Dagblad mor Schiedam en Omstreken.
Gratis Ongevallenverzekering
De Oorlog.
'I
I
Donderdag 19 September 1918
No. 12245
Westelijk front
S'i 1 f:
i&ar&aiig.
ihradsoh Hieuws.
FEUILLETON.
BUEN RET IR O,
Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, aa kantoortija no. 148. Postbus: 39.
Abonnementen per 3 maanden /1,50, per week 18 cent, franco p.
post 2p. kwartaal. Afzonderlijke aummers 3 cent.
Incassokosten worden berekend.
Adrartentiön: 16 tegels 11.30; elke regel daarboven 25 ct, 3 maal
plaatsen wordt 2 maai berekend, ingezonden meaedeelingen 50 ct. p. regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk advjerteeïten. Tarieven worden op aanvrage
toegezonden. Op alle advertentie 20 oorlogs toeslag.
Incassokosten worden betekend.
bjj verliep
van
bij p f| i% fi bij
levenslange h- 1111 verlies Van
geheele j 11 een hand,
invaliditeit; t voet oi oog; (.UU "ww> 1 y dab»;
—~-^eWaar^)0r^<^ ^oor *^e Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam
Bij verlies
van een
wijsvinger
bij
verlies van
eiken ande
ren vinger;
Bij of krachtens wetten of verordeningen
voorgeschreven en andere officieele af-
en aankondigingen en kennis-
gevingen van het Gemeentebestuur.
VEILIGHEIDSWET.
Ter algemeene kennis wordt gebracht dat dooi
den Minister van Landbouw, Nijverheid en Ha n-
del een nieuw formulier is vastgesteld voor de
opgave, welke ingevolge art. 14 der Veiligheids-
Wet binnen een maand na het tijdstip, waarop
een fabriek of werkplaats in den zin dier Wet
is opgericht of waarop die wet op een fabriek
of werkplaats waar die wet van toepassing is
geworden, door het hoofd of den bestuurder,
dier inrichting aan den Burgemeester moet wor
den ingezonden en dat de formulieren van be
langhebbenden kosteloos ter gemeente secreta
rie afd. Algemeene Zaken verkrijgbaar zijn.
Voorts worden belanghebbenden er aan her
innerd dat, met ingang van 1 Januari 1919
de Veiligheidswet, behalve op de inrichtingen
waarvoor zij thans geldt, tevens van toepassing
wordt op
lo. fabrieken en werkplaatsen als bedoeld
in art 1 der Veiligheidswet, zonder werktuig
of oven, waarin vijftoten met negen
Personen plegen te verblijven
2o. bemalingsinrichtingen.
Naar aanleiding daarvan worden hoofden en
bestuurders van inrichtingen, welke uit hoofde
van die uitbreiding met ingang van 1 Januari
1919 onder de Veiligheidswet komen te vallen,
tevens uitdrukkelijk gewezen op de verplichting
om vóór 1 Februari 1919 de opgave bedoeld
bij art 14 dier Wet bij den Burgemeester in
in te zenden.
Schiedam, 19 September 1918.
tl'14» 54.' I
de oostenrijksch-hongaarsche
VREDESVOORSTELLEN.
Het Antwoord van Amerika aan Oostenrijk-
ongarije is gistermiddag aan de Zweedsche
'egatie overhandigd voor doorzending naar
Weenen.
De „Norddeutsche Allg. Ztg" schrijft
Hoe gering heden reeds de vooruitzichten
aangaande de onmiddellijke aanneming van
bet Oostenrijksch-Hongaarsche voorstel door
de regeeringen der entente schijnen, zal men
toch goed doen de verdere uitwerking van
den diplomatieken stap der Donaumonarchie
te wachten. Naar men verneemt zullen er
Vertegenwoordigers der entente in Londen bij-
j eenkomen, waarschijnlijk om over het gemeen-
schappelijk in te nemen standpunt te beraad-
i slagen. Daarbij zullen ongetwijfeld ook argu-
menten ter sprake worden gebracht, die men
•ls de ongetwijfeld in de vijandelijke landen
aanwezige vredesbehoefte moet beschouwen. De
kringen in de ententelanden. die naar een
vrede door vergelijk neigen, zullen waarschijn
lijk de botte onvoorwaardelijke verwerping en
de eenvoudige erkenning van de knock-out
politiek als een diplomatieke fout en een po
litieke beleediging beschouwen. Aan den an
deren kant zou het de entente moeilijk vallen
te verklaren haar veroveringsdoeleinden nabij
te zijn. Of er uit dit dilemna een taktische
uitweg bestaat, moet worden afgewacht.
NIEUWE VORDERINGEN DER ENGELSCIIEN.
