Dagblad voor Schiedam en Omstreken 42ste Jaargang. Zaterdag 7 Juni 1919. No. 13458 Gratis Ongevallen verzekering FEUILLETON. AVONTUREN Bureau: Koemarkt 4. Telef. 85, na kantoortijd no. 148. Postbus: 39. Abonnementen per 3 maanden f2.per we«k 15 cent, franco p. poet f2.50 p. kwartaal'; Afzonderlijke nummers 3 cent. Ad ver tentiëni 1-6 regels 11.50; elke ref©l daarboven 30 et. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden m ededeelmgien 60 c- p. regel, peciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvrage toegezonden. Incassokost©! worde* bwrekwd. bijl verlies van een wijsvinger; 5.1 verlies va* eiken ande ren vinger; Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustr. Zondagsblad. BINNENLAND. He nieuwe dienstregeling op de spoorwegen. De invoering der nieuwe dien tregeling op de spoorwegen is vastgesteld op 9 Juli a.s. Spoorwegpersoneel. Eergisteren hebben vertegenwoordigers van den R. K. Bond St. Raphael, den Prot. Chr. Bond van den Neutralen Bond van Spoorweg personeel een onderhoud gehad met den minis ter van waterstaat over de door hun organisa ties bij de directies der Ned. spoorwegen aan- hangig gemaakte duurtebijslagvoorstellen. Zij hebben betoogd, dat een bijslag van 25 pCt. voor de abnormale tijdsomstandigheden drin gend noodzakelijk is. Vuile zilverbons. Op vragen van den heer Ter Hall betreffende den onzindelijken toestand der in omloop zijnde zilverbons heeft Minister de Vries geantwoord, dat de Centrale Gezondheidsraad mededeelt, dat de mogelijkheid, dat door zilverbons ziek tekiemen worden overgebracht niet te ontken nen iadergelijke overbrenging kan echter evengoed door allerlei andere voorwerpen van dagelijksch gebruik, als b.v. papieren geld van boogere waarde, boeken, kleeren, eetwaren enz. plaats hebben. De ervaring der latere jaren beeft echter, volgens liet advies, geleerd, dat men aan de overbrenging, van besmettelijke ziekten door voorwerpen niet al te veel beteekenis moet hechten. De rol, welke de zilverbons in dit op zicht kunnen spelen, wordt niet bepaald door den tijd van circulatie en dus ook niet floor den graad van vuilheid. Zoowel schoone als vuile bons kunnen de dragers van ziektekie men zijn. Spoediger onttrekking aan de circu latie zal dus, naar het oordeel van den raad, weinig invloed hebben. Hetzelfde geldt voor verbetering van de hoedanigheid van het pa pier. De Minister meent dat voor het nemen van bijzondere maatregelen geen aanleiding bestaat. Uitvoer Duitselic goederen. Duitsche goederen kunnen thans zonder eenige formaliteit naar overzeescbe landen wor den uitgevoerd, aldus schrijft men aan de ,,N. R. Ct." Men kan dan ook verwachten, dat de N. O. T. binnenkort de door haar geëischte formaliteiten zal afschaffen. Voor den vrijen uitvoer van Duitsche goederen wordt als voor waarde gesteld, dat de overzeesche landen hun invoer toestaan. Wat de overzeesche neutrale gebieden betreft, zooals Nederlandsch-Indic, Argentinië en Chili en de neutrale landen in Europa, behoeft men daaraan wel niet te twij felen. Voor den uitvoer naar de Vereenigde Staten is een bijzonder invoer-consent noodig. Naar verluidt, zal het Amerikaansche consulaat te Rotterdam met de uitreiking van deze con senten bêlast worden. Mais uit Zuid-Afrika. Gistermorgen is de „Boeton", van de Maat schappij Nederland, te Amsterdam aangekomen met een lading mais aan boord, die Zuid-Afrika aan ons land ten geschenke heeft gegeven. Het schip heeft 900 ton mais meegebrachthet restant zal met het stoomschip „Medan", van den Rotterdamschen Lloyd, omstreeks half Juni te Rotterdam aankomen. Staten-Generaal. EERSTE KAMER. Zitting van Vrijdag 6 Juni. Na de behandeling van eenige kleine wets ontwerpen komt aan de orde, een Voorste 1-Kappeyne vandeGoppello, om den minister van justitie uit te noodigen een staatscommissie in te steilen met de op dracht, aan te geven in en door de praktijk algemeen erkende onjuistheden en leemten in de