Het geheim van het kasteel.
Zaterdag
28 Febr. 1920.
TWEEDE BL1D
FIÜÏLLITOM
BINNENLAND,
No. 12678.
Instellingen van gezondheidsdiensten.
Naar wij vernemen, heeft de minister van
Arbeid, van oordeel zijnde, dat voor een goede
behartiging van de belangen der volksgezond
heid gezondheidsdiensten noodig zijn, een voor
ontwerp voor een wettelijke regeling daarvan
samengesteld.
Wij ontleenen daaraan het volgende
Het grondgebied van het Rijk wordt ver
deeld in gezondheidsdistricten, met in ieder
district een gezondheidsdienst.
De gezondheidsdienst heeft tot taak de bestrij
ding van besmettelijke ziekten, de opsporing
van haar oorzaken, de wegneming daarvan,
voor zoover mogelijk, en voorts de behartiging
van die belangen der volksgezondheid, welke
de Kroon als districtsbelangen aanwijst.
De gezondheidsdienst kan geen andere maat
regelen treffen dan waartoe hij krachtens wet
telijk voorschrift bevoegd is.
Indien de grenzen van een gezondheids
district samenvallen met de grenzen eener ge
meente, is de gezondheidsdienst een gemeentelijke
dienst, terwijl indien het district meer dan eene
gemeente omvat, de gezondheidsdienst een
dienst van het district is.
Een gezondheidsdienst wordt bestuurd door
een districtsraad, welks leden, die voor vier jaar
zitting hebben en terstond weer benoembaar
zijn, benoemd worden door de raden der ge
meenten van het district. Iedere gemeenteraad
benoemt zooveel leden van den districtsraad als
-hij zeventallen van leden telt. Een gedeelte van
een zevental geldt voor een geheel.
De minister, belast met de uitvoering van
deze wet, benoemt den voorzitter van den dis
trictsraad, die met twee door den raad uit zijn
midden aangewezen leden het dagelijksch be
stuur vormt.
De districtsraad is bevoegd onder goedkeu
ring van Ged. Staten verordeningen te maken,
op welker overtreding geldboeten van ten hoog
ste honderd gulden of hechtenis van ten hoog
ste veertien dagen kan worden gesteld. Die
verordeningen kunnen verschillend zijn. voor
verschillende deelen van het district.
Gedeputeerde Staten hooren, vóórdat over de
goedkeuring beslist wordt, de besturen der ge
meenten van het district alsmede den inspec
teur van de volkgsezondheid, tot wiens werk
kring het in de verordening geregelde onderwerp
behoort.
De districtsraad regelt den gezondheidsdienst
bij verordening, waarbij tevens wordt bepaald,
welk personeel aan den dienst verbonden zal
zijn en de jaarwedden worden geregeld. De ge
zondheidsdienst staat onder leiding van een
deskundige, die geen andere bezoldigde bezig
heid mag verrichten.
De kosten van den districtsraad en den ge
zondheidsdienst worden voor een vierde deel
vergoed uit 's Rijks kas. Het overige deel komt
ten laste van de gemeenten van het district,
voor ieder dienstjaar naar verhouding van haar
zielental, zooals dat laatstelijk is vastgesteld.
De leider van den gezondheidsdienst dient
den burgemeester van een gemeente binnen het
district eigener beweging van raad met betrek
king tot maatregelen, die deze krachtens wet
telijke bevoegdheid kan nemen ter bestrijding
van besmettelijke ziekten of tot afwending^ van
gevaar voor de volksgezondheid.
Indien de burgemeester niet binnen bekwa
men termijn aan het advies gevolg geeft, brengt
de leider van den dienst zijn advies ter kennis
van den inspecteur van de volksgezondheid, dien
het aangaat. Deze legt zoo noodig de zaak met
zijn advies voor aan den Commissaris der Ko
ningin. Deze draagt den burgemeester al die
maatregelen op, die hij op grond van het advies
van den inspecteur noodig acht. Weigert de
burgemeester de maatregelen uit te voeren of
voert hij die onvoldoende uit, dan draagt de
Commissaris den oorzitter van den districts--
raad op te doen wat des burgemeesters was.
Van het tijdstip van de opdracht gaan de
bevoegdheden van den burgemeester tot het
treffen van de voorgeschreven maatregelen
over op den voorzitter van den districtsraad,
totdat de Commissaris der Koningin verklaart,
dat de bevoegdheden wederom op den burge
meester overgaan.
De voorzitter van den districtsraad is ver
antwoording verschuldigd aan den Commissaris
der Koningin.
Gemengd Nieuws.
