Dagblad voor Schiedam en SratisOngevallenverzekering j jjy 42ëie jaargang. Zaterdag 3 Mei 1919 No. 12429 FEDILIRTO?». AVONTUREN Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ2.per week 15 oent, franco p. post ƒ2.50 p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cmt. Advertentiën: 1-5 regels fl.50; elke regel daarboven 30 ot. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden m ediedeelingien 80 o, p. regieï. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. 1 Incassokosten worden berekend, verlies van eiken ande ren vinger; TWEEDE BLAD. bij verlies verlies van levenslange een ha-.d geheole een duim voet of oog; invaliditeit; De verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemeene__Verzekenngsbank^te^Schieaaim bij verlies van een wijsvinger Gemeenteraad. Zitting van Vrijdag 2 Mei 1919. G penba re le eszaal~enbibliotheek. 3. Voorstel van B. en W. om te bepalen, dat een door hen aan te wijzen lid van hun Col- tege, Voorzitter zal zijn van de Commissie voor de Openbare Leeszaal en Bibliotheek. De heer v. d. Toorn zegt bezwaar te heb ben tegen dit voorstel. Hij wil het recht van aanwijzing aan den Raad geven. De Voorzitter meent dat zulks een no vum zou zijn. De heer G o s 1 i n g a merkt op, dat b. v. b'j de Comm. van het ziekenhuis de voorzit ter toch door den Raad wordt aangewezen. Weth. Houtman zegt, dat het met het 00g op de financiën wel gewenscht is dat een van de leden van het dag. bestuur in de com missie zitting heeft. Hij vindt liet niet goed, dat de Raad gaat uitmaken wie voorzitter zal Z1jn, want dan zou wel eens een lid van het college van B. en W. worden aangewezen, die overkropt is met werk. Het college kan zelf beter beoordeelen wien het voorzitterschap dient te worden opgedragen. De heer v. d. Toorn zegt dat men zich met op het standpunt moet stellen iemand als voorzitter aan te wijzen, omdat hij over den mcesten tijd beschikt, maar wel naar den meest geschikte moet omzien. Hij voelt er dan ook meer voor, dat de Raad den voorzitter aanwijst. Wie te veel werk heeft, moet dan trachten zich van wat werk te ontdoen. Weth. deBru i n verklaart, dat er 2 kwes ties in 't spel zijn le zal een lid van het col lege voorzitter zijn? 2e. Wie zal den voorzitter aanwijzen. Spr. meent, dat er alles voor te zéggen is, dat een lid van het college voorzitter van de commissie wordt, vooral nu de zaak nog op- gezet moet worden. Het is niet juist' dat alles aan de commissie kan worden overgelaten, daar ^ze litterair volkomen op de hoogte kan zijn, maar op de inrichting van het geheel geen kijk kan hebben. Iiet is van belang dat er contact 13 tusschen B. en W. en de commissie met het °°g op financiën.- Zal de Raad den voorzitter aanwijzen? Dat bjkt onlogisch. De werkzaamheden van het college van B. en W. worden onderling gere- geld. Het college heeft dus volle vrijheid te re gelen zooals ze dat wil. De Raad zou wel eens iemand kunnen aanwijzen, die er geen zin in beeft; men moet derhalve iemand hebben, die er iets voor voelt en er ook de capaciteiten voor heeft. De Raad heeft altijd nog recht' op kritiek Het wordt nu tijd, dat er uitvoering aan de plannen wordt gegeven. Het systeem van B. en W. geeft dan ook meer kans voor het wel slagen. Met algem. stemmen wordt alsnu goedge keurd, dat een lid van het dag. bestuur voor zitter zal zijn van de commissie. Hierna wordt in stemming gebracht het voorstel, om den voorzitter te doen aanwijzen door B. en W. Dit voorstel wordt aangenomen met 11 tegen 8 stemden. Tegen: de heeren Schreuder, v. d. Zee, v. d. Toorn, Beukers, Evers, Kavelaars, Goslinga en scheffers. Begrooting 1919. 4. Voorstel van B. en W. tot gewijzigde vast stelling van de Gemeentebegrooting dienst jaar 1919, naar aanleiding van de door Gede puteerde Staten gemaakte bezwaren tegen de oorspronkelijk vastgestelde. Goedgekeurd. Gemeentebedrijven. 