mmmm j De N. V. Branderij en Gistfabriek „Hollandia", directeur de heer J. Tak, welke fabriek, in 1908 in den 's-Gravenlandschenpolder gebouwd, na de Delftsche Gist- en Spiritusfabriek, te Delft, de grootste is van dezen aard in ons land. De „United Distilleries of Holland" instal leerden een groote fabriek aan den Buiten havenweg. Deze inrichting werkt uitsluitend voor export. In de laatste jaren vestigden zich te Schie dam eenige groote Rotterdamsche distillateurs, o.a. de firma Joh. de Kuyper Zn„ die den Buitenhavenweg met een zeer fraai kapitaal fabrieksgebouw verrijkte, Hulstkamp Z11. en Molijn, die de zaken der firma Walraven, Beukers Co. en Ham overnam. Een aan de distilleerderijen nauw verwant bedrijf is dat van de firma L. v. d. Toorn, die tal van zaken van kurken en capsules voorziet. Ook de firma N. J. Thardt behoort tot de oudste Schiedamsche kurkenfabrieken. De kuiperij van den heer C. Klein, een zeer omvangrijken handel in nieuw en oud fustwerk drijvend, mag men onder de oudste kuipers in deze stad rekenen. In zoo'n uitgebreide fabrieksstad als Schie dam vestigden zich natuurlijk tal van machine fabrieken e.d. In 1888 stichtte de heer Th. M. A. van Dijk, werktuigkundige alhier, zijn zaak, daarna volgden Ingelse Co., in 1890, J. I). Vogelij, A. van Hattem Gzn„ N.V. Machinefahr. voorheen A. Eijkelenhoom, .1. Tanis Jr. (die de zaak der firma Wed. E. v. Otterdijk overnam) en A. Fontijne. De firma Gebr. Vincent richtte in 1906 haar fabriek van ijzeren hekken, kunstsmeedwerken en ijzerconstructies op. De heer A. Jordaans zag zijn wagenfabriek voortdurend in omvang toenemen. Tal van rei- i nigingsdiensten in ons land betrekken wagens i uit deze fabriek. De post- en telegraafdienst ver- vulden in den handel steeds een gewichtige rol. ln 1876 bedroeg het aantal van hier verzon- den telegrammen 20.582 en dat der ontvangen 29.250. De telefoon kende men in 1876 hier ter stede f nog niet, zoodat een snelle bericht endienst op het telegrafisch verkeer was aangewezen. Hoewel de telefoon later het telegrafisch ver- f keer enorm ontlastte, gaf 1917 toch nog de vol- f gende cijfers te zien f Verzonden telegrammen 24.358. Ontvangen 27.783. De Postdienst, teekent scherper de enorme uitbreiding dezer stad af 1876 1916 Afgegeven postzegels f en briefkaarten f 20.225.75V2 f 94.078.42 f Verzondenpostwiss.,, 87.135.74V2 582.394.35 Uitbet. postwiss. 198.116.21V2 „3.829.891.56 f Verzonden aanget. brieven 4967 stuks 21.258 stuks f Ontvangen aanget. brieven 5906 31.926 f De uitbreiding der stad was mede aanleiding f tot oprichting van verschillende bankinstellim f gen, vooral in den jongsten tijd. O.a.. zijn hier gevestigd een correspondentschap van de Neder- landsche Bank, Loopuyts Bank, Commanditaire i, Bankvereeniging Slavenburg Co., bijkantoren f der firma H. J.van Ogtrop Zn., Botterdamsche Bank, Amsterdamsche Bank en B. Mees f Zonnen. De l'rov. Crediet- en Spaarbank, opgericht in 1904 zag haar bedrijf steeds toenemen. In 1906 maakte zij een netto-winst van f 2.331.775, in 1916 f22 569.085. De uitstaande leeningen op 31 December 1906 bedroegen f 135.452, op gelijken datum in 1916 f 1.468.778. De balans der Nutsspaarbank is steeds een goede barometer van den welstand der be volking. In 1876 waren er 3372 deelnemers. De ontv. en uitg. beliepen f443.353.915. In 1916: in omloop 8928 boekjes; de in lagen beliepen f836.981 en de terugbetalingen f 510.643.47. Nagaande de meest gewichtige ge beurtenissen in de jaren 1878 tot 1918 in verband staande met de ontwikkeling dezer stad, treden daarbij twee voorname zaken op den voorgrond le. de groote strijd in zake de exploitatie van Schiedams