Slagblad mor Schiedam en Omstreken De Oorlog. 41ste Jaarg&ü Woensdag 25 September 1918. No. 12250 Gratis-Ongevallenverzekering j Westelijk front Op den Hal kan. Buiteiilaadseh Nieuws, FEUILLETON. BIJEN RETIRO, Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, franco p. post ƒ2p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent. Incassokosten worden berekend. Advertentiën: 15 regels fl.30; elke regel daarboven 25 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden m eaedeelingen 50 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. Op alle advertentiën 20 o/o ooriogstoeslag. Incassokosten worden berekend. levenslange 0 f111 verlies van l Offll bÜ l'l 0 jl Terhes invaliditeit; vÏÏt o^^g; 0 dood1 f UU een duim; iiiiiT°r<^^ 9ewaarborgd door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam. i bij verlies van een wijsvinger; bij verlies van eiken ande ren vinger De gevechten aan het Westelijk trant zgn gis ter jover het geheel van weinig bet©ekenis ge weest. i I t Alleen bij St. Quentin is er nogal' hevig ge vochten en wisten de Franschen eenige voor- deelen te behalen. l Het Fransch stafbeiicht Van gister-avond meldt hierover: I t 1 Vanochtend zijn de Fransche troepen tezamen met het Britsche leger in de streek ten W. van St. Qentin Opnieuw vooruitgekomen. Ze ver meesterden Franc ill y-S'.é.l.e.n.c.y, den uitljoo- per van Daïlon, en het dorp Dalton, (ondanks het krachtig verzet der' Duitschers. Verder naar het Z. hebben de Franschen hun linies naar de westelijke randen van Gifféoourt geschoven. De Franschen maakten meer dan 500 gevangenen en namen een groot aantal machine geweren. I Op het Veslte-front wisten de Duitschers in een verwoeden aanval bij Glennes in de voorste Fransche schansen voet te krijgen. Een Fransche tegenaanval heeft hun linie vol komen; [hersteld en hun een 50-tal gevangenen uit drie regimenten in handen gespeeld. 1 'i DE REDE VAN DEN DUITSCIIEN s •RIJKSKANSELIER. In de hoofdcommissie van den Duitschen Rijks dag heeft gister graaf (Herding, de rijkskanse lier, het wojqrÜ gtevoerdl. De rijkskanselier begon met over den legen- woordigen militairen toestand op te merken: Ons laatste, breed opgezette offensief heeft ons niet de gehoopte successen gebracht, dat moet zonder er doekjes om heen te winden worden erkend. Dp aanvoering zag zich genoopt, on ze ver voorwaarts geschoven linie op de zgn. Siegfried (stelling terug te nemen. De toestand is ernstig, maar we hebben geen reden om den moed te laten zakken. Wij hebben wel vóór heeter vuiten gestaan. Denkt aan den zomer van 1916, toen het offffensief bij Verdun mislukte, aan de Somme die heftigste gevechten en in het oosten Broessilof's startnloopen in zwermen plaats grepen. Ze hadden de bekende '.ongunstige uitwerking op het Oostenrijksch-Italiaansohe front terwijl bovendien Roemenië nog in het krijt trad. Toondertijd hebben we den moed niet verforen, maar den vijand, die (ons bek-af waande, getoond, wat een vastberaden wil pin te overwinnen ver mag. En hoe staat het thans? Wij hebben vrede met Rusland en mjet Roemenië, en al is de door MARIE BERNHARD. 9 I i Niettemin weet ik nog zeer goed elke bijzon derheid uit den korten tijd, dien u toenmaals bij ons doorbracht. Mijn moeder toch heeft dik wijls uw naam genoemd, immer met de bijvoe ging, dat de drager van dien naam de beste Triend was, dien zij op de wijde wereld bezat, een zoo getrouw en zoo vertrouwbaar vriend, diat zij ten allen tijde vast op hein en zijn hulp rekenen kon, den ©enigen mensch, van wien zij zelf weldaden zou kunnen aannemen, daar zij wist in welken zin en geest hg ha Ar die bewees. „Zulke woorden van mijn moeder, rlie ik als bij uitnemendheid trotsch en terughoudend ken de, van wie ik wist, dat zij zoogenaamde onder steuningen, die men haar had aangeboden, zonder •neer had afgewezen; omdat de wijze, waarop toen zulks deed, haar fijngevoeligheid kwetste zulke woorden, zeg ik, bleven op mij niet zon der indruk, vermits ik, als eenige vertrouwde