huidige Nederlandsche burgerlijke wetgeving, die een goede rechtsbedeeling in den weg staan. De heer Kappeijne licht dit voorstel uit voerig toe. Minister Heemskerk acht de zaak niet zoo eenvoudig. Hij verklaart zich bereid, aan de totstandkoming van een commissie mede te werken. Hij vraagt evenwel, of het niet wenschelijk zou zijn, de - commissie bij haar werk voeling te doen houden met den minister. Het voorstel wordt aangenomen z. h. st. Eveneens de wetsontwerpen tot nadere be strijding van de heling, onteigening van woeste gronden te Tubbergen door de gemeente Almelo, vereeniging van Stad en Ambt Doetichem, ont eigening te Avereest ten behoeve van het On- nenkanaal, en wijziging van de wet op de art- senijbereidkunde, om de apothekers meer vrij heid te geven, alsmede de begrootingen van Curagao en Suriname. De zitting wordt verdaagd tot 34 Juni. Het telefonisch verkeer met Duitschland. Telefoonverkeer tusschen de neutrale landen en het bezette gebied is weder door de bezet tingsautoriteiten toegestaan zoodat b.v. het telefoonverkeer met Holland via Dusseldorf mogelijk is. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag 6 Juni. N e d r 1 a n dBi e 1 g i De heer Marc ha. n t (V. D.) stelt'den Minis ter van Buibeinlandsche "Saken deze vraag: Is de Minister bereid; mededeelingen te doen omtrent de onderhandelingen met België en om trent de eischen die, België stelt? j De mi Ai stier v an Bmit enl. Z.a.k.e.n, de huer Van Karnebeek, antwoordt hierop: De eerste bijeenkomsten te Parijs haddien den 19en en 2Gen Mei plaats. I - Aan hel slot daarvan,, stelde de Belgische Mi nister voor, dat die beide volgende vragen zou den. worden onderzocht: I. Kan dei Maagliniei, die de eerste verdedi gingslinie van België is, afdoende verdedigd en gehouden worden bij den territorialen toestand gesc'hapien door dq tractaten van 1930, die met namte de? stad; Maastricht Mosae Trajectum - de eeuwenoude invalspoort der Germanen m Westelijk Ewropa, onder Nederlandsche heer schappij, gebracht hebben. I II.Kan de Scheids-linie, deze van nature ster ke linie, die de voornaamste verdedigingslinie van België is, abdoiemde verdedigd worden zonder dat België haar verdediging kan steunen op de ri vier over dein geheelen loop daarvan. De Belgische desiderata werden door den heer Hijmans voorts in substantie aangegeven onder de volgende bewoording. I. Met betrekking tot de Wester-Schelde en de daarmede1 samenhangende vraagstukken A. De vrije beschikking over den uitgang naar zee langs de Schelde d. w. z, de bevoegdhe den dier Souvereiniteit over den geheelen loop der WieB'ter-ScJhelde tusschen de zee- of bandeken en tot in volle zee, benevens over alle tot de Wester-Schelde behooreoide wateren en tevens over hielt kanaal en den spoorweg van Gent naar Terniëtuzen, zoo ook over de uitmonding van het kanaal in de West er-Schelde. B. De erkenning door Nederland van de nood zakelijkheid voor België om die verdediging van zijn grondgebied te steunen op de Beneden-Scihel- de lovetr haren geheelen loop en van het recht van die riviietr in volle vrijheid en te allen tijde voor zijne verdediging' gebruik te maken, hetgeen medebrengt, dat Nederland afziet van eiken mili tairen maatregel, die die uitoefening van dit recht door België zóu kunnen tegenwerken. C. Het beheer door België over de sluizen wel'-' ke dienen voor de afwatering van Vlaanderen. D. Het herstel der grieven van de Belgische vis- sc'hers van Bonschaute. II. Met betrekking tot de verbindingswateren tusschen de, W ester-Schelde en den Beneden-Rijn, met name het maken, op gemeenschappelijke kos ten van ieen kanaal met groot profiel Amwerpen- Moerdijk, ter vervanging,van de waterwegen voor zien bij het tractaat van 1839. r III. Met betrekking tot Nederlandsch-Linlburg a. De vestiging in Zuid-Limburg van een re giem, dat België vrijwaart tegen de gevaren, die voor zijne veiligheid voortvloeien uit de configu ratie van dit gebied en dat aan België den waar borg zal verschaffen voor zijne economische be langen, die benadeeld zijn door de bepalingen betrefffende grond- en watergebied van de tracta ten van 1839.