havens 2e. de mislukking van de pogingen tot verkrijging van verbinding der havenwerken met het spoorwegnet. Onder het bestuur van burgemeester van Dijk van Matenesse waren groote plannen op gezet om Schiedams havenwerken uit te breiden. Jammer, dat bij het ontwerpen dezer plannen een andere zaak daaraan werd vast gekoppeld, n.l. de waterverversching in de binnenstad. In den Gemeenteraad zijn in de periode 1866 1879 onophoudelijk over havenaanleg en waterverversching wijdloopige discussies gevoerd, evenwel zonder eenig positief resultaat, j De Pincoffs-kraeh te Rotterdam had de i Schiedammers niet weinig ontmoedigd. Vele Raadsleden voelden er weinig voor, om Schiedam als havenstad te helpen groot- maken. Onder die ontmoedigden behoorden juist degenen, van wier invloed groote kracht had kunnen uitgaan. Inde Raadszitting van 16 Juni 1879 Werd zelfs met 10 tegen 6 stemmen de volgende motie aangenomen „De Raad der gemeente Schiedam, van oor- f deel dat geen buitengewone uitgaven behooren f te worden gedaan voor den aanleg van nieuwe werken ten behoeve van den handel, bij den I ongunstigen toestand waarin de handel ver- keert, zoowel in het algemeen als in het bij- zonder binnen deze gemeente, besluit geen I daartoe strekkend voorstel in behandeling te nemen en gaaf over tot de orde van den dag." De motie, typeerend den weinigen ondernemings lust der Schiedammers, was tevens het uitspre ken van het doodvonnis over verdere ontwik keling van de scheepvaart en handel dezer stad. In eerstvolgende tientallen jaren ge schiedde er dan ook niets meer wat Schiedam weer nieuw leven en nieuwe energie kon ver schaffen. De hopelooze twiststrijd over de vraag of de nieuw* havenwerken aan de Oost- dan wel aan de Westzijde der Voorhaven moesten wor- den aangelegd, heeft ook het zijne er toe bij- gedragen dat met. zulke doortastmde maatre- gelen werden genomen in het belang onzer stad als destijds gebiedend noodzakelijk waren. Bij den spoorwegaanleg leed Schiedam een leelijk fiasco. De in October 1875 in de Kamer aangeno- men spoorwegverbinding „van Schiedam of Rotterdam langs Vlaardingen en Maassluis naar den Hoek van Holland" hield niet vol- doende rekening met de belangen van Schiedam. In plaats dat de spoorweg zooals te Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland in de nabijheid der havens werd aangelegd, kwam zij hier diep landinwaarts tot stand. Alle pogingen in latere jaren in 't bijzon- der in 1898 aangewend, om onze havens met de spoorlijn te verbinden, zijn op niets uitgeloopen. In de jaarverslagen der Kamer van Ivoop- handel omstreeks 1880 vindt men herhaalde- lijk klachten aan het adres der H. IJ. S. M. over „de ongelukkige en gebrekkige dienstre- j ge'ing op de onder haar beheer staande lijnen" j Is het in onze dagen anders geworden Helaas, neen. Voortdurend moet de H. JJ. j S. M. achterna gereden worden en men kan slechts den moed prijzen van onze Kamer v. j Koophandel, die zich niet laat ontmoedigen om op te komen voor het goed recht dezer I stad. f Als men. b.v. de geschiedenis nagaat van j het verzoek, om een spoorweghaventje nabij het station alhier, dan leert men de houding j der H. IJ. S. M. tegenover Schiedam niet van z'n beste zijde kennen. Zou de H. IJ. S. M., nu zij de uitbreiding van het stationsemplacement ter hand heeft genomen, eindelijk inzien, dat de spoorweg- toestanden hier ter stede onhoudbaar zijn? Het is te hopen, dat zij zich voldoende rekenschap geeft van de groote eischen, die aan het goederenvervoer van en naar Schie- dam in de naaste toekomst zullen worden gesteld. Gelukkig dat het goederenvervoer niet uit- sluitend op het spoor is