I Zaterdag H Mei 1919. TWEEDE BL1D gKülLLKTC AVONTUREN I No. 12441. BINNENLAND, Oe Rijksspaarpot. Hn Nieuwe Courant" kan niet gelotoVen, dat d^ P'Ogln|g van dfe gewentel Veïzen, torn aajn 8«ld te koonlen d)o(or tusschenkoinst van de Rijks postspaarbank, slagen zal. Zijl stelt in het beleid; dezer instelling te veel vertrouwen, oma een ppgen- bliki nan te nemen, dat deze poging zal slagen en dat nis „spaarpot" vqor het Necterlandsche volk eein gemeente zal worden beschouwd, die. op don rand Va(nheit faillissement is. Veeleer is het overtuigd, dat de directie al bezig is rich achter de onrein tel krabben bij die overdenking) van het reusachtige, bedrag aan gemeente-iobligia- ties, dat zich reeds in haar portefeuille bevindt en waarvan het gouden randje zijn glans ver liest. N eisen en Zaajndaim kunnen worden beschouwd als vborlioopers, als de eerste gemeenten, welke, voor het geheele la'nd duidelijk maken, waar heen. de verspilling voert van ronde besturen, ia|n besturen, waarin dje socialisten de mieier- deiheid tobben pf die doijr de zweep van ictela socialistische minderheid zich laten, voortjagen. 'lij1 zullen eerlang d|0|0r Verscheiden andere ste»- den gevolgd worden en zij1 zouden wellicht zelfs» door andere iteeds zijh voorgegaan, als met mjoer dan één college vajn 'Gedeputeerde Stajten ge woon iwas in de grootste giemieenten allerlei fi- ïiancieete expediënten door de vingers te zliien, die in kleinere niet worden gedoogd. Ieder, dite| nadenkt, zal toch langzamerhandi wel beseffen,' dat de wijze, waarop da radeini der grotote' ste den, in den laa,tsten lijd met geld1 „smijten", een crisis nadert en dat het uitgesloten is, dat dit nog lang kan vppjrtgaan. Het biud is van toordjetól, dat de Regeering aarhij niet werkjeloios mag toezien, wijl er nog. ui. vier gemeenten, ook nabij het Noord zeekanaal e toestand zich min. of meer jn dezelfde trich- ting opt wikkelt. Opk zal het overweging verdiie|- djt,IX' Niederlandscbe bankiersgroepen, die; e al te weelderig leveinlde. Genteen tebes tu ren aan gr d helpen, eens gezamenlijk het vraagstuk onder ,aof5eiu rifltn, (Otf er w.el voldjoende. waarnorg' is voor aflossing en cjoup on betaling. - In verband hiermede wijst het blad ap db mislukking der leening van ,20 mjllioen a öy2 pCt., door eein groep van bankiers voor de Gtei- meente. Amsterdam (aangegaan. Deze leening is °P verre, na niet Vel teek end. Niet uit gebrek' aan geld; want de provincie Zuidliplland, dile onlangs 10 pnillioen vroeg a 5i/2 pCt. kon pr 20 krijgen.. Maar het oordepl van het beleggend) publiek is gevraagd jent bet is verkregen. Hel) 18 demonstratief geweest. Dp bankiers zullen nu' <1© 20 millioeh mpjelten. foumeeren en de Ge meente krijgt dus het verlangde kasgeld, maajr daarmede i» de vlottende schuld niet gedeigd) on de anticatiebiljetten oi gemeentelijke schat-, bislbiljetten, zullen niet kunnen verlengd wor-j e'n. Heit zou d;us niet te verwonderen zijln, wajn- neei Amsterdam nog wel piet den weg .opging j'an eisen, maar toch in zper grqoitc moeilijk) eden zou komjein. Een gemeente als Amsterdam) an nog la;ng uitgeven en nog: eens uitgeven, kan ln 'laar bedrijven de loonlasten verhoegen, totdat oreral verlies geledein wiordt, kan daarmede .veel angder doorgaan dan .eten particuliere onderne ming, maar ook v.oor haar tornt, omdat zij geen wangleeningen kan uitgeven, het moment, waarop het niet langer zoo kan. Lij de weldra te houden Itaadsverkiezingenj mag de burgerij1 zich dp vraag wel eens stellen el zij bereid is bei betalen. Want nu da nieu we verordening :cp de Inkomstenbelasting er is kan 0e Gemeenteraad de schroef aandraaien zpp} sterk, als hij wil. Het percentage ligt vast, maar het cijfer 1 kan zooveel verhoogd worden, als de vroedschap goedvindt, nu het m©t leeman