Staten-tieneraal.
tiedeifetodsch schip vrtygeleide farijgi, uit een iSe-
rier'andsche haven in de vaart te kotnen.
Do Duitsche regeering waarborgt, dat de final
clearance de vrije vaart van deze schepen tot
de haven van de eind besterrrrrring verzekert
Dezelfde waarborgen voor de final clearance
moeten ook de geassocieerde regeeringen geven.
Nederland en de Geassocieerden.
Reuter aeinde gisteren uit Londen:
Reuter verneemt, dat Zr. Ms. regeering tot van-
wdddag geen antwooed van de Nederlandsche Sfe-
geering op de nota der geallieerden ran de vo
rige week ten aanzien van de Nederlandsche
scheepvaart heeft ontvangen. De Britsche gezant
in Den Raag, noch de Nederlandsche gezant te
Londen heeft bevestigd, dat de Nederlandsche
regeering in da voorgestelde voorwaarden heeft
toegestemd. Derhalve is een nieuwe meedeeling
naar De* Haag gezonden, dat wanneer de nota
dei- geallieerden niet op ondubbelzinnige wijze
wordt aangenomen, men onverwijld tot requisi
te van de schepen moet overgaan.
Daar telegrammen uit Nederland erop blijken
te duiden, dat de Nederlandsche regeering de
nota der geallieerden heeft aanvaard, moet er
opnieuw op gewezen worden, dat louter een po
ging om de late aanneming door Nederland van
den modus rivendi van Januari jl. onder woor
den te brengen, niet voldoende zal zijn, aange
zien de toestand sindsdien grondig is veranderd.
Reuter seint uit Washington
De opvordering van de Nederlandsche sche
pen in Amerikaansche havens wacht nog op
bericht uit Londen.
De autoriteiten dtelen mee, dat met de op
vordering niet zal worden begonnen voordat
het antwoord van Nederland is ontvangen.
Reuter seint nadar uit Washington
De voorbereidingen om met de opvordering
van de Nederlandsche schepen te beginnen,
zijn voltooid. Wilson heeft gisteren een pro
clamatie geteekend, waarin van de opvorde
ring en de redenen daarvoor wordt kennis ge
geven. De proclamatie ligt gereed om uitga
gaven te worden.
Men meldt uit Amsterdam:
Dij een onderhoud, dat wij gister-morgen met
verschillende van de voornaamste reeders had
den, bleek ons, dat zij de meening hunner Ratter-
«kmsche collega's, n-opens den cisch der geass>
deerde regeeringen, en de houding1 van onze re
geering daartegenover, ten volle deelen. Materieel
ge1'proken, is toegeven aan dien eisch waarschijn
lijk het beste; idieel is die inwilliging betreurens
waardig.
De houding van de regeering heeft in reeders-
kringen veel verrassing gewekt. In de in het
laatst der vorige week gehouden vergadering der
Nederlandsche Reeders Vereeniging, wist men niet
beter, of de eisch der geassocieerden zou worden
afgewezen. Er is maar één verklaring voor die
houding van onze regeering aldus één onzer
zegslieden en wel, dat minister Posthuma. ter
verdediging van zijn beleid, den stand van za
ken, wat betreft den hier te lande aanwezigen
meel voorraad, te rooskleurig heeft voorgesteld.
Alleen de zekerheid, dat er binnenkort hier
te lande hongersnood zou heerschen, bijaldien
wij niet ingaan op de voorstellen der geassocieer
den, kan als verklaring van de houding van de
regeering dienen. Dat de geassocieerde regeerin
gen in staat zouden zijln de Nederlandsche sche
den, die verloren gaan, na den oorlog door nieu
we te vervangen, gelooft men in Amsterdam even
min als te Rotterdam. Engeland en Amerika zul
len dan al hun schepen noodig hebben. Er zul
len dus vele Nederlandsche schepen uitvallen,
ook al zullen de convooien zoo sterk mogelijk
Worden gemaakt, en die verliezen zullen vooral
treffen de geregelde stoomvaartlijnen, welke men
te Amsterdam vindt: de z.g. lijn-reederijen.
De Parjjsche bladen voeren oveP het algemeen
tegen Nederland een dreigende taal.
De Temps'' vindt, dat de houding,, die Neder
land tot duster heeft aangenomen, gelijk staat
met een inbreuk op de neutraliteit.
De Matin" zegt: ,„Het koloniale bezit van
Nederland is weerloos aan ons overgeleverd."
