Het geheim m het kasteel. laat stoomen, verven, wasschen en strijken bü de .DE PHOENIX", Telef. No. 15. FEUILLETON. (rniark aan eiön consortium rijn verkocht, maflr dil schijnt toch onjuist (ei zijn, want er hebben ondorhaindelingjein plaats tusscnen den groother tog on den Staat Oldenburg. ■Hét kÜleinsttel 'doei van de schilderijen is nog in Oldenburg, vloprtiaimielijk' de oud-Duitsi.be wei tien en ook Gortiedtisz' GTaf Ed/.ard von Ost- frieaïand. Een deel van dezsf doeken zal in bet v»0i' staal «museum bestemde slot blijven, een ander in bet familieirmiseiim bei; sint Entia komen. DenoodinEuropa. Over den nood in Europa en de mogelijkheid om dien nood te lenigen door het verstrekken van credieten schrijft de heer Kruseman in het jongste num mer van „In -en Uitvoer" een lezenswaardig artikel. Een zeer groot deel der menschen, zoo zegt o.m. de heer Kruseman brengt geen levens middelen voort, doch helpt bij de productie van nijverheidsartikelen. Het loon, dat zij daar voor ontvangen, wordt voor den aankoop van hun levensmiddelen gebruikt. Zij worden der halve slechts dèn door de te verleenen credieten geholpen, indien de producten, die zij voort brengen, ook behoorlijk, dus met winst, kunnen worden verkocht. Dit laatste nu is voor alle producten niet mogelijk, omdat de wereld als geheel sterk verarmd is en minder kan koopen dan voor den oorlog. Elk nijverheidsland zal dan ook met een deel der producten blijven zitten, indien het gelukt om door voldoende credieten de nijverheid volop te laten werken. Het meest waarschijnlijke is een combinatie en wel, dat het niet mogelijk zal blijken in de be hoefte aan credieten en levensmiddelen voor allen te voorzien en dat na zeer korten tijd de geholpen fabrieken slechts een deel van hun artikelen kwijt kunnen. Er zal dientengevolge groot werkgebrek en armoede heerschen en de hongersnood, hoewel in anderen vorm, blijft permanent. Het eenige wat hiertegen kan helpen is een uittocht op groote schaal van miilioenen personen, voor wie in eigen land geen werk en geen brood is Het helpt niets of zij elders in fabrieken of kantoren gaan werken, dat verplaatst slechts de moeilijk heden Zij zullen rechtstreeks deel moeten nemen aan de voortbrenging van levensmidde len, dus boerenwerk moeten gaan verrichten in streken waar hun handenarbeid en hun meerdere kennis en ontwikkeling in staat moeten zijn de voortbrenging te vermeerderen Wellicht kan een verandering en verdeeling der groote landgoederen in Duitschland en Oostenrijk wat goed doen, doch de productie zal daardoor niet zoo heel erg veel kunnen stijgen. Allicht zal er in Rusland wel plaats zijn voor talloos velen die in de Germaansche landen niet kunnen blij ven, doch dan zal de toestand daar nog heel wat moeten veranderen. Indien het grondgebruik en het grondbezit daar zoodanig geregeld wor den, dat personen met weinig vermogen op ge makkelijke voorwaarden boerderijen van 60 b 80 Hectaren land in vruchtbare streken in gebruik kunnen krijgen, dan is er voor tal van niet- Rnssen gelegenheid om, zonder omweg via hun arbeid in nijverheidsondernemingen, zelf en eigenhandig hun brood uit de aarde te verkrijgen. Ieder gezin, dat op die wijze in zijn eigen levensmiddelen voorziet, geeft drievoudige winst Het maakt het deel vrij, dat het anders als in dustrie-arbeider zou verbruiken en dat uit verre landen moet worden ingevoerd het zorgt voor zich zelf ter plaatse waar het gezin zich vestigt en het levert door het overschot der landbouw- voortbrengselen, die uit het nieuwe landbouw bedrijf voortkomen, levensmiddelen voor hen die in het oude beroep zijn gebleven. Hoe meer aanbod van granen enz. er is, des te eerder Zal de prijs dalen en zal het spoediger mogelijk worden om het verarmde Europa weer op de been te helpen. Naast het ontvangen van crediet zullen de hulpbehoevende landen dus moeten trachten hun industrie-arbeiders in landarbeiders om te zetten, kan het, dan