aangewezen. De f meeste fabrieken, gelegen aan diep vaarwater, door tailooze beurtbooten bevaren, maken in toenemende mate gebruik van het vervoer per boot. De firma P. S. Engering op het Hoofd, vertegenwoordigt hier ter stede sinds jaren de voornaamste binnenlandsche stoom- bootlijnen, wier getal sinds 1876 niet onaan- zienlijk is vermeerderd. Ook de heer A. Tieman, expediteur, is agent van vele stoombootdiensten. Bij de vermeerdering der verkeersmiddelen te land is Schiedam niet altijd voldoende er op bedacht geweest om een goede commu nicatie met de omliggende gemeenten in het leven te roepen. Het initiatief tof het totstandbrengen van moderne verkeersmiddelen ging nimmer van de Schiestad uit. In 1881 zagen wij binnen onze stad de laatste herinnering aan aanleg der waterleiding van groote beteekenis f geweest. De Watertoren. den dili(jencelijd verdwijnen. De wagendienst Rotterdam SchiedamVlaardingen hield op te bestaan, wegens den aanleg in dat jaar van de stoom- i tram Rotterdam—Delftshaven Schiedam. De nieuwe tramlijn, de tusschen Rotter- damsche poort alhier en den Schiedamschen dijk te Rotterdam rijdende omnibussen ver- vangend, zou van Schiedam naar Overschie worden doorgetrokken. Hoewel veel moeite i is gedaan om de lijn SchiedamOverschie in 't leven te roepen hetgeen stellig zeer j ten voordeele dezer stad zou zijn geweest j is dit plan nimmer verwezenlijkt. In 1889 het eerste jaar waarvan ons cijfers bekend zijn vervoerde de stoomtram op de lijn Rotterdam—Schiedam 307.260 pas- sagiers, met een opbrengst van f 59.567.625 f Klinkt het niet bijna ongelooflijk, dat op lijn 8 der electrische tram welke 17 De- I cember 1906 geopend werd in het jaar f 1908 2.565.016 reizigers werden vervoerd met een opbrengst van f 174.675.41®, welke cijfers in 1916 tot resp. 7.287.447 en f444.606.75 konden worden opgevoerd Men staat inderdaad verbaasd over zulk een enorme uitbreiding van het vervoer op ge- f noemde lijn. f Het inwerking treden der waterleiding in f onze stad den len October 1886 mag ook een f belangrijk feit genoemd worden. Zoowel voor f de volksgezondheid als voor de industrie is de I De oudere van dagen, die de Maaswater schuiten nog gekend, hebben, weten het best van hoe groot gewicht de wijziging in de watervoorziening binnen d eze stad moet genoemd worden. ln 1890 kreeg de stad haar telefoonnet. De Bell Telefoon Maatschappij bewerkstelligde den aanleg. 1 Juli 1890 werd de telefoondienst officieel geopend. Slechts 51 perceelen waren toen aan i, het locale net aangesloten. In 1891 bedroeg het getal geabonneerden op den intercornmunalen telefoondienst 8, die iri genoemd jaar 820 gesprekken voerden. 1 Januari 1916 ging het telefoonnet aan het Rijk over en nam het de exploitatie zelf ter hand. ln het jaar 1917 beliep het getal interlocale telefoongesprekken 166.860. De sterke uitbreiding van het telefonisch verkeer na 1891 vindt voor een niet gering deel haar oorzaak in de voortdurende ont- wikkeling van handel en industrie in deze stad. De spoorlijn SchiedamHoek van Holland werd in 1891 geopend. Boven verwachting werd zoowel door reizigers als voor het goederen- vervoer een druk gebruik van deze nieuwe i, verbinding gemaakt. Het fabriekswezen begon na 1890 zich snel i uit te breiden. 