'Dagblad mor Schiedam en De Oorlog. 41ste Jaargang. Dinsdag 6 Augustus 1918 No. 12208 Gratis Ongevallenverzekering Westelijk front bij f%ftftfl wi c&fmn Mnn w Bniteniandsch Nieuws, FEUILLETON. MAROUSSIA. Bureau; Koemarkt 4. Telef. 85, na feanteoitgd no. 148. - Postbus: 88. BboaaemaatUB p» a maaadsta ?LÖÜ, pnr waSk 19 tmi, feaaoB p. fMt fX— B- kwartaal. SïaoaèwliN ■ammBre 3 cant. Incassokosten worden&berekend. Advertantië*: 1—5 ragals f 1J80 «lka ragal daarbovan 25 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 50 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. Óp alle advertantiëa- 20 oorlogstoeslag. Incassokosten worden berekend. De levenslange 11|J11 verlies ven geheele 1 1 B B 1 een hand, - www invaliditeit1 L U U voet oi oog - -- /i_ verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemeene Yerzekeringaoana te Ewmeoura, ÖM of krachtens wetten of verordeningen voorgeschreven en andere officieele af- en aankondigingen en kennis» gevingen van het Gemeentebestuur. Aangifte van leerlingen voor den Gemeen telijken Handelsavondeursus. Ouders, voogden ol verzorgers, welke leer lingen voor den Handelsavondeursus wenschen aan te geven, worden verzocht vóór 20 Augus tus a.s. zich aan te melden bij den Directeur, den heer S. Houtman, die daarvoor zitting zal houden in de M, U. L. 0.-School, Oude Kerk hof no. 133, Donderdag en Vrijdag, 8, 9, 15 en 166 Augustus a.s. van 79 uur 's namiddags. Belanghebbenden worden er opmerkzaam op gemaakt, dat er aan den cursus onderwas wordt gegeven in de navolgende vakken: a. Nederl. taal! en Handelscorrespondentie. Al- gemeente Handelskennis. b. Rekenen en Handelstekenen. c. Handelsaaidrijkskunde, d. BpekhjOiuden. e. Schoonschrijven. f. Stenografie. g. Duitsche taal en Handelscorrespondentie. h. Fransche taal en Handelscorrespondentie. i. Engelsche taal en Handelscorrespondentie. 1 Prospectus verkrijgbaar na Donderdag 8 Augustus a.s. ten Stad huize (aid. Algern. Za ken) en bij den directeur den Heer S. Iiouiman, Veenlantstraat Schiedam. Be Koninginnebrag zal voor vaar- en voertui gen gegoten zijh Woensdag 7 Augustus a.s. van des middags 1.30 bot den volgenden morgen. Ter algemeene kennis wordt gebracht, dat de door den Raad in zijne vergadering van den 26sten April jl. vastgestelde verordening op de heffing va,n legesgelden in de gemeente Schie dam, den lOn Juli 1918 koninklijk goedgekeurd en op jdien 6n Augustus 1918 is afgekondigd. didiar nam de vuur-actie 's avonds toe en bleef ook den heelen nacht doar levendig. In Vlaanderen, ten N. van Albert en aan weerszijden van de Somme zijn voorwaartsche bewegingen van den vijand afgeslagen. Ten N. van Montdidier namen wij onze op den weatelijken oever van de Avra en van de Dom-beek (Rivière de» Doms) «taande com pagnieën. zonder dat de vijand daar invloed op oefende, achter deze vakken terug. Bij kleinere ondernemingen ten Z.W. van Montdidier maakten wij gevangenen. Legergroep van den Duitschen kroonprins Aan de Vesle i« de vuuractie toegenomen. Voorspoedige gevechten in het voorterrein ten Z. van Condé en ten W. van Reims. Na het afslaan van gedeeltelijke voorwaart sche bewegingen van den vijand welken onze achterhoeden voor een vrij sterken aanval van den vijand tegen Fismes, volgens het bevel, op den noordelijken oever van de Vesle. Legergroep Gallwitz en hertog AlbertTen Westen van de Moezel, in de Middel- en Boven-Vogezen zijn voorwaartsche bewegingen van den vijand afgeslagen. In de Sundgau maakten wij bij een geslaagde onderneming gevangenen. Gisteravond meldde de Duitsche staf, dat ar plaatselijke gevechten aan de Vesle gaande zijn. DE TERUGTOCHT VAN DE DUITSCHERS HOUDT AAN. De Duitsche staf meldde gister Legergroep kroonprins Rupprecht Aan het