- b. Een waterweg met groot profiel Rijn-Maas Schelde. IV. Met betrekking tot Baerle-Herfcog Eenio regeling welke een einde maakt aan de van ETIENNE GERARD, ,1 Brigade-Commandant van Napoleon I. door A. CONAN DOïLE. 97 ,,En nu, mijn troiu'we vriielnden," ging hij voort „ars gij mij nu in dezle kamer volgen wilt, dlan dan zal ik u uitleggen wat deze kl'eine komedie te beteekenen heeft. Gij zult wel zoo goed wil len zijn, Bierthier, hier te blijven, en te zorgen dat 'wij' niet gestoord worden." Dat was iets vneiémds voor ons, dienst te doen, terwijl leien maarschalk van Frankrijk al's schild wacht bij de dieur stond. Maar wijl volgden den Kei2|e|r, zooals pns gelast was, ein in de Vensterbank ge ziet en, terwijl wij" om hem heen geschaard ston den, sprak hij ons op gjedempten tpon aan. „Ik heb u uitgekozen," aeide hij', „omdat gij niet alleen de onverschrokkenste maar pok de Ik wa s er wel van bezwaren, voortvloeiende uit de tegenwoordige doorefcinmenging van Belgisch en Nederlandsch grondgebied. Da heer Hij'maas ginig daarbij uit van die op vatting, dat. bet gebied der revisie niet willekeu rig en a priori kon worden beperkt en deed het voorstel, dat de bestudeering van een en ander zou worden opgedragen aan één of twee commissies, waarin dei grootte mogendhe den Nedenand en België vertegenwoordigd zouden zijn. I ln de volgende vergadering, welke 3 Juni plaats vond, had ik de eer het standpunt der Nederlandsche Regeering ten aanzien dezer voorstellen uiteen te zetten, onder aanvoering, dat ingevolge het door mij in de eerste zitting aanstonds uitmaakte uitdrukkelijke voorbehoud ten aanzien van de integriteit van het Neder landsche land- en watergebied, de Regeering niet kon treden in die Belgische voorstellen, welke hetzij om economische hetzij om mili taire redenen een overgang beoogen van sou- vereiniifeitsrechten van Nederland op België dat de Regeering zich plaatst op den grond slag der bestaande verhoudingen en er uiter aard derhalve geen 3prake kan zijn van eene herziening van de tractaten van 1«39 in dien zin, alsof de scheiding tusschen België en Ne derland, welke in dat jaar haar beslag kreeg, opnieuw en nog wel naar andere beginselen zou moeten worden ter hand genomen, dat de Regeering overigens ten aanzien van de punten, die de scheepvaart- en economi sche belangen van België betreffen, in beginsel tot welwillend onderzoek en overleg bereid is, waarbij uit den aard der zaak dezerzijds de aandaeht zou zijn te vragen voor de inconve- nienten, welke de door de tractaten van 1839 geschapen verhouding ten aanzien van de Ne derlandsche belangen, in het bijzonder wat be treft de kanalisatie van de gemeenschappelijke Maas, heeft met zich gebracht, dat ten slotte naar het oordeel der Regee ring de militaire quaesties in het kader van den Volksbond moeten worden beschouwd. Met nadruk werd dezerzijds gewezen op het het belang in het algemeen van overleg, zij het aanvankelijk, tuschen België en Nederland te zamen, met het oog op de verstandhouding tusschen de beide volken en de wenschelijk- heid dat de eventueel te treffen regelingen door een geest van onderling vertrouwen wor den gedragen.' In het bijzonder werd afwij zing van dit overleg ongerijmd geacht ten aanzien van belangen, die sedert 1839 blijkens talrijke in het bijzonder de waterwegen be treffende tractaten, tusschen Nederland en België alleen en zelffstandig geregeld zijn geworden. Nadat in de vergadering van 3 Juni geen overeenstemming was bereikt, had ik de eer den daarop volgenden dag van den Franschen Minister van Buitenlandsche Zaken, mede na mens zijne ambtgenooten der groote mogen - heden mededeeling te ontvangen van het tre - fen van de volgende regeling al op de proef heb1 dóen stelten