1 Jan. 1894 werd de Sodafa- briek van de firma Durry en Hammes opgericht, I welk bedrijf steeds in omvang toenam. De j Cartonnagefabriek „Neerlandia" vestigde zich hier in het zelfde jaar. De afschaffing der Patentwet werkte de ver- j I meerdering van het getal industrieelen in onze stad in de hand. De beteekenis van Schiedam als fabrieksstad I komt o.a. ook tot, uiting door de instelling van f de Kamers van Arbeid bij Kon. Besl. van 13 I Mei 1899. - De N. V. Maatschappij „Oxygenium", Bui- I tenhavenweg 48—50, werd in 1899 opgericht, f Zij is de grondlegster van de thans voor de f geheelc metaal-industrie onmisbare autogene metaalbewerking. Bij de oprichting van de f fabriek werkte zij met een personeel van 15 man, met een capaciteit van ongeveer 25 M3 f zuurstof en waterstof daags en verbruikte ruim 25.000 K.W.U. 's jaars. Thans werkt zij met een personeel van ongeveer 70 man en heeft 6G11G capaciteit van 1000 daags bij Gen ge- bruik van ruim 1.000.000 K.W.U. 's jaars. De f fabriek is tevens uitgebreid met eene afdeeling f voor de fabricage van apparaten, waardoor de autogene metaalbewerking hier te lande thans geheel van het buitenland onafhankelijk is. De firma II. J. Plant Co., een der groot- ste houthandelaars in ons land, werd in 1899 omgezet in de N. V. „Hol!. Houth. v.h. II. J. f Plant Co. Deze zaak, waarvoor eeregeld veel houtbooten hier ter stede arriveerden, laatstelijk de „Minna Schuldt", op 23 Aug. 1900, failleerde in 1900. Het deficit was aan- f zienlijk talrijke firma's en personen leden door f dit faillissement groote verliezen. De scheepswerf van de firma Landman, die zich op het terrein der firma Plant Co. vestigde, had ook slechts een kortstondig: be- staan. Het ingenieursbureau Frits M. Beukers w.i. Lange Haven 39, in het jaar 1909 opgericht, belast zich als specialiteit met den aanleg van Centrale Verwarmingsinstallaties, warm water voorzieningen, alsmede automatische- en me chanische ventilatie-inrichtingen, drooginrich- tingen, enz. installeert calorifères van geheel eigen constructie en is uitvinder van een brandstof bezuinigingssysteem voor Centrale Verwarmingsketels. De Vereeniging „Schiedam Vooruit", in 1900 opgericht, heeft, niettegenstaande zij door de ingezetenen onvoldoende werd gesteund, wer kelijk veel bijgedragen om de gunstige ligging van Schiedam voor de industrie in den lande bekend te maken. Door haar werken vestigden zich verschillende fabrieken in onze stad. Tal van uitgebroken branderijen veranderden voor velerlei industrieele doeleinden van eigenaar. I en laatste, hoofdzakelijk drijvend op een gemeentelijk subsidie, moest „Schiedam Vooruit" helaas in 1910 worden ontbonden. In 1901 geschiedde de concessie-aanvrage voor de Schiedamsche paardentram. Dit vervoer middel, korten tijd daarna in Schiedams straten verschijnend, heeft zich nimmer in de popula riteit der Schiedammers mogen verheugen. Het I heeft steeds een kwijnend bestaan gehad. Na de elfcctrificeering der tramlijn SchiedamRot- j terdam nam het vervoer van passagiers naar i; het spoorwegstation vooral sterk af. Den 26en Januari 1918 staakte de paarden- tram den dienst, teneinde wellicht plaats te maken voor een moderner verkeersmiddelde electrische tram. Bood Schiedam tot nog toe veel aantrekkelijks voor bedrijven van kleine of middelbare grootte, in 1903 viel ook het oog der groot-industrie op de bizonder gunstige ligging dezer stad. De eerste groot-industrie, die zich na den malaise-t.ijd hier ter stede vestigde, was de werf „Gusto", firma A. F. Smulders. De verplaatsing dezer met een zeer talrijk personeel werkende groote scheepswerf van Slikkerveer naar Schie- dam zal in de geschiedenis dezer stad steeds als een belangrijke gebeurtenis blijven aange- merkt. In 1905 stichtte de firma Th. C. Melchers alhier een eigen glasfabriek, hetgeen anderen grooten distillateurs aanleiding gaf om mede tot stichting van glasfabrieken over te gaan. Zoo zagen wij hier o.a. de glasfabriek „de Bataaf", de „Uto", de glasfabrieken van de firma Hase- kamp en de machinale