front tusschen Yperen en ten Z. van Mont- Het Fransch middagcommuniqué bericht, dat de Franschen de Vesle overgetrokken zijn en op het verzet van de Duitschers zijn ge stuit. In het Fransch avondcommuniqué wordt gemeld, dat de toestand aan het gekeele Vesle- front onveranderd is. De correspondent van Havas aan het Fran sche front wijst er op, dat de tegenstand van de Duitsche achterhoede den waren aard van de geleden nederlaag noch nadrukkelijk aan toont, daar hij de vijandelijke verliezen aan dooden en gewonden nog aanzienlijk deed toe nemen, en tevens de onmacht hunner beste troepen in het licht stelt, wier krachtinspan ning niet in staat was, het élan onzer troepen te weerstaan of zelfs maar te vertragen. De Duitsche generale staf schijnt tot den terugtocht besloten te hebben, ten einde zijn effectief te sparen, wegens de zware verliezen, welke hij in den frontzak leed, die een voor treffelijke offensieve positie opleverde, maar uiterst gevaarlijk wordt in geval van een lang durig defensief. Dezelfde'reden verklaart den terugtocht bij Albert voor de Engelschen, waar de laatsten een ver uitzicht hadden over de langer gelegen vijandelijke stellingen. Zoo geven dus de Duitsehers in twee streken de voordeelen prijs, welke zij bij de vroegere aanvallen zoo duur betaald hadden, en gaan zij vastbesloten tot het defensief over, waar schijnlijk in afwachting van de recruten van de lichting 1920, waartegen de versche troepen contingenten de geallieerden ruimschoots zul len opwegen. De vraag is maar, of het Fransche opper commando het rustig zal laten installeeren in de door hun gekozen stellingen. Daartoe schijnt het al zter weinig geneigd. Clemenceau heeft aan Marcel Hutin, van de „Echo de Paris", gezegd: „Ik ben zeer terre den, dat de Duitschers tusschen Soissoni en Reims overal zijn losgeweekt. Alles gaat goed Het genoemde blad verzekert, dat prins Rup precht van Beieren 10 divisies aan den kroon prins zond, en daarop, te zwak zijnde om een eventueelen aanval van de Engelschen te weerstaan, zich terugtrok. Dit bewijst, dat de zware nederlaag van den kroonprins tusschen Soissons en Reims meer divisies teisterde dan verondersteld werd. Gister seinde Havas uit Parijs De achtervolging duurt voort, onze overwin ning breidt zich uit, nadat wij gisteren Sois sons en Fismes hebben genomen. Sedert Za terdag door de Amerikanen omsingeld, viel deze hoofdstad, zeer belangrijk als wegen-kruis punt, gistermiddag in onze handen. Wij houden de Vesle over haar geheelen loop tusschen Fismes en Reims bezet. Tusschen Muison en Ghampigny boden de Pruisische en de Beiersche garde hardnekkig tegenstand, waardoor zij zware verliezen leden. Volgens de laatste berichten zijn er nog slechts weinig troepen ten Zuiden van de ri vier. Reeds zijn Fransche patrouilles de Vesle overgestoken, met name bij Basoches en Jon- chery. Beide oevers van de Vesle staan aan een hevige beschièting bloot. De Duitschers trachten tusschen de Vesle en de Aisne stand te houden in een tusschenstelling en 't Fran sche oppercommando, dat met de uiterste voorzichtigheid handelt, voorziet een verlang zaming van den Duitschen terugtocht, die ech ter waarschijnlijk niet voor de Aisne tot staan zal komen. Onze buit is aanzienlijk aan mitrailleurs, materiaal en kanonnen. De lijken van den vijand liggen op alle wegen verstrooid. De aanzienlijke verdedigingswerken, voorna melijk tot aanleg van de fundamenten voor de kanonnen van 38 cM., in den voormaligen zak, toonen aan, dat de Duitschers stellig ver wachtten, daar te zuilen blijven. Men kan zich afvragen, of de terugtocht in de streek van Montdidier, na die aan de Ancre en aan de Marne, een nieuwe richting van de Duitsche tactiek beteekent, teneinde troepen