en u gadesloeg terwijl u op mijn last voorstellen Werden ge daan, waartegen uw eergevoel zich mioest ver zetten, dan geschiedde dat alleen omdat ik, in deze dagen, waarin, zelfs door mijn eigen vleesoh en bloed het donkerste verraad tegen mij .ge pleegd, wordt, dubbel op mijin hoede moet we zen. Laat het u voldoende zijln als ik u Zeg, dat ik volkomen vlei'trouwen stel in uwe dapper heid." „Trouw tot in den dioiod, Sir©!" riep Tremteau, en. wij herhaalden dien uitroep na hem'. Nadat hij' ons'et kennen gegeven had, dat wij' wat dichterbij zouden kómen, ginig Napoleon, nog zachter sprekende dan te voren, weder vtoort. 1 „Van hetgeen ik u nu zal mededleeten, heb ik niemand iets 'gezegd', zelfs aan mijne vrouw iof mijne brloeders niet. Alle hoop is vioior ons ver dwenen, vrienden, wijl zijn tot het uiterste ge bracht. Het spel is uit, en wijl móeten rekening daarmede houden." Toen ik dat hoorde, werd mijn hart zoo zwaar als eein negenponder. Wij hadden de hoop nog niet opgeigeven, hoe slechtde kansen rojok ston den, maar nu hijlzieilf, de man, die altijd zoo. ern- trouwste mijner soldaten zijit. Ik was er wel van stig was, wiens middelen nooit waren uitgeput, overtuigd, dat gij a'll© drie mannen wa,airt vhn nu hij daar zioo kalm, met ©ene stern, waaruit onwankelbare irouw. Als ik uwe standvastigheid niet de minste hartstocht sprak, zeide, dat alles gedaan was, nu begrepen wij ook dat de ne velen, die oinis al dichter en dichter omhuld had den, niet meer zouden optrekken, dat h©t laat ste schijntje Van hoop verdwenen was. Tremeau bromde wat in zijn baard' en greep naar zijn sabel, Despienine knarste op de tanden, en ik, ik zette mijn borstkas uit ©n liet mijin sporen rinkelen om den Keizer te topnen, dat er toch nog geesten waren, die door den tegenspoed niet werden nedergedrukt. 1 „Mijne papieren en mijin Vermogen moeten in Veiligheid gebracht 'worden, zeide de Keizer lxalf fluisterend. „Daarvan zal afhangen wat er in de toekomst nog gedaan kan worden. Die papieren zijln de grondslag van alle Verdere stappen; watot ik ben er zeker van, dat die arme Bourbons weldra de overtuiging zullen krijgen, dat mijn voetbank nog te .groot is om' hun tot troon te dienen. Waar zal ik die kostbaarheden bergen^ Al m!ij!n bezittingen zullen onderzocht wior 'en^ ook bij mijne aanhangers zal huiszoekinb v.or den gedaan- Zij moeten in veiligheid gebracht worden door mannen, wien ik gerus an o>„ vertrouwen, wat meer waarde voor mij heeft dan het leven. En gij zij't het, die ik voor die hei lige taak heb uitverkoren. „Allereerst zal ik u dan m^dedeelen wat dat voor papieren zijn. Gij zult. niet kunnen zeggen dat ik u als mijne werktuigen gebruikt heb. Het zijn de officieel© bewijzen van mijne echtschei ding van Josephine, va:n mijn huwelijk met Ma rk: Louise, ©n van de geboorte van mijn zoon en erfgenaam, den Koning van Rome. Wanneer dk bewijzen ontbraken, zouden mijne bloedver wanten later geene rechten kunnen doen gelden op idep troon van Frankrijk. er -r'gens rijn er eigendomsbewijzen ter waarde van veert* mil- rioen franc's - dat is ©en aanzi niijkc om, vrien den maar in vergelijking met da waarde vain die andere bescheiden, waarvan ik u reeds gespro ken heb, is die waarde niet veel meer dan die van mijn rijzweep. Ik zeg u da,t alles, opdat gij wel doordrongen zoudt zijn van het groote gewicht dier taak, die u wordt toevertrouwd. Luis ter nu goed, dan zal ik u zeggen, waar gij die papieren kunt krijgen en wat g'ij er mede doen moet. "Zij zijln van morgen t© Parijs in handen ge- ste.d van mijn© zeer vertrouwde vriendin,^ de gravin Wa.ewski. Om vijf uur vertrekt zij in bat© blauw geschilderde ber!ine naai b on adne biteau, waar zij tusschen half tien en tien uur zaï aankomen De. bescheiden zullen in hei rij tuig verborgen zijn op eene plaats, die haar &- l©ep bekend is. m (Worii vervolgft). -« -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1919 | | pagina 5