in de eerste plaats door het verbreken van het groot-grondbezit, althans overgroot grond-gebruik in eigen land, en te vens koloniseeren van vruchtbare, nog weinig 18 In Blunt's houding tegenover Edith lag meer dan eenvoudige hoogachting voor de dochter zijns gebiederszij toonde zelfs een stille, angstig verborgen neiging. Bovendien herinnerde Frank zich Ida's uit lating, dat haar adeltrotsche vader liever zijn beide dochtere zag sterven dan beneden haar stand trouwen op dezen trots van den ouden heer bouwde hij op,de schoonste verwachtingen voor zijn wraak. Wat zou gebeuren, als die edelman vernam, dat zijn secretaris moedig genoeg was, zijn oudste dochter lief te hebben Zou hij niet dien aanmatigenden man, die zijn afkomst zoo sma delijk vergeten kon, direct de deur wijzen Frank brandde van begeerte naar bewijzen, om daarmede bij den ouden slotheer te komen aandragen. Reeds sedert den middag had Blunt zich niet meer in het gezelschap vertoond, doch zich, zaken voorgevend, teruggetrokken. Waarheen Niemand wist het. Edith was niet zooals gewoonlijk in het salon gebleven, doch had zich even na den bevolkte landen in de nabijheid, waar de land verhuizers ook maar een plaats kunnen vinden. Lang niet oveial zullen zij welkom zijn, en lang niet overal zullen zij kunnen komen, doordat er geen voldoende scheepsruimte is en de men schen de overtocht niet kunnen bettien. Be halve in Rusland is er nog plaats genoeg in Mesopotamië, doch daar zullen de Engelschen wel bezwaar tegen hebben en in Noord-Mantsjoe- rije, waar men de tegenstand van China en van Japan tegen Europeesche landverhuizers heeft en waar de Chineesche koelie voor veel minder loon wil werken, dan een Europeaan met mogelijkheid kan doen. Ziet men geen kans om de overbevolking van miilioenen menschen uit Germaansch Europa weg te krijgen, dan kunnen alle credieten der wereld niet verhinderen, dat zij in ongetelde aantallen verhongeren moeten met al de ellende die daarmede gepaard gaat. Devrachtprijzen. De „Morning Post" zegt, dat er alle kans is dat de scheepsvrachten naar Groot-Brittannië op de Noordelijke Atlan tische route lager zullen worden. Tengevolge van den slechten wisselkoers en andere omstan digheden is er een zeer merkbare vermindering van vraag naar scheepsruimte uit de Vereenigde Staten geweest. Bijgevolg is er een tekort aan vracht van den anderen kant en in wel ingelichte kringen heerscht de opvatting, dat als natuur lijke gang van zaken een daling in de vracht prijzen zal optreden. In hoeverre deze daling zal plaats hebben, zal afhangen van de mededin ging en de arbeidskosten, benevens in het bij zonder den prijs van steenkool. In verband met dezen toestand is de vraag overwogen, of sche pen in de Noord-Atlantische vaart niet op andere routes kunnen worden gebruikt. Daar tegenover staat, dat de invoer uit Groot-Brit- tannië naar de Vereenigde Staten zeer in hoe veelheid toeneemt. Nergens gaat de Britsche exporthandel zoo vooruit. De uitvoervrachten zullen daarom wel vast blijven. Op de Indische, Chineesche en Australische routes wordt geen verlaging van de bestaande prijzen verwacht. De opstopping in de haven van Londen. Lord Devonport, voorzitter van de haven van Londen, heeft voor de commissie van onderzoek naar de .loonen van de boot werkers gezegd, dat er 150.000 pond vleesch liggen opgeslagen, wat genoeg is om het land 3 maanden te voorzien. Verder liggen er 160.000 ton in stoomschepen, die onder weg zijn of op lossen liggen te wachten, terwijl er 95.000 ton in Australië op lading wacht. Deze opeenhooping was 6 maanden geleden al te zien en bijgevolg zijn de kosten voor ligdagen en andere op reke ning van den consument gebracht. Als er een goede organisatie was, zou de prijsvan hetvleesch veel lager zijn dan hij nu is Verleden jaar zijn er 2miIlioen balen wol geimporteerd tegen 800.000 balen in de jaren voor den oorlog. In Juni j.l. stelde de regeering een flottille