodzaakt waren op stroom te
„lossen. Behalve dat de Gemeente-financiën i
„daaronder lijden door het gemis van haven-
„geld, spruiten daaruit nog velerlei nadeelen
„voor den handel zeiven eene lossing op
„stroom is meer afhankelijk van de weersge-
„steldheid, veroorzaakt dikwijls belangrijk
„tijdverlies en gaat met veel hooger kosten
„gepaard.
„De Kamer kan niet beslissen waaraan het
„is toe te schrijven, dat de plannen van den
„Gemeenteraad niet tot uitvoering komen,
„doch met het oog daarop meent zij dat
„Schiedam geen sckoone toekomst te gemoet
„gaat. Zij betreurt dit vooral omdat de gun- jj
„stige ligging der gemeente anders mocht
„doen verwachten."
Wat de handel in 1876 voorzag, is werke-
lijkheid geworden.
De scheepvaart verminderde niet alleen vrij 4
sterk, maar ook de groote handelskantoren J
verdwenen hier geleidelijk, daar het zaken
doen te Schiedam vrijwel onmogelijk werd
gemaakt.
Pogingen, aangewend om de havenwerken te
verbeteren, kwamen te laat. Ook het streven
om de Westerhaven, welke een der grootste
havens moest worden, door te graven en een
tweede verbinding met de Maas tot stand te
brengen, leed schipbreuk. Hetgeen aan andere
havens verricht werd, was half werk.
De kostbare', onvoltooide Westerhaven is
een mislukking geweest en voor het nageslacht
een troosteloos aandenken aan een keerpunt
in de ontwikkelingsgeschiedenis dezer stad.
De groote omvang van de scheepvaart in
1876 wordt door de volgende cijfers in 't licht
gesteld
De houtboot „Adrana" stoomt de Oosterhaven binnen.
,1 I rnpn elders niet f voor dat Schiedam ten opzichte der zeevis-
Een enkele maal, wanneer men elders g voo^ meer beteekcnis zou
gaan vervullen.
Den 23en April 1888 werd hier opgericht de
N.V. zeevisscherij „Schiedam". De heer van
Flarwegen den Breems trad als directeur op
en de heeren W. A. J. Wittkampf en J. H.
Boutman als commissarissen.
De maatschappij liquideerde in 1895.
De reederij „De Hoop", ook van hieruit de
visscherij beoefenend en in 1891 nog 2 loggers
en 1 sloep in de vaart hebbend, werd in 1898
keeren, dat men er zeeschepen ter lossing of
lading heenzond.
Wij herinneren b.v. aan het jaar 1892, toen
tijdens de cholera-epidemie te Botterdam, tal
van booten van „Kruppsche Spedition und
Bhederei" hier verscheidene millioenen kilo s
ijzererts op stroom losten.
f In de dagen der werkstaking te Rotterdam
(1900) dirigeerden eenige reederijen kolen- en
6 n „11.V»iar> nnV
werden gelost.
Wat anders nooit gebeurde, had in genoemd
jaar plaats de Harwichboot laadde hier gist
voor Engeland. Toen de Harwichlijn werd op
gericht, had men het plan de booten van hier
te laten afvaren, maar er werden destijds
der firma Plant de Visser en de ijzer- en me
taalgieterij der firma Roelants Co.
De voornaamste van deze fabrieken zijn nog
heden ten dage in onze gemeente gevestigd en
hebben zich uitgebreid tot zeer groote inrich
tingen, welke ook thans tot Schiedams groot
industrie behooren.
In 1916 telden we in Schiedam 190 fabrieken
(waaronder 41 branderijen, spiritusfabrieken
en distilleerderijen) met 492 krachtwerktuigen.
Deze cijfers vergelijkend met die van 1876,
zien wij het getal fabrieken (geen branderijen,
spiritusfabrieken en distilleerderijen) van 18
tot 149 gestegen. Het getal krachtwerktuigen
in 1876 slechts 92 bedragend, vermeerderde
met 400.
In de oudere fabrieken vinden wij ook den
grooteren omvang van het bedrijf. „Apollo" had
in 1916 29 krachtwerktuigen (210Vü P.K.), de
N.V. Distilleerderij J. J. Melchers Wzn. (de
vroegere T. C. Melchers Co.) in haar geheele
bedrijf 6 krachtwerktuigen (242P.K.). Dat zijn
l cijfers die spreken!