5. Voorstellen van B. en W. tot wijziging Üer Verordening, cegelende het afzonderlijk geldelijk beheer van de Gasfabriek, de Drink waterleiding en het Electriciteitsbedrijf, met betrekking tot de restitutie van aflossingen en het verband tusschen de kapitaalrekening en de leeningsbedragen. De heer Goslinga zegt dat vroeger af lossingen achterwege werden gelaten, omdat de Gasfabriek en andere bedrijven nogal veel af schreven. Er is daarom ook jaren lang niet bij de gemeente geleend. Zullen nu, vraagt spr., die instellingen niet meer nieuw kapitaal gaan opnemen. Hij kan niet inzien, dat het totnog toe gevolgde systeem minder -goed zou zijn. Wij zullen door het nieuwe stelsel een bedrie- gelijken schijn geven aan de cijfers. Weth van Westendorp merkt op, dat bij Ged. Staten de aandacht op de boekingen van de bedrijven was gevallen. Het hier ter stede gevolgde systeem was wel eenig in zijn soort. Ged. Staten hebben gemeend, dat het beter wa3 daarin verandering te brengen. Het voordeel der vroegere methode komt nu de gemeente goed te pas. De Voorzitter zegt, dat het hier ge volgde systeem aan Ged. Staten.door B. en W. is voorgesteld als het beste, maar Ged. Staten wilden het op den thans voorgestelden voet doen. De heer Mr. Kavelaars betoogt dat beide stelsels niet eender zijn. De heer Goslinga brengt nu nog de wijze van afschrijving ter sprake. De Voorzitter zegt, dat in zijn tijd ge regeld afschrijvingen op materiaal enz. hebben plaats gehad. Toen de nieuwe directeur van de Gasfabriek kwam, is gebleken, dat er vroe ger te laat was begonnen om af te schrijven. De laatste 3 5 4 jaren is er steeds behoorlijk afgeschreven. Weth. VanWestendorp zegt dat er nu steeds naar gestreefd wordt, het juiste per centage voor de afschrijving vast te stellen. De heer M r. Kavelaars betoogt dat het te gewaagd is de f 234.156.495 hetgeen de kapitaalrekening hij de Gasfabriek meer aan wijst dan de gelden, door de gemeertte aan de Gasfabriek verstrekt af te schrijven. Weth. Mr. Van Baren merkt hiertegen over op, dat er vroeger veel te laag is ge schreven. De heer Mr. Kavelaars zegt dat nog niet vast staat, dat het verschil veroorzaakt wordt door leeningen die nog niet geheel zijn afgeschreven. Weth. Van Westendorp zegt dat wat gevonden is, werd afgeboekt en het voorstel thans gedaan wordt volgens de becijferingen van den accountant. Weth. Mr. Van Baren verklaart, dat men de kwestie van de aflossing der leeningen er buiten moet houden. Het voorstel om in de verordening regelende het afzonderlijk geldelijk beheer van de Gas fabriek, de Drinkwaterleiding en het Electrici teitsbedrijf de bepaling op te nemen dat jaar lijks aan de Gemeente zal worden uitgekeerd een evenredig aandeel in de aflossing der geldleeningen, waaruit kapitaalverstrekking aan de bedrijven heeft plaats gehad, wordt alsnu goedgekeurd. De wijzigingen in genoemde verordening worden .eveneens aangenomen. De Raad machtigt voorts B. en W. om het bedrag dat de kapitaalrekening bij de Gasfa briek aanwijst boven hetgeen de Gemeente uit haar bestaande leeningen aan dat bedrijf heeft verstrekt, over te boeken op de afschrijvings rekeningen van die bezittingen, waarvan de boekwaarde ongeveer een gelijk bedrag te hoog is. Crisisinstellingen. 6. Beantwoording van de vraag van den heer Goslinga c.s. betreffende de liquidatie van crisisinstellingen. In het antwoord wordt gezegd dat aan het Jevensiniddelenbureau geleidelijk gesloten wordt 'wat overbodig is geworden. De heer v. d. Hoek zegt, dat de varkens- mesterij destijds is ingesteld ter wille van de bevolking van Schiedam. Nu weet spr. wel, dat ten°behoeve der centrale keuken varkens zijn geslacht, maar deze week vernam hij dat er drie vette varkens naar de markt in Rot terdam zijn gebracht, om daar te worden vei- kocht. Zoo beantwoordt z.i. deze zaak niet aan haar doel. Hij vraagt of het niet mogelijk zou zijn de slachtrijpe varkens tegen vermin derden prijs te distribueeren. Hij stelt voor, dat B. en W. zullen onderzoeken de mogelijk heid om dit varkensvleesch tegen