stoom schepen ter beschikking van de theeplanters in Ceylon en in Indië en in 3 maanden waren in Londen voorraden voor 6 maanden. Verleden week werden door de regeering 8 stoomschepen niet naar Londen gedirigeerd, maar deze thee werd per spoor naar Londen gebracht. De economische toestand van Italiëna denoorlog. Onder dezen titel heeft de „Credito Italiano" een zeer belangrijk en helder overzicht gegeven. Wij ontleenen er het volgende aan Italië heeft in den oorlog een half millioen aan gesneuvelden verloren en miilioenen aan gewonden en verminkten. Toch is tijdens den oorlog de bevolking met 3 millioen zielen ver meerderd, dank zij het hooge gebooitecijfer in Italië. De bevolking bedraagt thans 39 millioen tegen 25 millioen in 1862. Dit is een reusachtig levende kracht. Italië was vroeger uitsluitend een landbouw- staat. In de laatste 20 jaren heeft de nijverheid zich echter sterk ofltwikkeld, en in den oorlog vooral. Dit blijkt uit de cijfers der kapitaalbe leggingen, die 111.3 millioen lire in 1914 stegen tot 3.035.45 millioen in 1918, zoodat het aantal naamlooze vennootschappen, dat in Juli 1914 5.950 bedroeg met een kapitaal van 6.514.205.673 secretaris verwijderd, om in de roode kamer nog wat te ordenen. Daar was Blunt uitgekomen zou hij in 't geheel niet van huis geweest zijn en den gan- schen langen namiddag in Edith's gezelschap vertoefd hebben Met rassche schreden verliet Mordaunt het salon en betrad zacht, nadat hij op zijn klop pen geen antwoord had ontvangen, de roode kamer. Het haardvuur was uitgedoofd en nog slechts eenige glimmende kolen verspreidden een roodkleurigen schijn in de stille ruimte. Tevergeefs strekte de jonge man zijn onderzoe kende blikken naar alle richtingen uithij kon niemand ontdekken hij was op 't punt om terug te keeren, toen hij vanaf een der vensters een geluid, gelijkend op een langen zucht meende te vernemen. Hij bleef als vastgenageld staan en luisterde aandachtig. Doch hij ver nam slechts het gedruisch van den wind, die beneden in het park de gele bladeren van de boomen rukte. Plotseling viel Mordanut's blik op een rooden damasten gordijn zacht trad hij er naar toe en zag duidelijk, dat zich, op het gordijn de schaduw van een vrouwelijke gestalte afteekende, die half naar het venster gewend, met den eenen arm op het kozijn leunde en het hoofd in den andere steunde. Mordaunt kon nog niet zien wie het was, ofschoon hij het vermoedde. „Stoor ik u?" vroeg hij. De schaduw bewoog zich niet. „Ik vraag verschooning.ik wist niet dat, lire, aan het eindé van 1918 gestegen was tot 6.773 met een kapitaal van 11.224.836.899 lire. Dit waren natuurlijk hoofdzakelijk oorlogsin- diustrieën, die zich thans echter op vredeswerk toeleggen. De demobilisatie der Italiaansche nijverheid heeft zich vlugger bewerkstelligd dan die van eenig ander land. De oorlog heeft echter een belangrijke ver mindering van binnenlandsche productie ten. gevolge gehad met een daardoor noodzakelijke vermeerdering van den invoer. In 1914 had de handelsbalans voor Italië een nadeelig saldo van 712.9 millioen, in 1918 daarentegen van 11.618.1 millioen. De landbouw leverde min der op, daar de bevolking grootendeels onder de wapenen was en de invoer van grondstoffen verminderde aanmerkelijk. Dit hoofdzakelijk tengevolge van de geringe transportmiddelen. Vóór den oorlog had Italië een scheepsruimte van ongeveer twee millioen ton. Gedurende den oorlog verloor het daarvan 62 pCt. (voor Engeland bedroeg het verlies nog geen 50 pCt.) De verloren scheepsruimte is gedeeltelijk ver vangen door aankoop in het buitenland en door het in bezit nemen van een deel der Oostenrijksch Iiongaarsche vloot, die voor een belangrijk deel reeds eigendom was van Italianen, die staatkundig nog niet tot het land behoorden. Op het oogenblik is Italië's scheepsruimte niet veel geringer dan die van vóór den oorlog. Ook de brandstof ontbrak. In 1913 werd er 10.834.000 ingevoerd (waarvan 85 pCt. door Engeland). In 1918 slechts 5.840.000. Men heeft in het gebrek voorzien door uitgebreide delving van bruinkool en turf en door uitge breide electrificatie. De hoeveelheid beschik bare waterkrzacht voor turbine-installaties wordt geschat op 5ya millioen P.K. Hiervan is reeds 1 millioen in gebruik en installaties voor het tweede millioen zijn reeds in aanmaak. On langs is het ontwerp aangenomen voor elec trificatie van zesduizend kilometers spoorlijn (meer dan een derde van het net der staats spoorwegen). De staatsfinanciën zijn er door den oorlog niet beter op geworden. De openbare schuld is gestegen van 15 milliard tot 80 milliard lire. Dit bedrag bestaat voor 20 milliard uit buiten- landsche leeningen en voor het overige uit bin nenlandsche leeningen en uit het bedrag aan bankbiljetten in omloop. Sedert het bestaan van het koninkrijk Italië hebben de financiën van het land dikwijls uiterst moeilijke tijden beleefd, In 1862 be droegen de uitgaven het dubbele van de in komsten dertien jaar later, in 1875 was reeds evenwicht verkregen en zoo bleef het bijna onafgebroken doorgaan (met uitzondering van het tijdperk 18851896) tot aan den Europee- schen oorlog. Hierbij moet worden opgemerkt, dat ii? den loop der jaren van 1862 tot 1912 verscheidene milliarden voor spoorwegbouw zijn uitgegeven. De Italiaansche rente, die in 1867 op 53 pCt. genoteerd stond, bereikte in 1899 pari, om daar na te stijgen tot 105 in 1905, verder steeds boven pari blijvende tot 1912 ondanks de conversie van 5 tot 3ya pCt. Gedurende het begrootingsjaar, dat 30 Juni 1919 eindigde, bedroegen de uitgaven 32.659.000.000 lire en de inkomsten 8.461.000.000. Hiervan stonden 271/z millioen direct in verband met den oorlog, een uitgaaf dus, die weldra zal verdwijnen. Deze uitkomsten werden, behalve met de inkomsten, bestreden met behulp der reeds genoemde leeningen. Het cijfer der werkelijke inkomsten, geschat op 4.419.000 lire, steeg echter tot bijna 8ya miillard, wat dus een zeer gunstig teeken is. Het aantal spaargelden is reusachtig toege nomen tijdens den oorlog en van ongeveer 9 milliard gestegen tot ruim 15 milliard. Al deze feiten te zamen geven den Credito Italiano aanleiding de toekomst van Italië hoopvol in te zien. Handelsberichten. Beurs van Schiedam. Spoeling. Men noteert heden voor spoeling f 2.70 per ketel. hier iemand was." Nog geen antwoord. Thans trad hij nog dichterbij, schoof het gor dijn ter zijde en herkende ondanks de zwakke verlichting juffrouw Edith. ,,Ik zou uwe vreedzame eenzaamheid niet gestoord hebben, als. Nog steeds geen antwoord, geen beweging Hij boog zich vooroverde regelmatige diepe ademhaling overtuigde hem weldra, dat de jonge dame vast sliep doch op haar gelaat lag een weemoedige uitdrukking. Frank ontdekte ^le sporen van tranen, en bij tusschenpoozen kwam ook eeil zucht over hare lippen. Zij had geweend, zij was bedroefd. Waarom Wie was hier geweest Niemand als Blunt. Was deze de oorzaak van Edith's tranen Terwijl Mordaunt hierover nadacht, viel zijn oog op een brochure op den schoot dei slapende hij nam het boek weg, liep weder de kamer in en las den titel. Dan las hij met een vluchtigen blik het gedicht en zag eindelijk de met potlood geschreven regels, welke hij echter moeilijk lezen kon. Ten slotte gelukte het hem en toen ging hem een licht op. „Ei, ei, gij schoone slaapster, zoo komt men achter je geheimen mompelde hij met een boosaardigen lach. Wellicht was Blunt niet de schenker van deze gedichtjes Waarom ook zou juist hij het zijn Op de eerste zijde der brochure stond „Me juffrouw Editha Stillworth, van haren oprecht Ingezonden Mededeelingen. I i—■■urn nu 'ILIM'IHilii i iI|HI|l1 Land- en Tuinbouw. De afdeeling Rotterdam, Schiedam en om streken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft gister een algemeene vergade ring gehouden onder voorzitterschap van mr, J. M. J. van der Minne. Op deze vergadering is