Uit is. J 1 De violgenide. week zullen de kiezers zeggen ,of zij' zulten doorgaan miet steeds meer beta len De sociaal-democraten zullen wel zprgbn, dat het'geld opkomt. Nederland en België. De tijdelijke voorzitter van. 3en ministerraad* minister Ruys de Rperetobrouck toeft gister-mid 1 dag in dia Twiepde Kamer 'de volgcjnde mededee- ling gedaan: 'jMijlnheer de Voorzitter, I.n antwoord op vragen van 'dien heer Loieff, betriefteinde berichten over Nederland rakende, eischien, die België ter vrpdesconferentree te Pao rijs aanhangig had gemaiakt, had de minister van buiten landstohe zaken in de verga de-ring van 11 Februari lj d|e. teer het stajnjdpunt kenbaar te; maken, dat dtojor de negeeróng tier handnaving van de vaststaande reichtein van den staat werd ins genomen. ■Naar aanleiding van een desbetreffend ciommu-. niqUÈ van het Belgische ministerie van buitjen.- landsohe zaken, deelde bij ito de vergadering, va.'n 18 Februari medp, dat de regeering1 het zich tot eein plicht had gerekend, aan de Bel gische regeeriing deze inlichtingen te vragen. De Kamer herinnert zich, da.t blijkens een inj de vergadering van 26 Februari vptorgelezen schrijL ven,, de Belgische regeering aan de uitnoodiging, om eetniige opening van .zaken te geven, gieten gevjulg heeft gegeven. t l.n de vergadering van 18 Maart deelde de| (mi nister van buibenlandsche zaken daarop me^fr', dat de regieeriing namens den raad der geallider den van de B.ritsche en Fra.nsche regeering oenfl mededeeliug had ontvangen tover een herzining van de tr acta tem van 1839, waartoe Nederland s m|e)- dewerking werd ingeroepen. Hij voegde daaraan toe, dat deze aangelegenheid toen bijl de regee ring in .overweging was. De ernstanliig toedien lieten sedert niet toe., na dere ntedeedeliingen te dioép. In verband met het streven ,om het parlement zooveel mogelijk vap den loop van zaken .op de hoogte te tonden, kan 'thans tot bekendmaking, van de termen van bovenbedoelde uitnoodigjilng! worden overgegaan. Zij was gericht aan Hr. Ms gezant te Parijs en luidde als 'v.oigt ,,lk heb de eer u te (jacn weten, dat de dp perste Baad dier geallieerden in zijn zitting va!n 8 Maart .de volgende besluiten heeft gempimkijn ten aanzien van dp> verdragen 1839. a. lje verdragein van 1839 zullen in hun geheel moern worden herzient op tot gmeen sc h appe lijic verzoek vajn dc mogendheden, die deze herzie-, ning noodzakelijk achten. b. Nederland zal aan deze herziening moer ten deelnemen. c. Diegene onder de .garandeerde gi.cnote mj'>| gandhieden, die hare verplichtingen zijn nageko men. zulten aan die herziening eveneens moe ten worden geassocieerd. d. De ter Vredesconferentie vertegenwoordig- 'de groote mogenpheden met aigeint ene belangen zuilen er ooa aan moeten aeemernen. e. Het al^emeene doel van deze herziening is, oveneenktmnstig de strekking van dén Voïkerpn- nond Be^è te toemiaon van de stavereimteifs- jjc-pt-r-Kingen, weike toet "door de verdragen vap 1839 is opgelegd, en ten behoeve zoowel van (Bel gië als vain 'den algemieienen vrede, de gevaren en de verscihiltendie bezwaren weg te nehiqf-i, die uit gezegde verdragen voort vloeien. Onder mededeeling van cjp bovenvermelde be slissingen, giemplmen door den pperslan raad dleB geallieerden, heb ik de eer, op verzoek van dep; Baad en in naam valn Frankrijk in de hoe dan ig- heid van garandteicirende m.oigendheid, die getrouw is gebleven aan hare verplichtingen, de Konink lijke Nedorlapidlscto regeering uit te nqodigtoto* v eretge'niwaordigers te willen aanwijzen mlet dfe; opdracht hare inzichten in zake de herziening F van ETIENNE GERARD, Brigade-Commandant van Napoleon I. -j£door A. CONAN DOYLE. 