De „Gaulois" zegt, dat alle overwegingen plaats
moeten maken voor het feit, dat de entente vol
strekt de Nedexlaiidscho scheepsruimte hebben
moet. j
De „Echo de Parts" verneemt uit Londen, dat
de politici aldaar verklaarden, dat een weige
ring van Nederland de eerste stap tot vetiies van
tffjn onafhankelijkheid zou zijn. Zoo'n weigering
zon evenwel niet baten, daar Nederland dan be
halve zgn schepen ook zijn grondstoffen verlie
zen zou.
Een telegram uit Genève aan de Frankfurter
Zeitung" geeft de stemmen van de Patjjsche bla
den ongeveer gelijkluidend weer. Volgens dat
feiogram zegt de „Teanps" nog, dat de entente
in zijn optreden tegenover Nederland uitsluitend
wordt gedreven door onbaatzuchtigheid, welke er
bp Uit is, de onafhankelijkheid der neutralen'en
de vrijheid van de ree te verzekeren.
Dorische persstemmen:
De „Vorwarts" schrijft: „Nederland neemt de
eischen der geallieerden aan, doch onderwerpt
er zich niet onvoorwaardelijk aan. Zijn bespre
king met de geallieerden kan na de verklaring
tier regeering niet als geëindigd worden be-
schouwa. De voorwaarden, welke worden gesteld,
2&n in overeenstemming met het streven om van
üe onzijdigheid Van Nederland zooveel mogelijk
te redden. Het antwoord der geallieerden mag men
met spanning verwachten. Nederland verlangt van
hen niets anders, dan de volledige ontmaskering
van hun plannen.
Het con fikt, dat het ultimatum in het leven had
geroepen, is nog niet uit de wereld, d-och heeft
ondanks de Nederlandsche concessies, welke zich
bovendien tegen het Duitsche versperde gebied
keeren, zijn scherpte behouden.
De „Berliner Zeitung a. M." schrijft over de
door den minister van buitenlandsche zaken Lou
don in de Tweede Kamer afgelegde verklaringen:
dat Nederland's concessie niet meer met de neu
traliteit in den meest strikten zin in overeen
stemming is, kan niet worden bestreden, doch
Nederland zal er zich op kunnen beroepen, dat
hem deze vermindering zijner neutraliteit door
het ruwe geweld, waartegen het niets kon uit
richten, ontworsteld is en dat het in zijn voor
waarden poogt om een al te flagrante schending
zijner onzijdigheid te verhinderen.
De Nederlandsche schepen mogen niet worden
gewapend, noch munitie, noch troepen vervoe
ren. Ook scheen Londen er op te willen wijzen
dat hij eerst bij Duitschland hulp heeft gezocht,
doch deze in dit geval niet kon vinden. Het
staat, naar van zelf spreekt, aan Duitschland
vrij!, om uit de feitelijke bestaande niet meer
volledige neutraliteit van Nederland, zelf wan
neer dit land daaraan geen schuld heeft, de over
eenkomstige gevolgtrekkingen te maken. Waar
schijnlijk zal de Duitsche regeering echter eerst
een «jefinitieve regeling van het vraagstuk der
Nederlandsche tonnenmaat afwachten. Het ant
woord der entente op de voorwaarden van Ne
derland, is nog niet ingekomen. Loudon verzeker
de onder geen lOmstandigheden verder te zullen
gaan. Ten slotte zal men niet kur.nen nalaten Ne-
deriand's lot te betreuren. Wanneer de kleine
volken nh den oorlog hun balans opmaken no
pens de vraag' wie hun het meeste schade heeft
toegebracht, clan zal de politieke „Neu-Orientie-
rung" in het nieuwe Europa >ook bij' hen niet ach
terwege blijven.
Relief-schepen.
De gezagvoerders, officieren en verdere be
manningen (alleen Belgen) van de hier liggen
de reliefschepcn hebben een actie op touw ge
zet om te verkrijgen, dat hun familieleden
verzorgd zullen zijn, ingeval hun schip getor
pedeerd en zij geïnterneerd worden of het le
ven verliezen.
Onderhandelingen betreffende deze kwestie
zijn gaande.
Tentoonstelling draadlooze telegrafie.
Gistermiddag hebben de Koningin en dfe
Prins een bezoek gebracht aan de tentoon
stelling voor radio-telegrafie in Den Haag. In
het kleine gevolg, dat het Koninklijke echt
paar vergezelde, waren haron Van Geen, par
ticulier secretaris der Koningin kapitein Ruys,
adjudantfreule Verschuer. hofdame, en ka
pitein-luitenant-ter-zee von Mühlen, adjudant
van den Prins.