goedkoopen prijs te dezer stede nu en dan te distri bueeren. Het varkensvleesch is thans zoo duur, dat het voor velen niet bereikbaar is. Weth. Houtman hoort daar den heer v d Hoek zeggen dat het varkensvleesch e duur' is. Wie zegt, dat het vleesch van onze varkens ook niet te kostbaar zal zijn Deze varkens zullen toch ook den kostprijs moe en opbrengen. Bij het opmaken van de balans der vark»smesterij zijn ze volgens marktwaarde opgenomen. Weth. kan niet inzien waarom die varkens goedkooper zouden moeten worden verkocht. De heer v. d. Hoek erkent dat we nu van ETIENNE GEltARI), Brigade-Commandant van Napoleon door A. CON AN DOlfLE. 70 Als officier hem ik altijd bereid geweest mij 0,P te pfleren vioor mijne manschappen, hoewel de Keizer dat met leede ongein' zou gezien hohheig want zijne soldaten waren talrijk, maar hij1 had slechts 'een nu, uitstekende aanvoerders der cavalerie zijn zeer zeldzaam. Maar hier had ik een doel te bereiken, dat (inder daad wel eéne opoffering waard was, ten mijln. 1 oven. teldo ik al eviefn Weinig als de aardkluiten, diie irilij!n merrie met hare hoeven opgooide. '•Tegen den avond kwamen wij weder op dm groeten w.eig en spoedden ons nu naar het dorpje LobensternMaar nauwelijks bewogen wij ons op de hobbelige steepen der dorpsstraat, pf daar verloor mijjniè merrie een harer hoefijzers, Izoiojt dat ik mii' verplicht zag bij dein hoefsmid af geen verlies hebben op de varkensmesterij door de hooge boekwaarde der varkens. Maar spr. vroeg alleen, of B. en W. de mogelijkheid zou den willen onderzoeken om de varkens tegen verminderden prijs beschikbaar te stellen. Nu wordt er Amerikaansch spek gedistribueerd, maar dat kost ook geld aan de gemeente. Kon men ons varkensvleesch distribueeren, dan zou de bevolking ook eens inlandsch varkensvleesch kunnen koopen. Alles wat voor de varkens mesterij door de ingezetenen is opgebracht, gaat thans naar de markt in Rotterdam. Weth. De Bruin zegt dat de opzet van de varkensmesterij is geweest, de varkenssta pel niet geheel teniet te doen gaan en te zien iets van het vleesch te distribueeren. De zaak is altijd zoo bekeken, dat de varkens ongeveer tegen dezen tijd slachtrijp zouden zijn. in dien tusschentijd is er heel wat veranderd. Er is Amerikaansch spek gekomen, terwijl ook nog varkens' voor den dag kwamen. De prijzen zijn hoog en stijgen op de markt nog meer, zoodat het vleesch nog buiten het bereik ligt van een groot deel van de bevolking. De mesterij staat nu voor het geval dat de varkens slachtrijp zijn en ver kocht kunnen worden op de markt in Botter dam. Aan de Schiedamsche slagers is voldoen de publiciteit gegeven, dat ze de varkens bij ons kunnen koopen. We moeten de dieren toch opruimen, anders kan het bedrijf niet behoorlijk gevoerd worden. Als de Schiedam sche slagers er niet om komen, dan gaan ze weg naar elders. Deze verkoop kan z.i. toch geen fout zijn. Tenzij men er iets voor voelt de varkens voor goedkoopen prijs te verkoopen. De Raad zal dat dan eerst moeten uitma ken. Zonder een speciaal crediet kan zuias niet. Binnen een week zal ongeveer 1/3 van het aantal varken moeten worden opgeruimd. Als de heer v. d. Hoek vrijheid vindt om goedkoop varkensvleesch te distribueeren, dan dient hij thans een voorstel in die richting te doen. De distributie van Amerikaansch spek is zoo goed als afgeloopen. De proeven met den ver koop van bevroren vleesch zijn hier ter slede mislukt. De heer v. d. Hoek stelt dan voor, dat de Raad besluite, B. en VV. te laten overwe gen of het mogelijk is goedkoop varkenvleesch te distribueeren, dan kan de Biad in de e.v. zitting eventueel een crediet toestaan. We weten thans niets aangaande de kosten. Weth. Houtman: Een blanco crediet uit een leege kas. De heer v. d. Toorn: Dat is dubbelblank. (gelach). De heer v. d. Tempel vindt het gewenscht dat de gemeente zoo spoedig mogelijk met de varkensmesterij eindigt. De Voorzitter merkt op, dat de com missie het hoofd