Het Engelsch stafbericht van gistermiddag
meldt
Als gevolg van onze krijgsverrichtingen van
gisteren op het Zuidelijk gedeelte van het slag
front, zijn wij in het bezit geraakt van het dorp
Ilolnon, waarbij wij verscheidene gevangenen
hebben gemaakt.
Hedenmorgen hebben onze troepen ten N.W.
van St. Quentin aangevallen.
Gisteravond heeft de vijand onder dekking
der zware artillerie Moeuvres aangevallen en
onze troepen teruggedrongen tot de Westelijke
zoomen van het dorp.
Bij een welgeslaagde plaatselijke onderne-
ming, gedurende dén nacht uitgevoerd, hebben
wij onmiddellijk ten Z. van het La Bassee-
kanaal onze linie eenigermate vooruitgebracht.
Het Engelsch avondcommunique meldt
Hedenochtend om 5 uur 20 hebben de troe
pen van het 3e en 4e Britsche leger met volle
dig succes een aanval gedaan op een front van
ongeveer 16 mijlen, van Holnon tot de nabij
heid van Gonzeaucourt. Op dit geheele front
hebben onze troepen, die in zware regenstor-
men vooruitdrongen, de vijandelijke stellingen
stennenderhand vermeesterd. Zij joegen over
het oude Britsche loopgraafstelsel van Maart
1918 heen en bereikten en veroverden in uit
gestrekte vakken de stellingen der Hindenburg
linie.
Op onzen rechtervleugel vermeesterden divi
sies, uit Engelsche en Schotsche troepen samen
gesteld, Tresnoy-le-Petit, Rerthaueourt en Pon-
truet. Zij ontmoetten en bevochten daar den
krachtigen vijandelijken tegenstand, die zich
bizonder op den uitersten rechtervleugel van
onzen aanval deed gelden.
Reuter verneemt nog dat de Britsche aanval
zich gisterochtend over een front van 15 mijl
uitstrekte. Het aantal gevangenen bedraagt
3000 man. Om drie uur gistermiddag liep de
fiontlinie bewesten Gouzea.ucourt en Villers
Gaislain en beoosten Lempire, Hargicourt, Vil-
leret, Le Verquier .Berthaucourt, Fresnoy en
Holnon.
door MARIE BERNHARD.
Toen vervolgens haar man stierf, zag het er
°ngetwijfeld slim genoeg uitzij ging met het
eenige kind, een meisje, naar Brussel, waar
eenige bloedverwanten van den consul-generaal
w°onden, en daar heb ik haar voor ongeveer
acht of negen jaar bezocht. Zij had een goede
honing, die aangenaam ingericht was haar
2elf vond ik echter verbazend veranderd zij
Zag er smal en ellendig uit r geen spoor meer
^an de bloeiende, opgewekte Margot en
klaagde veel. Het leven in Brussel scheen haar
,n geenen deele te bevallen toch bleek dit
rrieer uit enkele uitlatingen.
Daar ik toen zelf bijna onafgebroken op reis
zoo kon ik haar niet verzoeken tot mij te
komen, hoe voor de hand zulk een voorslag
^°k zou gelegen hebben. Ik geloof bepaald,
ab zij het zou hebben aangenomen, want wij
riden vonden toenmaals, niettegenstaande de
ailge scheiding en het spaarzaam schriftelijk
friseer, dadelijk den ouden toon van broeder-
JJke en zusterlijke hartelijkheid weder, die
^nze kinderjaren en de jaren onzer jeugd zoo
zo h n s?lloon gemaakt had, en Margot ver-
°ht mij ook, voor het geval zij een waren
vriend, een krachtdadige hulp noodig had, haar
zoowel als haar kind getrouw bij te staan.
Zooals van zelf spreekt deed ik haar met alle
bereidwilligheid die belofte. Ik ben echter
niet in de gelegenheid geweest, ze te houden.
Margot is enkele jaren na dat bezoek in Brussel
gestorven, de dochter kreeg een neef van haar
vader tot voogd, en ik heb verder, niettegen
staande ik in verschillende brieven deelnemend
naar haar informeerde, niets meer van haar
vernomen. Destijds was het bleek, schraal kind
van zoo wat dertien jaren, tamelijk stil en
ontoegankelijk in den omgang, ofschoon haar
moeder allerlei gaven en talenten tot haar lof
verkondigde. Ik neem aan, dat zij zoo lief ge
worden is, als Margot was, en is ze even jong ge
huwd als deze, dat haar geluk dan van langeren
duur moge zijn Dit is alles wat ik u van de
oude liefde uwer jeugd kan mededeelen, neem
het voor liefIk denk nog dikwijls aan 'de be
koorlijke Margot uit vroeger tijd, die mijn stil
ouderlijk huis met vroolijkheid en zonneschijn
vervulde, en ik had gewenscht, haar of haar
kind eenmaal ernstig daarvoor te danken.