Melk naar Duitschland. Naar de
„Tel." verneemt bedraagt de hoeveelheid melk,
welke ons land thans aan Duitschland levert,
30.000 liter per dag. Het ligt echter in het voor
nemen, om deze hoeveelheid, welke thans door
een 5-tal fabrieken in Brabant geleverd wordt,
in begin Maart op te voeren tot 40,000 L., en
in dat geval ook meerdere fabrieken voor de
levering aan te wijzen. In verband met een en
ander, en ten einde de finantieele zijde van deze
export-aangelegenheid zoowel als de consenten
regeling nader te behandelen, vertoeft, naar
aan het blad werd medegedeeld, de voorzitter
van het zuivelkantoor, de heer O. Reitsma,
momenteel te Berlijn.
De leveringen door de Brabantsche fabrieken
hadden, volgens de „Tel.",'reeds eerder een aan
vang kunnen nemen, doch men wachtte op de
benoodigde spoorwagons en daarna op de geld
storting van Duitschland, aangezien overeen
gekomen was, dat voor een leveringstijdperk van
circa 14 dagen de gelden steeds vooruit zouden
geremitteerd worden. De eerste remise van
100.000 kwam begin der vorige week binnen,
waarna onmiddellijk order gegeven werd, den
eersten melktrein naar Duitschland te laten
vertrekken.
Voor deze week betaalt Duitschland een prijs
van 16 cent per liter, verhoogd met 4 per liter
voor bussenhuur en transportkosten. De levering
omvat voorloopig het Rijnsch-Westfaalsche in
dustriegebied.
der geleverde waren en het bedrag der garantie
zou later verrekend worden.
Levensmiddelen voor Oosten-
r ij k. Men meldt uit Amsterdam
Naar wij vernemen, is, tengevolge der sta
king in het havenbedrijf, ook stagnatie ontstaan,
in de verzending der gedroogde aardappelen
naar Oostenrijk, welke opgeslagen liggen te Am
sterdam, Zaandam en Wormerveer.
Oostenrijk maakt van de in ons land ge
droogde en gestampte aardappelen een dankbaar
gebruik, en de bij scheepsladingen (in Rijn-aken)
aangevoerde aardappel-schijfjes vinden dan ook
grif hun weg naar de meelfabrieken, waar zij
echter als meng-middel in veel grooter percen
tage gebruikt worden dan bij ons in de Post-
huma-dagen het geval was. Ook bereiden de
Oostenrijkers de gestoomde aardappelen in de
soep of men maakt er pap van. In ieder geval
is men er in het benarde land bijster mee in zijn
schik en veroorzaakt de doo. de staking onver
mijdelijke stagnatie in de aanvoeren, aldaar
groote teleurstelling.
Tot heden werden circa 10.000 ton van dit
artikel door het Rijkskantoor voor Aardappel-
Bewerking, waaronder deze aangelegenheid res
sorteert, naar Oostenrijk verladen terwijl nog
een groote hoeveelheid op verscheping wacht.
Het lag in het voornemen totaal voor een
waarde van zes millioen gulden naar Oosten
rijk te verladen, waartegenover de Oostenrijk-
sche regeering, bij het tot stand komen der be
trokken overeenkomst, zich bereid verklaarde
bij een bankinstelling te Weenen een ga
rantie van 20 millioen kronen te storten, Dit
bedrag werd ook inderdaad gestort, maar vol
gens den lagen koers vertegenwoordigt het
momenteel in Hollandsch geld slechts een waarde
van twee ton. Het verschil tusschen de waarde
Spaansche griep te Kopenha
gen. Tot gister zijn totaal 327 personen (167
mannen en 160 vrouwen) aan de Spaansche
griep gestorven. In de afgeloopen week kwa
men totaal 8368 nieuwe gevallen voor, tegen
11038 in de voorafgaande week, dus een terug
gang van 24 De geneeskundige dienst ver
wacht dat binnen 14 dagen het gevaar geweken
zal zijn.
Spoorwegstaking in Frankrijk.
Gisternacht om een uur is op den spoorweg
Parijs—Lyon—Middellandsche Zee de alge-
meene staking afgekondigd. De reden is, dat
een beambte van die maatschappij, die bestuurs
lid was van de vakvereeniging der spoorweg-
lieden, door de directie ontslagen was, omdat
hij zich naar een bestuursvergadering der vak
vereeniging te Dijon begeven had, ofschoon
de directie hem een dag verlof, die hij aange
vraagd had om er heen te gaan, geweigerd had.
Op de lijnen van de P.-L.-M. is de staking
bijna algemeen.