82 r van de verdragen vain 1839 tegenover den opper sten Raad dier geallieerden te komen uiteenzetten. (w.g.) S. FICHON. De uitiniciodiging van dien Eritscben minister va'n buitenlaindsf'to zaken, 'den heer Balfour wad gelijkluidend. 1 Naar aalnleidin.g va|o deze mededeelingen had; de regeerinig de positie te overwegen waadpj Nederland dqor delzen oproep om vio.or dien Con- seil Allié te verschijnen werd gesteld. Het was daarbij duidelijk, dat, dk> vérdere ontwikkeling! der kwestie in. hopgto mate afhankelijk kon zijn: van de in dit stadium aan te, nemen houding. Het lig niet in den aa.rd' van deze verklaring', in bïjL zoinderheden stil te staan bij de overweginglpn, valn historischen, juridiscton en politieken aardj die zich bij de topaling van het standpunt der regeerinig deden gelden. Na overleg met de raads- liedien ,der regeering te Parijs heeft de minister- vato builenlandsidie zaken den 2n April den ge zapt te Parijs pp gedragen tot de Fransche en Brioche minister het volgend schrijven te. rich-' tenI „In antwoord op uw schrijven, van 13 Maart heb ik de eer Uwen Excellentie mede te fles ten dat de ncgcei'ing der Koningin bereid is[ pafr dejn 'Oppersten Raa^d dier Geallieerden kenbaar1 te maken, pp welk standpunt zij zich met be trekking tpt tot vraagstuk der revisie van die) verdragen van 1839 stelt. (Terwijl zij alzon te dien eimd|e de dqor de Frajnsche regeering tol} haar gerichte uifcnqodLging aanneemt, naarnt dè Nederlanldscto regeering daarbij als vaststaand'! aa;n, dat de behandeling van dit vraagstuk dopr Nederlan|d niet zal geschieden met de viedesoon-' lerentic, waaraan het geen deel neemt, maar me», de bij de aangelegenheid betrokken m|ogr;ndhe- den in Uwen brief genoemd. Ik behoud mij; Voor, Ij'we Excejleinitie nader de ina.inep der vertegenq woiordiigers te dloen kennen, welke de Nederla|ad- sche regeerin'g regeering voornemens is aato te: wijzen. i i i t, t i Barer Majesteit's regeerinig zou het op prijb stellen, ten minste acht dagen tei voren in ken nis gesteld te. iwiörden m©t den dag voor iW vpiorganomen blijteenkomst vastgesteld." Bij dil antwoój'd heeft die regeering zich later* leiden dictor de gedachte, tdat het op haren weg lag de uilnioüdigi;ng om aver te komen met zon der gevolg te lateto- ^ij stelde, zich daarriievend op het standpunt, dat aan een behandeling van de vraag, .of in de tractateft van 1839 verande ring zal worden gebracht, door d|e Nederland- sche regeerinig alleen in vrijheid en pp vpet varj gelijkheid zou kunnen wordien deelgenomen efi dal de beslissing dienaangaande niet ton wordtin genomen in cene vergadering, waarin van de he) langhebbcndie partijen alleen Nederland zondleg zeggenschap zou zijn. f Met elen verwijzing naar ons evenbedoeld, a»it- w.aord jheefl die Fransche minister van buitenland se,he zaken', 'blijkens een telegralische mededee ling van onzen .zaakgelastigde te Parijs, al hi ei verleden Zondag ontvangen, thans bericht, dat de opperste Baad der geallieerde en geassocieer de groote mogtenjdheden besloten heelt, dat"~zo® spoedig mp,gelijk ieen', coin fe remt ie ware bijeen tei roepen, 'bestaande uit de vijf ministers van buir tenlandscihie zaken 'dier mogendheden en de Ver tegenwoordigers van Nederland en België, tenl einde de kwestie der revisie van de tractate^ van 1839 te onderzoeken. Blijkens eiein Maandag daarop ontvangen tele, giani heeft die lieer Pich,on aan .onzen zaakge lastigde nader bericht, dat de bij'eemkomst dSejr? coinfenentie bepaald is op Maandag aanstaande Mi hem uitgenood igd dat man den v-e r te gen woo rd i- ger der NederlaindsChe regeering te doen, we ten. 1 De vjaag van de herziening der verdragen vair» 1839 zal dus door een aparte conferentie wor den overwegen. De regeering is bereid aan deze! bijeenkomst, waar zij op voet van gelijkheid vety schijnt, du-el te nemen en in verband daarrnj-drs heeft de minister van