Onder 26 branderijen, die Schiedam m 1916
i telde, zijn eenige zeer moderne bedrijven.
die niet alleen een buitengewoon groot volume
moutwijn produceeren, maar wier gist- en
spoelingfabricage respectievelijk voor de bak-
kerij en veehouders van de grootste beteeke-
nis is. j-
Van de firma's (branders of distillateurs), die
in 1878 in onze stad gevestigd waren en thans
nog bestaan, noemen wij
I J. T. Beukers (thans A. C. A. Nolet) M A.
I Beukers A. Daalmeycr (B. J. Kleipool, die
ook de zaak van F. Nolet overnam) A. Dirk-
I zwager M. Dirkzwager Duys& Co. (J. II. van
I Gent) A. v. d. Eelaart (thans firma Wed. A.
v. d. Eelaart), Boterstraat 8, opgericht in 1821
f Thomas lleylige.rs Zn. distilleerderij „de
Hoop" opgericht in 1742; A. Houtman Co.
P. Hoppe Gebr. Kramers J. Kreuger (P. van
I Gents distilleerderij); J. F. Legncr, Lange
I Haven 69 J. J. Melchers Wzn. (T. C. Melchers)
P. Melchers (opgericht in 1837, oefende tot
Augustus 1910 het brandersbedrijf uit, daarna
nieuwe reederij, „De IIoop", opgericht, aan
welke echter ook geen lang bestaan beschpren
Bij het gereed komen van de Scheveningsche
visschershaven, verliet een deel der visschers-
vloot voor goed Schiedam. 8 Augusius nnu net m- VT
Een woord van lof is op zijn plaats aan alleen distillateur) Meyer Co. J. A. J. Nolet
denreeder A v d. Toorn Jzn., die aanvankelijk Simon Bynbende Zonen Gebr. v. d. bclialb
aenreeaer a.v.u. N1, ïinii Dimloiis' Distilleer-
ld, dat men dit voornemen liet den reeder A t A Nolei al- A Schieveen (thans Boll& üunlops' Distilleer-
men Schiedam moest aandoen, met steun vdn Q i Wittkamof;
1 8 hior. fpnts de zeer wisselvallige resultaten deru)Daniel Visser A Zn., B. A.J.
V cti. urn. v*
bleek de Harwichboot hier even snel geladen
te kunnen worden als elders.
De Woermannbooten kwamen in 1902 en
volgende jaren hier jenever van de firma's
Hasekamp, Houtman Co. e.a. laden voor
Afrika. Maar ook dit voordeel werd Schie-
uns haven weer ontnomen.
Een zeer levendig aanzien hadden de havens
hier tijdens de staking in de kolenmijnen in
Engeland (1912). Op één dag lagen hier 40
groote zeebooten.
Ditmaal was 't het gebrek aan havenruimte
te Rotterdam, hetwelk deze schepen de Schie
damsche havens als ligplaats deed opzoeken.
De reeder ij en.
Wij zeiden reeds, dat Schiedam ook haar
aandeel heeft gehad in het reedersbedrijf.
In 1877 hadden de Schiedamsche reeders
17 zeilschepen in de vaart.
Lm van ueu neci vj. ji. ocuicvccu -
hier trots de zeer wisselvallige resultaten ,h>rij)Daniël Visser Zn., B. A. J. V\ ïttkampi
der haringvisscherij, van hier uit deze vis- Wenneker Co. en C. J.Wouterlood (thans
firma Jansen Wouterlood).
Van de sinds 1878 opgerichte zaken, welke
;evestigd, ver-
scherij bleef uitoefenen.
Zij, die van nabij bekend zijn met het vis- vau uc ~ro
soherijbedrijf, weten welke belangrijke voor- jn onz.e stad thans nog zijn
deelen het bezit der visschersvloot steeds aan —1—
Schiedam heeft geschonken.
De onderstaande cijfers geven zeker geen
ongunstig beeld van de ontwikkeling van het
visscherijbedrijf en wijzen tevens op de bruik
baarheid van onze haven als Maashaven.
aantal aangevoerde
loggers bommen totaal haring in lasten
120 I688V2
Schiedam het grootst
In 1914 kwam te
aantal visschersschepen binnen 242 loggers, 54
bommen, totaal 296, aanvoerend 4368 last haring.
Gingen scheepvaart en handelsverkeer in het
algemeen in de laatste 40 jaren niet naar
wensch, na de periode van verval kreeg Schie
dam evenwel door de veelzijdige ontwikkeling
van allerlei industrieën, welke er zich vestigden,
steeds grooter beteekenis als
industriestad.