De regeering maakt bekend dat zij het noo-
dige zal doen om de ravitailleering van Parijs te
verzekeren.
Een groot aantal bladen laakt het optreden
van de stakers. Hervë in de „Victoire" somt op,
wat er de laatste tijden reeds aan het spoor
wegpersoneel is toegestaan en herinnert aan de
spoorwegstakingen in Engeland en Italië, welke
door die landen goed doorstaan zijn.
Volgens nadere berichten breidt de staking,
die op de P. L. M. begonnen is, zich tot andere
spoorlijnen uit. Het is nog wel geen algemeene
spoorwegstaking, maar de opwinding is overal
groot. In sommige stations van Parijs legden
nog slechts enkele arbeiders en beambten het
werk neer, maar in andere stations ontbreekt
de helft van het gewone personeel. Aan het
Lyon-station is een trein naar Marseille vertrok
ken en zijn twee treinen uit de voorsteden van
Parijs aangekomen. Die treinen waren stamp
vol en op de treeplanken zaten en hingen tros
sen menschen. Aan het stion van den Quai
d'Orsay en aan het Oosterspoor was niet veel
te merken, maar de opwinding onder het perso
neel doet vreezen, dat elk oogenblik ook daar
de staking kan uitbreken. Aan het Montper-
nasse-station zijn wel veel stakers, maar de
dienst gaat nog zijn gang. Aan het Noorder
station en aan het Invaliden-station is het vrij
kalm. Maar op het staatsnet is de toestand veel
ernstiger. Zoo is het aan station St. Lazaire de
staking vrijwel volledig. Er kon slechts een
trein vertrekken en wel naar Cherbourg, omdat
cTe machinist daar toevallig woonde.
De „Humanité" en de „Information" dringen
op een schikking aan.
2
De pilaren, met sierlijke slingers omwonden,
droegen zinrijke opschriften. Voor elk venster
stonden prachtige ceders en roode beziën kwa
men allerliefst tusschen het donkere groen naar
voren. Op het altaar en langs de wanden brand
den kaarsen en het orgel speelde de heerlijkste
wijzen. Op het koor zat de koster. Beide han
den hield hij over de knie samengevouwen en
staarde bedroefd voor zich heen.
Een man trad naar hem toe de vreemde in
het voorportaal herkende hem en werd door
afschuw en vrees bevangen.
Het was een groote man in zijn beste jaren,
een edelman, dat kon men bij den eersten aan
blik zien. Zijn haren waren echter vóór den tijd
vergrijsd en een diepe melancholie teekende
zich op het breede voorhoofd duidelijk af.
Hij sprak tot den koster „Zoo Blunt, zijt
ge vermoeid, of valt u de dienst vandaag zwaar
„Neen, mijnheer," antwoordde de aange
sprokene en stond op. „Mijn dienst valt mij
niet zwaar, zelfs licht, maar de zorg voor vrouw
en kind drukt mij."
i,0, dat zou ik vergeten hebben je vrouw is
ziek Hoe gaat het met haar en met je jongen,
Blunt?"
„Ik vrees, dat hij sterven zal, mijnheerde
moeder begint langzamerhand te herstellen,
maar het kind kwijnt en ik geloof zeker, dat
hij den nieuwen dag niet meer zien zal."
„Is het mogelijk, Blunt IWaarom zeidet ge
mij dat niet Hoe oud is je jongen en hoe heet
hij
„Robert, mijnheergisteren was hij vier
maanden."
„De kleine Robert zal voor zijne toekomst in
mij een beschermer vinden, Blunt
„God zal het u loonen mijnheer Hoe geluk
kig zou ik zijn, als hij mocht blijven leven
Hij zou zeker een trouwe onderdaan van u
worden mijnheer."
„Spoed je nu, dat ge naar huis komt, Blunt
ge had vandaag zeker niet in de kerk moeten
komen."
„Zou ik dan weg durven blijven, mijnheer
Was de kerk niet de grootste trots van uw oom
zaliger Het zijn juist dertig jaren, dat hij
hier op Mcze plaats opnieuw Opgebouwd en mij
de plaats van koster opgedragen heeft. Hij
schonk mij ook mijn klein huisje en eenige stuk
ken grond, waardoor jkeengezetenmanwerd.lk
zwoer hem onverbreekbare trouw en ijver in
zijn dienst tot aan mijn dood. Hij stond er op
dat de kerk steeds rein en schoon was, en ik
beoefen thans voor zijn neef denzelfden plicht
als eens voor den ouden heer."
„Dat weet ik, Blunt," sprak de edelman en
klopte den koster welwillend op den schouder.