buitenlandscto zaken zich- heden naar Parijs begeven. Geen wijziging van de voorwaarden, waarop ui Per lijd de ^schehling met België tot stand kwaal, en die aan Neder land bij afzonderlijk verdrag v,xir de tqeikomsti werden gegarandeerd, kan ons natuurlijk wor- dcu opgefegd. Na intusscheto bij de andere partjjf het verlangen naar een herziening is 1 op gek 3- men. si de- regeering tot bespreking en overweging t-treiQ, vpiir zo'A'ier z.uiks met onze rechten or* belangen, waaromtifejnt in deze vergadering inter) tijd verklaringen werden aigelegd, vereenigbaar is De desdcrata, welke ons van Belgische zij de zullen worden voorgelegd, zullen aan ton, ernstig en onbevangen onderzoek worden onder worpen. 1 .1'. Nederland en België. De Belgische ministersi'hebben D'onderdag-avnnd; naar Havas uit Brussel seint, in een bijeenkomst) inet Hijmants, minister van buitenlandsche za ken, die instructies vastgesteld', die aan de Bel gische gevolmachtigden gegeven zulten worden; ViOjoir de anfd'erhandelingen met Nederland pvterv de herziening van het tra,kta,at van 1839. Belgische steenkool. Havas seint uit Brusselj Op grondvan inlichtingen te hëvoegdef plaatse pver het niet meer verleenen van verdunningej\ vp.or uitvoer van1 steenkool naar Nederland, ver-* nenten wij uit gezaghebbende brond, da.t düej niet meer verleend worden, omdat men van mpe ning was dat dat land thans voldoende voorzien was. Aajni den anderen kant zijim de vervoer middelen voor kolen .onvoldoende. Er zijh thana onderhandelingen met Nederland' gaande tover den uitvioer van kodeln. Mjpjn heeft alle reden om aan te .nemen, dat die foit doegen -uitslag flui ten leidien. t i De gemeenten en hun aandeel ia de O. W.-belastiug. Naar wij: verneim|eto- ligt Lef in de badaelmigj vain de Regeering, aan de daarvopr in aan merking komende gemeenten over de jaretr 1917 dn; 1918 «ene uitkeering uit de opbnengst( der i.wrlogswiinstbelasting te doen. Op verzoek! der regeering is uit het midden van de IGedep. Staten der verschillende provincies en uit hot personeel der griffie etene commissie samenge steld. met de opdracht, een advies uit te bren gen omtrent tot te volgen systeem, van uit keering ein omtrent het bedrag, dat aan elke in» aatómsrking komende gemeente mpiet worcljwn, toegekend. Deze commissie zon'd reeds eepige. staten, /aan do geimeenten met het verzoek, dezei in te vullen, ten einde die, n.oodig-e gegevens te verzamelen ien te eontroleieren. Restitutie. Naar aanleiding van het mailbericht, vermel dende, dat de gezamenlijke stopmvaartmaiatschap-x pijen een som van longeveer f 5 millioen Ier be-, schikking gesteld tobben aan de Itoeproducen-; ten Veroenigirig als restitutie op de betaaidflj vrachtprijzen bij d»ën invoer van thee in Ame rica, verneijnt N.I.P.A., te Amsterdam, van be voegde* zijdiei, dat de desbetreffende onderhajn- ddingen slechts geleid: hobben tot het toeken nen van een restitutie ten bedrage van 5 ton- Dc versterkiug van het Aiusterdamsehe garnizoen. Naar wij vernie^ntein, is de sterkte der troe pen, te Amsterdam gedetacheerd tot verster king van het garnizoen, (1000 man) tot de; helft teruggebracht. (Tel-). In een oogemblik' kan ik een t.oestaind gehoeï overzien en eene beslissing nemen met ziaoiveefli zekerheid, alsof ik een, week daarop gabrped had. Nu 'had ik oogenlbliktolijk ingtezicn, dat ik' achtervolgd zou worden' en dal terwijl mijln paard reeds ruim twaalf mijleto had afgelegd. Maar dan was het in elk géval beter oui vooruit dan 0111 teruggedreven te worden.. Bij' dat heldere ie(n met verseto paarden achter niiji mjoest ^k mijn kans wel wagen, maar als ik hen ont- ^pen kon, dan gaf ik er toch die voorkeur aan, dat te dqen in de richting van Senlis dlan in Hnvan Soissons. jjj., at^ sctoot mij; alles plotseling door tot hoofd, luio STlel' begrijpt u? Nauwelijks liad ik di« ^^hgerichbein ondier de koperen helmen ge» zien, of ik gaf Viotetta de sporen, en zij |er van door, in den stormpas! 