Schiedam is gaandeweg onafhankelijk ge
worden van de „ups and downs van éen tak
van nijverheid (de branderijen), hetgeen on
miskenbaar een factor van groot gewicht is
ten gunste van den algemeenen economisclien
toestand dezer stad.
melden wij de volgende
De N. V. Windhorst'» Gist- en Moutwijn-
fabriek „de Adelaar", aan de Nieuwe Haven.
Deze fabriek, een der grootste in onze stad,
werd 1 Juli 1878 door den heer C. H. Wind-
horst opgericht. In het jaar 1912 ha e
omzetting der zaak in een Naaml. Vennoot
schap plaats
De distilleerderij van A. C. A. Nolet diein
1881 het groote fabriekspand „Bilbao ,stlc™Ae-
De Schiedamsche Alcoholfabriek, m 1888
opgericht door belanghebbenden bij de bran
derij-industrie, met het oogmerk om tot betere
prijzen voor moutwijn te geraken. Van deze
fabriek hadden de branders zich gouden bergen
voorgesteld. De moutwijriprijs in 1888 1 7 W
gem. bedragend, liep sinds de oprichting er
fabriek tot 1892 wel eenigszins op, maar
daalde daarna weer vrij scherp (in 1894 was
de gemiddelde prijs f5.24).
De verwachtingen werden dus zeer teleur-
gesteld, daar ook deze fabriek de branderijen
niet voor verderen teruggang kon behoeden
Intusschen heeft de fabriek een geheel ander
karakter gekregen en heeft zij als een ?ew°"('
industrieele onderneming in de laatste jaren
gunstige resultaten weten te bereiken.
De" "ontplooiïng"van Schiedam als industrie- j ïeeTT^Jmt^n had in
stad geschiedde zeer geleidelijk, doch in de g laatge 2 gewone branderijen, later
laatste jaren nam de vestiging van nieuwe m- _L terwnl
dustrieën een buitengewoon groote vlucht.
Interessant is de ontwikkelingsgang van de
industrieën in de periode 1876 tot heden.
i r 11l,„
Een koopvaardijvaarder van dc reederij De Groot,
Roelants Co.
In 1876 was het aantal fabrieken, hetwelk
hier naast de branderijen, distilleerderijen,
mouterijen, molens, scheepswerven enz. bestond,
zeer klein.
Het getal fabrieken, hetwelk met stoom
kracht werkte, bedroeg in genoemd jaar
In 1889 bedroeg het getal zeeschepen dat f tachtig (waaronder 62 branderijen), met 92
hier thuis behoorde, 23, metende 11.516 ton- f stoomwerktuigen, totaal 604 paardekrachten
nen (nieuwe meting). j die 80 inrichtingen werkten 673 arbeiders
De reederijen waren F. W. v. d. Eist en arbeidsters.
Co., J. H.' Houtman, S. J. Melchers, II. J- f De grootste onderneming was de Stearme-
Plant Co., Plant de Vissei, van Engers, kaarsenfabriek „Appollo werkend met
n- „I T TT7-1., e
bLGlQ ïciiiu cv cuj. j i id li l UtJ V Ibbvl y v dii
Ingeklaarde zeeschepen 482 (w.o. 74 stoom- Roelofs Co. en W. A. J. Wittkampf.
booten), metende gezamenlijk 256.985 kub. M. I Het laatste Schiedamsche schip, dat de
stoomwerktuigen (60 P.K.) 360 personen von
den in deze inrichting hun bestaan.
Ltil piddLov -O guivunv
werden ze door stoomkracht gedreven, terw j
er tevens een spiritusfabriek aan were ver
den. De heer W. J. M. Nolet kocht de brande-
rijen en fabriek in October 1894 aan en 1
sindsdien het bedrijf op meer 'node™e
geschoeid door de invoering van velerlei teer
nische verbeteringen. iz„ni,ia
De branderijen van den lieer i iideii
in 1897 opgericht en in den loop der J
belangrijk uitgebreid. yan welke
De firma WHasekamp jn
groote exportzaak door den lieer
1901 dl eerste grondslag
I hij aan de Willemskade een «P»"»1''
opende. Door overnanrrj van de
Gebr. v. d. Velden, van de firma Gebr
is deze zaak in de laatste jaren
252