Doch ga nu Ik zal het afsluiten der kerk wel
op mij nemen."
„Niet waar, u doet het dan ook zeker mijn
heer vroeg de ijverige kerkdienaar half ang
stig. „U weet immers, hoe uw oom vroeger
op zijn kerk gesteld was."
Japanners in Peru. Eenige bijzonder
heden omtrent den grooten aankoop van land
in Peru door Japanners vermeldt „The South
American". De Hoshi Pharmaceutical Compa
ny Imd. te Tokio heeft in eigendom gekregen
740.000 acres (1 acres 4047 M2.) grond, lig
gende op den rechteroever van de Huallaga-
rivier, en zich uitstrekkende van een punt on
geveer 75 mijlen ten Z. van Huanuco tot aan de
Rio Tulumayo boven Tingo Maria. De Hoshi
Company, werkende met een kapitaal van 5
millioen yen,is een van de grootste in haar soort
van Japan. Het land is bekend onder den naam
Tulumayo, en Juana Martins Viuda de Fernan
dez was de voornaamste eigenares het ligt
tegenover de bezitting van Durand aan de Haul-
laga-rivierde heer Durend heeft als agentn
van Senora Martins de onderhandelingen ge
leid.
Volgens een verklaring van de heeren
Saito en Masaho Sawasa, die in Peru de Hoshi
Company vertegenwoordigen, werd de grond
die geheel onontgonnen is, alleen gekocht met
het doel om de geneeskundige kruiden, welke er
in 't wild groeien, te verzamelen. Voor 't oogen
blik wordt niet aan kolonisatie gedacht, daar
het land ongeschikt is voor ontginning op groote
schaal. Langs de oevers der rivieren liggen
smalle strooken vlak land, maar al spoedig
komen de zwaar begroeide heuvels die de
oevers van de Iluallaga tot een zeer geacciden
teerd terrein maken. E)e cascarilla, waarvan
kinine gemaakt wordt, groeit er in overvloed,
en volgens Sawasda zullen de in 't wild gevonden
planten gedurende langen tijd voldoend materiaal
voor de Hoshi company opleveren, zonder
dat aanplant noodig wordt.
In December 1917 heeft deze maatschappij
de Hacienda Pampayacu gekocht, die een op
pervlak heeft van 1235 acres, voornamelijk be
plant met coca en voor een klein gedeelte met
katoen.
Nu het kontract, dat dit product naar det
Peruana-Argentina-syndikaat deed gaan, afge
loopen is, zal de Hoshi Company ook deze gron
den exploiteeren voor hare rekening. Het spreekt
vanzelf, dat 't werk der Japansche maatschappij
aan de Huallaga met groote belangstelling wordt
gevolgd sedert den teruggang van de rubber
industrie is er geen ernstige poging gedaan om
op groote schaal den natuurlijken rijkdom van
het Peruaansche bergland nuttig te ontwikkelen
althans wanneer men ter zijde laat enkele mijn-
concessies die meerendeels tot niets hebben ge
leid. De Japansche kolonie die zich heeft ge
vestigd te Puerto Moldonado aan de Madre de
Dios in Zuidoost-Peru heeft de geschiktheid der
Japanners bewezen om in de landen van het
Amazone-bekken te aarden. Zij werden er ge
bracht door de Inca Mining and Rubber Com
pany en zakten de Madre de Dios at tot boven
genoemde plaats, waar zij kleine plantages aan
legden niet alleen verbouwen zij hun eigen
kost, maar zij drijven handel in rijst en andere
eetbare producten langs de rivier.
Tumulayo ligt ongeveer vier dagen te paard
van Cerro de Pacso, wanneer men den loop van
de Huallaga volgt welke rivier niet verder be
vaarbaar is, zelfs n^et voor kano's, dan beneden
Tingo Maria.
Suikerfabrieken. Vooi den oorlog
bezat Polen 70 suikerfabrieken, waarvan 54 in
het gedeelte, dat onder Russische overheersching
sotnd en 16 in het Duitsche gebied. Hiervan
zijn er thans 37 in werking in 't voormalige
Russisch-Polen, met 15.500 arbeiders.
Voor de suiker-campagne in dit jaar is onge
veer 165.000 ton steenkool noodig, hiervan
zijn tot nu toe ongeveer 100.000 ton ontvangen,
zoodat de suikerproductie in 't voormalig
Russisch-Poelsehe gebied verzekerd is. In de
provincie Posen is de toestand veel ongunstiger,
aangezien de suikernijverheid er zoo groote
moeilijkheden ondervindt voor de levering van
de steenkolen, dat de fabrieken voor dit seizoen
petroleum als brandstof hebben moeten gebrui
ken. De minister van handel en nijverheid
heeft in verband hiermede stappen gedaan om
de noodige hoeveelheid petroleum uit Galicië
te krijgen.