de heer W. de Kroes, van Overschie, benoemd tot afgevaardigde naar de algemeene vergadering der Maatschappij, welke op 25 Maart a.s. te Amsterdam gehouden wordt. Op deze algemeene vergadering zal dr. F. E. Posthuma, president-directeur van de Centrale Landbouw-Ónderlinge, een bespreking van de Invaliditeitswet inleiden en de heer K. de Boer Cz., lid van de Eerste Kamer en eerelid der Maatschappij, een inleiding houden over het onderwerp Naasting door kleine steden van omliggende gemeenten eu gronden, in verband met de toekomst der plattelandsgemeenten. De voorzitter deelde mede, dat het hoofd bestuur de besturen der kring Zuid-Holland heeft uitgenoodigd tot een bijeenkomst, welke op 16 Maart a.s. in Tivoli alhier gehouden wordt. Het doel van deze vergadering is on derling overleg te plegen over hetgeen door den kring of door afdeelingen voor den land bouw van belang wordt geacht. De heeren mr. J. M. J. van der Minne en H. van den Berg, van Overschie, werden aan gewezen om de afdeeling op deze kringverga- dering te vertegenwoordigen Bij of krachtens wetten of verordeningen voor geschreven en andere officieele af« en aan kondigingen van het Gemeentebestuur. HINDERWET. Herhaaldelijk is gebleken, dat da meening heerscht dat plaatsing van Electromoto- ren van niet meer dan 2 P.K. in fa brieken of werkplaatsen kan geschieden zonder een vergunning als bedoeld in art. 1 der Hinderwet. Daar deze meening dikwijls onjuist is, wor den belanghebbenden er bij dezen aan herinnerd le. dat voor de plaatsing verg unning n o o d i g is: a. Wanneer deze geschiedt in een inrichting waarvoor reeds vroeger een vergunning moet zijn verkregen b. wanneer in de inrichting de totale capa citeit der aanwezige motoren het maximum van 2 P.K. wordt overschreden. 2e. dat voor de plaatsing geen vergun ning noodigis, wanneer de plaatsing ge schiedt in een inrichting, welker aard niet onder de Hinderwet valt, en waardoor de totale capaciteit der krachtwerktuigen niet hooger wordt 2 dan P.K. Belanghebbenden wiei inrichtingen verkeeren in een der gevallen hierboven onder le a en b. genoemd en tot heden nog geen Hinderwets vergunning hebben aangevraagd, worden in hun eigen belang uitgenoodigd zulks alsnog ten spoedigste te doen. Voorzooveel noodig wordt herinnerd aan art. 21 der Hinderwet, hetwelk aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid geeft om in een inrichting die zonder de vereischte vergunning in werking is, het voortzetten der werkzaamhe den te verbieden en desnoods de daarin aan wezige werktuigen te verzegelen. Schiedam, 13 Maart 1920. toegenegen vriend." Geen naam, geen onderteekening Nooit had Frank weliswaar het handschrift van den secretaris gezien, maar toch vermoedde hij, dat niemand anders dan Blunt de gever van het boek moest zijn. Nogmaals naderde de spion op de teenen de de slapende dame, legde zacht het dichtwerk weer in haar schoot en verliet geruischloos, evenals hij gekomen was, de roode kamer, In den corridor bleef hij een oogenblik staan. De bevrediging zijner wraakzucht scheen dichter bij dan hij in zoo'n korten tijd had durven ho pen. Thans moest hij zich nog een handschrift van Blunt zien te verschaffenstemde dat overeen met dat van het gedicht, dan was zijn plan gereed en zijn vijand in zijne macht. De verzen lieten immers geen andere beteekenis toe dan een ge' :me genegenheid voor Edith. Ook de io~ koesterde wel dezelfde ge voelens -etaris haars vaders dit verrieden Hij wist /een hij voor vriendschap en sympath u had, geheime liefde was. „Ei," dacht saardige vreugde, „zal ook haar zijn niet treffen. Dan zal ook zij gestra derd worden Het verheu, dit trotsche meisje, dat jegens hem m onverschillig was, in zijn macht te n haar met gelijke munt te kunnen Vordl vervolgd]. J— .1 1 1 S wordt door 21.000 artsen erkend als het beste versterkingsmiddel voor Zenuwen en Lichaam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1920 | | pagina 2