En hiermede genoeg, mijn oude vriend De
lenteavond valt en ik verlang naar een flinke
wandeling. Er is hier veel bosch in de nabijheid,
uit het kleine zijpoortje van mijn tuin voert
een /weg onmiddellijk daarheen. Het is daar
nu reeds schoon, en onuitsprekekelijk schoon
zal het in Mei zijn en in den zomer, wanneer
de linden bloeien. Brandt, bruischt, gij storm
achtige golven van het leven, gij spoelt toch
De Fransche staf meldde gisteravond
In den loop van den dag hebben de Franschen
in verbinding met het Britsche leger vorderin
gen gemaakt bewesten St. Quentin tusschen
Holnon en Essigny-le-Grand. Op een front
van een 12-tal K.M. schoten de Franschen het
verbitterde verzet der Duitschers ten spijt over
twee K.M. gemiddeld op.
De Franschen hebben het gebied pal bewes
ten Francilly-Selency bereikt, het bosch van
Savy en Fontaine-le s-C 1 e r c s ver
overd.
Verder zuidwaarts houden de Franschen de
zuidelijke randen van Contescourt en
zijn ze Essigny-le-Grand genaderd.
De Franschen maakten verscheidene honder
den gevangenen.
Benoorden de Aisne bleven de Franschen be
oosten Jouy opmarcheeren.
De Duitschers hebben forsche tegenaanvallen
op het plateau ten O. van Allemant ontketend.
Een tegenaanval der Franschen drong de
Duitschers terug en leverde hun opnieuw ter
reinwinst, benevens 130 gevangenen op.
Het Amerikaansch stafbericht meldt
Bij een bombardeer-operatie boven Lotha
ringen zijn Amerikaansche vliegers door sterke
strijdkrachten aangevallen wij missen 5 toe
stellen.
Het Duitsch stafbericht van gisteravond
meldt
Engelsch-Fransche aanvallen op een breed
front van het bosch van Havrincourt tot aan
de Somme.
Tegen den in het midden van het slagveld
tusschen Hargicourt en de Omignon-beek bin
nengedrongen vijand zijn tegenaanvallen aan
den gang. Op de rest van het front zijn de aan
vallen van den vijand mislukt.
Wij strijden overal ten W. van onze oude Sieg-
fried-stelling,
ITALIAANSCH FRONT.
Italiaansch stafbericht.:
In den nacht van 17 September en gedurende
den dag van gisteren heeft de vijand zijn in
fanterie, voorafgegaan en vergezeld van een
hevig geschutvuur, onze stellingen bij de in
gang van het Serena-dal (noordelijk van de
Grappa) laten bestormen. Zij werd afgeslagen
en leed zware verliezen, zonder een ander re
sultaat te bereiken dan een licht wijken van een
onzer vooruitgeschoven posten, die te zeer aan
het batterij vuur was blootgesteld.
Voorts hevige geschutstrijd op verscheiden
punten op het bergfront en langs de Piave,
waarbij verscheidene opslagplaatsen in brand
geraakten.
In het Sugana-dal en tusschen Piave en Ta-
gliamento werden vliegparken en militaire doel
punten door onze vliegtuigen gebombardeerd.
Twee vijandelijke toestellen werden neerge
schoten.
De Oostenrijksch-Hongaarsche staf meldt
De Italianen hebben hun pogingen voortge-
niet tot aan den vredig stillen oever van mijn
„Buen Retiro"
Vale Altijd de Uwe
GORNELIS RODER.
Roder schreef juist met zijn vaste, kernach
tige hand het adres, toen er driemaal aan zijn
deur geklopt werd.
„Kom maar binnen riep de heer des hui
zes welgeluimd, zonder zich om te keeren dit
kloppen kende hij
De binnentredende rechtvaardigde door haar
bloote verschijning de uitdrukking van „zon-
derlingevrouwspersoontje", die Roder in den
brief aan zijn vriend gebezigd had. Zeer klein,
met een vlugge behendigheid, donker bruin, de
wenkbrauwen voortdurend hoog opgetrokken
boven een paar levendig fonkelende zwarte
oogen, als in bestendige verwondering, dat er
zooveel bijzonders in de wereld te zien was,
een sneeuwwit stijf gestreken mutsje op het
achterhoofd, zoo maakte Mamsellclien een in
druk, dat men haar niettegenstaande haar
kleinheid met geen mogelijkheid over het hoofd
kon zien. Men wendde zich lachend of verwon
derd naar het kleine persoontje toe, wanneer
het voor de eerste maal voorbijschreed, en wie
het gezien had, vergat het niet spoedig.