Voordeelig zaakje. De firma B. te
Westmaas moest een partij lijnzaad naar Egypte
verzenden dat te Botterdam moest worden ge
laden. Door de staking kon hij te Rotterdam
geen volk krijgen. Hij bood daarop aan de ar
beiders in zijn woonplaats 3000 ter verdeeling,
indien zij te Rotterdam wilden gaan laden.
Daarop werden 23 arbeiders in een bootje naar
Rotterdam vervoerd en na een dag en een nacht
gewerkt te hebben was de arbeid volbracht en
konden zij de ƒ3000 verdeelen.
Een 40-tal Rotterdamsche stakers kwamen
daarop naar Westmaas en bedreigden de arbei
ders, die evenwel verklaard hebben, dat indien
zij weer eens zoo'n werkje konden krijgen, zij
daarvoor te vinden zouden zijn.
Bij dezen lof kwam een duistere schaduw
over het gezicht van den voornamen heer, en
op bijna barschen toon antwoordde hij „Goed
Blunt, wees zonder zorg. Ga naar je zieken
jongenwellicht herstelt hij nog. Zoudt ge
niet naar Dina gaan en haar voor dezen nacht
meenemen ter verpleging van je beide zieken
„Ja mijnheer dat zal ik doen, zij is een voor
treffelijke verpleegster. Maar gij zult toch zeker
wel goed sluiten
Met deze vermaning had hij de kerkdeur ge
opend, stond in het voorportaal, dat evenals
de kerk van roode tegels gebouwd en van twee
zijden gesloten was. Juist daarboven was de
klokkentoren opgetrokken en het naar beneden
hangende klokketouw lag in verscheidene krom
mingen op den vloer. Blunt stiet het met de
voeten ter zijde en keek naar buiten in de vrije
avondlucht. „Nog altijd sneeuwval," zei hij,
„hoe betreur ik de armen, die in zulken nacht
dakloos zijn en buiten moeten blijven
„Ik ook" antwoordde zijn gebieder blijk
baar onverschillig en dwong den koster tot heen
gaan.
Nadat deze de kerk verlaten had', wendde
hij zijne schreden naar het kerkhofhek. „Ik
kan het niet helpen," zeide hij bij zich zelf,
terwijl hij tusschen de grafheuvels voortschreed,
„hij gelijkt zijn oom niet het valt mij werke
lijk zwaar, van hem te houden. De goede oude
heer van Sozy Dell was zoo geheel anders. Ik
had eigenlijk de kerk niet moeten verlaten. Ik
zal geen rust hebben voor ik morgen vroeg zie,
dat alles in orde is."
Een uur later hadden de laatste vromen het
godshuis verlaten. George Stillworth nam alsnu
den kosterdienst over, deed de lichten uit, sloot
sacristie en kerk en begaf zich, voorzien van
een lantaarn, door het voorportaal naar den
uitgang, om ook dezen behoorlijk af te sluiten.
Zijn overjas was tot aan de ooren dichtgeknoopt,
zijn hoed diep in het voorhoofd gedrukt en nog
beefde hij en kon den sleutel niet in het slot
krijgen. Nadat hij de lantaarn aan een nagel
opgehangen en zich met beide handen had inge
spannen, gelukte het hem het zware slot om te
draaien.
Niet de koude doch het gevoel van een een
zaamheid temidden der graven deed hem beven.
Nacht en kerkhof waren niets voor George
Stillworth's natuur. Hier onder die heuvels
om hem heen rustten velen, die hij koud en lief
deloos behandeld, menigeen, dien hij zelfs zwaar
gekrenkt had
Thans staat gij hier, George Stillworth, ont
rukt aan de verstrooiingen, de geveinsde vleie
rijen en de zinnelijke genoegens der wereld
Hier tusschen de graven Een gevoel van angst
bevangt hem, een rij smaadvolle daden gaat
aan hem voorbij en martelt zijn geweten, lfier
verdwijnt de glans van zijn hooge positie, hier
is hij alleen met de dooden en zijn eeuwigen
rechter.
Wee u, Stillworth Waarom hebt gij slechts
voor u zelf geleefd, zonder te denken aan den
dood, wiens nabijheid u thans zoo vreeselijk
kwelt Ach, dat het anders ware.
Wordi vervolgd).