ook al in den schoot hee t gelegd en voor beëindiging van het bedrijf is. Weth. mr. Van Baren zegt dat om goed een uur mede verloopen, eer ik mijln rit naar Hof kon vervolgen. Dat oponthoud verwenschen- de, begaf ik mij1 naar de dorpsherberg e|n bestelde! een hoentje en een flesch wijin. Ik bevond mij <n|u| nog slechts enkele mijlen van Hof, zioodat er alle hoiop bes fond dat ik mijne documenten dien- zelfden avond nog aan den Prins kou overhandi gen, en den volgenden ochtend weder op reis kom zijln naar Frankrijk, met depêches 'vopr den Keizer 'in mijn borstzak. Maar nu zal ik u vier tellen, wat mij in de herberg van Lobenstein over kom en is. De kip was opgediend en de wijn vaoirgozeft èn beide had ik aangesproken, zaoals men dat verwachten kan van een man, die zulk een rit achter dein rug hééft, toen ik buiten de kamer1, Waarin ik zat, druk hoorde vraten en heen ©n| weer loioipem. Eerst dacht ik, dat heit slechts1 een woordentwist was van hoeren, die in een aangren zende kamer hun bier zaten te drinken, en ik bemoeide mij (Jps niet melt de zaak. Maar plot seling hoorde ik onder die doffel, ge'smporde ge luiden door, een stemgeluid, dat in staat geweest zou zijn, Etienoe Gérard van zijn doodsbed, te doen ppspringeu. f1 Het was dei klagende stem eener vrouw, die m mij verplicht zag i - - -• te stappen. Zijn dagtaak was afgeloopen, zijn mioeilgkheden verkeert. Mijn vprk ©n mijn mes1 vuur was gedoofd, ,eiu er zp|U dus minstens wel neersmijtende, bevond ik mij in een ojmmfczien onder de woelende menigte daar huiten. Daar waren de herbergier, met zijn breedei kaken, en zijn blondharige vrouw, dei twee stal knechts, een kamermeisje en een paar dorpelingen.. Allen zagen er1 even opgewonden uit, en in hun midden bevond zich, bleek en hevig ontsteld', de liéftalligste vrouw, clie eem krijgsman ioo|it zioij wenschen te ontmoeten. Zooals zij daar om zich heen stond te kijken, het hoofd fier opgeheven en een uitdagend trekje op hot onthutst igelaat, bcheein zij een wezen van een galieel ander ias,i dan het, gróve, onbehouden troepje, dat haar omringde. Nog geen twee stappen had ik buiten mijne deur gedaan, of zij ijlde naar mij^ toe en 'legde haar hand op mijn arm, terwijl haar blauwe oogen tintelden van vreugde en voldoe ning. „Een Fransch officier, een man van eer! nep zij. .„Eindelijk ben ik dan nu veilig- „Zeker, mevrouw, gij hebt niets le viceZen, zeide ik. en ik kon mij niet weerhouden, hare hand in de mijne te nemen, om haar gerust te stelten. „Gij hebt slechts te, bevelen, voeg de ik er bij, hare hand kussende, ten bewijze dat ik werkelijk meende, wat ik zeide. Ik ben eene Poolsche," zeide, zij, „mijn naam is gravin Palotta. Men, beleedigt mij, omdat ik de Franschen genegen ben. Wie weet wat ik te lijden gehad zou hébben, als de Hemel mij u niet ter hulpe gezonden had. i: Andermaal kuste ik hare hand. opdat zq mei aan mijne goede bedoelingen zou Iwn e en. aa na, wendde ik mij tot die bende, me zulk bene waarschuwende uitdrukking op t ge laat, als ik weet aan te nemen, en in een oogenblik was' (heg portaal ontruimd. Gravin", zeide ik, „nu zijt gij onder mijne bescherming. Gij zijt uitgeput, een glas wijn zal u wat opknappen." Ik bood haar mijn arm aan en geleidde haar naar mijne kamer, waar zij naast mij plaats nam aan tafel en den verkwik- kenden drank aannam, dien ik haar bood. i Wat kwam zij bij, toen zij daar zoo rustig bi] mij zat; zij fleurde op, als een bloem voor die zon f Zij verhelderde^ het vtertrek door haar schoon heid. Zij moet mijn bewondering wel in mijn oogen gelezen hebben, en het kwam mij voor, dat wederkeerig ,ook haar blikken zulk een ge waarwording uitdrukten. O, mijne, vrienden, denkt niet, dat ik maar zoo'n ordinair raensch was, toen ik dertig jaren telde. Bij de gehede hi ito cavalerie had men bezwaarlijk zulk fi|en paai bakkebaarden kunnen vindien. (Wordt vervolgd L I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1919 | | pagina 5