toijner moeder, een vroeg rijp kind kon genoemd Worden. En toen u vervolgens zelf bij lOïis kwam, u zalg en hoorde spreken, toen werd deze indruk in mij aanmerkelijk versterkt. Ik had toestand in het voormalige Russische rijk ook nog niet opgehelderd' en is de toekomst we^ ■onzeker, toch is voor ons de vroegere bedrei ging van twee kanten vervallen en kan een aan zienlijk deel van ons yroegeip oostelijke leger thans in het westen worden ingezet. Het Oiostenrgksch-Hongaarsche leger houdt uit gestrekte gebieden in Italië bezet en handhaaft daar dapper zijn stellingen. In Frankrijk slaan onze troepen de door de Franschen, Engelschen en Amerikanen ondernomen en met moderne strijdmiddelen van allerlei soort ondersteunde aanvallen af. De oude geest leeft in hen, dat hebben de gebeurtenissen der laatste dagen duide lijk getoond. De hardnekkige dooibraakspogin- gen van den vijand zullen mislukken. De vader- landsche zonen verdedigen zich met doodsver achting. Zouden we vergeten wat vrloeger is ge. schied, zouden wij in 'de mannen, die ons het vorig jaar van overwinning tot overwinning heb ben geleid, niet meer het oude, onvoorwaarde lijke vertrouwen hebben, omdat een der lots wisselingen is ingetreden, gelijk elke oorlog deze met zich brengt? Mijne Heer©n, dat zou onman nelijk zijn en van snood© ondankbaarheid ge tuigen. i j Onze veldheeren Hindenburg en Eudendorff zullen zich gelijk telkens vroeger ppk nu tel gen den toestand' van het ©ogenblik opgewassen toonen. De voorbarige zegekreten des vijands zul len weldraa weer afsterven, doch leger en va derland Ihporen bij elkaar. Ik heb pok bij vroe gere gelegenheden niet verzuimd, het bówapendé v.olk zoo goed .alp dat blinnen de grenzen mijn bewondering en hoogachting te betuigen. Zeker, de luide geestdrift, die de Augustusdagen van 1914 vervulde, kon geen stand houden, maar de stoe re vastberadenheid om tot ihet uiterste voet bij stuk te houden, zij zal, allien schommelingen en schokken, ten spijt, voortduren. De vaders en moeders in het vaderland zullen zoons, echt- genoioten en broeders ginds in het veld niet in den steek laten, juist nu niet, waar het erop of- eronder gaat. Wij hebben den oorlog van den eersten dag af aan als verdedigingsoorlog ge voerd. Slechts om ons te verdedigen zijn we België binnen gerukt. Ik leg daar des te zwaar- dei nadruk op wegens het doortrapte misbruik, dat tot in Üe 'laatste dagen van het bekende woord des 'toenmaligen rijkskanseliers wordt gemaakt. Toen we België binnentrokken, schonden wij het geschreven recht. Edhter bestaat er, gelijk voor particuierén, 'opk vloer staten een ander recht. Dat is het recht der zelfverdediging. Uit de archie- uitbreken van den oorlog met de Belgische m- ven is gebleken, hoe treurig het lang vóór het zijdigheid was gesteld. Hebben ,wij; niet vóór den door den nood gedrongen inval België den. vrede aangeboden en ons ingeval werd toegezegd, dat het neutraal zpu blijven, verbonden, de scha- vraeger gewillig al Ihet goeds van u geloofd, ■omdat ihet mijn moeder was, die het mij zei- de, voortaan geloofde ik het, omdat ik uit eigen aanschouwing vpor de waarheid van het gespro kene meende te kunnen instaan „Toen dan mijn moeder stierf, toen ik nauwe lijks zeventien jaar was, viel het mij niet zwaar haar ide belofte te geven', die zij1 van mij! voe derde; de belofte Jn u, geëeiden heer doctor, mijn besten vriend en raadsman te zien en mij bij iedere moeilijkheid in het leven tot u te wenden. 