te sparen met het oog op offensieve onderne mingen elders, of dat men hier te doen heeft met een uitgestrekten terugtocht «ls die van Maart 1917. De troepen, die in de voorste linie hadden gestaan, marcheerden af zonder één man te verliezen, 's Nachts en den volgenden och tend bestrpoide de vijand nog met zijn artil lerie-pro jectielen hoogte 240 ten W.van Vrig- ny en de inzinkingen van ons oude gevechts terrein, die wij al lang hadden ontruimd, een bewijs, dat hij niets gemerkt had. In den middag van den tweeden Augustus rukte hij voorzichtig tastend met patrouilles op onze achtergelaten posten af en volgde daarna in marschkolonnes over Méry in de richting van Germigny, Janvry en Gueux. Dit was voor onze artillerie het welkome oogenblik om den tegenstander door samengevat vuur ernstige verliezen te berokkenen. Hij werd gedwongen zich te ontplooien en onze achterhoedestelling aan te vallen. De beoosten Geux vooruitko mende ruiterij werd in alle richtingen uiteen gedreven. Op den linkervlengel kwam een vijandelijke aanval op de hoogten bij Germig ny tot staan. Door de dappere volharding van een Duitsch artillerie-waarnemer bij de Rosnay-hoeve, die het Duitsche vuur op de volgende Fransche infanterie schitterend leid de, werd de vijand tegen den avond weer van de hoogten bij Germigny tot omkeeren genood zaakt. Eveneens stroomde de hij Miozon op- marcheerende infanterie terug. Onze achter hoeden bij Thillois beletten de tegenpartij daar, den weg naar Reims over te trekken. Aldus liep de poging des vijands, om de terug neming van onze achterhoede te storen, op den tweeden Augustus 's avonds op de ern- stigstigste verliezen voor hem zelf uit. Hij dorst niet- verder op te dringen. Ook de ach terhoeden maakten zich na den volkomen ge slaagde vervulling van hun taak in den nacht vóór den derden dezer van den vijandjlos zonder daarbij te worden lastig gevallen. Onze nog vóór hem stand houdende patrouilles en ma chinegeweren berokkenden den vijand vanoch tend bij zijn tastend oprukken opnieuw verlie zen. Aldus heeft deze operatie er aanmerkelijk toe bijgedragen om de vijandelijke gevechts kracht te verzwakken. IJlt het Fiwnaeh. 43 „Luister eens, broeder," sprak Tsjetsjevik tot een jongen kozak, dien hij tegen een heg van een tuin geleund vond staan, „luister eens; wees zoo vriendelijk om mij den weg te wijzen die naar onzen ataman geleidt" De jonge kozak raakte even, bij wijze van groet, zijn muts aan en, het uiteinde der straat aanwijzende, waarvan enkele ramen half ver licht waren, antwoordde hij1: „Aan het eind. van deze straat, zult gij links afslaan en. u tegenover' het huis van onzen gr.oo- ten ataman bevinden." „Ik dank u, broeder." Zjj sloegen de aangeduide richting in, en be vonden zich werkelijk voo de twoning van den Ataman. Dit gebouw was niet grooter dan de overige huizen; niets onderscheidde het van de [rest, zelfs fniet een schildwachtmen kon het slechts herkennen omdat het verlicht was. Twee jonge meisjes die langs de vensters kwamen, bleven hen oogwenk stilstaan, en terwjjl zij door de ruiten keken, sprak een dier beide nieuwsgieri gen tot de andere: „Het schijnt dat onze ataman opzit." Achter het glas van een der kleine, verlichte ramen, raadde men veeleer dan dat men het her kende, een kozakkenhoofd met lange knevels, een hoofd dat uit zwart marmer gebouwen scheen. „Heit is een wachter I" zeide Tsjetjsevik tot zich- z el ven. Wie het ook zijn moge, de kozak bleef roer loos, en als verzonken in diep gepeins. Als men goed toeluisterde, hoorde men daar binnen, gelijkvloers, mannenschreden weerklin ken; die passen waren nu eens snel, dan weder langzaam. „Die stappen zijin al zeer welsprekend!" dacht Tsjetsjevik op nieuw. En hij klopte tot driemaal toe langzaam op de deur. Biji den derden slag, rees de kozak, die onbe weeglijk bij het vest er zat, overeind en kwam opendoen. 