De Koningin, rondgeleid door den heer
Vader, en de Prins, rondgeleid door dr. Koo-
mans, toonden groote belangstelling voor al
het tentoongestelde. H.M. vroeg vooral naar
de voortbrengselen van de eigen industrie en
liet zich uitvoerig inlichten over hetgeen aan
wezig was van leger en vloot, en de rijkste-
legrafie.
Het bezoek dat een uur duurde, eindigde
met het in oogenschouw nemen van de in
den tuin opgestelde auto-stations der genie.
Cholera en pest.
Aan de Oostkust van Sumatra breiden de cho
lera en de pest zich snel uit.
Maximum rijstprijzen.
Men meldt uit Batavia:
De regeering machtigde den resident van Ba
tavia om maximum rijstprijzen vast te stellen.
De woningnood in Den Haag.
II. M. de Koningin heeft heden voormiddags
ten Paleize Noordeinde een commissie uit den
Haagschen Huurdersbond ontvangen, ter aanbie
ding van het adres van den Bond in zake di
recte regeringsmaatregelen ter voorziening in den
dreigenden woningnood, de huur opdrijving, uit
zettingen om willekeurige redenen en dwangon-
tracten.
Deze commissie bestand uit de heeren De
Rooy, De Geus en Croese, allen te 's-Gravcn-
bage woonachtig.
Minister Treub.
Naar wjj vernemen, wordt het er in parlemen
taire kringen voor gehouden, dat de Tweede Ka
mer niet geneigd zal zijln, het schema van distri
butie, door Minister Treub ontworpen, te volgen
en zal zjj niet overgaan tot afkeuring van Posthu-
ma's beleid in zijn geheel. Indien dit echter niet
gebeurt, zal Minister Treub do verantwoordelijk
heid niet langer willen dragen en zingt hjj dus
nu andermaal zijn ministereelen zwanenzang.
(Tijd.)
De „Milly".
Het naar Kiel opgebrachte stoomschip „Milly"
was 8 dezer van Amsterdam vertrokken met ta
bak naar Zweden.
Het Schip meet ongeveer 400 bruto ton m be
hoort aan de „Hall. Vrachtvaart Mij.", dir. P.
C. A. van Krieken, te Rotterdam.
De binnenvaart.
Sinds gister-middag is een mtvaarverbod voor
de Nederlandsche binnenschepen naar Duitsch
land en België van kracht geworden. De Duitsche
regeering geeft aan de in Duitschland en België
liggende Nederlandsche binnenschepen geen ver
gunning, naar Nederland te varen.
Baron van Eetvelde.
Uit Havre ontvangt het „Belgisch Dbld." be
richt, dat baron Van Eetvelde, staatsminister, ge
wezen staatssecretaris van den onafhankelijiken
Congostaat, als Belgische hooge commissaris des
Konings naar Nederland zal komen.
De vlecschvoorziening.
De Rotterdamsche slagers hebben aan den
Minister van Landbouw een telegram gezonden,
waarin zij zeggen niet in staat te zijn geweest
op de veemarkt te Rotterdam vee in te koopen.
De veehouders zijn niet ter markt verschenen,
omdat zij in de gelegenheid zijn in hun stallen
het vee boven den door de regeering vastgestel-
den prijs te verknopen. Zij verzoeken nu de
regeering maatregelen te willen nemen opdat
Rotterdam niet van vleesch verstoken zal zijn.
In de Vleeschhal werd gister overeenkom
stig een eergisterenavond genomen besluit, niet
boven den regeeringsprijs gekocht. Er waren
echter slagers uit Den Haag, Dordrecht en
Delft, die ver boven den maximumprijs koch
ten.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Dinsdag 19 Maart.
Regeling van
werkzrra-m heden.
De V o o r z i 11 e r deelt mede dat de Centrale
Sectie besloten heeft morgen en overmorgen
in de afdeelingen te vergaderen.
Hij stelt voor, Vrijdagmorgen 11 uur in open
bare vergadering bijeen te komen.
De heer Bergs ma (u.-l.) vraagt inlichtin
gen omtrent het tijdstip van de verzending der
Voorloopige Verslagen. Hij dringt >op spoed
aan omdat het van belang is, dat het verslag
waarbij het recht van Enquête der Eerste Ka
mer ter sprake is1 gekomen, zoja spoedig moge
lijk publiek zal worden.