glasfabriek van „de Schie" verrijzen. De firma Gebrs. van Woerkom, opgericht in 1905, fabriceeren „rubboleum" imitatierubber- vloeren, naadlooze sanitaire compo-asbest- vloeren, compo-litho-ondervloeren. Zij drijft ook een groothandel in bouwmaterialen. Nadat in 1913 de overeenkomst met Rottei- dam was gesloten betreffende de levering van electrischen stroom aan Schiedam, werd hier ter stede het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf geïnstalleerd. De industrieën, die nog steeds in aantal waren toegenomen, o.a. door de oprichting van „Ivor- mica II. Hoek\s Machine- en Zuurstof- fa briek, Metaaibuizenfabriek „Excelsior", de drogerij van beschadigde goederen van J. J. Hei Ik er, werden na dien met reeksen nieuwe vermeerderd. Wij noemen o.a. de groote fabrieks gebouwen van de N. V. Vereenigde Oliefa- brieken, aan de Westvest, de kapitale tabaks fabriek van J. Sehuyer, de gereedschappen- fabriek „Labor de N. V. Visehconservenfabriek „Holland", de Ned er 1. Isoleer Mij, de talrijke groentedrogerijen van den heer L.' v. Pelt, van de N. V. Blad Prins, de Nederl. Plantenlijm- fabriek, de Holl. tahriek van vuurvaste mate- rialen, de kantoorboeken fa briek Van 't Hoff Jongepier, het electrotechnisch bureau J. M. Kerkhof! Lo,. den bouwmaterialenhandel „Holland de fabriek van koperwerken van Gebr. Scheffers, de firma C. de Goede en De Mol, Technisch Ingenieursbureau (in 1908 te Rotterdam opgericht), de N. V. Nederl. Con- serven- en Veevoederfabrieken „De Schie". 2 Februari 1915 sloot de gemeente Schie- dam een overeenkomst, betreffende uitgifte van 10 If.A. grond in erfpacht aan de Scheepsbouw Maatschappij „Nieuwe Waterweg", die aan de Maas de grootste en modernste scheepswerf van geheel Nederland deed tot stand komen. De Wilhelminahaven, ten dienste van deze groote scheepswerf door de gemeente gegraven, zal ook voor de scheepvaart in de toekomst zeer rendabel blijken te zijn. Het eerste schip, dat deze haven binnen- voer, was de motorboot „Zeearend", geladen met ijzer, op 20 Februari 1916. Alles wat tot dusver op het gebied van scheepswerven tot stand kwam, zal nog over- troffen worden als de groote plannen van de N.V. Milton's Machinefabriek en Scheepswerf, thans te Rotterdam gevestigd, zullen zijn' uitgevoerd. j 1 April 1916 werd deze vennootschap eige- nares van het buitenland van Klein Bab- berspolder. Zij verkreeg vervolgens de daarvoor aan de Maas liggende domeingronden in erf pacht en een strook aangrenzenden grond, groot, 3 H.A., (bij Raadsbesluit van 28 April 1916) van de gemeente Schiedam eveneens in erfpacht. Zij zal op deze uitgestrekte bezittingen aan de Maas een droogdokhaven, scheepsreparatie- inrichting en scheepswerf vestigen. De gronden, die in onze stad beschikbaar zijn voor industrieele doeleinden zijn, voor het overgroote deel in handen der gemeente. Het grondbezit werd door de opspuiting van grienden aan de Maas (Sterrebosch) waartoe de Raad in Augustus 1906, onder het bestuur van burgemeester Brants, besloot belangrijk uitgebreid. liet Grondbedrijf, in 1908 opgericht, be- oogend een zuivere commercieele boekhouding van het gemeentelijk grondbezit, bezat op 31 December 1916 244.13.25 H.A. land. Wij hebben hier in groote trekken een beeld gegeven van de ontwikkeling van Schiedam als industriestad en alles wat daarmee samen hangt. Wie de bizonderheden van die ontwikke ling en de daarbij gegeven cijfers aandachtig beschouwt, kan niet anders dan tot de con clusie komen, dat de oude zwartstad na de terugkeer van normale tijden, een groote en schoone toekomst tegemoet gaat. V.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1918 | | pagina 6