1 I „Vooreerst was dit niet noodig. Een neef van mijn overleden vader, die mijn voogd werd, nam mij tot zich en gebruikte het overschot van mijn klein vermogen voor mijn opvoeding. Ik had bet goed in dat huis, en toen ter nauwer- nood twee jaren later mijn echtgenoot naar mijn hand dong, ben ik hem vrijwillig gevolgd en heeft !men hem taij vrijwillig gegeven. Reeds langer dan een vol jaar b©n ik we duwe. Een zware, aanval van typhus rukte mijn man weg, en bij zijn verpleging greep de ziekte ook mij aan .en wierp mij maanden lang ter neder. Hier nu, in de vreemde stad, aan vreem de hulp overgegeven, mijn voogd is reeds se dert dien gestorven; afgemat naar lichaam en ziel, weet ik mij niet anders te redden, dan dat ik mij de zoo dikwgls herhaalde woorden mijner moedcg herinner. Ik geloof, dat ik er de, die onze militaire maatregelen zouden be rokkenen, te vergoeden. Wg hebben hetzelfde aan bod voor de tweede maal na de Inneming van Luik gedaan, doch de Belgische regeering wou daar niet van weten en sloot zich tjij den bond onzer vijanden aan. i jl Hierna bespreekt de rijkskanselier de Verhou ding en het verloop van den strijd met andere landen. 1 j Verder zeide de rijkskanselier Het menschdpm siddert bij de gedachte, dat deze schrikkelijke, de beschaving vernietigendje oorlog niet de laatste zou zijn, maar nieuwe oor logen na zich zou sleepen en de vraag dringt zich teikens in breeder kringen op, of er geen middel daartegen is en of er geen organisatie onder de vrede behoevende yolken op ponten kan worden gezet, die recht in de plaats van macht, minnelijke schikking in de plaats van bloedigen strijd zou stellen. Naar men weet, heeft de president der V. S. in 14 punten het richtsnoer voor het tot stand komen van den vrede gespannen. Ik heb 24 Januari jl. in uw cototaissie alle punten besproken en bij het laatste opgemerkt, dat mij de daardoor opgewor pen gedachte van een volkenbond zeer toelacht mits de eerlijke wil tot den vrede en de erken ning van gelijk recht van alle bondsstaten is gewaarborgd. Hoe noodig dit voorbehoud was, bleek uit de uitingen .onzer vijanden, die bij den' volkenbond aan 'een tegen Duitschland en zijn bond genoo ten gerichten bond dachten. Wil son heeft vervolgens in zijn boodschap van 11 Februari een nieuwen stap in dezelfde richting gezet, en in vier puten de grondslagen uiteen gezet, welke z. i. bij een gedachtewisseling zou den moeten dienen. Ik heb in mijn Rijksdagrede van 25 Februari gezegd, het daar in beginsel mee eens te zijn, dat over een al gemeten en vrede op zoo'n grondslag gesproken zou kunnen worden. Wilson heeft echter toen noch later daarvan nota genomen. Intusschen schijnt zich ■nok de vo.ormali.ge ideoloog en ijverige vredes- vriend in den leider der 'Ymerikaanschc imperia listen te 'hebben veranderd, maar het plan van den te stichten volkenbond raakt daardoor niet In kwade reuk. Het heeft in den Zwitscherschen bondspresident en den Noorschen minister Ktmd- sen welsprekende pleiters gevonden, die heiden vooral op het belang 'dier neutrale staten bij zoo'n instelling 'wezen. Ook ik aarzel niet, mij vandaag nog eens over deze kwestie te uiten ©n in alle openbaarheid op doel en (grondslag van zoo'n Ver bond te wijzen. Het betreft de bevordering van een algemeene, gelijkmatige en trapsgewijze .ont wapening, de instelling van verplichte scheids gerechten, vi'ijheid ter zee en bescherming van de kleine naties. Wat het eerste punt betreft, zoo heb ik reeds den 24n Februari met verwijzing naar vroeger voor kan instaan, dat ik uw krachtige hulp, geëerde vriend mag ik u zoo noemen? niet lang van u zal verderen. Ik ben jong, heb nimmer, uitgezonderd nu, een ernstige ziekte ge had, ik heb den ernstigen wil te werken, mg verder (door het leven te helpen, zoo spoedig de huidige toestand van lichaamszwakte en ze delijke 'moedeloosheid overwonnen is. •„Wil u het daarop een tgd lang, zeggen wg tot den heifst, met de dochter van uw eeni ge pleegzuster wagen? Ik heb aan den bankier geschreven, dien u mijn moeder voor den aan vang uwer groiote reis noemde, en hij heeft tag uw adres zoomede de omstandigheid medege deeld', dat u duurzaam in Duitschland denkt te blijven en tot da.t doel een villa nabg G. gekocht hadt. Wil en kan u mij daarvoor eeni ge maanden herbergen, .opdat ik rustig- krach ten jverzamelen en middelen beramen kan tot vestiging van een nieuw bestaan, of geeft u er de voorkeur aan, mij op een andere plaats onder dak te brengen? Iedere vorm, dien u kiest, is mij goed, omdat