Als piepjong ding van vijftien jaren was
Lientje Moser dit was haar eigenlijke naam,
waarbij sedert menschengeheugen echter nie
mand haar riep op het Rodersche riddergoed
gekomen, en wel in de hoedanigheid van kin-
zet om onze stellingen in het gebied van den
Monte Pertica te vermeesteren. Het doel van
's vijands heftige, door geschut- en mijnvuur
vergezelde aanvallen werd gisteren gevormd
door den gbergru van Tasco, waartegen hij vijf
maal stormliep. De vijand werd telkens in
een verbitterd handgemen teruggeworpen. Op
den Monte Tomba en den Nonte Solarolo wer
den vijandelijke pogingen om onze stellingen te
naderen verijdeld.
Op de hoogblakten beoosten Asiago bij tus-
schenpoozen zware geschutstrijd. Talrijke vij
andelijke vliegers hebben op verscheiden plaat
sen achter het Piave-front en in het dal van de
Etsch bommen neergeworpen, zonder noemens
waardige schade aan te richten.
BAKOE HEROVERD.
De bijzondere correspondent van het Milli-
agentschap in Bakoe meldt, dat de stad door
de Turken veroverd is.
Volgens te Berlijn ontvangen berichten was
het aantal uit N'oord-Perzië naar Bakoe ko
mende Engelschen de laatste dagen met vele
duizenden vermeerderd. Zij hadden de sovjet-
regeering gesteld.
Om de Engelschen te verdrijven trokken
Tartaarsche vrijwilligers uit Ivaukasisch Dzer-
beidsjan naar Bakoe op. Na een hardnekkigen
strijd gelukte het hun de Engelschen te over
winnen en de stad te bezetten.
BELGIE.
De „Petit Parisien" verneemt, dat België
na overleg met de geallieerden, besloten heeft,
het Duitsche voorstel nopens een afzonderlijken
vrede volstrekt te verwerpen.
ENGELAND.
Behalve do staking van de katoenspinners
in Lancashire, die een ernstige zaak is, dreigt
nu ook een staking op de spoorwegen uit te
breken.
De „Times" spreekt in een beschouwing over
beide geschillen de meening uit, dat de zaak
voor de spinners sterk staat en het jammer is,
dat de regeering met het aanbod van bemidde
ling (dat Lloyd George van ziekbed te Manches
ter af deed) niet een week vroeger aangekomen
is, daar de staking dan te vermijden zou ge
weest zijn.
Het blad hoopt nu dat de katoenspinners
het aanbod zullen aannemen en weer aan het
werk zullen gaan in het vertrouwen, dat hun
eischen ingewilligd zullen worden. Wat de
spoorwegbeambten betreft, gewaagt het «blad
van de groote opslagen, die zij al hebben gehad
en die, volgens hun leider Thomas, ongeveer
100 per hoofd en per jaar bedragen. Nu wil
len zij een nieuwen opslag en weigeren de aange
boden 5 shillings wekelijks aan te nemen. De
befaamde pet., die Churchill aan den mu
nitie-arbeiders heeft gegeven en die sedertdien
een oorzaak is geweest van stakingen in aller
lei takken van nijverheid, heeft ook met deze
bedreiging met staking te maken.
De „Times" zegt dat de spoorwegbeambten
dermeisje voor den destijds vijftien maanden
ouden zoon en erfgenaam Cornelis. Ze hield
afgodisch veel van kinderen, had iets ernstigs,
vegstandigs over zich en behoedde den klei
nen jongen als haar oogappel. Niemand anders
lton zoo heerlijk met het kind spelen dan zij,
de kinderkamer weergalmde onophoudelijk van
pret en lachen, wanneer Lientje voor haar
pleegkind haar grappen vertoonde. Hij hing
haar met groote liefde aan, die in het minst
niet verminderde, toen zij langzamerhand tot
„Mamsell" en hij, onder leiding van een can-
didaat, tot een leerling der latijnsche school
opgroeide. Ja, ook toen de jongen in de stad
naar het gymnasuim gezonden werd en alleen
in de vacantiën thuis kwam, kwam er weinig
verandering in zijn verhouding tot Mamselchen.
Ze correspondeerden met elkander, zij zond
hem heimelijk appelen en worst, hij haar even
heimelijk gescheurde kleederen, waarvan mama
niets weten mocht. Als leerling der eerste
klasse, zelfs als student verzuimde Cornelis
nooit, zijn rijzige gestalte tot het kleine vrouw
tje neer te buigen, wanneer hij huiswaarts
keerde, het krachtig te omarmen en luid klin
kend op de beide wangen te kussen, en het kostte
een harden strijd, eer hij duldde, dat „zijn oude
hem met „u" aansprak, terwijl liij haar zon
der omwegen met jij en jou betitelde, zelfs
toen hij doctor in de philosophie geworden en
later van jarenlange reizen teruggekeerd was.
Wordl vervolgd.