De Voorzitter deelt mede, dat nog deze
week alle verslagen zullen worden verzonden.
Overeenkomstig het voorstel van den voor
zitter wordt beslaten.
Hierna heeft een korte gedachtenwisseling
plaats over het antwoord van onze Regeering
aan de geassocieerden.
De Minister van B. i n n e n 1. Z a k.e n ver
klaart, dat niets de regeering aangenamer zal zijln,
dan ook de meening der Eerste Kamer te ver
nemen. De verdediging van het beleid berust
echter bij den Minister van Buitenlandsche
Zaken. Deze zal zonder twijfel gaarne de eerste
gelegenheid aangrijpen om hier aanwezig te zijn.
De heer Creme r en de Voorzit te.r bren
gen dank aan den Minister.
De vergadering wordt verdaagd tot Vrijdag
a.s. 11 uur.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Diasdag, 19 Maart.
Het levcmmiddelendebat wordt
voortgezet.
Minister Treub vervolgt zijn gisteren af
gebroken rede. Spr. zegt nog eenige woor
den over de organisatie van de levensmidde-
lenpolitiek. Spr pleit voor centralisatie in de
organisatie an decentralisatie in de uitvoering
en xet zijn denkbeelden hieromtrent uiteen.
Ook komt hij terug op da bijslagregeling,
waaromtrent men spr heeft misverstaan.
Zoolang een nieuw stelsel niet behoorlijk is
voorbereid, kan men het huidige niet verlaten.
Men kan dus dit krediet niet afstemmen. De
Kamer spreke zich alleen voor of tegen het
huidige stelsel uit.
Vervolgens behandelt spr. het zgn. conflict
Kröller—van Aalst en onderschrijft daarbij de
woorden van minister Posthuma.
Minister Cortv. d. Linden doet eenige
mededeelingen over de pogingen om een hoofd
van een crisis-departement te vinden en ont
kent evenals de vorige spreker dat er een an
tithese zou bestaan tusschen de ministers van
landbouw an financiën inzake het buiten-
landsch baleid.
Ook sp?. behandelt het geval-Kröller
Verder zegt hij, dat een uitspraak tegen
minister Poituma niet alleen dien minister
zou treffen.
Spr. laat zich dan uitvoerig uit over de po
sitie van het Kabinet in verband met de ver
nomen oppositie, in het bijzonder van den
hear Troelstra.
Spr. zal in groote lijnen de beginselen van
de regeeringspolitiek aangeven. De thans ge
volgde politiek voor normale omstandigheden
ten eenenrnale verwerpelijk. Na de rede van
den minister van financiën zal het geen betoog
behoeven, dat op den duur deze politiek on
houdbaar zou zijn. Wordt de volksgezondheid
bedreigd dan wordt het geheele volk bedreigd.
Welke zijn de richtlijnen van de toekom
stige politiek Spr. ziet drie gewichtige fac
toren le da noodtoestand van de bevolking,
2e de financieele moeilijkheid om daarin te
voorzien, 3e de mogelijkheid om daarin te
voorzien.
De gevolgen van den oorlog mogen aidus spr.
niet onevenredig drukken. Wij moeten het ge
voel van saamhoorigheid bewaren. Men moet
in het noodzakelijke kunnen voorzien. Men
Men mag niet als cisch stellen, dat de toestand
zij als vóór den oorlog. Als de nood aan den
man komt mag er geen sprake zijn van be
voorrechting. Op wijziging van de organisatie
moeten wij bedacht zijn. Intusschen zullen
daardoor de gebreken niet worden Wfeggeno-
men, die inhaerent aan elk stelsel van dis
tributie zijn.
Verandering van organisatie is noodig. De
verantwoordelijkheid moet echter blijven be
rusten bij den minister.
't Is duidelijk dat wij op den duur finan
cieel deze wijze von distributie niet zullen
kunnen volhouden. Wij dienen zooveel moge
lijk te bezuinigen.
In elk geval zal verandering van stelsel zeer
ernstig in overweging genomen moeten worden.
Mocht het financieele vraagstuk onoplosbaar
zijn, dan is dit 't dilemmaof zal men de
volkskracht door onvoldoende distributie ver
minderen of zal men door kapitaalsvernietiging
de volkskracht ondermijnen
Voorts is het de moeilijkheid om de distri
butie geleidelijk zoo te verminderen, dat wij
ermede kunnen ophouden als de tijden weer
normaal worden.