mijn lijden van alge- meenen aard is en geen bijzondere behandeling, slechts rust en geduld, behoeft. „Wat u, geachte heer docter, voor mij doet, geschiedt uit liefde voor mijn moeder, en in haar naam dankt u heden reeds Uwe u zeer toegenegen GARRIELLE HARTMANN." afgegeven verklaringen, gezegd, het denkbeeld; eener beperiting der bewapening zeer voor be spreking vatbaaf te vinden en daaraan toege voegd dat Je financieele toestand van alle Euro- peesche staten na den oorlog een bevredigende oplossing dezer kwestie wenschelijk zal' doen zijn. Wat het vraagstuk van een scheidsgerecht betreft dit heeft een lange voorgeschiedenis. Ik zal niet in bizonderbeden treden. Uit het zeer belang wekkende materiaal, dat mg is voorgelegd, blijkt dat Duitschland in het verleden herhaaldelijk tot een scheidsgerecht bij geschillen heeft aan gespoord; eveneens echter dat in verschillndjen gevallen de uitvoering is gestuit op den tegen stand, die in Engeland en Amerika tot uiting is .gekomen. Indien het zou gelukken een inter nationale schikking te treffen, waarbij de geschil len in rechtkweslies tusschen de verscheiden sta ten steeds aan een scheidsgerecht moeten wolf den .onderworpen en dit den plicht van de le den van den volkenbond zou zijn, zou dit onge twijfeld een gewichtige stap nader zijn tot het bereiken van het algemeene doel. Over de vrijheid ter zee heb ik mij' reeds vroe ger uitgelaten. Zij vormt de noodzakelijke voor waarde tot een onbeperkt verkeer tusschen sla- ten en volken. Hierbij worden, naaf van zelf spreekt, niet van .onze zijde de grootste bezwa ren gemaakt. Toen ik destijds deze punten aan roerde en op de gevolgtrekkingen wees, welke een eerlijke verwezenlijking met zich brengt, nl. de ongestoorde toegang voor alle naties tot do binnenzeeën, geen bevoorrechte positie van En geland in Gibraltar, op Malta en aan het Suez- kanaal, heeft een Engelsch blad dit een onbe schaamdheid genoemd. Ten slotte de bescherming der kleine naties. Hier kunnen wij .onmiddellijk en zonder voorbe houd vaststellen, dat wg een volkomen rein ge weten hebben. Moge de volkenbond dus niet slechts een toekomstdroota, zijn, moge het denk beeld zich verdiepen en mogen alle volkn zich bezig houden met de middelen zijner inrichting. Hier zou ik mijn opmerkingen willen beslui ten. De staatssecretaris vanKibuitenlandsohe za ken zal nog nader/over den politieken toestand spreken, in het bizonder over de ontvangst def Oostenrijksche nota aan vijandelijke zijde. Hals over kop hebben (de bewindslieden in de zgn. democratische staten, zonder hun vol ken daarin te kennen, een bot afwijzende houding aangenomen. Ze hebben daarmee opnieuw ge toond, waar veroveringszucht, waar imperialisme en militarisme in werkelijkheid zijn te zoeken DE BULGAREN BLIJVEN WIJKEN. Het Servisch stafberic'ht meldt: De Serviërs hebben hun overtocht over do Vardaf voortgezet, waarbij zg voeling hebben ge- Docter Roder was reeds lang met de lezing ten einde, en nog immer staarde hg nadenkend op den brief in zijn hand. Ten slotte liet hg haar zinken en zag Mamsellchen aan. Mamsell- chen zag hem wederkeerig aan. Geen van beiden sprak een woord. „Hebt ge alles gelezen?" vroeg de heer dtes huizes eindelgk. De oude knikte een weinig verlegen. „En en wat denkt ge?" Zg trok de wenkbrauwen nog honger op dan gewoonlijk. „Ik? Wat heb ik te denken? Heeft zij aan mij geschreven? Heeft zij mij ergens om gevraagd? Heb ik een villa en geld? „Zeer waai'l" De docter liet zijn langen zuch ten knevlel tusschen de vingers glijden en draai de er een punt aan. „Overigens is het natuurlijk dat ik haar hief laat komen, Margots dochter t Herinnert ge je Margot, Mamsellchen?" „Mijn hemel, wat denkt u wel van inij? Jk zou onze Margot niet kennen waar ik volle twaalf jaar met haar in een en hetzelfde huis geweest ben. Zij was een vroolijk, lief ding, beeldschoon hoe zag de dochter er indertijd uit en hoe oud was zij?" [Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1918 | | pagina 1