1 De voetstappen die men vernomen bad hiel den op. „De verwijderde vrienden zenden hunne groe ten aan den grooten ataman," sprak Tsjetsjevik half luid onder het binnentreden. De woning was verre van prachtig. Het eer ste vertrek was laag en zonder eenige versie- Van Duitsche zijde meldt men het volgende De Duitsche bewegingen in den nacht vóór den tweeden Augustus zijn evenals aan het voornaamste front ook ten Z.W. van Reims uitgevoerd, nadat alles, wat de vijand zich ten nutte had kunnen maken, achterwaarts gevoerd dan wel vernield was. Alle voorraden en munitiestapels waren tijdig weggevoerd. ring. De deur, welke naar de volgende kamer voerde, was zorgvuldig afgesloten. „Welnu, ik ben oveituigd dat de groote. ata man bijzonder gevoelig zal1 zijn voor deze vrien delijkheid," antwoordde de kozak met beleef de onverschilligheid. Zijn gelaat drukte noch verbazing noch vrees uit. Men kon ei uit opmaken dat de groote ata man dagelijks soortgelijke bezoeken ontving, rondreizende muzikanten die bericht overbrach ten van de afwezige vrienden. „Zou ik bij hem toegelaten kunnen worden, broeder?" vroeg Tsjetsjevik. Maar op1 dat oogenblik werd de deur die naar de aangrenzende kamer geleidde wagewijd ge opend, en vertoonde de groote ataman zelf zich op/ den drempel. Hij uitte geen woord, maar zijn gansche ge laat scheen te spreken en zetde: „Van waar komt gij? Namens wie? Welke tij ding brengt gij mede?" Het licht bescheen hem slechts flauw, en men kon zijn trekken niet onderscheiden. Maar zijn doordringende en onderzoekende oogen, schit terden als gloeiende kolen. „Ik buig mij in het stof voor den grooten ataman," sprak Tsjetsjevik, diep groetend. M.aroussia, die nog altijd bij haai vriend was, boog eveneens. „Gij zijt welkom," antwoordde de ataman: BESCHIETING VAN PARIJS. De beschieting met verdragend geschut van het district Parijs is gistermorgen weer begon nen. SIBERIE. Uit Gharbin De Tsjecho-Slowaken zijn tusschen Nikólsk en Hahrbarowak door bolsjwieksche troepen aangevallen. Semenof is in de riehting van Hailat teruggetrokken. De bolsjewiki hebben het grensstation in Mantsjoerije bezet. De Chineezen bieden hun geen tegenstand. Niettemin lijkt do samenwerking tusschen de onderscheiden strijdkrachten, die de zaak der geallieerden voorstaan, waarschijnlijk. De De Russische bevolking wacht op tijdingen over de zending van het Ainerikaansche con tingent. „Welk lied zult gij ons doen hooren, brave zanger?" Do krank zelf zijner stem verraadde een man die gewoon was te bevelen en zich niet ont zag zijne meening te kennen te geven. „Welk lied, groote ataman? Ik heb cr meer dan een om u te doen hoaren, en dat nog wel op mijne eigene manier, zoo gij u verwaar digt mij aan te hooren." i De aanvoerder gaf geen antwoord, maar ol wal had gfl kunnen zeggen ware onmogelijk in staat geweest beter zijne droefheid uit te drukken dan dit korte stilzwijgen! „Van waar komt gij?" vroeg hij ten slotte. „Van Zaporogië," antwoordde Tsjetsjevik. „De dapperen van Zaporogië zenden den grooten ataman hun groeten.' In den tijd dien wij beleven heeft niemand eenige hulde te brengen of te ontvangen," sprak de ataman. „Kom mijn kamer binnen." De afgezant volgde hem, Maroussia bij de hand voerend, en trad in het aangrenzend ver trek Deze kamer was even eenvoudig als de eer ste; de muren waren wit gekalkt; de krukken van gewoon Endenhout, gelijk men die in elke boerenwoning aantreft. (Wordt vervolgd). - .li.„li imi nii ui ui iii'iu i «in imiiiii iiiiiiitrBiïPiwirrirWirirBMilW

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1918 | | pagina 1