0, dat geschreeuw en dat getiier en dat getrappel achter ons! Drié hummer vuurden hunniei karabijnen op mij af, ter wijl de drie a|nderen zich in den zadel zetten. Een kogel sloieig achter mijln zadel aan top dén riemhaak, wat eieln geluid gaf alsof er met eein stok op eein deur geslagen wierd. Violetta, sprong als een dollie vooruit, en ik dacht werkelijk djaf zij' gewond was, maar het bleek slechts eiein Scha mp schot te zijn onder aan heit Itoj'-de hand- sche yoorbeem. 0, v\rat was ik aan dat lieve dier gehecht 1 Ik voelde, dal zij1 haar lamgem, ge- makkelijketo galop aannam, haiar hqeven trappel den iop dien weg als een paar Spaansche castag netten. Ik ton het niet langer uithouden. Ik draaide wijl in !dem zadlel 'om en riep, Üat heft zoia daverde: „Vivle rEmpereurl" Ik moiest het werkelijk uilschatereto van lachen hij dien stroom vain VerWenschingiëin, die toen op mij nederkwami Maar het wa.s nog niet giedaan. Als Violetta versch geweest was, o, dam zou zij; pp de vijf mijlen er een gewonnen hebben. Een van mijn .vervolgers, een piep j.ong offioiertje, reed aato" merkelijk bieter dain de andere. Elk oogeniblik kwam hij hen elen weinig vooruit. De afstand tusschen Wem ie|n de twee mannen, die achter hem reden, zal ongeveer tweehonderd meter be dragen hebben, maar telkens als ik omkeek, zajgj ik dien afstand gnooter worden. De andere drie, die eerst hunne karabijtoen hadden afgeschoten, kwamen n.og eeto heel pind achterna. De jonge officiiei bereed een vos teen mooi paard, toewei niet te vergelijken met VioLetta. Maar het was toch een prachtig beest, en het kwam mij voor, dat zijn tonndeiie vermoeidheid zich weldra zou di.qen galden. Ik wachtte zoolang tot het jongmensoh zijn manschappen een gïpot eind vooruit was, toen toom'dje ik mijne merrie den weinig in, een heel, heel klein toetje, ourt hem in den waan tie brengen dat hij werkelijk op mij won. Nadat hij binnen schot gekomen was, haalde ik mijn pistool voor den dag, trok den haan over en keek over mijn schouder, orrS te zieto wat hij vain plan was. Hij legde me aan, maar weldra bleiek het mij wat de oorzaa daarvan was. De idpmme jongieto had zijn pis o- ten uit die bolsters genomen, toen hij zich bij bet kampvuur had toëdergelegd. Zijn zwaar re kende, schreeuwde hij mij de eene o an ere bedreiging toe, niet begrijpende, dat hij geheel en al in mijne macht was- Ik hield den teugel in, tot de afstand tusschen Viotetta en den vos ■niet meier bedroeg dan ruim eein manslengte. „Rendez vous 1" hooide ik hem roepen- „Ik moet mijnheer werkelijk mijn or™plinwint maken over zijiri Fra,asch, ^e-ido ik, tervMjJl a den loop van mijn pisteol het rusten top in^ln linkerarm, wat ik altijd als de toste methode beschouwd heb om uit den zadel te schieten. Ik mikte qp frijn géfaWt «jto kton zelfs |bdj het maanlicht zien hoe bleek hij werd, daar hij wel begreep dat tot met hem gedaan was. Maar juist toen. ik mijln vinger aan dic.n trekker' Dracht, dacht ik aan zijne moeder, en ik joeg den to- g(;l door het schouderblad van zijn paard. Ik vrees, dat hijz'elf door don val mg verwond is; want tot was een verschrikkelijke smak, maar ik moest aan mijne dépcche denken, en zotte mijtoe merrie dus wéér in galop. Die bandieten lieten mij' echter nog niet zq^ spoedig met rust. De twee ruiters keken niet 'meer naar hun jongen officier om, dan of hij een rekruut geweest ware, die in de majmége van 't paard gevallen was. Ilern aan de zorgen van de anderen overlatende, stormden zij' mij achterna. fWordt vervolgd). i i 1 v- L»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1919 | | pagina 5