Spr. geeft de hoop niet op, dat regeering
en Kamer den weg zullen vinden tot gemeen
overleg. Men bedenke, het gaat ten slotte niet
om de regeering an niet om de Kamer, maar
om de nood van ons volk.
Onze scheepvaart.
Minister Loudon deelt mede, nog
geen antwoord van de geassocieerden te heb
ben ontvangen. Hij wil echter de mededeeling
van gisteren nader toelichten betoogt, dat de
door onze regeermg voorgestelde schikking
niet strijdig is met de neutraliteit. Het vol
kenrecht verbiedt niet aan neutrale schepen,
een lading te vervoeren voor de oorlogvoe
rende landen. Het varen van schepen door
het versperde gebied heeft met de neutrali
teit niets te maken. Wel is verschil mogelijk,
als het varen door het versperde gebied de
eenige verbinding is voor de oorlogvoerende
mogendheden met de anderen.
Spreker meent echter, dat de neutraliteit
dan niet wordt geschonden, als waarborgen
worden genomen tegen het verrichten van den
étappendienst, zooals door onze voorwaarden
aan de geassocieerden wordt gedaan.
Spreker heeft nimmer een officieele mede
deeling er van ontvangen, doch de bedoeling
schijnt te zijn, bij weigering onzerzijds al
onze buitengaatsche scheepsruimte te requi-
reeren. Daarom moest tot het uiterste wor
den gegaan.
De heer de S»v ornin Lohman (C. H.)
vraagt hoe het met elkaar te rijmen is dat
de buitenlandsche bladen een voorstelling
geven dat de Geassocieeiden een dwang oefen
den, terwijl de minister spreekt van voort
gezette onderhandelingen.
Spr. wil verder weten, waarom wij, nu wij
graan genoeg hebben tot 1 Juli, wellicht tot
Augustus, niet zijn ingegaan op de tegemoet
komende houding van de Centralen in zake
de graanverschaffing, om de eischen der Ge
associeerden te kunnen afwijzen, en of de
regeering de zekerheid heeft dat Duitschland
de vaart door de vrije vaargeul niet zal af
sluiten.
Spr. verwijt de regeering niet te hebben
geraadpleegd met de Staten-Generaal.
De heer P a t ij n (u. 1.) is pijnlijk getroffen
door de krenking van ons nationaal bewust
zijn en het grievend onrecht ons aangedaan.
Spr. wil echter wel erkennen, dat de regee
ring in deze verder is gegaan dan spr. ge
wild zou hebben, al legt hij zich bij de ver
klaring der regeering neer. Z ij weetalles
b e t e r en spr. hoopt, dat zij de kracht
zal hebben onze nationale eer
verder zoo goed mogelijktehand-
haven en niet verder zal gaan, dan zo
thans heeft gedaan.
De heer Knobel (v.-l.) wil een woord
van protest doen hooren tegen den smaad,
welke ons volk thans is aangedaan. Spr er
kent, dat onze regeering tot nu toe stipt de
neutraliteit heeft gehandhaafd. Daarom wil
hij haar thans geen verwijt maken. De hou
ding der Vereenigde Staten was voor hem
geen verrassing ondanks de ontkenning van
Reuter ziet spr. in de handelwijze niets an
ders dan een daad van zee roof
De heer Tro eli t r a (s. d. a. p.) zegt, dat
de verklaring van den Minister gisterën in
de Tweede Kamer afgelegd, niet alleen in de
Kamer, maar ook bij het geheele volk b e-
weging en verontwaardiging heeft
gewekt.
De tegenwoordige regeering kan met het
oog op de verkiezingen feitelijk als een demis
sionaire regeering worden beschouwd. Spr. wil
het wel in het openbaar zeggen, dat welke
regeering ook aan het bewind komt, het een
vitaal volksbelang is, dat althans deze
Minister van biten1 andsche
zaken zijn portefeuille houdt.
Men heeft hier den nadruk gekregen, dat
de regeering gebukt is voor dwang en nu i»
dit wel een noodlot van de kleine natieSi
maar in dit geval was hetzeer
p ij n 1 ij k. omdat de regeering zich nu liet
leenen tot medewerking, toen positieve eischen
werden gesteld.
Geweigerd moet worden op welke wy'ze
dan ook medeplichtig te worden aan den
strijd en one te scharen aan de zijde vat
I